Naslaggids voor de hardware HP ProDesk 600 G1 Tower HP ProDesk 600 G1 Small Form Factor
© Copyright 2013 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De bijgevoegde informatie kan zonder aankondiging worden veranderd. Microsoft® en Windows® zijn in de V.S. gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. De enige garanties die gelden voor HP producten en diensten zijn de garanties die worden beschreven in de garantievoorwaarden behorende bij deze producten en diensten. Geen enkel onderdeel van dit document mag als extra garantie worden opgevat.
Over deze handleiding Deze handleiding bevat algemene informatie voor het upgraden van HP ProDesk Business-pc's. WAARSCHUWING! Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of levensgevaar. VOORZICHTIG: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van de apparatuur of verlies van gegevens. OPMERKING: De tekst na dit kopje biedt belangrijke aanvullende informatie.
iv Over deze handleiding NLWW
Inhoudsopgave 1 Voorzieningen van het product ..................................................................................................................... 1 Voorzieningen van de standaardconfiguratie ....................................................................................... 2 Tower (TWR) ....................................................................................................................... 2 Small Form Factor (SFF) ......................................................
5,25-inch schijfeenheid verwijderen ................................................................................... 33 Een 5,25-inch schijfeenheid installeren ............................................................................. 35 3,5-inch apparaat verwijderen ........................................................................................... 38 3,5-inch apparaat installeren .............................................................................................
Hangslot ........................................................................................................................... 100 Beveiligingsslot voor HP zakelijke personal computers ................................................... 100 Beveiliging van voorpaneel .............................................................................................. 104 Bijlage A Batterij vervangen ..............................................................................................................
viii NLWW
1 NLWW Voorzieningen van het product 1
Voorzieningen van de standaardconfiguratie De voorzieningen kunnen per model verschillen. Voer het diagnostische hulpprogramma (alleen meegeleverd bij bepaalde computermodellen) uit voor een compleet overzicht van de hardware en software die op de computer is geïnstalleerd. OPMERKING: Beide modellen kunnen rechtopstaand en liggend worden gebruikt.
Tower (TWR) onderdelen aan de voorkant De configuratie van de schijfeenheden kan per model verschillen. Op sommige modellen worden een of meer schijfposities afgedekt door een afdekplaatje. 1 5,25-inch half hoog stationscompartiment (achter paneel) 6 Lampje van de vaste schijf 2 USB 2.0-poorten (zwart) 7 Slank optisch station (optioneel) 3 USB 3.
Small Form Factor (SFF) onderdelen aan de voorkant De configuratie van de schijfeenheden kan per model verschillen. Op sommige modellen worden een of meer schijfposities afgedekt door een afdekplaatje. 1 Slank optisch station (optioneel) 5 Hoofdtelefoonconnector 2 USB 2.0-poorten (zwart) 6 Aan/uit-knop met twee standen 3 USB 3.
Tower (TWR) onderdelen op het achterpaneel 1 Netsnoerconnector 7 Uitgang voor audioapparaten met netvoeding (groen) 2 PS/2-toetsenbordconnector (paars) 8 PS/2-muisconnector (groen) 3 USB 2.0-poorten (zwart) 9 RJ-45-netwerkconnector 4 Connectoren voor DisplayPort Monitor 10 Seriële poort 5 Monitorconnector VGA 11 Audio-ingang (blauw) 6 USB 3.0-poorten (blauw) OPMERKING: Een optionele tweede seriële poort en een optionele parallelle poort zijn verkrijgbaar bij HP.
Small Form Factor (SFF) onderdelen op het achterpaneel 1 PS/2-muisconnector (groen) 7 PS/2-toetsenbordconnector (paars) 2 RJ-45-netwerkconnector 8 Connectoren voor DisplayPort Monitor 3 Seriële poort 9 Monitorconnector VGA 4 USB 2.0-poorten (zwart) 10 USB 3.0-poorten (blauw) 5 Audio-ingang (blauw) 11 Uitgang voor audioapparaten met netvoeding (groen) 6 Netsnoerconnector OPMERKING: Een optionele tweede seriële poort en een optionele parallelle poort zijn verkrijgbaar bij HP.
Onderdelen van de mediakaartlezer De mediakaartlezer is een optioneel apparaat dat alleen beschikbaar is bij bepaalde modellen. In de volgende illustratie en tabel wordt een overzicht gegeven van de onderdelen van de mediakaartlezer. NLWW Nr.
Toetsenbord 8 Onderdeel Onderdeel 1 Slaapstand 6 Volume dempen 2 Snel terugspoelen 7 Volume omlaag 3 Afspelen/Pauze 8 Volume hoger 4 Stoppen 9 Windows-logotoets 5 om snel vooruit te spoelen 10 Functie Hoofdstuk 1 Voorzieningen van het product NLWW
Windows-logotoets gebruiken U gebruikt de Windows-logotoets in combinatie met andere toetsen om bepaalde functies in Windows uit te voeren. Windows-logotoets + Windows 7 Windows 8 geen andere toets Het startmenu wordt weergeven Het startscherm wordt weergeven c Emoticons worden geopend d Hiermee toont u het bureaublad. Toont het bureaublad. e Hiermee opent u Deze computer. Windows Verkenner wordt geopend f Hiermee opent u Document zoeken.
10 Windows-logotoets + Windows 7 Windows 8 Ctrl + Tab Hiermee doorloopt u, met behulp van de pijltoetsen, de programma's op de taakbalk met Windows Flip 3-D (Windows Vista). Gebruik de pijltoetsen om door de geschiedenis van Metro-toepassingen te bladeren Spatiebalk Hiermee brengt u alle gadgets naar de voorgrond en selecteert u Windows Sidebar.
Plaats van het serienummer Elke computer heeft een uniek serienummer en een productidentificatienummer. Deze nummers vindt u op de buitenkant van de computer. Houd deze nummers bij de hand wanneer u contact opneemt met de klantenondersteuning.
2 Tower (TWR) hardware upgrades Voorzieningen voor onderhoud De computer beschikt over speciale voorzieningen die het uitvoeren van upgrades en onderhoud aan de computer vergemakkelijken. Voor de meeste installatieprocedures die in dit hoofdstuk worden beschreven, heeft u geen gereedschap nodig. Waarschuwingen Lees zorgvuldig alle instructies en waarschuwingen in deze handleiding voordat u een upgrade uitvoert.
VOORZICHTIG: Een ontlading van statische elektriciteit kan elektrische onderdelen of uitbreidingskaarten in de computer beschadigen. Zorg ervoor dat u niet statisch geladen bent. Raak een geaard metalen voorwerp aan voordat u deze handelingen uitvoert. Zie Elektrostatische ontlading op pagina 112 voor meer informatie. Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, wordt de systeemkaart altijd van stroom voorzien.
Het toegangspaneel van de computer verwijderen Als u toegang wilt krijgen tot de interne onderdelen, verwijdert u het toegangspaneel: 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4.
Het toegangspaneel van de computer terugplaatsen Schuif de rand aan de voorkant van het toegangspaneel onder de rand aan de voorkant van de behuizing (1) en druk de achterkant van het toegangspaneel tegen de computer aan totdat het vastklikt (2).
Het voorpaneel verwijderen 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals cd's of USB-flashdrives, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
Afdekplaatjes verwijderen Bij sommige modellen worden een of meer schijfposities bedekt door afdekplaatjes. Verwijder deze afdekplaatjes voordat u een schijfeenheid installeert. Ga als volgt te werk om een afdekplaatje te verwijderen: 1. Verwijder het toegangspaneel en het voorpaneel. 2.
● Als u een 3,5 inch afdekplaatje wilt verwijderen, drukt u de twee lipjes die het afdekplaatje op zijn plek houden naar buiten (1) en schuift u het afdekplaatje naar achteren en naar rechts om het te verwijderen (2). ● Om een afdekplaatje voor een slanke optischeschijfeenheid te verwijderen: duw de lipjes die het afdekplaatje op zijn plek houden naar binnen (1) en trek het afdekplaatje vervolgens naar buiten van het voorpaneel (2).
Het voorpaneel opnieuw bevestigen Steek de drie haken aan de onderkant van het paneel in de rechthoekige gaten op de behuizing (1) en draai de bovenkant van het paneel op de behuizing (2) totdat het vastklikt. Systeemkaart, aansluitingen In de volgende illustratie en tabel wordt een overzicht gegeven van de schijfeenheidconnectoren van de systeemkaart. NLWW Nr.
20 Nr.
Extra geheugen installeren De computer wordt geleverd met DDR3-SDRAM (Double Data Rate 3 Synchronous Dynamic Random Access Memory) DIMM's (Dual Inline Memory Modules). DIMM's De systeemkaart bevat geheugenmodulevoetjes voor maximaal vier industriestandaard DIMM's. In deze voetjes bevindt zich ten minste één vooraf geïnstalleerde DIMM. Voor een optimale geheugencapaciteit kunt u maximaal 32 GB geheugen op de systeemkaart installeren en configureren voor de snelle tweekanaalmodus.
DIMM-voetjes vullen De systeemkaart bevat vier DIMM-voetjes: twee voetjes per kanaal. De voetjes worden aangeduid met DIMM1, DIMM2, DIMM3 en DIMM4. De voetjes DIMM1 en DIMM2 werken in geheugenkanaal B. De voetjes DIMM3 en DIMM4 werken in geheugenkanaal A. Het systeem selecteert automatisch de enkelkanaalmodus, de tweekanaalmodus of de flexmodus, afhankelijk van de manier waarop de DIMM's zijn geplaatst.
DIMM's installeren VOORZICHTIG: Koppel het netsnoer los en wacht ongeveer 30 seconden om de spanning uit het systeem te laten wegvloeien, voordat u geheugenmodules toevoegt of verwijdert. Er staat altijd spanning op de geheugenmodules zolang de computer is aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld.
6. Open beide vergrendelingen van het geheugenvoetje (1) en plaats de geheugenmodule in het voetje (2). OPMERKING: Een geheugenmodule kan slechts in één stand worden geïnstalleerd. Zorg dat de uitsparing op de module aansluit op het lipje van het geheugenvoetje. Bevolk de zwarte DIMM-voetjes voor de witte DIMM-voetjes. Voorzie de voetjes op een dusdanige manier van geheugen dat de geheugencapaciteit zo evenredig mogelijk is verdeeld tussen kanaal A en kanaal B.
Een uitbreidingskaart installeren of verwijderen De computer heeft drie PCI Express x1-uitbreidingsslots en één PCI Express x16-uitbreidingsslot. OPMERKING: In de PCI Express x16-slots kunt u een PCI Express x1-, x8- of x16-uitbreidingskaart installeren. Voor configuraties met twee grafische kaarten, moet de eerste (primaire) kaart worden geïnstalleerd in de PCI Express x16 sleuf. Ga als volgt te werk om een uitbreidingskaart te verwijderen, vervangen of te plaatsen: 1.
8. Voordat u een uitbreidingskaart installeert, verwijdert u het afdekplaatje van het uitbreidingsslot of de geïnstalleerde uitbreidingskaart. OPMERKING: Voordat u een geïnstalleerde uitbreidingskaart verwijdert, ontkoppelt u alle kabels van de kaart. 26 a. Als u een uitbreidingskaart in een leeg slot plaatst, verwijdert u op de achterkant van het chassis het bijbehorende afdekplaatje van het uitbreidingsslot. Til het afdekplaatje uit het uitbreidingsslot. b.
c. 9. Als u een PCI Express x16-kaart verwijdert, beweegt u de borgbeugel aan de achterkant van het uitbreidingsslot van de kaart af en beweegt u vervolgens de kaart voorzichtig heen en weer totdat de kaart loskomt uit het slot. Houd de kaart recht wanneer u deze optilt. Pas op dat de kaart niet langs andere onderdelen schuurt. Berg de verwijderde kaart op in een antistatische verpakking. 10. Als u geen nieuwe uitbreidingskaart installeert, plaatst u het afdekplaatje om het open slot af te dekken.
11. Als u een nieuwe uitbreidingskaart wilt installeren, schuift u de beugel aan het uiteinde van de kaart omlaag in het slot aan de achterkant van het chassis en drukt u de kaart stevig vast in het voetje op de systeemkaart. OPMERKING: Druk de uitbreidingskaart stevig aan, zodat de connector over de gehele lengte goed in het uitbreidingsslot vastzit. 12. Sluit de borgbeugel voor uitbreidingskaarten en controleer of deze goed vastklikt. 13. Sluit indien nodig externe kabels aan op de geïnstalleerde kaart.
16. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel. 17. Configureer de computer opnieuw als dat nodig is.
Schijfposities 1 5,25-inch halfhoge vasteschijfpositie 2 Slank optische schijfcompartiment 3 Een 3,5-inch schijfcompartiment voor een optionele schijfeenheid (zoals een mediakaartlezer). 4 Primaire 3,5-inch interne vasteschijfpositie 5 Secundaire interne 3,5-inch vasteschijfpositie 6 Secundaire interne 2,5-inch vasteschijfpositie OPMERKING: De schijfeenheidconfiguratie van uw computer verschilt mogelijk van de weergegeven schijfeenheidconfiguratie.
Schijfeenheden installeren en verwijderen Houd rekening met de volgende richtlijnen als u extra schijven installeert: NLWW ● De primaire Seriële ATA (SATA) harde schijf moet worden aangesloten op de donkerblauwe primaire SATA-connector op het systeembord met de aanduiding SATA0. ● Sluit secundaire vaste schijven en optische schijven aan op een lichtblauwe SATA-connector op de systeemkaart (aangeduid met SATA1, SATA2 en SATA3). ● Sluit de USB 3.0-kabel voor een mediakaartlezer aan met een USB 3.
Nr. Geleideschroef Apparaat 1 Zilverkleurige standaard 6-32 geleideschroeven USB 3.
5,25-inch schijfeenheid verwijderen OPMERKING: HP lecvert geen 5,25-inch optischeschijfeenheid voor dit computermodel. Een 5,25inch optischeschijfeenheid kan door de gebruiker of een andere leverancier zijn geplaatst. VOORZICHTIG: Haal alle verwisselbare opslagmedia uit een schijfeenheid voordat u deze uit de computer verwijdert. 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2.
7. 34 Druk het groene mechanisme van de DriveLock omlaag (1) en schuif de schijfeenheid uit de schijfruimte (2).
Een 5,25-inch schijfeenheid installeren OPMERKING: HP lecvert geen 5,25-inch optischeschijfeenheid voor dit computermodel. Een 5,25inch optischeschijfeenheid is verkrijgbaar via een externe leverancier. 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4.
8. Schuif de schijfeenheid in de schijfpositie totdat de eenheid vastklikt. Zorg ervoor dat de geleideschroeven aansluiten op de sleuven. 9. Sluit de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterzijde van de optischeschijfeenheid. 10. Sluit het andere einde van de gegevenskabel aan op een van de de lichtblauwe SATAconnectoren op de systeemkaart. OPMERKING: Raadpleeg Systeemkaart, aansluitingen op pagina 19 voor een illustratie van de schijfeenheidconnectoren van de systeemkaart. 11.
13. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en zet vervolgens de computer aan. 14. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel.
3,5-inch apparaat verwijderen VOORZICHTIG: Haal alle verwisselbare opslagmedia uit een schijfeenheid voordat u deze uit de computer verwijdert. 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4.
7. NLWW Druk de ontgrendelhendel op de achterkant van de schijfeenheid weg van de schijfeenheid (1) en schuif hem uit de schijfruimte (2).
3,5-inch apparaat installeren 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
8. Schuif de schijfeenheid in de schijfpositie totdat de eenheid vastklikt. Zorg ervoor dat de geleideschroeven aansluiten op de sleuven. 9. Als u een USB 3.0-mediakaartlezer installeert, moet u de USB 3.0 naar USB 2.0-adapter gebruiken en de adapterkabel van de mediakaartlezer aansluiten op de USB 2.0-connector op de systeemkaart met de aanduiding MEDIA. OPMERKING: Raadpleeg Systeemkaart, aansluitingen op pagina 68 voor een illustratie van de schijfeenheidconnectoren van de systeemkaart. 10.
Ga als volgt te werk om een slanke optischeschijfeenheid te verwijderen: VOORZICHTIG: Haal alle verwisselbare opslagmedia uit een schijfeenheid voordat u deze uit de computer verwijdert. 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4.
7. NLWW Druk de groene schijfvergrendelingsbeugel rechtsachter op de schijfeenheid in de richting van het midden van de schijfeenheid (1) en schuif de schijfeenheid naar voren de schijfpositie uit (2).
een slanke optischeschijfeenheid installeren 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
8. Duw de optische schijfeenheid helemaal naar binnen door het voorpaneel totdat de eenheid vastklikt. 9. Sluit de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterzijde van de optischeschijfeenheid. 10. Sluit het andere einde van de gegevenskabel aan op een van de de lichtblauwe SATAconnectoren op de systeemkaart. OPMERKING: Raadpleeg Systeemkaart, aansluitingen op pagina 19 voor een illustratie van de schijfeenheidconnectoren van de systeemkaart. 11. Plaats het voorpaneel terug.
13. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en zet vervolgens de computer aan. 14. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel.
3.5-inch of 2,5 inch schijfeenheid verwijderen OPMERKING: Zorg ervoor dat u van tevoren een back-up maakt van de gegevens op de oude vaste schijf, zodat u deze gegevens later op de nieuwe vaste schijf kunt terugplaatsen. 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals cd's of USB-flashdrives, uit de computer. 3.
48 7. Verwijder de schijfeenheid door het ontgrendelingslipje weg te trekken van de schijfeenheid (1) en de schijfeenheid uit de schijfpositie te halen. 8. Verwijder de vier geleideschroeven (twee aan elke kant) van de oude schijfeenheid. U heeft deze schroeven nodig om de nieuwe schijfeenheid te installeren.
Een 3.5-inch of 2,5 inch schijfeenheid installeren 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
● Als u een 2,5 inch vaste schijf installeert, plaatst u vier zwart en blauwe M3 isolerende montagegeleideschroeven (twee aan elke kant van de schijf). ● U kunt tevens een 2,5-inch harde schijf installeren in een 3,5-inch vaste schijfruimte met een adapterbeugel zoals hieronder is afgebeeld. ◦ 50 Schuif het station in de adapterbeugel voor de schijfruimte en zorg er voor dat de connector op het station volledig in de connector op de adapterbeugel is geschoven.
NLWW ◦ Zet het station vast in de adapterbeugel voor de schijfruimte door vier zwarte M3adapterbeugelbouten door de zijkanten van de beugel in het station te draaien. ◦ Plaats vier 6-32 zilver en blauwe isolerende montagegeleiderbouten in de adapterbeugel (twee aan weerszijden van de beugel).
7. 52 Schuif de schijfeenheid in de schijfpositie en lijn de geleideschroeven uit met de geleideslots, totdat de schijfeenheid vastklikt.
8. Sluit de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterzijde van de vaste schijf. OPMERKING: De voedingskabel voor de vaste schijven is een driekoppige kabel die loopt van de systeemkaart naar de achterzijde van de hardeschijfposities. 9. Als u een nieuwe schijfeenheid installeert, sluit u het andere uiteinde van de gegevenskabel aan op de juiste connector op de systeemkaart.
Een veiligheidsslot installeren De beveiligingssloten hieronder en op de volgende pagina kunnen worden gebruikt om de computer te beveiligen.
Hangslot Beveiligingsslot voor HP zakelijke personal computers 1. NLWW Bevestig de beveiligingskabel met een lus rond een stationair object.
56 2. Steek het kabelslot in het bevestigingspunt voor het kabelslot achterop de monitor en bevestig het slot aan de monitor door de sleutel in het sleutelgat op de achterkant van het slot te steken en de sleutel 90 graden te draaien. 3. Schuif de beveiligingskabel door het gat in het kabelslot achterop de monitor.
NLWW 4. Bevestig andere randapparatuur met de beugel in de kit door de apparaatkabel langs het midden van de beugel te leggen (1) en de veiligheidskabel door een van de twee gaten van de beugel te steken (2). Gebruik het gat van de beugel waarmee de kabel van de randapparatuur het stevigst bevestigd kan worden. 5. Voer de kabels van het toetsenbord en de muis door het slot.
58 6. Bevestig het slot met de meegeleverde schroef aan het chassis. 7. Plaats het uiteinde van de beveiligingskabel in het slot (1) en druk de knop in (2) om het slot te vergrendelen. Gebruik de meegeleverde sleutel om het slot te ontgrendelen.
8. Hierna zijn alle apparaten van uw werkstation bevestigd. Beveiliging van voorpaneel Het voorpaneel kan worden vergrendeld door een door HP geleverde beveiligingsschroef te installeren. Ga als volgt te werk om de beveiligingsschroef te installeren: 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals cd's of USB-flashdrives, uit de computer. 3.
6. Verwijder de beveiligingsschroef van de zijkant van de vasteschijfruimte net achter het voorpaneel. 7. Installeer de beveiligingsschroef door het middelste ontgrendelingslipje van het voorpaneel om het voorpaneel op zijn plek te houden. 8. Plaats het toegangspaneel van de computer terug. 9. Sluit het netsnoer weer aan en zet de computer aan. 10. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel.
3 Hardware-upgrades voor Small Form Factor (SFF) Voorzieningen voor onderhoud De computer beschikt over speciale voorzieningen die het uitvoeren van upgrades en onderhoud aan de computer vergemakkelijken. Voor de meeste installatieprocedures die in dit hoofdstuk worden beschreven, heeft u geen gereedschap nodig. Waarschuwingen Lees zorgvuldig alle instructies en waarschuwingen in deze handleiding voordat u een upgrade uitvoert.
VOORZICHTIG: Een ontlading van statische elektriciteit kan elektrische onderdelen of uitbreidingskaarten in de computer beschadigen. Zorg ervoor dat u niet statisch geladen bent. Raak een geaard metalen voorwerp aan voordat u deze handelingen uitvoert. Zie Elektrostatische ontlading op pagina 112 voor meer informatie. Wanneer de computer is aangesloten op een stopcontact, wordt de systeemkaart altijd van stroom voorzien.
Het toegangspaneel van de computer verwijderen Als u toegang wilt krijgen tot de interne onderdelen, verwijdert u het toegangspaneel: 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4.
Het toegangspaneel van de computer terugplaatsen Schuif de rand aan de voorkant van het toegangspaneel onder de rand aan de voorkant van de behuizing (1) en druk de achterkant van het toegangspaneel tegen de computer aan totdat het vastklikt (2).
Het voorpaneel verwijderen 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Neem de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
Afdekplaatjes verwijderen Bij sommige modellen worden de 3.5-inch en slanke optischeschijfeenheid-schijfposities bedekt door afdekplaatjes. Verwijder deze afdekplaatjes voordat u een schijf installeert. Ga als volgt te werk om een afdekplaatje te verwijderen: 1. Verwijder het toegangspaneel en het voorpaneel. 2. Om een 3,5 inch afdekplaatje te verwijderen, drukt u de vijf lipjes naar binnen (1) en trekt u het plaatje van het voorpaneel (2).
Het voorpaneel opnieuw bevestigen Steek de vier haken aan de onderkant van het paneel in de rechthoekige gaten op de behuizing (1) en draai de bovenkant van het paneel op de behuizing (2) totdat het vastklikt.
Van bureau- naar tower-configuratie overgaan De Small Form Factor computer kan worden gebruikt in staande positie met een optionele torenstandaard die kan worden aangeschaft bij HP. 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals cd's of USB-flashdrives, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4.
NLWW Nr.
70 Nr. Connector voor systeemkaart Label op systeemkaart Kleur Onderdeel 19 SATA 3.0 SATA2 Lichtblauw Elk SATA-apparaat behalve de primaire vaste schijf 20 USB 2,0 MEDIA zwart USB 2.
Extra geheugen installeren De computer wordt geleverd met DDR3-SDRAM (Double Data Rate 3 Synchronous Dynamic Random Access Memory) DIMM's (Dual Inline Memory Modules). DIMM’s De systeemkaart bevat geheugenmodulevoetjes voor maximaal vier industriestandaard DIMM's. In deze voetjes bevindt zich ten minste één vooraf geïnstalleerde DIMM. Voor een optimale geheugencapaciteit kunt u maximaal 32 GB geheugen op de systeemkaart installeren en configureren voor de snelle tweekanaalmodus.
DIMM-voetjes vullen De systeemkaart bevat vier DIMM-voetjes: twee voetjes per kanaal. De voetjes worden aangeduid met DIMM1, DIMM2, DIMM3 en DIMM4. De voetjes DIMM1 en DIMM2 werken in geheugenkanaal B. De voetjes DIMM3 en DIMM4 werken in geheugenkanaal A. Het systeem werkt automatisch in de eenkanaalmodus, tweekanaalmodus of de flexmodus, afhankelijk van de wijze waarop de DIMM's zijn geïnstalleerd.
DIMM's installeren VOORZICHTIG: Koppel het netsnoer los en wacht ongeveer 30 seconden om de spanning uit het systeem te laten wegvloeien, voordat u geheugenmodules toevoegt of verwijdert. Er staat altijd spanning op de geheugenmodules zolang de computer is aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld.
7. Open beide vergrendelingen van het geheugenvoetje (1) en plaats de geheugenmodule in het voetje (2). OPMERKING: een geheugenmodule kan slechts in één stand worden geïnstalleerd. Zorg dat de uitsparing op de module aansluit op het lipje van het geheugenvoetje. Bevolk de zwarte DIMM-voetjes voor de witte DIMM-voetjes. Voorzie de voetjes op een dusdanige manier van geheugen dat de geheugencapaciteit zo evenredig mogelijk is verdeeld tussen kanaal A en kanaal B.
Een uitbreidingskaart installeren of verwijderen De computer heeft drie PCI Express x1-uitbreidingsslots en één PCI Express x16-uitbreidingsslot. OPMERKING: De PCI Express-uitbreidingssleuven ondersteunen alleen uitbreidingskaarten met een laag profiel. In het PCI Express x16-slot kunt u een PCI Express x1-, x4-, x8- of x16-uitbreidingskaart installeren. Voor configuraties met twee grafische kaarten, moet de eerste (primaire) kaart worden geïnstalleerd in de PCI Express x16 sleuf.
9. Voordat u een uitbreidingskaart installeert, verwijdert u het afdekplaatje van het uitbreidingsslot of de geïnstalleerde uitbreidingskaart. OPMERKING: Voordat u een geïnstalleerde uitbreidingskaart verwijdert, ontkoppelt u alle kabels van de kaart. 76 a. Als u een uitbreidingskaart in een leeg slot plaatst, verwijdert u op de achterkant van het chassis het bijbehorende afdekplaatje van het uitbreidingsslot. Trek het afdekplaatje recht omhoog en vervolgens van de binnenkant van het chassis af. b.
c. Als u een PCI Express x16-kaart verwijdert, beweegt u de borgbeugel aan de achterkant van het uitbreidingsslot van de kaart af en beweegt u vervolgens de kaart voorzichtig heen en weer totdat de kaart loskomt uit het slot. Trek de uitbreidingskaart recht omhoog uit het voetje en beweeg de kaart vervolgens van de binnenkant van het chassis af om de kaart los te maken van het chassis. Zorg dat u met de kaart geen andere onderdelen beschadigt. 10.
12. Als u een nieuwe uitbreidingskaart installeert, houdt u de kaart vlak boven het uitbreidingsvoetje op de systeemkaart. Vervolgens beweegt u de uitbreidingskaart in de richting van de achterkant van het chassis (1), zodat de onderkant van de uitbreidingskaart zich recht voor het open slot bevindt aan de achterkant van het chassis. Druk nu de uitbreidingskaart recht naar beneden in het voetje op de systeemkaart (2).
18. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel. 19. Configureer de computer opnieuw als dat nodig is.
Schijfeenheden installeren en verwijderen Houd rekening met de volgende richtlijnen als u schijfeenheden installeert: ● De primaire Seriële ATA (SATA) harde schijf moet worden aangesloten op de donkerblauwe primaire SATA-connector op het systeembord met de aanduiding SATA0. ● Sluit secundaire vaste schijven en optische schijven aan op een van de lichtblauwe SATAconnectoren op de systeemkaart (aangeduid met SATA1, SATA2 en SATA3). ● Sluit de USB 3.0-kabel voor een mediakaartlezer aan met een USB 3.
VOORZICHTIG: Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om gegevensverlies en schade aan de computer of de schijfeenheid te voorkomen: Wanneer u een schijfeenheid wilt plaatsen of verwijderen, sluit u het besturingssysteem op de juiste manier af, schakelt u de computer uit en haalt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. Verwijder nooit een schijfeenheid terwijl de computer aan staat of de standbystand is geactiveerd.
3,5-inch apparaat verwijderen VOORZICHTIG: Haal alle verwisselbare opslagmedia uit een schijfeenheid voordat u deze uit de computer verwijdert. 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4.
NLWW 8. Ontkoppel de schijfeenheidkabels aan de achterkant van de schijfeenheid, of, als u een mediakaartlezer verwijdert, ontkoppel de USB-kabel van de systeemkaart zoals aangegeven in de volgende afbeeldingen. 9. Druk de ontgrendelhendel achterop de schijfeenheid (1) naar binnen en schuif de schijfeenheid naar buiten door de achterkant van de schijfruimte (2).
3,5-inch apparaat installeren 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
9. Kantel de schijfhouder recht omhoog. 10. Schuif de schijfeenheid in de schijfpositie totdat de eenheid vastklikt. Zorg ervoor dat de geleideschroeven aansluiten op de sleuven.
11. Als u een USB 3.0-mediakaartlezer installeert, moet u de USB 3.0 naar USB 2.0-adapter gebruiken en de adapterkabel van de mediakaartlezer aansluiten op de USB 2.0-connector op de systeemkaart met de aanduiding MEDIA. OPMERKING: Raadpleeg Systeemkaart, aansluitingen op pagina 68 voor een illustratie van de schijfeenheidconnectoren van de systeemkaart. 12. Kantel de schijfhouder terug in de normale stand.
16. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en zet vervolgens de computer aan. 17. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel.
Ga als volgt te werk om een slanke optischeschijfeenheid te verwijderen: VOORZICHTIG: Haal alle verwisselbare opslagmedia uit een schijfeenheid voordat u deze uit de computer verwijdert. 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4.
Een slanke optischeschijfeenheid installeren 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
9. Schuif de optischeschijfeenheid door het voorpaneel helemaal in de schijfpositie totdat de schijfeenheid vastklikt (1), en sluit vervolgens de voedingskabel (2) en de gegevenskabel (3) aan op de achterkant van de schijfeenheid. 10. Sluit het andere einde van de gegevenskabel aan op de lichtblauwe SATA-connector op de systeemkaart. OPMERKING: Raadpleeg Systeemkaart, aansluitingen op pagina 68 voor een illustratie van de schijfeenheidconnectoren van de systeemkaart. 11.
Interne vaste schijf van 3,5 inch verwijderen en vervangen OPMERKING: Zorg ervoor dat u van tevoren een back-up maakt van de gegevens op de oude vaste schijf, zodat u deze gegevens later op de nieuwe vaste schijf kunt terugplaatsen. 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3.
92 8. Trek de ontgrendelhendel naast de achterkant van de vaste schijf naar buiten (1). Terwijl u de ontgrendelhendel naar buiten trekt, schuift u de schijfeenheid terug tot deze niet meer verder kan en tilt u de eenheid uit de schijfpositie (2). 9. Als u een vaste schijf installeert, verwijdert u de zilverkleurige en blauwe 6-32 geleideschroeven met isolatie van de oude vaste schijf en gebruikt u deze voor de nieuwe vaste schijf.
10. Lijn de geleideschroeven uit met de sleuven op de schijfhouder in het chassis, druk de vaste schijf omlaag in de schijfpositie en schuif deze zo ver mogelijk naar voren tot hij vastklikt. 11. Sluit de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterzijde van de vaste schijf. OPMERKING: De gegevenskabel moet worden aangesloten op de donkerblauwe connector op de systeemkaart met de aanduiding SATA0. Hierdoor bent u verzekerd van optimale prestaties. 12.
Interne vaste schijf van 2,5 inch verwijderen 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Neem de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
NLWW 8. Ontkoppel de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan de achterzijde van de vaste schijf. 9. Trek de ontgrendelhendel naast de achterkant van de schijfeenheid naar buiten (1) en schuif de schijfeenheid terug tot hij niet verder kan en trek hem omlaag en uit de schijfruimte (2).
Interne vaste schijf van 2,5 inch installeren 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
NLWW 8. Kantel de schijfhouder recht omhoog. 9. Lijn de geleideschroeven uit op de schijfeenheid met de J-slots op de zijkanten van de schijfpositie. Druk de schijfeenheid omhoog in de schijfruimte en schuif hem naar voren tot hij op zijn plaats klikt.
10. Sluit de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterzijde van de vaste schijf. OPMERKING: Als de 2,5-inch vaste schijf de primaire schijfeenheid is, de gegevenskabel aansluiten op de donkerblauwe SATA-connector gemarkeerd SATA0 op de systeemkaart. Als het een secundaire schijfeenheid is, de gegevenskabel aansluiten op een lichtblauwe SATAconnector op de systeemkaart. 11. Kantel de schijfhouder terug in de normale stand.
14. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en zet vervolgens de computer aan. 15. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel. Een veiligheidsslot installeren De beveiligingsapparaten hieronder en op de volgende pagina's kunnen worden gebruikt om de computer te beveiligen.
Hangslot Beveiligingsslot voor HP zakelijke personal computers 1. Bevestig de beveiligingskabel met een lus rond een stationair object.
NLWW 2. Steek het kabelslot in het bevestigingspunt voor het kabelslot achterop de monitor en bevestig het slot aan de monitor door de sleutel in het sleutelgat op de achterkant van het slot te steken en de sleutel 90 graden te draaien. 3. Schuif de beveiligingskabel door het gat in het kabelslot achterop de monitor.
4. Bevestig andere randapparatuur met de beugel in de kit door de apparaatkabel langs het midden van de beugel te leggen (1) en de veiligheidskabel door een van de twee gaten van de beugel te steken (2). Gebruik het gat van de beugel waarmee de kabel van de randapparatuur het stevigst bevestigd kan worden. 5. Voer de kabels van het toetsenbord en de muis door het slot.
NLWW 6. Bevestig het slot met de meegeleverde schroef aan het chassis. 7. Plaats het uiteinde van de beveiligingskabel in het slot (1) en druk de knop in (2) om het slot te vergrendelen. Gebruik de meegeleverde sleutel om het slot te ontgrendelen.
8. Hierna zijn alle apparaten van uw werkstation bevestigd. Beveiliging van voorpaneel Het voorpaneel kan worden vergrendeld door een door HP geleverde beveiligingsschroef te installeren. Ga als volgt te werk om de beveiligingsschroef te installeren: 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3.
7. Verwijder een van de vijf zilveren 6-32 standaardschroeven die zich bovenop de schijfkooi bevinden. 8. Installeer de beveiligingsschroef door het middelste ontgrendelingslipje van het voorpaneel om het voorpaneel op zijn plek te houden. 9. Plaats het toegangspaneel terug. 10. Monteer de eventuele standaard. 11. Sluit het netsnoer weer aan en zet de computer aan. 12. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel.
A Batterij vervangen De met de computer meegeleverde batterij voorziet de real-timeklok van elektriciteit. Gebruik bij vervanging een batterij die gelijkwaardig is aan de oorspronkelijke batterij. De computer wordt geleverd met een 3-volt lithium-knoopcelbatterij. WAARSCHUWING! De computer bevat een lithium-mangaandioxidebatterij. Als u niet op de juiste manier omgaat met de batterij, kan er brand ontstaan en kunt u brandwonden oplopen.
4. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten. VOORZICHTIG: Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de computer te voorkomen. 5. Verwijder het toegangspaneel van de computer. 6. Bepaal de plaats van de batterij en de batterijhouder op de systeemkaart.
b. Schuif één kant van de nieuwe batterij onder het palletje van de houder, met de pluspool naar boven. Duw de andere kant van de batterij omlaag totdat de klem vastklikt (2). Type 3 a. Trek de batterijklem naar achteren (1) en verwijder de batterij (2). b. Plaats de nieuwe batterij en breng de klem weer in de oorspronkelijke stand. OPMERKING: Voer na vervanging van de batterij de volgende stappen uit om de procedure te voltooien. 8. Plaats het toegangspaneel terug. 9.
B Smart Cover Lock ontgrendelen OPMERKING: Smart Cover Lock (Intelligente computerkapvergrendeling) is een optionele voorziening op bepaalde modellen. Smart Cover Lock is een softwarematige kapbeveiliging, beschermd met het instelwachtwoord. Hiermee wordt voorkomen dat onbevoegden toegang krijgen tot de interne onderdelen. Bij levering van de computer is Smart Cover Lock niet vergrendeld.
De Smart Cover FailSafe Key gebruiken om de Smart Cover Lock te verwijderen Ga als volgt te werk om het toegangspaneel te openen terwijl Smart Cover Lock actief is: 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals cd's of USB-flashdrives, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4.
● 6. De Smart Cover-vergrendelschroef van de Small Form Factor verwijderen U kunt nu het toegangspaneel verwijderen. Zet de Smart Cover Lock weer vast met de speciale schroeven.
C Elektrostatische ontlading Een ontlading van statische elektriciteit via vingers of andere geleiders kan leiden tot beschadiging van de systeemkaart, uitbreidingskaarten of andere onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit. Dit soort schade kan de levensduur van het apparaat bekorten.
D Richtlijnen voor gebruik, regelmatig onderhoud en voorbereiding voor transport Richtlijnen voor gebruik en regelmatig onderhoud Volg deze richtlijnen om de computer en de monitor op de juiste manier te installeren en te onderhouden: NLWW ● Plaats de computer niet in zeer vochtige ruimtes en stel de computer niet bloot aan direct zonlicht of zeer hoge of lage temperaturen. ● Plaats de computer op een stevig, vlak oppervlak.
● Installeer of gebruik de functies voor energiebeheer van het besturingssysteem of andere software, inclusief de voorzieningen voor slaap- en standbystanden. ● Schakel de computer uit voordat u de hierna genoemde onderhoudswerkzaamheden uitvoert. ◦ De buitenkant van de computer afnemen met een zachte, vochtige doek. Schoonmaakmiddelen kunnen de afwerking doen verkleuren of beschadigen. ◦ Af en toe alle ventilatieopeningen van de computer reinigen.
Voorbereidingen voor optischeschijfeenheid Neem de volgende richtlijnen in acht wanneer u een optischeschijfeenheid gebruikt of reinigt. Gebruik ● Verplaats de schijfeenheid niet terwijl deze in gebruik is. Dit kan namelijk leiden tot een storing tijdens het lezen. ● Stel de schijfeenheid niet bloot aan plotselinge temperatuurverschillen, aangezien hierdoor condensatie kan optreden.
Index A achterpaneel, onderdelen SFF 6 TWR 5 B Batterij vervangen 106 beveiliging SFF-hangslot 100 SFF HP Business pc veiligheidsslot 100 SFF kabelslot 99 SFF voorpaneel 104 TWR hangslot 55 TWR HP Business pc veiligheidsslot 55 TWR kabelslot 54 TWR voorpaneel 59 Beveiliging Smart Cover Lock 109 D DIMM's.
stations SFF installeren 80 SFF-kabelverbindingen 80 SFF locaties 79 TWR installeren 31 TWR-kabelverbindingen 31 TWR locaties 30 systeemkaart, aansluitingen SFF 68 TWR 19 T toegangspaneel SFF vervanging 64 SFF verwijderen 63 TWR vervanging 15 TWR verwijderen 14 Toegangspaneel vergrendelen en ontgrendelen 109 toetsenbord Windows-logotoets 9 Toetsenbord onderdelen 8 tower-conversie SFF 68 transport voorbereiden 115 U uitbreidingskaart SFF installeren 75 SFF verwijderen 75 TWR installeren 25 TWR verwijderen 25