Computerinstellingen Zakelijke personal computers
© Copyright 2007 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze publicatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Microsoft, Windows en Windows Vista zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in Verenigde Staten en/of andere landen. De enige garanties die gelden voor HP producten en diensten zijn de garanties die worden beschreven in de garantievoorwaarden behorende bij deze producten en diensten.
Over deze handleiding Deze handleiding bevat instructies voor het gebruik van Computer Setup (Computerinstellingen). U gebruikt dit hulpprogramma om standaardinstellingen voor de computer opnieuw te configureren en te wijzigen nadat u nieuwe hardware heeft geïnstalleerd of om onderhoud uit te voeren. WAARSCHUWING! Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of levensgevaar.
iv Over deze handleiding NLWW
Inhoudsopgave Computer Setup Mogelijkheden van Computer Setup .................................................................................................... 1 Werken met Computer Setup .............................................................................................. 2 Computer Setup: File (Bestand) .......................................................................................... 3 Computer Setup: Storage (Opslag) ..................................................................
vi NLWW
Computer Setup Mogelijkheden van Computer Setup Met het hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen) kunt u het volgende doen: NLWW ● De fabrieksinstellingen wijzigen. ● De systeemdatum en -tijd instellen. ● De systeemconfiguratie instellen, weergeven, wijzigen of controleren. U kunt onder andere instellingen wijzigen voor processor, beeldscherm, geheugen, audio, opslag, communicatie en invoerapparatuur.
● Schrijftoegang tot oudere typen diskettedrives in- en uitschakelen (indien dit door de hardware wordt ondersteund). ● Fouten in de systeemconfiguratie oplossen die wel zijn gedetecteerd, maar niet automatisch zijn verholpen tijdens POST. ● De instellingen van het door u gebruikte systeem gebruiken op andere computers door de gegevens over de systeemconfiguratie op een diskette op te slaan en naar een of meer computers over te zetten.
Tabel 1 Computer Setup (vervolg) Security (Beveiliging) Tabel 4 Computer Setup: Security (Beveiliging) op pagina 6 Power (Voeding) Tabel 5 Computer Setup: Power (Voeding) op pagina 9 Advanced (Geavanceerd) Tabel 6 Computer Setup: Advanced (Geavanceerd) (voor ervaren gebruikers) op pagina 10 Computer Setup: File (Bestand) OPMERKING: Welke opties van Computer Setup precies worden ondersteund, is mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie.
Tabel 2 Computer Setup: File (Bestand) (vervolg) Apply Defaults and Exit (Standaardwaarden toepassen en afsluiten) Hiermee past u de geselecteerde standaardinstellingen toe en wist u eventueel ingestelde wachtwoorden. Ignore Changes and Exit (Wijzigingen negeren en afsluiten) Hiermee sluit u Computer Setup af zonder wijzigingen toe te passen of op te slaan.
Tabel 3 Computer Setup: Storage (Opslag) (vervolg) waarden zijn Automatic (Automatisch), Bit-Shift (Bitverschuiving), LBA Assisted (LBA-geassisteerd), User (Gebruiker) en None (Geen). VOORZICHTIG: In de meeste gevallen is het niet nodig om de conversiestand die automatisch door het BIOS wordt geselecteerd, te wijzigen.
Tabel 3 Computer Setup: Storage (Opslag) (vervolg) DPS Self-Test (Zelftest DPS) Hiermee kunt u zelftests uitvoeren op een ATA-vaste schijf die de DPS-zelftests (Drive Protection System) kan uitvoeren. OPMERKING: Deze optie verschijnt alleen als ten minste één schijfeenheid is aangesloten op het systeem die DPS-zelftests uit kan voeren.
Tabel 4 Computer Setup: Security (Beveiliging) (vervolg) Setup kunnen worden bekeken, maar niet worden gewijzigd, zonder dat een instelwachtwoord hoeft te worden opgegeven). Raadpleeg de handleiding Overzicht desktopbeheer voor meer informatie. Smart Cover (intelligente vergrendeling, op bepaalde modellen) Hiermee kunt u het volgende doen: ● Cover Lock (kapvergrendeling) vergrendelen en ontgrendelen.
Tabel 4 Computer Setup: Security (Beveiliging) (vervolg) OS Security (Beveiliging besturingssysteem) (bepaalde modellen; deze opties zijn afhankelijk van de hardware) Data Execution Prevention (enable/disable) (Voorkomen van gegevensuitvoering) (in-/uitschakelen) (bepaalde modellen): helpt inbreuk op de beveiliging van het besturingssysteem te voorkomen.
Tabel 4 Computer Setup: Security (Beveiliging) (vervolg) Virtual Appliance (enable/disable) (Virtueel apparaat) (inschakelen/uitschakelen): hiermee controleert u geverifieerd starten van een hypervisor. OPMERKING: De opties voor Virtual Appliance (Virtueel apparaat) zijn alleen beschikbaar als Trusted Execution Technology (Technologie voor vertrouwde uitvoering) is ingeschakeld en VA 3.0 is geïnstalleerd.
Tabel 5 Computer Setup: Power (Voeding) (vervolg) zichtbare indicatie heeft van de standbystand van het systeem. Iedere standbystand heeft een uniek knipperpatroon. ◦ S0 = Lampje brandt continu groen. ◦ S3 = Het groene lampje knippert 3 keer achter elkaar 1 keer per seconde (50% taakcyclus) gevolgd door een pauze van 2 seconden, dus een continue cyclus van 3 keer knipperen en een pauze.
Tabel 6 Computer Setup: Advanced (Geavanceerd) (voor ervaren gebruikers) (vervolg) ● F12 prompt (hidden/displayed) (F12-prompt (verbergen/weergeven)). Als u deze voorziening inschakelt, verschijnt de tekst F12 = Network (F12 = Netwerk) tijdens de zelftest (POST). Als u deze functie uitschakelt, wordt de tekst niet weergegeven. U kunt echter wel gewoon via het netwerk proberen op te starten door op F12 te drukken.
Tabel 6 Computer Setup: Advanced (Geavanceerd) (voor ervaren gebruikers) (vervolg) PCI VGA Configuration (VGA configureren voor PCI) Deze optie verschijnt alleen als er meerdere PCI-videokaarten in het systeem zijn geïnstalleerd. Hiermee specificeert u welke VGA-controller de "opstartcontroller" of primaire VGA-controller is.
Tabel 6 Computer Setup: Advanced (Geavanceerd) (voor ervaren gebruikers) (vervolg) voor een optie-ROM nodig hebben. Het optie-ROM voor de netwerkadapter is standaard ingeschakeld. AMT Options (AMTopties) Hiermee kunt u het volgende instellen: ● SOL Character Echo (disable/enable) (SOL-tekenecho (inschakelen/uitschakelen)).