Operation Manual

in Het menu Setup (Instellen) gebruiken op pagina 24) en sluit u de computer opnieuw
aan.
Opmerking Als u op een Macintosh-computer de camera instelt op Disk
Drive (Schijfstation) en noch Fotolader noch iPhoto automatisch wordt gestart,
zoekt u op het bureaublad naar een schijfstationpictogram met het label
HP_E427 en kopieert u de opnames handmatig. Raadpleeg de Mac-help voor
meer informatie over het kopiëren van bestanden.
Een geheugenkaartlezer gebruiken
U kunt de geheugenkaart van de camera in een geheugenkaartlezer plaatsen (deze is
apart verkrijgbaar). Sommige computers en HP Photosmart-printers hebben
ingebouwde geheugenkaartsleuven die u als een geheugenkaartlezer kunt gebruiken.
Op Windows-computers:
1. Plaats de geheugenkaart van de camera in de geheugenkaartlezer (of de
geheugenkaartsleuf van de computer).
2. Klik met de rechtermuisknop op Deze computer op het bureaublad en selecteer
Verkennen.
3. Vouw de map voor het verwisselbare station uit, vouw vervolgens de map DCIM uit
en klik op de map voor uw camera.
4. Selecteer en kopieer alle opnames naar een map op uw computer.
5. Wanneer u hebt gecontroleerd dat de opnames zijn overgebracht, plaatst u de
geheugenkaart weer in uw camera.
Op Macintosh-computers:
1. Plaats de geheugenkaart van de camera in de geheugenkaartlezer (of de
geheugenkaartsleuf van de computer).
2. De HP Photosmart-software, Fotolader of iPhoto wordt automatisch gestart en
begeleidt u bij het proces voor het overbrengen van opnames.
Als er geen toepassing automatisch wordt gestart of u de opnames handmatig wilt
kopiëren, zoekt u op het bureaublad het pictogram voor de geheugenkaart op en kopieert
u vervolgens de opnames naar de vaste schijf van de computer. Raadpleeg de Mac-help
voor meer informatie over het kopiëren van bestanden.
Opnames vanaf de camera afdrukken
U kunt vanaf uw camera foto's direct afdrukken op een met PictBridge
compatibele printer.
1. Controleer of de printer aan staat, papier bevat en of er geen
foutberichten op de printer worden weergegeven.
2. Zorg dat de USB Configuration (USB-configuratie) van de camera is ingesteld
op Digital Camera (Digitale camera) (zie USB Configuration (USB-configuratie)
in Het menu Setup (Instellen) gebruiken op pagina 24).
Hoofdstuk 4
22