User guide

4 Antwoordapparaat
5 Telefoon (optioneel)
6 DSL/ADSL-modem
7 Computer
8 Telefoonkabel aangesloten op de poort 1-LINE achteraan de printer.
De telefoonkabel moet mogelijk aan de land- of regiospecieke adapter worden bevestigd.
OPMERKING: U dient een parallelle splitter aan te schaen. Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort
aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen,
seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde.
Afbeelding B-14 Voorbeeld van een parallelle splitter
De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem
1. U kunt een DSL/ADSL-lter aanschaen bij uw DSL/ADSL-provider.
OPMERKING: Telefoons die elders thuis of op kantoor hetzelfde telefoonnummer delen met de DSL/
ADSL-dienst moeten met extra DSL/ADSL-lters zijn verbonden om ruis tijdens telefoongesprekken te
voorkomen.
2. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op het DSL-/ADSL-lter en sluit vervolgens het andere
einde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
OPMERKING: De telefoonkabel moet mogelijk aan de land- of regiospecieke adapter worden
bevestigd.
3. Verbind de DSL/ADSL-lter met de splitter.
4. Koppel het antwoordapparaat los van de wandcontactdoos en sluit het aan op de poort met het label 2-
EXT achter op de printer.
OPMERKING: Als u het antwoordapparaat niet rechtstreeks op de printer aansluit, worden de faxtonen
van een faxapparaat dat een fax verzendt, mogelijk opgenomen door het antwoordapparaat en kunt u
mogelijk geen faxberichten ontvangen met de printer.
5. Verbind de DSL-modem met de parallelle splitter.
6. Verbind de parallelle splitter met de wandcontactdoos.
7. Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na een klein aantal belsignalen.
8. Wijzig de instelling voor Hoe vaak overgaan op de printer in het maximale aantal dat voor de printer
mogelijk is.
OPMERKING: Het maximale aantal belsignalen varieert per land/regio.
9. Voer een faxtest uit.
182 Bijlage B Bijkomende faxinstallatie NLWW