User guide
Afbeelding B-5 Achteraanzicht van de printer
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort.
De telefoonkabel moet mogelijk aan de land- of regiospecieke adapter worden bevestigd.
Instellen van de printer met voicemail
1. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op de wand en
het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
OPMERKING: De telefoonkabel moet mogelijk aan de land- of regiospecieke adapter worden
bevestigd.
2. Schakel de instelling Automatisch antwoorden uit.
3. Voer een faxtest uit.
U moet zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te accepteren, anders kan de printer geen
faxen ontvangen. U moet de handmatige fax starten voordat de voicemail opneemt.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact op met uw
lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Situatie G: Gedeelde faxlijn met computermodem (er komen geen
gespreksoproepen binnen)
Als u een faxlijn gebruikt waarop geen gespreksoproepen binnenkomen, maar waarop wel een
computermodem is aangesloten, stelt u de printer in zoals in dit gedeelte is beschreven.
OPMERKING: Indien u een inbelmodem hebt op uw computer, deelt deze de telefoonlijn met de printer. U
kunt niet tegelijkertijd uw modem en de printer gebruiken. U kunt bijvoorbeeld niet de printer gebruiken om te
faxen terwijl u de computermodem gebruikt om een e-mailbericht te verzenden of te surfen op internet.
●
De printer installeren met een computermodem voor inbellen
●
De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem
De printer installeren met een computermodem voor inbellen
Als u op dezelfde telefoonlijn faxt en een computermodem voor inbellen hebt, volg dan deze aanwijzingen om
de printer te installeren.
160 Bijlage B Bijkomende faxinstallatie NLWW










