User Manual - Linux
Omgaan met een lage acculading
In dit gedeelte worden de waarschuwingen en systeemreacties beschreven die standaard zijn
ingesteld. Sommige waarschuwingen voor een lage acculading en de manier waarop het systeem
daarop reageert, kunt u wijzigen in het onderdeel Energiebeheer van het Controlecentrum.
Voorkeuren die u hier instelt, zijn niet van invloed op de werking van de lampjes.
Lage acculading herkennen
Als een accu die de enige voedingsbron van de computer is, een laag of kritiek laag niveau bereikt,
gebeurt het volgende:
●
Als de slaapstand is ingeschakeld en de computer aan staat of in de pauzestand staat, wordt de
slaapstand geactiveerd.
● Als de slaapstand is uitgeschakeld en de computer aan staat of in de pauzestand staat, blijft de
computer nog even in de pauzestand staan. Vervolgens wordt de computer uitgeschakeld,
waarbij niet-opgeslagen werk verloren gaat.
Problemen met lage acculading verhelpen
Lage acculading verhelpen wanneer een externe voedingsbron beschikbaar is
▲ Sluit de computer middels een van de volgende apparaten aan op een externe netvoedingsbron:
●
netvoedingsadapter;
●
optioneel docking- of uitbreidingsapparaat;
● optionele netvoedingsadapter die als accessoire bij HP is aangeschaft.
Lage acculading verhelpen wanneer een opgeladen accu beschikbaar is
1. Schakel de computer uit of activeer de slaapstand.
2. Vervang de lege accu door een opgeladen accu.
3. Schakel de computer in.
Lage acculading verhelpen wanneer geen voedingsbron beschikbaar is
●
Activeer de slaapstand.
●
Sla uw werk op en sluit de computer af.
Lage acculading verhelpen wanneer de slaapstand niet kan worden beëindigd
Ga als volgt te werk als de computer niet voldoende acculading heeft om de slaapstand te
beëindigen:
1. Vervang de lege accu door een opgeladen accu of sluit de netvoedingsadapter aan op de
computer en op een externe voedingsbron.
2. Beëindig de slaapstand door kort op de aan/uit-knop te drukken.
Accuvoeding besparen
●
Schakel draadloze verbindingen en LAN-verbindingen uit en sluit modemprogramma's af
wanneer u deze niet gebruikt.
●
Ontkoppel ongebruikte externe apparatuur die niet is aangesloten op een externe voedingsbron.
36 Hoofdstuk 6 Energiebeheer










