Gebruikershandleiding
© Copyright 2014 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar en wordt door Hewlett-Packard Company onder licentie gebruikt. Intel is een handelsmerk van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Microsoft en Windows zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van de groep bedrijven onder de naam Microsoft. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Kennisgeving aangaande de veiligheid WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van oververhitting van de computer beperken door de computer niet op schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond.
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Configuratie-instelling van de processor (alleen bepaalde modellen) WAARSCHUWING! Bepaalde computermodellen zijn geconfigureerd met een Intel® Atom® E3800processor en een Windows®-besturingssysteem. Wijzig de configuratie-instelling van de processor in msconfig.exe niet van 4 of 2 processoren naar 1 processor. Als u dat wel doet, start uw computer niet opnieuw op. U moet de fabrieksinstellingen herstellen om de oorspronkelijke instellingen te herstellen.
vi Configuratie-instelling van de processor (alleen bepaalde modellen)
Inhoudsopgave 1 Direct aan de slag ............................................................................................................................................. 1 Bezoek de HP Apps Store .................................................................................................................... 1 Aanbevolen procedures ....................................................................................................................... 1 Leuk om te doen ..............................
Verbinding maken met een bekabeld netwerk ................................................................................... 21 Verbinding maken met een lokaal netwerk (LAN) ............................................................. 21 4 Entertainmentvoorzieningen gebruiken .......................................................................................................... 22 Multimediavoorzieningen ...................................................................................................
Actietoetsen gebruiken ...................................................................................... 38 Sneltoetsen van Microsoft Windows 8 gebruiken ............................................. 39 Hotkeys gebruiken ............................................................................................ 39 6 Energiebeheer ................................................................................................................................................
Scherm reinigen (All-in-Ones of notebooks) ..................................................... 54 Beeldscherm, zijkanten en beeldschermdeksel schoonmaken ......................... 54 Touchpad en toetsenbord schoonmaken .......................................................... 54 Reizen met de computer of de computer transporteren ..................................................................... 54 8 Computer en gegevens beveiligen ......................................................................
Specificaties .................................................................................................................................................. 69 Ingangsvermogen ............................................................................................................................... 69 Omgevingsvereisten ........................................................................................................................... 70 12 Elektrostatische ontlading ......................
xii
1 Direct aan de slag Deze computer is een krachtig hulpmiddel dat ontworpen is om uw werk en plezier met de computer te verbeteren. Lees dit hoofdstuk voor meer informatie over wat u na de configuratie moet doen en waar u meer HP-bronnen kunt vinden. Hier leest u ook wat voor leuke dingen u allemaal met uw computer kunt doen.
Leuk om te doen 2 ● U weet dat u een YouTube-video op de computer kunt bekijken. Maar wist u ook dat u de computer ook op een televisie of spelconsole kunt aansluiten? Zie HDMI-tv of monitor aansluiten op pagina 26 voor meer informatie. ● U weet dat u muziek kunt luisteren op de computer. Maar wist u ook dat u radio-uitzendingen live op de computer kunt streamen en naar muziek of praatprogramma's uit de hele wereld kunt luisteren? Zie Audio gebruiken op pagina 24.
Meer hulpmiddelen van HP U heeft Installatie-instructies al gebruikt om de computer in te schakelen en deze handleiding op te zoeken. Gebruik de volgende tabel voor productinformatie, instructies en meer. Bron Inhoud Installatie-instructies ● Overzicht van computerinstallatie en -functies Help en ondersteuning ● Een breed aanbod van informatie over procedures en tips voor het oplossen van problemen Wereldwijde ondersteuning ● Online chatten met een technicus van HP Ga naar http://welcome.hp.
Bron Inhoud ● Europa, Midden-Oosten, Afrika: Hewlett-Packard, POD, Via G. Di Vittorio, 9, 20063, Cernusco s/Naviglio (MI), Italië ● Azië en Stille Oceaan: Hewlett-Packard, POD, P.O. Box 200, Alexandra Post Office, Singapore 911507 Wanneer u een gedrukt exemplaar van uw garantie aanvraagt, geef dan het productnummer, de garantieperiode (te vinden op het label met het serienummer) en uw naam en postadres op. BELANGRIJK: Stuur uw HP product NIET terug naar de bovenstaande adressen.
2 Vertrouwd raken met de computer Informatie over hardware en software zoeken Hardware vinden Ga als volgt te werk om te ontdekken welke hardware is geïnstalleerd op uw computer: 1. Typ e op het startscherm en selecteer daarna Configuratiescherm. 2. Selecteer Systeem en beveiliging en klik op Apparaatbeheer in het systeemvak. U ziet een lijst met alle apparaten die zijn geïnstalleerd op de computer.
Rechterkant Onderdeel Beschrijving (1) USB-2.0-poort Hierop kunt u een optioneel USB-apparaat aansluiten. (2) Optischeschijfeenheid Leest van en (alleen bepaalde modellen) schrijft naar een optische schijf. OPMERKING: Ga voor informatie over schijfcompatibiliteit naar de webpagina Help en ondersteuning (raadpleeg Meer hulpmiddelen van HP op pagina 3). Volg de instructies op de webpagina om uw computermodel te selecteren. Selecteer Drivers en downloads en volg de instructies op het scherm.
Linkerkant Onderdeel (1) Beschrijving Bevestigingspunt voor de beveiligingskabel Hiermee sluit u een als optie verkrijgbare beveiligingskabel aan op de computer. OPMERKING: Van de beveiligingskabel moet in de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Deze voorziening kan echter niet voorkomen dat de computer verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen. (2) Voedingsconnector Hierop kunt u een netvoedingsadapter aansluiten.
Onderdeel (9) Beschrijving Audio-uitgang (hoofdtelefoon)/Audio-ingang (microfoon) Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een kabel van een televisietoestel aansluiten. Ook kunt u hierop de microfoon van een optionele headset aansluiten. Deze ingang biedt geen ondersteuning voor optionele apparaten met uitsluitend een microfoon. WAARSCHUWING! Zet het volume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet.
Scherm Onderdeel Beschrijving (1) WLAN-antennes (1 of 2)* (alleen bepaalde modellen) Via deze antennes worden draadloze signalen verzonden en ontvangen om te communiceren met draadloze LAN's (WLAN's, wireless local-area networks). (2) Webcamlampje Aan: de webcam is in gebruik. (3) Webcam Hiermee kunt u videobeelden vastleggen en foto's maken. Als u de webcam wilt starten via het startscherm van de computer, typt u c en selecteert u CyberLink YouCam in de lijst met apps.
Bovenkant Touchpad Onderdeel (1) Beschrijving Touchpadzone Hiermee kunt u de aanwijzer (cursor) op het scherm verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren. OPMERKING: Het touchpad ondersteunt ook randveegbewegingen. Zie Randveegbewegingen op pagina 31 voor meer informatie. 10 (2) Linkerknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een externe muis.
Lampjes Onderdeel (1) Beschrijving Aan/uit-lampje ● Aan: De computer is ingeschakeld. ● Knipperend: De computer staat in de slaapstand, een energiebesparingsmodus. Het beeldscherm en andere niet-benodigde onderdelen worden uitgeschakeld. ● Uit: De computer is uitgeschakeld of staat in de sluimerstand. De sluimerstand is een energiebesparingsmodus waarin zo min mogelijk energie wordt verbruikt. (2) Caps Lock-lampje Aan: Caps Lock is ingeschakeld.
Knop Onderdeel Beschrijving Aan/uit-knop ● Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aanuitknop om de computer in te schakelen. ● Als de computer is ingeschakeld, drukt u kort op de aan-uitknop om de slaapstand te activeren. ● Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de aan-uitknop om de slaapstand te beëindigen. ● Als de computer in de sluimerstand staat, drukt u kort op de aan-uitknop om de sluimerstand te beëindigen.
Toetsen Onderdeel Beschrijving (1) esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om systeeminformatie weer te geven. (2) fn-toets Druk op deze toets in combinatie met de spatiebalk of de esc-toets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. (3) Windows-toets Hiermee keert u terug naar het startscherm vanuit een geopende app of het Windows-bureaublad. OPMERKING: Als u nogmaals op de Windows-toets drukt, keert u terug naar het vorige scherm.
Onderkant Onderdeel Beschrijving (1) Accuvergrendeling Hiermee kunt u de accu in de accuruimte vergrendelen en ontgrendelen. (2) Accuruimte Hierin bevindt zich de accu. (3) Ventilatieopening Deze openingen zorgen voor luchtkoeling van de interne onderdelen. OPMERKING: De ventilator van de computer start automatisch om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat wanneer u de computer gebruikt.
Labels De labels die zijn aangebracht op de computer, bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u problemen met het systeem probeert op te lossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt. De labels bevinden zich op eenvoudig toegankelijke locaties. BELANGRIJK: Alle labels die in dit gedeelte worden beschreven bevinden zich op een van de volgende drie plaatsen, afhankelijk van uw computermodel: aan de onderzijde van de computer, in de accuruimte of onder de onderhoudsklep.
3 Verbinding maken met een netwerk U kunt de computer meenemen waar u ook naar toe gaat. Maar ook thuis kunt u de wereld verkennen en de informatie van miljoenen websites ontsluiten met de computer en een bekabelde of draadloze netwerkverbinding. In dit hoofdstuk vindt u informatie over hoe u met deze wereld in contact komt. Verbinding maken met een draadloos netwerk Met technologie voor draadloze communicatie worden gegevens niet via kabels maar via radiogolven doorgegeven.
OPMERKING: op sommige modellen brandt het lampje voor draadloze communicatie oranje als alle apparaten voor draadloze communicatie zijn uitgeschakeld. Omdat alle apparaten voor draadloze communicatie standaard zijn ingeschakeld, kunt u de knop voor draadloze communicatie gebruiken om alle apparatuur voor draadloze communicatie tegelijk in of uit te schakelen. De afzonderlijke apparaten voor draadloze communicatie kunnen worden in- en uitgeschakeld via HP Connection Manager (alleen bepaalde modellen).
WLAN gebruiken Met een WLAN-apparaat kunt u toegang krijgen tot een draadloos netwerk (WLAN), dat bestaat uit andere computers en accessoires die met elkaar zijn verbonden door een draadloze router of een draadloos toegangspunt. OPMERKING: gebruikt.
Draadloos netwerk installeren Als u een draadloos netwerk wilt installeren en verbinding wilt maken met internet, heeft u de volgende apparatuur nodig: ● een breedbandmodem (DSL- of kabelmodem) (1) en een internetservice met hoge snelheid via een abonnement bij een internetprovider; ● een (afzonderlijk aan te schaffen) draadloze router (2); ● een computer met voorzieningen voor draadloze communicatie (3). OPMERKING: sommige modems hebben een ingebouwde draadloze router.
hardwarematige firewalls. Sommige netwerken maken gebruik van een combinatie van beide types. ● Gebruik codering voor draadloze communicatie. Codering voor draadloze communicatie maakt gebruik van beveiligingsinstellingen om gegevens die via het netwerk worden verzonden, te versleutelen en ontsleutelen. Voor meer informatie typt u help op het startscherm en selecteert u Help en ondersteuning. Verbinding maken met een WLAN U maakt als volgt verbinding met het WLAN: 1.
● imagingapparaten (printers, camera's) ● geluidsapparatuur (hoofdtelefoons, luidsprekers) ● muis Bluetooth-apparaten maken peer-to-peer-communicatie mogelijk, waardoor u een PAN (Personal Area Network - persoonlijk netwerk) van Bluetooth-apparaten kunt instellen. Voor meer informatie over de configuratie en het gebruik van Bluetooth-apparaten raadpleegt u de helpfunctie bij de Bluetooth-software.
4 Entertainmentvoorzieningen gebruiken Gebruik uw computer van HP als entertainmentcentrum voor het leggen van sociale contacten via uw webcam, het beluisteren en beheren van uw muziek, en het downloaden van en kijken naar films. Of sluit externe apparaten (zoals luidsprekers, hoofdtelefoons, monitoren, projectoren, televisietoestellen en, op bepaalde modellen, high-definition apparaten) aan om van uw computer een nog krachtiger entertainmentcentrum te maken.
Onderdeel Beschrijving OPMERKING: Ga voor informatie over schijfcompatibiliteit naar de webpagina Help en ondersteuning (raadpleeg Meer hulpmiddelen van HP op pagina 3). Volg de instructies op de webpagina om uw computermodel te selecteren. Selecteer Ondersteuning & drivers en selecteer vervolgens Productinformatie. (5) USB-2.0-poort Hierop kunt u een optioneel USB-apparaat aansluiten. (6) Luidsprekers (4) Hiermee wordt het geluid van de computer weergegeven.
wereld. Met de webcam kunt u video streamen via uw expresberichtensoftware, video opnemen en delen, en foto's maken. ▲ Als u de webcam wilt starten via het startscherm, typt u c en selecteert u CyberLink YouCam in de lijst met toepassingen. Voor meer informatie over het gebruik van de webcam gaat u naar Help en ondersteuning. Typ help op het startscherm en selecteer Help en ondersteuning.
Geluid controleren Ga als volgt te werk om de audiofuncties van de computer te controleren: 1. Typ configuratiescherm op het startscherm en selecteer Configuratiescherm. 2. Selecteer Hardware en geluiden en selecteer Geluid. 3. Wanneer het venster Geluid verschijnt, selecteert u het tabblad Geluiden. Selecteer onder Programmagebeurtenissen de gewenste vorm van geluid, zoals een pieptoon of een alarmsignaal, en klik daarna op Testen.
2. Druk op f4 om te schakelen tussen 4 weergavetoestanden: ● Alleen computer: hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het beeldscherm van de computer. ● Dupliceren: hiermee wordt het beeld tegelijkertijd op de computer en via een extern apparaat weergeven. ● Uitspreiden: hiermee wordt het beeld uitgespreid over zowel de computer als het externe apparaat. ● Alleen extern apparaat: hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het externe apparaat.
2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de high-definition tv of de monitor. 3. Druk op f4 om het schermbeeld tussen 4 weergavestatussen te schakelen: ● Alleen computer: hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het beeldscherm van de computer. ● Dupliceren: hiermee wordt het beeld tegelijkertijd op de computer en via een extern apparaat weergeven. ● Uitspreiden: hiermee wordt het beeld uitgespreid over zowel de computer als het externe apparaat.
5 Navigeren met aanraakbewegingen, aanwijsapparaten en het toetsenbord Op de computer kunt u niet alleen gebruikmaken van het toetsenbord en de muis, maar ook navigeren met aanraakbewegingen (alleen bepaalde modellen). Aanraakbewegingen kunnen gebruikt worden op uw TouchPad of op een touchscreen (alleen bepaalde modellen). ● Aanraakbewegingen ● Toetsenbord en muis Aanraakbewegingen kunnen op het touchpad van uw computer of op een touchscreen gebruikt worden (alleen bepaalde modellen).
Schuiven Schuiven kan worden gebruikt om op een pagina of in een afbeelding omhoog, omlaag of opzij te bewegen. ● Plaats twee vingers licht uit elkaar op de TouchPad en sleep ze omhoog, omlaag, naar links of naar rechts. Knijpen/zoomen Door te knijpen en te zoomen kunt u in- of uitzoomen op afbeeldingen of tekst. ● Zoom in door twee vingers bij elkaar te houden op de TouchPad en ze daarna van elkaar af te bewegen.
Met twee vingers klikken (alleen bepaalde modellen) Door met twee vingers te klikken kunt u menuselecties maken voor een object op het scherm. OPMERKING: ● Het twee-vingerklikken heeft dezelfde functies als het rechtsklikken met de muis. Plaats twee vingers op de TouchPad en druk naar beneden om het optiemenu te openen voor het geselecteerde object. Draaien (alleen bepaalde modellen) Met de draaifunctie kunt u items zoals foto's en pagina's draaien.
OPMERKING: Draaien is bedoeld voor specifieke apps waarmee u een object of afbeelding kunt manipuleren. Draaien werkt misschien niet bij alle apps. Een app sluiten ● Plaats drie vingers op het midden van de touchpadzone en veeg uw vingers helemaal naar de onderkant van het touchpad totdat de app is gesloten. Randveegbewegingen Met randveegbewegingen kunt u taken uitvoeren, zoals het wijzigen van instellingen en het vinden of gebruiken van apps.
2. Schuif omhoog of omlaag in de charms en selecteer vervolgens de charm die u wilt openen. Schakelen tussen geopende apps Met de linkerrandveegbeweging krijgt u toegang tot de recent geopende apps, zodat u hier snel van kunt wisselen. ▲ Veeg uw vinger zachtjes vanaf de linkerrand van het touchpad Het pictogram Aanpassen weergeven Met de bovenrandbeweging kunt het Aanpassen-pictogram weergeven aan de onderkant van het startscherm.
● Veeg licht met uw vinger vanaf de bovenkant van de touchpadzone om het pictogram Aanpassen weer te geven. Bewegingen op het aanraakscherm gebruiken (alleen bepaalde modellen) Met een touchscreencomputer kunt u items op het scherm direct met uw vingers bedienen. TIP: Op computers met een aanraakscherm kunt u de bewegingen uitvoeren op het scherm op het touchpad. U kunt ook acties op het scherm uitvoeren met het toetsenbord en de muis.
Tikken Als u een selectie wilt maken op het scherm, gebruikt u de tikfunctie op het TouchPad. ● Gebruik één vinger om een object op het scherm aan te tikken om een selectie te maken. Dubbeltik op een item om het te openen. Schuiven Schuiven kan worden gebruikt om de aanwijzer op een pagina of in een afbeelding omhoog, omlaag of opzij te bewegen. ● 34 Plaats twee vingers op het scherm en sleep ze omhoog, omlaag, naar links of naar rechts.
Knijpen met twee vingers om te zoomen Door te knijpen met twee vingers kunt u afbeeldingen of tekst in- en uitzoomen. ● Zoom uit door twee vingers uit elkaar te houden op het scherm en ze daarna naar elkaar toe te bewegen. ● Zoom in door twee vingers bij elkaar te houden op het scherm en ze daarna van elkaar af te bewegen. Draaien (alleen bepaalde modellen) U kunt met uw vingers items zoals foto's draaien. ● Plaats uw linkerwijsvinger op het object dat u wilt draaien.
OPMERKING: Het draaien is bedoeld voor specifieke apps waar u een object of afbeelding kunt manipuleren of wijzigen. Mogelijk is het draaien niet functioneel voor alle apps. Randveegbewegingen Met randveegbewegingen kunt u taken uitvoeren, zoals het wijzigen van instellingen en het vinden of gebruiken van apps.
Bovenrandveegbeweging en onderrandveegbeweging De bovenrandbeweging en onderrandbeweging geven opdrachtenopties van apps weer waarmee u apps kunt aanpassen. BELANGRIJK: app. ▲ Wanneer er een app is geopend, verschilt de veegbeweging vanaf de bovenrand per Veeg voorzichtig met uw vinger vanaf de boven- of onderrand om de opties voor appopdrachten weer te geven.
Toetsenbord en muis gebruiken Het toetsenbord en de muis stellen u in staat te typen, items te selecteren, te schuiven en dezelfde functies uit te voeren als bij gebruik van aanraakbewegingen. Met de actietoetsen en hotkeys op het toetsenbord kunt u specifieke functies uitvoeren. TIP: Met de Windows-toets op het toetsenbord kunt u snel terugkeren naar het startmenu vanuit een geopende app of het bureaublad van Windows. Als u nogmaals op de Windows-toets drukt, keert u terug naar het vorige scherm.
Pictogram Toets Beschrijving f6 Hiermee schakelt u de geluidsweergave uit (en weer in). f7 Zolang u deze toets ingedrukt houdt, wordt het geluidsvolume steeds verder verlaagd. f8 Zolang u deze toets ingedrukt houdt, wordt het geluidsvolume steeds verder verhoogd. f9 Hiermee speelt u het vorige muziekstuk van een audio-cd of het vorige gedeelte van een dvd of bd af. f10 Hiermee kunt u een audio-cd, dvd of bd afspelen of het afspelen onderbreken of hervatten.
6 Energiebeheer Uw computer werkt op accuvoeding of maakt gebruik van een externe voedingsbron. Wanneer de computer alleen op accuvoeding werkt en er geen externe voedingsbron beschikbaar is om de accu op te laden, is het belangrijk om de opgeladen accu te controleren en niet te gebruiken. De computer ondersteunt energiebeheerschema’s waarmee ingesteld kan worden hoeveel stroom de computer mag gebruiken en moet besparen. Op deze manier kunt u de computerprestaties instellen op het besparen van energie.
OPMERKING: U kunt Rapid Start Technology uitschakelen in Setup Utility (BIOS). Als u de hibernationstand zelf handmatig wilt kunnen initiëren, moet deze door de gebruiker geactiveerde hibernationstand worden ingeschakeld via Energiebeheer. Zie De door de gebruiker geïnitialiseerde sluimerstand inschakelen en afsluiten op pagina 41. Slaapstand activeren en beëindigen Als de computer ingeschakeld is, kunt u als volgt de slaapstand activeren: ● Sluit het beeldscherm.
4. Klik op Een wachtwoord vereisen (aanbevolen). OPMERKING: als u een wachtwoord voor een gebruikersaccount moet instellen of het huidige wachtwoord voor uw gebruikersaccount wilt wijzigen, klikt u op Het wachtwoord voor uw gebruikersaccount instellen of wijzigen en volgt u de instructies op het scherm. Als u geen gebruikerswachtwoord hoeft te maken of te wijzigen, gaat u naar stap 5. 5. Klik op Wijzigingen opslaan.
3. Verwijder de accu (3) uit de computer. Accugegevens zoeken Als u de status van de accu wilt bekijken, of als de accu leeg is, voert u Accucontrole uit in HP Ondersteuningsassistent. Voor informatie over de accu typt u support in het startscherm, selecteert u de app HP Support Assistant in het startscherm en selecteert u vervolgens Accu en prestaties.
● Het acculampje (alleen bepaalde modellen) geeft een laag of kritiek laag niveau van de acculading aan. – of – ● Het energiemeterpictogram in het systeemvak geeft een lage of kritiek lage acculading aan. OPMERKING: Raadpleeg Energiemeter en instellingen voor energiebeheer gebruiken op pagina 42 voor meer informatie over de energiemeter.
Zie Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor het correct afvoeren van afgedankte accu's. Om deze handleiding te openen, typt u in het startscherm support en selecteert u daarna de app HP Support Assistant. Door de gebruiker vervangbare accu vervangen In Accucontrole in HP Support Assistant wordt aangegeven wanneer u de accu moet vervangen omdat een accucel niet goed werkt, of omdat de accuconditie zover is afgenomen dat de capaciteit zwak is geworden.
● De computer wordt niet ingeschakeld. ● Het display wordt niet ingeschakeld. ● De aan/uit-lampjes zijn uit. Ga als volgt te werk om de netvoedingsadapter te testen: 1. Schakel de computer uit. 2. Sluit de netvoedingsadapter op de computer aan en steek de stekker van de adapter vervolgens in een stopcontact. 3. Schakel de computer in. ● Als de aan/uit-lampjes aan gaan, werkt de netvoedingsadapter naar behoren.
Hoewel u de computer kunt uitschakelen met de aan/uit-knop, is het aan te raden om de opdracht Afsluiten van Windows te gebruiken: OPMERKING: Als de computer in de slaap- of sluimerstand staat, moet u eerst de slaap- of sluimerstand beëindigen door kort op de aan/uit-knop te drukken voordat u de computer kunt uitschakelen. 1. Sla uw werk op en sluit alle geopende programma's af. 2. Wijs de rechterbovenhoek of -benedenhoek van het bureaublad van Windows of het startscherm aan om de charms weer te geven.
7 Computer onderhouden Het is zeer belangrijk om de computer regelmatig te onderhouden, zodat deze optimaal blijft functioneren. In dit hoofdstuk vindt u informatie over het verbeteren van de prestaties van de computer door de uitvoering van hulpprogramma's zoals Schijfdefragmentatie en Schijfopruiming en door vervanging van een vaste schijf of toevoeging van geheugen.
U gebruikt Schijfdefragmentatie als volgt: 1. Sluit de computer aan op een netvoedingsbron. 2. Typ schijf op het startscherm. 3. Volg de instructies op het scherm. Raadpleeg voor meer informatie de helpfunctie van Schijfdefragmentatie. Schijfopruiming gebruiken Met Schijfopruiming wordt op de vaste schijf gezocht naar overbodige bestanden die u veilig kunt verwijderen om schijfruimte vrij te maken, zodat de computer efficiënter werkt. U gebruikt Schijfopruiming als volgt: 1.
VOORZICHTIG: neem de volgende richtlijnen in acht om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt: Sluit de computer af voordat u een geheugenmodule aan de computer toevoegt of uit de computer verwijdert. Verwijder een geheugenmodule niet wanneer de computer aan staat of in de slaapstand of de sluimerstand staat. Als u niet weet of de computer is uitgeschakeld of in de sluimerstand staat, zet u de computer aan door op de aan/uit-knop te drukken.
b. Pak de geheugenmodule aan de rand vast (2) en trek de geheugenmodule voorzichtig uit het geheugenmoduleslot. VOORZICHTIG: houd de geheugenmodule bij de randen vast, om te voorkomen dat de geheugenmodule wordt beschadigd. Raak de onderdelen van de geheugenmodule niet aan. OPMERKING: Bewaar verwijderde geheugenmodules in een antistatische verpakking om de module te beschermen. 8.
9. Voer de onderstaande stappen uit om het onderpaneel van de computer terug te plaatsen: a. Lijn de lipjes op het onderpaneel uit met de uitsparingen op de computer en schuif het onderpaneel naar beneden op zijn plek (1). b. Draai de schroef van het onderpaneel vast (2). 10. Plaats de accu terug.
11. Keer de computer weer om en sluit de externe voeding en de externe apparaten weer aan. 12. Schakel de computer in. Programma's en stuurprogramma's bijwerken U wordt aangeraden regelmatig een update uit te voeren van uw programma's en stuurprogramma's, zodat u steeds over de recentste versie beschikt. Met updates kunnen problemen worden opgelost, en updates voegen nieuwe voorzieningen en opties toe aan de computer. De technologie verandert continu.
WAARSCHUWING! Probeer de computer niet schoon te maken terwijl deze is ingeschakeld, om het risico van elektrische schokken of schade aan onderdelen te beperken. ● Schakel de computer uit. ● Koppel de netvoeding los. ● Koppel alle externe apparaten los. VOORZICHTIG: Om schade aan interne onderdelen te voorkomen, mag u geen schoonmaakmiddelen of vloeistoffen direct op het oppervlak van de computer spuiten.
◦ Schakel alle externe apparaten uit en koppel ze vervolgens los. ◦ Schakel de computer uit. ● Neem een back-up van uw gegevens mee. Bewaar de back-up niet bij de computer. ● Als u moet vliegen, neem de computer dan mee als handbagage; geef de computer niet af met uw overige bagage. VOORZICHTIG: stel schijfeenheden niet bloot aan magnetische velden. Voorbeelden van beveiligingsapparatuur met magnetische velden zijn detectiepoortjes op vliegvelden en detectorstaven.
8 Computer en gegevens beveiligen Computerbeveiliging is essentieel om de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van uw gegevens te waarborgen. Standaardbeveiligingsvoorzieningen die worden geboden door het besturingssysteem Windows, applicaties van HP en Setup Utility (BIOS), dat geen deel uitmaakt van Windows, kunnen de computer beschermen tegen uiteenlopende risico's, zoals virussen, wormen en andere types schadelijke code.
Als u meer informatie wilt over Windows-wachtwoorden, zoals een wachtwoord voor schermbeveiliging, typt u support in het startscherm en selecteert u de app HP Support Assistant. Windows-wachtwoorden instellen Wachtwoord Functie Gebruikerswachtwoord Beveiligt de toegang tot een Windows-gebruikersaccount. Beheerderswachtwoord Beveiligt de toegang tot de inhoud van de computer op beheerdersniveau. OPMERKING: met dit wachtwoord krijgt u geen toegang tot de inhoud van Setup Utility (BIOS).
De voorkeursinstellingen zijn van kracht zodra de computer opnieuw is opgestart. Internetbeveiligingssoftware gebruiken Wanneer u de computer gebruikt voor toegang tot e-mail, een netwerk of internet, wordt de computer blootgesteld aan computervirussen, spyware en andere online bedreigingen. Om de computer te beschermen, kan op de computer vooraf internetbeveiligingssoftware zijn geïnstalleerd met antivirusen firewallvoorzieningen. Deze software wordt dan aangeboden als proefversie.
Essentiële beveiligingsupdates installeren VOORZICHTIG: Microsoft® verstuurt waarschuwingsberichten over essentiële updates. Installeer alle essentiële updates van Microsoft zodra u een waarschuwing ontvangt, om de computer te beschermen tegen beveiligingslekken en computervirussen. U kunt ervoor kiezen of updates automatisch geïnstalleerd moeten worden. Om de instellingen aan te passen, typt u configuratiescherm op het startscherm en selecteert u Configuratiescherm.
60 3. Steek het beveiligingskabelslot in het bevestigingspunt voor de beveiligingskabel op de computer (3) en vergrendel het kabelslot met de sleutel. 4. Haal de sleutel uit het slot en bewaar deze op een veilige plaats.
9 Setup Utility (BIOS) en Systeemdiagnose gebruiken Setup Utility, ook wel Basic Input/Output System (BIOS) genoemd, regelt de communicatie tussen alle invoer- en uitvoerapparaten in het systeem (zoals schijfeenheden, het beeldscherm, het toetsenbord, de muis en de printer). Setup Utility (BIOS) bevat instellingen voor de soorten apparaten die zijn geïnstalleerd, voor de opstartvolgorde van de computer en voor de hoeveelheid systeemgeheugen en uitbreidingsgeheugen.
BIOS-update downloaden VOORZICHTIG: om het risico van schade aan de computer of een mislukte installatie te beperken, downloadt en installeert u een BIOS-update alleen terwijl de computer met de netvoedingsadapter is aangesloten op een betrouwbare externe voedingsbron. Download of installeer een BIOS-update niet wanneer de computer op accuvoeding werkt of wanneer de computer is aangesloten op een optioneel dockingapparaat of een optionele voedingsbron.
Systeemdiagnose gebruiken Met Systeemdiagnose kunt u diagnostische tests uitvoeren om vast te stellen of de hardware van de computer correct functioneert. U start Systeemdiagnose als volgt: 1. Zet de computer aan of start de computer opnieuw op. Druk op esc terwijl het bericht "Druk op de ESC-toets voor menu Opstarten" linksonder op het scherm wordt weergegeven. Wanneer het menu Opstarten verschijnt, drukt u op f2. Het BIOS zoekt op drie plaatsen naar de diagnoseprogramma's in de volgende volgorde: a.
10 Back-ups maken, herstellen en terugzetten De volgende processen komen in dit hoofdstuk aan bod: ● Herstelmedia en back-ups maken ● Het systeem herstellen Herstelmedia en back-ups maken 1. Maak HP Recovery-media als u de computer hebt ingesteld. Met deze stap maakt u een backup van de HP Recovery-partitie op de computer. De back-up kan worden gebruikt om het oorspronkelijke besturingssysteem opnieuw te installeren wanneer de harde schijf is beschadigd of vervangen.
● U kunt slechts één set HP Recovery-media maken. Wees voorzichtig met deze herstelmiddelen en bewaar ze op een veilige plaats. ● HP Recovery Manager onderzoekt de computer en bepaalt de benodigde opslagcapaciteit voor de lege USB-flashdrive of het benodigde aantal lege dvd-schijven. ● Om herstelschijven te maken, moet uw computer beschikken over een vaste schijf met de mogelijkheid dvd's te schrijven, en dient u uitsluitend lege dvd-r, dvd+r, dvd-r dl of dvd+r dlschijven te gebruiken.
● Als u uw computer opnieuw wilt instellen met een geminimaliseerde afbeelding, kunt u de optie HP Minimized Image Recovery kiezen uit de HP Recovery-partitie (alleen bepaalde modellen) of HP Recovery-media. Met herstel van geminimaliseerde kopieën worden alleen stuurprogramma's en hardware activerende toepassingen geïnstalleerd. Andere toepassingen in de kopie blijven beschikbaar voor installatie via de optie Stuurprogramma's en toepassingen opnieuw installeren in HP Recovery Manager.
● Voor de optie Fabrieksinstellingen herstellen, moet u HP herstelmedia gebruiken. Als u nog geen herstelmedia hebt gemaakt, zie HP Herstelmedia maken op pagina 64. ● Als de HR Recovery-media niet werken, kunt u herstelmedia voor uw systeem aanvragen op de website van HP. Voor ondersteuning in de VS gaat u naar http://www.hp.com/go/contactHP. Voor wereldwijde ondersteuning gaat u naar http://welcome.hp.com/country/us/en/ wwcontact_us.html.
1. Plaats de HP Recovery-media die u hebt gemaakt. 2. Start de computer opnieuw op, druk snel op esc en druk op f9 om de opstartopties weer te geven. 3. Selecteer de optische schijf of de USB-flashdrive waar u vanaf wilt opstarten. 4. Volg de instructies op het scherm. HP herstelpartitie verwijderen Met HP Recovery Manager-software kunt u de HP Recovery-partitie verwijderen om schijfruimte vrij te maken.
11 Specificaties Ingangsvermogen De gegevens over elektrische voeding in dit gedeelte kunnen van pas komen als u internationaal wilt reizen met de computer. De computer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een voedingsbron voor gelijkstroom. De netvoedingsbron moet 100-240 V, 50-60 Hz als nominale specificaties hebben.
Omgevingsvereisten Factor Metrisch VS In bedrijf 5°C tot 35°C 41°F tot 95°F Buiten bedrijf -20°C tot 85°C -4°F tot 185°F Temperatuur Relatieve luchtvochtigheid (zonder condensatie) In bedrijf 5% tot 95% 5% tot 95% Buiten bedrijf 5% tot 95% 5% tot 95% In bedrijf -15 m tot 3.048 m -50 ft tot 10.000 ft Buiten bedrijf -15 m tot 15.240 m -50 ft tot 50.
12 Elektrostatische ontlading Elektrostatische ontlading is het vrijkomen van statische elektriciteit wanneer twee objecten met elkaar in aanraking komen, bijvoorbeeld de schok die u krijgt wanneer u over tapijt loopt en vervolgens een metalen deurklink aanraakt. Elektronische onderdelen kunnen beschadigd raken door een ontlading van statische elektriciteit via vingers of andere elektrostatische geleiders.
Index A aan/uit-knop herkennen 12 aan/uit-lampjes, herkennen 8, 11 Aanraakscherm gebruiken 33 aansluitingen netwerk 7 RJ-45 (netwerk) 7 accu afvoeren 44 lage acculading 43 ontladen 43 opbergen 44 vervangen 45 Accugegevens zoeken 43 accu opbergen 44 Accuruimte, herkennen 14 accutemperatuur 44 accuvergrendeling, herkennen 14 accuvoeding 42 actietoetsen afspelen, onderbreken, hervatten 39 draadloos 39 helderheid van het scherm verhogen 38 helderheid van het scherm verlagen 38 Help en ondersteuning 38 herkennen
Geheugenmodule herkennen 14 plaatsen 51 vervangen 49 verwijderen 50 Geïntegreerde webcam, lampje herkennen 22 geminimaliseerde installatiekopie 67 maken 66 graphics, Hybrid Graphics 47 H HDMI audio configureren 27 HDMI-poort, aansluiten 26 HDMI-poort, herkennen 23 HDMI-poort herkennen 7 herstel HP Recovery Manager 66 media 67 met HP herstelmedia 65 schijven 67 starten 67 systeem 66 USB-flashdrive 67 herstelondersteunde schijven 65 schijven 65 herstellen Windows Bestandsgeschiedenis 65 herstelmedia maken 64
P poorten externe monitor 7, 23, 25 HDMI 7 opladen (ingeschakeld) 23 USB 3.