User Manual - Linux

8 Externe kaarten en apparaten
Geheugenkaarten gebruiken
Met optionele geheugenkaarten kunt u gegevens veilig opslaan en gemakkelijk uitwisselen. Deze
kaarten worden vaak gebruikt om gegevens uit te wisselen tussen computers onderling of tussen een
computer en een camera of PDA.
Zie
Vertrouwd raken met de computer op pagina 4 voor meer informatie over de types
geheugenkaarten die worden ondersteund op de computer.
Een geheugenkaart plaatsen
VOORZICHTIG: Oefen zo min mogelijk kracht uit bij het plaatsen van een geheugenkaart, om
beschadiging van de connectoren van de geheugenkaart te voorkomen.
1. Houd de geheugenkaart met het label naar boven, terwijl de connectoren naar de computer zijn
gericht.
2. Plaats de kaart in de geheugenkaartlezer en druk de kaart aan totdat deze goed op zijn plaats
zit.
Een geheugenkaart verwijderen
VOORZICHTIG: Gebruik de volgende procedure voor het veilig verwijderen van de geheugenkaart,
om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt.
Sla uw gegevens op en sluit alle toepassingen af die gebruikmaken van de geheugenkaart.
Ga als volgt te werk om een geheugenkaart te verwijderen:
1. Open Bestandsbeheer door Computer > Nautilus te selecteren.
2. Klik op het pictogram Eject (Uitwerpen) naast de naam van de geheugenkaart in de lijst Places
(Plaatsen) in het linkerdeelvenster van File Browser.
OPMERKING: er verschijnt een bericht dat het hardware-apparaat veilig kan worden
verwijderd.
44 Hoofdstuk 8 Externe kaarten en apparaten