HP ThinPro 4.
© Copyright 2013 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Microsoft en Windows zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Vertrouwelijke computersoftware. Voor bezit, gebruik of kopiëren is een geldige licentie van HP vereist. Conform FAR 12.211 en 12.
Informatie over deze handleiding Deze handleiding gebruikt de volgende stijlen voor het onderscheiden van tekstelementen: Stijl Definitie Variabelen of tijdelijke aanduidingen worden tussen punthaakjes geplaatst. Vervang bijvoorbeeld door het juiste pad, zoals C:\Windows\System. Laat de haakjes weg als u de werkelijke waarde van de variabele intypt. [optionele parameters] Optionele parameters worden tussen vierkante haakjes geplaatst.
iv Informatie over deze handleiding
Inhoudsopgave 1 Inleiding ............................................................................................................................................................. 1 HP ThinPro gebruiken .......................................................................................................................... 1 Het aanmelden in de Administrative Mode (Beheerdermodus) ........................................... 1 De componenten in de taakbalk herkennen .....................................
Het gebruik van Multimedia Redirection met VMware Horizon View ................ 23 Het gebruik van multi-monitorsessies met VMware Horizon View .................... 23 Het gebruik van sneltoetsen met VMware Horizon View .................................. 23 Het gebruik van apparaatomleiding met VMware Horizon View ....................... 24 Het gebruik van USB-omleiding met VMware Horizon View ............ 24 Het gebruik van massaopslagomleiding met VMware Horizon View ......................................
Setup (Instellingen) ............................................................................................................................ 39 Background Manager ........................................................................................................ 40 Datum en tijd ...................................................................................................................... 40 Taal ...............................................................................................
Vereisten voor VMware Horizon View HTTPS en certificaatbeheer ................. 55 DHCP Option Manager (DHCP-optiebeheer) .................................................................... 55 Text box (Tekstvak) ........................................................................................................... 55 X Terminal (X-terminal) ...................................................................................................... 55 Toetsenbordsneltoetsen ..................................
1 Inleiding Het HP ThinPro-besturingssysteem zorgt met één console-interface voor een eenvoudige toegang via het dashboard tot alle gebruikers- en beheerfuncties. In een standaardweergave van de Connection Manager worden traditionele verbindingstypen en de nieuwste VDI (Virtual Desktop Infrastructure)-brokerverbindingen die gedeelde toegang bieden tot instellingen verenigd. Beheerders hebben met één klik toegang tot de Easy Config-installatiewizard, het configuratiescherm en de lagen met systeeminformatie.
De componenten in de taakbalk herkennen De taakbalk is een balk onder in het scherm waarin zich verschillende knoppen bevinden: Afbeelding 1-1 HP ThinPro-taakbalk 2 1. HP-knop—Geeft toegang tot de basisfuncties van het HP ThinPro-besturingssysteem, zoals toegang tot het control center en tot functies voor het afmelden, opnieuw opstarten en uitschakelen. 2. Venstertaken—Voor elk venster dat wordt gebruikt, wordt in dit gedeelte een pictogram weergegeven. 3.
2 Setup en installatie HP ThinPro heeft een wizardgestuurde interface voor vereenvoudiging van de configuratieprocedure voor een thin client. Easy Tools Wizard Met de Easy Tools Wizard wordt de configuratie- en onderhoudsprocedure voor de HP ThinPro vereenvoudigd. De wizard opent automatisch wanneer u zich voor de eerste keer als beheerder aanmeldt. Als u de wizard na de initiële installatie wilt starten, klikt u op het pictogram HP in het linkerpaneel.
3 Verbindingen Met HP ThinPro hebt u toegang tot externe verbindingen en kunt u deze beheren. Om alle functionaliteit van HP ThinPro te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld als Administrator. Als gebruiker kunt u verbindingen gebruiken en hebt u beperkte toegang tot de functionaliteit van HP ThinPro. Afhankelijk van de configuratie geeft het HP ThinPro scherm alle server- en/of applicatieverbindingen weer die aan de aangemelde gebruiker zijn toegewezen.
Connect (Verbinden) Om een verbinding te openen klikt u op een verbinding onder Connection Name (Naam van de verbinding) waarbij voor Status de waarde inactive (niet verbonden) wordt weergegeven, en klikt u vervolgens op Connect (Verbinden).
Tabel 3-1 Opties voor Citrix ICA-verbindingen (vervolg) Optie Beschrijving UseLocalIM inschakelen Gebruikt de lokale invoermethode om de invoer vanaf het toetsenbord te interpreteren. Dit wordt uitsluitend voor Europese talen ondersteund.
Tabel 3-3 Vensteropties voor Citrix ICA-verbinding (vervolg) Optie Beschrijving Default Window Colors (Standaardvensterkleuren) De standaardvensterkleuren vaststellen. De opties zijn: 16, 256, 16-bit (16-bits), 24-bit (24-bits), Automatic (Automatisch). Default 256 Color Mapping (Standaard 256 kleuren) Deze optie wordt uitsluitend geactiveerd wanneer Default Window Colors (Standaardvensterkleuren) is ingesteld op 256.
Tabel 3-6 Sneltoetsopties voor Citrix ICA-verbindingen (vervolg) Optie Beschrijving Stop Direct key handling (Sneltoetsbediening stoppen) Niet geactiveerd wanneer de optie Handling of keyboard shortcuts (Bediening van sneltoetsen) is ingesteld op Translated (Vertaald). Lijst met afzonderlijke functietoetsen en de toewijzing ervan.
Tabel 3-8 Algemene opties voor webbrowserverbindingen Optie Beschrijving Web Browser preferences (Webbrowservoorkeuren) Wanneer u op deze knop drukt, wordt het dialoogvenster voor webbrowseropties geopend. Allow connections to manage their own settings (De verbindingen toestaan hun eigen instellingen beheren) Hiermee kan de webbrowser de verbindingsinstellingen regelen.
Tabel 3-10 Geavanceerde instellingen voor nieuwe verbindingen (vervolg) Optie Beschrijving Pictogram op desktop weergeven Er wordt voor deze verbinding een pictogram op het bureaublad gemaakt. Allow the user to launch this connection (De gebruiker toestaan deze verbinding te starten) Deze verbinding kan tot stand worden gebracht door een gebruiker die geen beheerder is.
◦ Bureaubladpictogrammen ◦ Startmenupictogrammen ◦ Taakbalkpictogrammen Citrix receiver-functies Citrix receiver-functies bevatten het volgende: ● Instellingen voor vensterafmeting en diepte ● Venster-ondersteuning ● Geluidskwaliteitsinstellingen ● Statische stationstoewijzing ● Dynamische stationstoewijzing ● USB-omleiding voor XenDesktop en VDI-in-a-Box ● Inschakeling van smartcard virtual channel OPMERKING: Deze functie is gelijk aan een smartcard-aanmelding/verificatie als nietPNAgent
Tabel 3-11 HDX MediaStream ondersteuningsschema (vervolg) Functie Ondersteuning Video codecs Audio codecs ● MPEG ● MOV ● MP4 ● WMV2 ● WMV3 / VC-1 ● H.264 / AVC / MPEG-4 Part 10 ● MPEG-4 Part 2 ● H.263 ● DivX ● Xvid ● MPEG1 ● MP3 ● WMA ● AAC ● PCM ● mpeg-audio ● MLAW / ULAW Ondersteuningsschema voor Citrix-verbindingen De volgende tabel beschrijft de ondersteunde Citrix-backends. Tabel 3-12 Ondersteuningsschema voor Citrix-verbindingen Backend XenApp Toegangstype 4.
OPMERKING: Als u een verbinding configureert naar een server op een HTTPS-site, dient u de Fully Qualified Domain Name (FQDN) van de site en het plaatselijke rootcertificaat in het Citrix-certificaatarchief op te geven.. 2. Meld u in de HP Thinpro-interface aan als de beheerder. 3. Selecteer onder Verbindingen, Toevoegen > Citrix. 4.
RDP-clientverbindingen De RDP-client is gebaseerd op FreeRDP 1.0 en voldoet aan de volgende eisen voor RDP 7.1: ● Hardware-accelerated RemoteFX ● BMR wordt ondersteund bij verbindingen naar Windows-hosts met de functie Bureaubladbelevenis/Bureaubladervaring ( Windows 7 of Windows Server 2008 R2 ) ingeschakeld ● USBR wordt ondersteund bij verbindingen naar Windows 7 Remote Desktop Virtual-hosts ● Bidirectioneel audio ● Ondersteuning van True multi-monitor Een RDP7-verbinding maken 1.
Tabel 3-16 RDP Standard Desktop-opties Optie Beschrijving Vensterdecoratie verbergen Stel Hide Window Decoration (Vensterdecoratie verbergen) in voor het kiezen van een aangepaste vaste of percentage vensterformaat. Deze instelling zorgt ervoor dat HP ThinPro geen schermelementen, zoals de menubalk, opties voor minimaliseren en sluiten en randen in het venster weergeeft. Kies een van de volgende venstergroottes: Window size (Venstergrootte) b.
Tabel 3-18 RDP Alternate Shell opties (vervolg) Options (Opties) Beschrijving Directory (Map) Typ het werkmappad van de server voor de programmabestanden van de applicatie. De werkmap voor bijvoorbeeld Microsoft Word is C:\Program Files\Microsoft.
Tabel 3-20 RDP lokale bronnen (vervolg) Optie Beschrijving printer instellen die print spooling-opdrachten over een virtueel kanaal van de externe host naar de client verzendt. Deze methode vereist dat de printer wordt geconfigureerd op de client en dat er op de client ook een Windows-stuurprogramma wordt gespecificeerd, omdat de RDP-client de externe host moet laten weten welk stuurprogramma voor de externe printer gebruikt moet worden.
Raadpleeg voor meer informatie over HP TeemTalk, de HP TeemTalk Terminal Emulator 7.3 User Guide (HP TeemTalk Terminal Emulator 7.3 Gebruikershandleiding). Het toevoegen van een HP TeemTalk-verbinding met de wizard TeemTalk creation (TeemTalk maken) 1. Klik op Connections (Verbindingen) > Add (Toevoegen). 2. Selecteer TeemTalk en klik vervolgens op TeemTalk creation wizard (Wizard Teemtalk maken). Stel de juiste verbindingsopties in zoals beschreven in de volgende tabel.
Tabel 3-25 HP TeemTalk-voorkeuren Optie Beschrijving Show Configuration Bar (Configuratiebalk weergeven) Geeft de Configuratiebalk weer. Save Current Window Position (Huidige vensterpositie opslaan) Slaat de huidige venstergrootte en positie op als u op Save Preferences (Voorkeuren opslaan) klikt. Het wordt hersteld bij de volgende systeemopstart. OPMERKING: Klik op Save Preferences (Voorkeuren opslaan) elke keer dat u de grootte en de positie van het venster wijzigt, om de nieuwe waarden op te slaan.
3. Stel de juiste geavanceerde opties in (raadpleeg Tabel 3-10 Geavanceerde instellingen voor nieuwe verbindingen op pagina 9). 4. Klik op Finish (Voltooien) om uw instellingen op te slaan en de wizard af te sluiten. Webbrowser Meek een verbinding met behulp van een web browser gebaseerd op de Mozilla Firefox browser. 1. Om een verbinding toe te voegen, klikt u op Connections (Verbindingen) > Add (Toevoegen). 2.
Tabel 3-29 Configuratie-instellingen voor een nieuwe RGS-verbinding (vervolg) Optie Beschrijving Warning Timeout (Onderbreking door waarschuwing) Stel de gewenste waarde voor de onderbreking in. De RGS-ontvanger geeft een waarschuwing als het de RGS-zender niet kan detecteren na deze waarde in seconden. Error Timeout (Onderbreking door fout) Stel de gewenste waarde in voor Error Timeout (Onderbreking door fout).
Tabel 3-30 VMware Horizon View netwerkverbinding opties (vervolg) Optie Beschrijving Wachtwoord Het wachtwoord om voor de verbinding te gebruiken. Domain (Domein) Het domein om voor de verbinding te gebruiken. Desktop De desktop om voor de verbinding te gebruiken. 4. Klik na het invullen van de gegevens op Volgende. 5. Selecteer de juiste opties in de wizard Verbindingen onder Login Options—General (Aanmeldopties—Algemeen). Tabel 3-31 VMware Horizon View aanmeldopties 6.
Het gebruik van Kiosk Mode met VMware Horizon View In Kiosk Mode meldt een client zich tijdens het opstarten automatisch aan op een extern bureaublad met behulp van vooraf bepaalde gebruikersreferenties. Als u een verbinding verliest door het afmelden, opnieuw verbinden of een netwerkfout, dan wordt de aanmelding automatisch hersteld als er weer verbinding is. U kunt de sessie minimaliseren en teruggaan naar het aanmeldscherm door gebruik te maken van de sneltoetscombinatie Ctrl+Alt+End.
sessie bent. Voor het omschakelen van sessies kan de bovenste balk geactiveerd worden door het uitvinken van Hide top menu bar (Bovenste menubalk verbergen) in het tapblad General (Algemeen) van de Connection Settings (Verbindingsinstellingen of via de registersleutel root/ ConnectionType/view/connections/{UUID}/hideMenuBar. Mediatoetsen VMware Horizon View gebruikt mediatoetses voor opties als volume, afspelen/pauze en geluid uitschakelen tijdens een externe bureaubladsessie.
Standaard worden USB-audio-apparaten niet omgeleid en gebruikt de view-client high-level audio-omleiding. Voor het omleiden van de USB-headset gebruikt u de USB Manager van de client voor het selecteren van de om te leiden USB-headset. Zorg ervoor dat VMware Horizon View is geselecteerd als het USBR-protocol en zorg ervoor dat de headset aangevinkt is onder Apparaten die worden omgeleid. OPMERKING: VMware raadt het gebruik van USBR voor headsets niet aan.
Een bureaubladverbinding starten met PCoIP in plaats van RDP Een bureaubladverbinding starten met PCoIP in plaats van RDP: 1. Klik op Connections (Verbindingen) > Add (Toevoegen). 2. Selecteer een verbinding in het venster Connections (Verbindingen) en klik op Connect (Verbinden). Typ de hostnaam of het IP-adres van de View Connection Server in het veld, indien nodig. 3. Typ de gebruikersnaam, het wachtwoord en de domeinnaam in de betreffende velden en klik op Connect (Verbinden). 4.
Klik op Next (Volgende) om verder te gaan. 3. Stel de juiste geavanceerde opties in (raadpleeg Tabel 3-10 Geavanceerde instellingen voor nieuwe verbindingen op pagina 9). 4. Klik op Finish (Voltooien) om de instellingen op te slaan en sluit het dialoogvenster. SSH Secure shell (SSH) is de meest gebruikelijke manier om op afstand toegang te krijgen tot de opdrachtregel bij UNIX-achtige besturingssystemen zoals Linux, BSD en HP-UX. SSH is ook versleuteld. 1.
3. Stel de juiste geavanceerde opties in (raadpleeg Tabel 3-10 Geavanceerde instellingen voor nieuwe verbindingen op pagina 9). 4. Klik op Finish (Voltooien) om de instellingen op te slaan en sluit het dialoogvenster. Telnet Telnet is een oudere manier om op afstand toegang te krijgen tot de opdrachtregel. Dit is niet versleuteld. 1. Om een Telnet-verbinding toe te voegen, klikt u op Connections (Verbindingen) > Add (Toevoegen). 2.
Klik op Next (Volgende) om verder te gaan. 3. Stel de juiste geavanceerde opties in (raadpleeg Tabel 3-10 Geavanceerde instellingen voor nieuwe verbindingen op pagina 9). 4. Klik op Finish (Voltooien) om de instellingen op te slaan en sluit het dialoogvenster. Copy (Kopiëren) Zo voegt u een verbinding toe: ▲ Klik op een verbinding van uw keuze onder Connection Name (Naam van de verbinding) en vervolgens op Copy (Kopiëren).
4 Configuratiescherm De hulpprogramma's in het configuratiescherm zijn ondergebracht in de volgende tabbladen: ● Randapparatuur ● Setup (Instellingen) ● Beheer ● Advanced (Geavanceerd) Alle configuratieschermitems kunnen worden gebruikt in de modus Administrator (Beheerder); in andere modi dan Administrator (Beheerder) zijn alleen de items beschikbaar die zijn toegestaan door de configuratie.
Met Clients samenvoegen kunt u de vier thin clients in een 4x4 opstelling integreren. In de volgende afbeelding ziet u een voorbeeld waarbij de clients in een rechthoekige 4x4 opstelling ondergebracht zijn. Bijvoorbeeld, als u de muisaanwijzer vanaf de rechterzijde van de monitors van thin client A nog meer naar rechts beweegt, verschijnt deze op de linkerzijde van de thin client C-monitors. Ook de toetsenbordsignalen worden nu naar thin client C geleid.
Als u de muisaanwijzer in deze configuratie vanaf de rechterzijde van de monitors van thin client A nog meer naar rechts beweegt, verschijnt deze op het bovenste 1/3 gedeelte van de linkerzijde van de thin client D-monitors. Beweegt u de muisaanwijzer echter vanaf de rechterzijde van de monitors van thin client B nog meer naar rechts, dan verschijnt deze op het middelste 1/3 gedeelte van de linkerzijde van de thin client D-monitors.
Samenvoegingsclients configureren Herhaal deze procedure op elke Samenvoegingsclient: 1. Dubbelklik op Client Aggregation (Clientsamenvoeging). 2. Klik op Client. 3. Typ de serverhostnaam of het IP-adres van de Samenvoegingsserver in het veld. 4. Klik op Apply (Toepassen) om de wijzigingen toe te passen. De Samenvoegingsserver configureren Zo configureert u de samenvoegingsserver: 1. Dubbelklik op Client Aggregation (Clientsamenvoeging). 2. Klik op Server.
3. 34 De thin client die als samenvoegingsserver is ingesteld, wordt weergegeven in een paars vakje met de hostnaam als opschrift. Klik erop en sleep de samenvoegingsserver naar de gewenste locatie in de 4x4 opstelling. In de onderstaande afbeelding staat de thin client die als samenvoegingsserver is ingesteld, op de eerste rij, in de tweede kolom.
4. Klik op de locatie in de 4x4 opstelling waar u de eerste samenvoegingsclient wilt plaatsen en voer de overeenkomstige hostnaam of het IP-adres in. In de onderstaande afbeelding staat de samenvoegingsclient met IP-adres 16.125.19.91 op de eerste rij, in de eerste kolom van de 4x4 opstelling. Druk op Enter als u klaar bent. Samenvoegingsclients worden weergegeven in groene vakjes. 5.
1. Dubbelklik op Client Aggregation (Clientsamenvoeging). 2. Selecteer Disabled (Uitgeschakeld). 3. Klik op Apply (Toepassen) en vervolgens op Closed (Gesloten). Display Preferences (Schermvoorkeuren) Met dit hulpprogramma kunt u profielen toevoegen, bewerken en verwerken. Een profiel is een beeldschermspecificatie, met daarin de resolutie, de vernieuwingsfrequentie, de bitdiepte en of de weergave al dan niet moet worde geroteerd.
10. Klik op Test Settings (Instellingen testen) om het profiel te controleren. 11. Klik op Apply (Toepassen) en vervolgens op Close (Sluiten) om de wijzigingen op te slaan en het dialoogvenster te sluiten. Profiel bewerken Een profiel bewerken: 1. Dubbelklik op Display Preferences (Weergavevoorkeuren). 2. Selecteer een profiel in de lijst Profiles (Profielen). 3. Bewerk de Profile Settings (Profielinstellingen) en Display Configuration (Weergaveconfiguratie) indien gewenst. 4.
3. ● Behavior (Gedrag): Muisbediening met linker- of rechterhand, bewegingsinstellingen en snelheid voor dubbelklikken instellen. ● Cursor (Cursor): De cursorgrootte instellen. ● Accessibility (Toegankelijkheid): Muisemulatie instellen. Klik op Close (Sluiten) om de instellingen op te slaan en het dialoogvenster te sluiten. Printers Door dit configuratieschermitem wordt het configuratiehulpprogramma CUPS gestart. Zie http://cyberelk.net/tim/software/system-config-printer voor meer informatie.
4. Klik op Yes (Ja) om u af te melden en het bureaublad opnieuw te starten (met de aangebrachte wijzigingen). Als u op No (Nee) klikt, blijft de bureaubladomgeving ongewijzigd. 5. Klik op Control Panel (Configuratiescherm) > Peripherals (Randapparatuur) > Touch Screen (Aanraakscherm) en klik vervolgens op Calibrate (Kalibreren) om het aanraakscherm te kalibreren. OPMERKING: Het aanraakscherm kan alleen worden gekalibreerd als het is geactiveerd en het bureaublad opnieuw is gestart.
● Screensaver (Schermbeveiliging) ● Beveiliging ● HP ThinPro Configuration (HP ThinPro-configuratie) Background Manager Gebruik HP Background Manager voor het wijzigen het afbeeldingsbestand van de bureabladachtergrond, de oriëntatie of de achtergrondkleuren. Voer voor het instellen van de bureaubladachtergrond de desbetreffende taken uit: 1. Dubbelklik in het Configuratiescherm van HP ThinPro op Background Manager. 2.
3. Indien gewenst, kunt weeknummers in de kalender weergeven door te klikken op Show Week Numbers (Weeknummers tonen), onder Time Servers (Tijdservers) in het scherm Time Settings (Tijdinstellingen). 4. Gebruik de pijltoetsen onder Time Servers (Tijdservers) > Tijd, om de tijd handmatig in te stellen. 5. Om de tijdindeling van de klok op 24 uur in te stellen, selecteert u onder Time Servers (Tijdservers) 24 hours format (24-uursindeling). 6.
f. ● IPv6 Address (MAC-adres) ● Subnet Prefix Lengte ● Default Gateway (Standaardgateway) Beveiligingsinstellingen Authenticatie ● ● ● 3. 4.
Dit kan eventueel worden uitgevouwen 5. ● Edit (Bewerken): bewerk de gemarkeerde regel ● Delete (Verwijderen): verwijder de gemarkeerde regel Klik op het tabblad VPN: Connection Type (Verbindingstype) ● ● 6.
e. 3. 4. ● blank (leeg) ● logo Als u logo hebt geselecteerd, selecteert u vervolgens Customize a logo (Een logo aanpassen) en klikt u daarna op Select (Selecteren) om het gewenste logobestand te zoeken. Configureer de instellingen van Display Power Management (Energiebeheer beeldscherm) om het beeldscherm uit te schakelen na een vooraf ingestelde periode van inactiviteit: a.
1. Dubbelklik op HP ThinPro Configuration (HP ThinPro-configuratie). 2. Klik in de linkerkolom op Connections (Verbindingen) en selecteer toegestane verbindingen via de selectievakjes. 3. Klik in de linkerkolom op Control Panel (Configuratiescherm) en selecteer toegestane applicaties via de selectievakjes. 4. Klik op Apply (Toepassen) en vervolgens op OK om het dialoogvenster te sluiten.
● Active Directory Domain (Domein van de Active Directory) ● Organizational Unit for Machine (OU)(Organisatorische eenheid voor het apparaat) ● Administrator User Name (Gebruikersnaam van de beheerder) ● Administrator User Password (Wachtwoord van de beheerder) 3. Klik op Update Dynamic DNS from client (Dynamische DNS op client bijwerken), als u wilt dat deze gegevens automatisch worden bijgewerkt. 4.
1. Dubbelklik op HP Automatic Update (Automatische update van HP). 2. Klik op Enable HP Automatic Update on system startup (Automatische updates bij opstarten van het systeem activeren) als u wilt dat dit systeem wordt bijgewerkt bij het opnieuw opstarten. 3. Als de vorige optie is ingeschakeld, kunt u op Enable manual configuration (Handmatische configuratie inschakelen) klikken als u het serveradres wilt opgeven via ftp, http, of https.
● Een door HP goedgekeurd USB-flashstation (ook wel een USB-opstartsleutel genoemd) ● Een HP thin client-systeem met de meest recente door HP verstrekte ThinPro-installatiekopie De HP ThinPro-installatiekopie beheren Met HP ThinState kunt u: ● Een HP ThinPro-installatiekopie vastleggen op een FTP-server op pagina 48 ● De HP ThinPro-installatiekopie gebruiken vanaf een externe site op pagina 48 ● Een HP ThinPro-installatiekopie vastleggen op een opstartbaar USB-flashstation op pagina 49 Een HP Thin
4. Selecteer een FTP- of HTTP-protocol. Typ de gegevens van de externe server in de daarvoor bestemde velden. OPMERKING: Username (Gebruikersnaam) en Password (Wachtwoord) zijn niet vereist als u een HTTP-protocol gebruikt. Zorg dat u het juiste installatiekopiebestand gebruikt; de inhoud en grootte van het bestand worden niet gecontroleerd voordat het upgraden van de installatiekopie begint. 5. Klik op Finish (Voltooien).
zich een probleem voordoet, kunt u op Details klikken voor meer informatie. Wanneer het vastleggen is voltooid, wordt het bureaublad opnieuw weergegeven. Het vastleggen van de HP ThinPro-installatiekopie is voltooid. Een HP ThinPro-installatiekopie implementeren vanaf een opstartbaar USB-flashstation Ga als volgt te werk om een HP ThinPro-installatiekopie te installeren vanaf een opstartbaar USBflashstation: 1. Schakel de doel-thin client uit. 2. Plaats het opstartbare USB-flashstation. 3.
4. Klik op on a remote server (op een externe server) en klik vervolgens op Next (Volgende). 5. Selecteer een FTP- of HTTP-protocol. Typ de gegevens van de externe server in de daarvoor bestemde velden. OPMERKING: Username (Gebruikersnaam) en Password (Wachtwoord) zijn niet vereist als u een HTTP-protocol gebruikt. 6. Klik op Finish (Voltooien). Het terugzetten van de HP ThinPro-configuratie is voltooid. Een HP ThinPro-configuratie vastleggen op een USB-station 1.
Een thin client toegankelijk maken vanaf een andere locatie: 1. Dubbelklik op VNC Shadow. 2. Selecteer Enable VNC Shadow (VNC Shadow activeren) om de thin client toegankelijk te maken via VNC. 3. Selecteer VNC Read Only (VNC Alleen lezen) om de VNC-sessie alleen-lezen te maken. 4. Selecteer VNC Use Password (VNC Wachtwoord gebruiken) om de thin client alleen met een wachtwoord toegankelijk te maken via VNC. 5.
OPMERKING: U kunt de de CDA-modus ook instellen door DHCP-tag 191 te configureren als een reeks met als waarde de URL voor de Citrix-omgeving. De CDA-modus uitschakelen: 1. Druk op Ctrl+Alt+End (Einde) om Iceweasel te minimaliseren. 2. Klik op Control Panel (Configuratiescherm) > Advanced (Geavanceerd) > CDA Mode (CDAmodus). 3. Schakel het selectievakje Enable CDA (CDA activeren) uit. 4. Klik op OK om uw voorkeuren op te slaan en het dialoogvenster te sluiten.
Certificaten verwijdert u als volgt: 1. Dubbelklik in het Configuratiescherm van HP ThinPro op Certificates (Certificaten). 2. Selecteer in Certificaatbeheer het certificaattype dat u wilt verwijderen: 3. 4. ● Local Root Certificate Authorities (Lokale basiscertificeringsinstanties) ● Root Certification Authorities (Basiscertificeringsinstanties) ● Personnel Certificates (Persoonlijke certificaten) ● Privésleutels Een certificaat verwijderen, doet u als volgt: a.
Vereisten voor VMware Horizon View HTTPS en certificaatbeheer VMware Horizon View Client 1.5 en VMware Horizon View Server 5.0 en later vereisten HTTPS. Standaard waarschuwt de VMware Horizon View-client over onvertrouwde servercertificaten, zoals selfsigned (zoals het VMware Horizon View Manager standaard certificaat) of verlopen certificaten.
3. a. Klik op New (Nieuw). b. Enter (Invoeren) in de opmerking of Select from directory (Uit map selecteren) en blader naar het programma/de actie die u wilt uitvoeren. c. Voer de toetsencombinatie uit waarmee u het nieuwe programma/actie wilt activeren dat u wilt uitvoeren. d. Als u een fout maakt, voert u de toetsencombinatie nogmaals uit waarmee de fout genegeerd wordt. e. Klik op OK. Om een toetsenbordsnelkoppeling te bewerken: a. Klik op de toetsenbordsnelkoppeling die u wilt bewerken. i.
5 Systeeminformatie Het scherm System Information (Systeeminformatie) heeft de volgende tabbladen: ● General (Algemeen) ● Netwerk ● Netwerkprogramma's ● Software Information (Softwaregegevens) ● System logs (Systeemlogboeken) General (Algemeen) Het tabblad General (Algemeen) geeft de volgende informatie weer: ● ● ● BIOS (Basic Input/Output System) en OS (besturingssysteem) ◦ Serial Number (Serienummer) ◦ BIOS Version (BIOS-versie) ◦ BIOS Release Date (Datum BIOS-versie) ◦ OS Build ID (V
● ◦ Network Mask (Netwerkmasker) ◦ MAC-adres (Media Access Control) ◦ DHCP Server Address (DHCP-serveradres) ◦ Interface Statistics (Interfacestatistieken) Network (Netwerk) ◦ ● Default Gateway (Standaardgateway) DNS Settings (DNS-instellingen) ◦ Hostname (Hostnaam) ◦ Default Domain (Standaarddomein) ◦ Nameservers (Naamservers) Netwerkprogramma's Op het tabblad Net Tools (Netwerkprogramma's) kunt u een diagnostische test uitvoeren: 1.
1. Klik op Diagnostic (Diagnostisch), geef het bestand een naam en geef een locatie op. 2. Klik op Opslaan om het archiefbestand op te slaan en het dialoogvenster te sluiten.
Index A Aangepast opties 28 verbinding toevoegen 28 aanraakscherm 38 Active Directory manager 45 AD/DDNS Manager (SSHDbeheer) 45 Agent Configure Manager 47 algemene instellingen 5 algemene systeeminformatie 57 Automatische update van HP 46 B Background Manager 40 beeldscherm configuratie 32 voorkeursinstellingen 36 beheerder, aanmelden als 1 beheerprogramma's 45 beveiliging 44 bewerken, verbindingen 29 C CDA modus 52 certificaten 53 Citrix verbinding toevoegen 10 Citrix Desktop-toepassing 52 Citrix ICA verb
O opties Aangepast 28 RDP 13 RGS 20 SSH 27 TeemTalk 17 Telnet 28 VMware Horizon View webbrowser 20 XDMCP 26 systeemlogboeken 58 21 P printers 38 R RDP instellingen 9 opties 13 verbinding configureren 9 verbinding toevoegen 13 RGS opties 20 verbinding toevoegen 20 S samenvoegen client, overzicht 30 client, uitschakelen 35 clientconfiguratie 33 serverconfiguratie 33 samenvoegen, clients 30 schermbeveiliging 43 schermprofiel bewerken 37 schermprofiel toevoegen 36 schermprofiel verwijderen 37 SCIM 38 setup e
X XDMCP opties 26 verbinding toevoegen 26 X Terminal (X-terminal) 55 62 Index