HP OfficeJet 7510 Wide Format All-in-One Printer series Gebruikershandleiding
Copyright informatie Kennisgeving van Hewlett-Packard Company Dankbetuigingen © 2015 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Editie 1, 6/2015 Alle rechten voorbehouden. Reproductie, aanpassing of vertaling van dit materiaal is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard, met uitzondering van wat is toegestaan onder de wet op de auteursrechten.
Veiligheidsinformatie Volg altijd de standaard veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van dit product. Op deze manier beperkt u het risico van verwondingen door brand of elektrische schokken. 1. Lees en begrijp alle instructies in de documentatie bij uw printer. 2. Neem alle waarschuwingen en instructies in acht die op het product zijn aangegeven. 3. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u dit apparaat gaat reinigen. 4.
Inhoudsopgave 1 Hoe kan ik? ................................................................................................................................................... 1 2 Aan de slag ................................................................................................................................................... 2 Toegankelijkheid ....................................................................................................................................................
Scannen ............................................................................................................................................................... 32 Scannen naar een computer ............................................................................................................. 33 Scannen naar geheugenapparaat ..................................................................................................... 34 Naar e-mail scannen ...............................................
Beantwoording belpatroon voor specifieke beltonen wijzigen ........................................................ 55 Het kiessysteem instellen ................................................................................................................. 56 Opties opnieuw kiezen instellen ....................................................................................................... 56 De faxsnelheid instellen ......................................................................................
De draadloze functie van de printer in- of uitschakelen .................................................................. 75 De netwerkinstellingen wijzigen ......................................................................................................................... 75 Wi-Fi Direct gebruiken ......................................................................................................................................... 76 9 Hulpprogramma's printerbeheer .................................
Draadloze verbinding herstellen ..................................................................................................... 108 Netwerkinstellingen voor draadloze verbinding vinden ................................................................ 109 Wi-Fi Direct verbinding herstellen .................................................................................................. 109 Een USB-verbinding omzetten in een draadloze verbinding ..........................................................
Wettelijke informatie inzake draadloze producten ........................................................................ 130 Blootstelling aan straling op radiofrequentie .............................................................. 130 Bericht voor gebruikers in Brazilië ............................................................................... 130 Bericht voor gebruikers in Canada ............................................................................... 131 Bericht aan gebruikers in Taiwan ..
De printer installeren met een computermodem voor inbellen .................................. 150 De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem ....................................... 152 Situatie H: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met computermodem ......................... 153 Gedeelde gespreks-/faxlijn met computermodem voor inbellen ................................ 153 Gedeelde gespreks-/faxlijn met DSL/ADSL-computermodem ....................................
xii NLWW
1 NLWW Hoe kan ik? ● Aan de slag ● Afdrukken ● Kopiëren en scannen ● Fax ● Webservices ● Werken met inktcartridges ● Een probleem oplossen 1
2 Aan de slag In deze handleiding vindt u informatie over het gebruik van de printer en het oplossen van problemen.
Zie Programma voor milieubeheer voor meer informatie over milieurichtlijnen die HP volgt tijdens het productieproces. Bezoek www.hp.com/ecosolutions voor meer informatie over de milieu-initiatieven die HP neemt. ● Stroom beheren ● Printerbenodigdheden optimaliseren Stroom beheren Gebruik Slaapstand en Printer aan/uit instellen om elektriciteit te besparen Slaapstand Het stroomverbruik wordt beperkt in Slaapstand. Na 5 minuten van inactiviteit gaat de printer in energiezuinige modus.
● Wijzig de afdrukkwaliteit in het printerstuurprogramma naar een conceptinstelling. Conceptinstellingen verbruiken minder inkt. ● Maak de printkop niet schoon als het niet nodig is. Dit verspilt inkt en verkort de levensduur van de cartridges.
Ruimte voor printerbenodigdheden 1 Printcartridges 2 Printkop 3 Toegangsklep inktcartridge OPMERKING: De inktcartridges moeten in de printer blijven om mogelijke problemen met de afdrukkwaliteit of schade aan de printkop te voorkomen. Verwijder de benodigdheden niet voor langere tijd. Schakel de printer niet uit wanneer een cartridge ontbreekt.
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Overzicht knoppen en lampjes ● Schermpictogrammen bedieningspaneel ● Printerinstellingen wijzigen Overzicht knoppen en lampjes In het volgende diagram en de bijbehorende tabel vindt u een kort overzicht van de functies op het bedieningspaneel van de printer. Label Naam en beschrijving 1 Home-knop: Hiermee kunt u vanuit alle schermen terugkeren naar het beginscherm.
Pictogram Doel OPMERKING: (Ethernet) en (Draadloos) zullen niet tegelijkertijd worden weergegeven. De weergave van het Ethernet-pictogram hangt af van de manier waarop uw printer is verbonden met het netwerk. Als de netwerkverbinding van de printer niet werd ingesteld (standaard), geeft het bedieningspaneel van de printer (Draadloos) aan.
De instellingen voor een functie wijzigen Het Start scherm van het printerbedieningspaneel toont de beschikbare printerfuncties. 1. Raak het scherm van het bedieningspaneel aan en laat uw vinger over het scherm glijden. Raak dan het pictogram van de gewenste functie aan. 2. Nadat u een functie hebt geselecteerd, bladert u door de beschikbare instellingen. Vervolgens raakt u de te wijzigen instelling aan. 3. Volg de opdrachten op het scherm van het bedieningspaneel om de instellingen te wijzigen.
Foto's printen ● HP Premium Plus fotopapier HP Premium Plus fotopapier is het beste fotopapier van HP voor de best mogelijke fotokwaliteit. Met HP Premium Plus fotopapier drukt u de mooiste foto's af die meteen droog zijn. U kunt ze dus meteen na het afdrukken doorgeven. Dit papier is verkrijgbaar in diverse formaten, waaronder A4, 21,6 x 27,9 cm (8,5 x 11 inch), 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5 x 7 inch) en 28 x 43 cm (11 x 17 inch) en in twee afwerkingen - glanzend of licht glanzend (halfglanzend).
Standaard afdrukken Alle papieren op de lijst voor de dagelijkse afdrukfunctie ColorLok Technology voor minder vlekken, scherper zwart en heldere kleuren. ● HP Helderwit Inkjetpapier HP Helderwit Inkjetpapier levert contrastrijke kleuren en scherp afgedrukte tekst op. Dit papier is dik genoeg voor dubbelzijdig afdrukken in kleur, zodat het ideaal is voor nieuwsbrieven, rapporten en folders. ● HP -afdrukpapier HP Printing Paper is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit.
Plaats papier Om papier met standaardformaat te laden 1. Trek de uitvoerlade naar boven. 2. Schuif de breedtegeleiders voor het papier zo ver mogelijk naar buiten. OPMERKING: Als het papier te lang is, trekt u de invoerlade uit om deze te verlengen tot de gewenste papiergrootte.
3. Plaats het materiaal in afdrukstand Staand en met de zijde waarop moet worden afgedrukt naar beneden. Zorg ervoor dat de stapel papier is uitgelijnd met de juiste papierformaatlijnen op de bodem van de invoerlade en dat hij de stapelhoogtemarkering op de zijkant van de lade niet overschrijdt. OPMERKING: 12 Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is. 4.
6. Klap het verlengstuk van de uitvoerlade uit. OPMERKING: Als u papier met de toegestane lengte of langer papier plaatst, trekt u de extensie van de uitvoerlade uit tot aan de markering voor papier van B-formaat. Om een enveloppe te plaatsen 1. NLWW Trek de uitvoerlade naar boven.
2. Verwijder al het papier uit de invoerlade, plaats de enveloppen met de afdrukzijde naar beneden zoals op de afbeelding. Zorg ervoor dat de stapel papier is uitgelijnd met de juiste papierformaatlijnen op de bodem van de invoerlade en dat hij de stapelhoogtemarkering op de zijkant van de lade niet overschrijdt. OPMERKING: 14 Vul nooit enveloppen bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is. 3. Schuif de papierbreedtegeleiders in de lade tot ze de rand van de stapel enveloppen raken. 4.
5. Klap het verlengstuk van de uitvoerlade uit. Om kaarten en fotopapier te plaatsen 1. NLWW Trek de uitvoerlade naar boven.
2. Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden in het midden van de lade. Zorg ervoor dat de stapel papier is uitgelijnd met de juiste papierformaatlijnen op de bodem van de invoerlade en dat hij de stapelhoogtemarkering op de zijkant van de lade niet overschrijdt. OPMERKING: 16 Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is. 3. Schuif de papierbreedtegeleiders in de lade tot ze de rand van de stapel enveloppen raken. 4. Klap de uitvoerlade naar beneden.
5. Klap het verlengstuk van de uitvoerlade uit. Een origineel op de glasplaat plaatsen U kunt originelen van maximaal Legal-formaat kopiëren, scannen of faxen door ze op de glasplaat te plaatsen. Documenten van B-formaat kunnen niet worden gescand, gekopieerd of gefaxt met de documentinvoer. OPMERKING: Veel van de speciale functies werken niet juist als de glasplaat en klep niet schoon zijn. Zie Onderhoud aan de printer uitvoeren voor meer informatie.
2. Plaats uw origineel met afgedrukte zijde naar beneden zoals hieronder afgebeeld. TIP: Raadpleeg de gegraveerde geleiders langs de glasplaat voor meer hulp bij het plaatsen van originelen. 3. Sluit de klep. Plaats een origineel in de documentinvoer U kunt een document kopiëren, scannen of faxen door het in de doumentinvoer te plaatsen. De documentinvoerlade kan maximaal 35 vellen papier van A4-, Letter- of Legal-formaat bevatten.
2. Schuif de breedtegeleiders voor het papier tegen de linker- en rechterrand van het papier. De printer bijwerken Normaal controleert de printer automatisch op updates wanneer hij is verbonden met het netwerk en webservices zijn ingeschakeld. De printer bijwerken met het bedieningspaneel van de printer 1. Raak Installatie aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 2. Raak Printeronderhoud aan. 3. Druk op De printer bijwerken .
OPMERKING: Als er u wordt gevraagd naar proxy-instellingen en als uw netwerk proxy-instellingen gebruikt, volgt u de instructies op het scherm om een proxyserver in te stellen. Als u niet beschikt over de details, neem dan contact op met uw netwerkbeheerder of de persoon die het netwerk heeft ingesteld. Open de HP-printersoftware (Windows) Na het installeren van de HP-printersoftware kunt u, afhankelijk van uw besturingssysteem, het volgende doen: 20 ● Windows 8.
3 Afdrukken De meeste afdrukinstellingen worden in de software automatisch afgehandeld. Wijzig de instellingen uitsluitend handmatig indien u de afdrukkwaliteit wilt veranderen, u wilt afdrukken op speciale papiersoorten of als u speciale functies wilt gebruiken. TIP: Deze printer bevat HP ePrint , een gratis dienst van HP waarmee u op elk ogenblik en vanaf elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer voorzien van HP ePrint, zonder extra software of printerstuurprogramma's.
6. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten. 7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten. Om documenten af te drukken (OS X) 1. In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken. 2. Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd. 3. Geef de pagina-eigenschappen. Als het gedeelte Opties in het dialoogvenster Afdrukken niet wordt weergegeven, klik dan op Details weergeven. OPMERKING: De volgende opties zijn beschikbaar voor een printer met USB-verbinding.
Om brochures af te drukken (OS X) 1. Plaats papier in de lade. Zie Plaats papier voor meer informatie. 2. Klik op Bestand in het menu Afdrukken van uw softwaretoepassing. 3. Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd. 4. Geef de pagina-eigenschappen. Als het gedeelte Opties in het dialoogvenster Afdrukken niet wordt weergegeven, klik dan op Details weergeven. OPMERKING: De volgende opties zijn beschikbaar voor een printer met USB-verbinding.
5. Selecteer de gepaste opties in de Snelkoppeling afdrukken. Om andere afdrukinstellingen te wijzigen, klikt u op de andere tabbladen. Voor meer afdruktips, zie Tips voor geslaagd afdrukken. OPMERKING: Als u het Papierformaat wijzigt, zorg er dan voor dat u het correcte papier in de invoerlade plaatst en dat u het papierformaat op het bedieningspaneel van de printer instelt. 6. Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK in het dialoogvenster Afdrukken. Enveloppen afdrukken (OS X) 1.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent. Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printereigenschappen, Printer of Voorkeuren. 5. Selecteer de gepaste opties in de Snelkoppeling afdrukken. Om andere afdrukinstellingen te wijzigen, klikt u op de andere tabbladen. Voor meer afdruktips, zie Tips voor geslaagd afdrukken.
3. Druk Weergeven en afdrukken op het scherm van het bedieningspaneel om foto's weer te geven. 4. Selecteer op het scherm van de printer een foto die u wilt afdrukken en druk op Doorgaan. 5. Schuif naar boven of naar beneden om het aantal af te drukken foto's aan te geven. 6. Raak (Bewerken) aan om de opties voor het bewerken van geselecteerde foto's te selecteren. U kunt een foto draaien, bijsnijden of Foto herstellen of Rode ogen verwijderen in- en uitschakelen. 7.
2. ● Klik vanuit het menu Bestand in uw softwaretoepassing op Pagina-indeling en controleer vervolgens of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu Formaat voor. ● Klik vanuit het menu Bestand in uw softwaretoepassing op Afdrukken en controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd. Selecteer Speciale papierformaten beheren in het pop-upmenu Papierformaat.
4. Kies in het pop-upmenu Papierformaat Het juiste papierformaat. Als het gedeelte Opties in het dialoogvenster Afdrukken niet wordt weergegeven, klik dan op Details weergeven. OPMERKING: Als u het Papierformaat wijzigt, zorg er dan voor dat u het correcte papier in de invoerlade plaatst en dat u het papierformaat op het bedieningspaneel van de printer instelt. 5. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op Afdrukken.
Zie Inktcartridges vervangen voor meer informatie. ● Controleer de geschatte inktniveau in de cartridges om er zeker van te zijn dat er voldoende inkt is. Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Zie De geschatte inktniveaus bekijken voor meer informatie. OPMERKING: Wanneer u een waarschuwingsbericht voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangcartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden.
— Afdrukken in grijstinten: Hiermee kunt u documenten in zwart-wit afdrukken en wordt dus alleen de zwarte inkt gebruikt. Selecteer Alleen zwarte inkt en klik dan op OK. — Layout pagina's per vel: Helpt u te bepalen in welke volgorde de pagina's moeten liggen als u het document afdrukt in meer dan twee pagina's per vel. — Afdrukken zonder rand: Selecteer deze optie om foto's zonder rand af te drukken. Niet alle papiersoorten zijn geschikt voor deze optie.
Notities ● HP-inktcartridges zijn ontworpen voor en getest op HP-printers en HP-papier, zodat u altijd bent verzekerd van fantastische resultaten. OPMERKING: HP kan de kwaliteit of betrouwbaarheid van materiaal dat niet van HP is, niet garanderen. Onderhoud of herstellingen aan het apparaat die nodig zijn door het gebruik van dergelijk materiaal, worden niet gedekt door de garantie. Als u gelooft dat u oorspronkelijke HP-cartridges hebt gekocht, surf dan naar www.hp.com/go/ anticounterfeit.
4 Kopiëren en scannen ● Kopiëren ● Scannen ● Tips voor geslaagd kopiëren en scannen Kopiëren Om documenten te kopiëren 1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdlade is geplaatst. Raadpleeg Plaats papier voor meer informatie. 2. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 3. Raak Kopiëren aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 4.
Scannen naar een computer Vooraleer u naar een computer scant, moet u ervoor zorgen dat u de HP-printersoftware reeds hebt geïnstalleerd. De printer en de computer moeten zijn aangesloten en ingeschakeld. Daarnaast moet, op Windows-computers, de HP-software werken voor u scant. U kunt de HP-printersoftware gebruiken om documenten in te scannen als bewerkbare tekst. Zie Documenten scannen als bewerkbare tekst voor meer informatie.
OPMERKING: Klik op de Meer -link in de rechterbovenhoek van het dialoogvenster 'scannen' om de instellingen voor iedere scan te bekijken en aan te passen. Zie Scaninstellingen wijzigen (Windows) voor meer informatie. Als Toon Viewer na scan werd geselecteerd, kunt u in het voorbeeldscherm aanpassingen aan de gescande afbeelding aanbrengen. Een origineel scannen vanuit de HP-printersoftware (OS X) 1. Open HP Scan.
Scannen-naar-e-mail instellen Om scannen-naar-e-mail instellen 1. Activeer Webservices op de printer. Zie Webservices instellen voor meer informatie. 2. Raak Scannen aan en raak vervolgens E-mail aan. 3. Druk in het scherm Welkom op Doorgaan. 4. Druk in het kadertje E-mail: om uw e-mailadres in te voeren en druk vervolgens op Gereed. 5. Druk op Doorgaan. 6. Er wordt een PIN-code naar het ingevoerde e-mailadres gestuurd. Druk op Doorgaan. 7.
Een document of foto scannen naar e-mail vanaf de HP-printersoftware 1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 2. Dubbelklik op het printerpictogram op het bureaublad en klik vervolgens op Een document of foto scannen, of ga op een van de volgende manieren te werk: 3. Selecteer het gewenste type scan en klik vervolgens op Scannen .
4. Selecteer WebScan om WebScan in te schakelen. 5. Klik op Toepassen (Apply). Een scan maken met Webscan Bij scannen met WebScan zijn de belangrijkste scanopties beschikbaar. Voor meer scanopties of -functies moet u de HP-printersoftware gebruiken. 1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 2. Open de geïntegreerde webserver. Raadpleeg Geïntegreerde webserver voor meer informatie. 3.
3. Klik in de printersoftware op Een document of foto scannen . 4. Selecteer Opslaan als bewerkbare tekst (OCR) en klik op Scannen . OPMERKING: Klik op de Meer -link in de rechterbovenhoek van het dialoogvenster 'scannen' om de instellingen voor iedere scan te bekijken en aan te passen. Zie Scaninstellingen wijzigen (Windows) voor meer informatie. Als Toon Viewer na scan is geselecteerd, kunt u in het voorbeeldscherm aanpassingen aan de gescande afbeelding aanbrengen.
● — De tekst van het origineel is vaag of het origineel is gekreukeld. — De tekst is te klein. — De structuur van het document is te complex. — De spaties tussen de letters zijn te klein. Hierdoor kunnen in de tekst die door het OCR-programma is omgezet, tekens ontbreken of tekens worden gecombineerd. De combinatie van de tekens "rn" kan dan bijvoorbeeld worden weergegeven als "m". — De tekst bevindt zich op een gekleurde achtergrond.
5. Voer een beschrijvende naam in, kies een bestaande snelkoppeling waarop u uw nieuwe snelkoppeling wilt baseren en klik dan op Maken . Als u bijvoorbeeld een nieuwe snelkoppeling voor foto's maakt, kiest u ofwel Opslaan als JPEG , ofwel Emailen als jpeg . Hierdoor komen grafische opties vrij tijdens het scannen. 6. Verander de instellingen voor uw nieuwe snelkoppeling op basis van uw behoeften en klik dan op het pictogram 'opslaan' rechts van de snelkoppeling.
Ga online om meer te lezen over de HP Scan software. Leer het volgende: ● scaninstellingen wijzigen zoals het type afbeeldingsbestand, de scanresolutie en de contrastniveaus. ● scannen naar netwerkmappen en cloud drives. ● het bekijken van een voorbeeld en het wijzigen van afbeeldingen voorafgaand aan het scannen. Tips voor geslaagd kopiëren en scannen Gebruik de volgende tips om geslaagd te kopiëren en scannen.
5 Fax U kunt de printer gebruiken voor het verzenden en ontvangen van faxen, inclusief kleurenfaxen. U kunt het verzenden van faxen op een later tijdstip binnen 24 uur plannen en telefoonboekcontacten instellen om snel en gemakkelijk faxen te verzenden naar veelgebruikte nummers. Op het bedieningspaneel van de printer kunt u ook een aantal faxopties instellen, zoals de resolutie en het contrast tussen licht en donker op de faxen die u verzendt.
OPMERKING: Als u een afgedrukte bevestiging wilt van faxberichten die goed zijn verzonden, moet u de optie faxbevestiging inschakelen. Een standaardfax verzenden vanaf het bedieningspaneel van de printer 1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 2. Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 3. Raak Nu versturen aan. 4.
4. Voer een faxnummer of een naam van uw Contacten met een faxnummerinvoer in. 5. Als u de faxinformatie hebt ingevuld, klikt u op Fax. Een fax verzenden vanaf een telefoon U kunt een fax verzenden via uw extra telefoon. Hierdoor kunt u met de toekomstige ontvanger praten vooraleer u de fax verzendt. Om een fax via een extra telefoon te verzenden 1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 2.
TIP: Als u een belkaart gebruikt om een fax te verzenden en u uw PIN-code als een telefoonboekcontact hebt opgeslagen, kunt u, op het moment dat naar nuw PIN-code wordt gevraagd, op ( Telefoonboek ) drukken om het telefoonboekcontact waaronder u uw PIN-code hebt opgeslagen, te selecteren. Uw fax wordt verzonden als het ontvangende faxapparaat reageert. Een fax verzenden met behulp van het printergeheugen U kunt een zwart-witfax naar het geheugen scannen en vervolgens de fax vanuit het geheugen verzenden.
6. Druk 7. Druk op naam van de telefoonboekgroep. 8. Raak Fax verzenden aan. (Telefoonboekgroep). Als de printer een origineel in de documentinvoer detecteert, wordt het document naar elk nummer van de telefoonboekgroep verzonden. TIP: Als u van de ontvanger te horen krijgt dat de kwaliteit van de door u verzonden fax niet goed is, kunt u de resolutie of het contrast van uw fax wijzigen.
● Faxen doorsturen naar een ander nummer ● Automatische verkleining voor binnenkomende faxen instellen ● Ongewenste faxnummers blokkeren ● Faxen ontvangen met HP Digital Fax Een fax handmatig ontvangen Als u aan de telefoon bent, kan de persoon met wie u spreekt u een fax sturen terwijl u nog verbonden bent. U kunt de handset opnemen om te praten of om te luisteren of er faxtonen weerklinken.
OPMERKING: Als het printergeheugen vol is, worden de oudste, afgedrukte faxberichten overschreven bij ontvangst van nieuwe faxen. Als het geheugen vol raakt met niet-afgedrukte faxen, stopt de printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen. OPMERKING: Als u een fax ontvangt die te groot is, bijvoorbeeld een zeer gedetailleerde kleurenfoto, wordt deze mogelijk niet in het geheugen opgeslagen.
5. Raak Aan (Afdrukken en doorsturen) aan om de fax af te drukken en door te sturen of selecteer Aan (Doorsturen) aan om de fax door te sturen. OPMERKING: Als de printer het faxbericht niet kan doorsturen naar het opgegeven faxapparaat (als dit bijvoorbeeld is uitgeschakeld), wordt de fax afgedrukt door de printer. Als u de printer instelt op het afdrukken van foutrapporten voor ontvangen faxen, wordt ook een foutrapport afgedrukt. 6.
Een nummer toevoegen aan de lijst met ongewenste faxnummers 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2. Raak Installatie aan. 3. Raak Voorkeuren aan. 4. Raak Blokkering van ongewenste faxnummers aan. 5. Druk op + (plusteken) 6. Voer een van de volgende bewerkingen uit. ● Om een te blokkeren faxnummer uit de lijst van de oproepgeschiedenis te selecteren, moet u op ( Oproepgeschiedenis ) drukken. ● Voer manueel een te blokkeren faxnummer in en druk op Toevoegen.
Vereisten voor HP Digital Fax ● De doelmap van de computer moet altijd beschikbaar zijn. De faxen worden niet opgeslagen als de computer in de slaapstand of stand-bymodus staat. ● Er moet papier in de invoerlade zitten. Raadpleeg Plaats papier voor meer informatie. HP Digital Fax instellen (Windows) 1. Open de HP-printersoftware. 2. Klik op Afdrukken, scannen en faxen. en vervolgens op Wizard digitale faxinstellingen . 3. Volg de aanwijzingen op het scherm op. HP Digital Fax instellen (OS X) 1.
● Een telefoonboekgroep maken en bewerken ● Telefoonboekcontacten verwijderen ● Een lijst met telefoonboekcontacten afdrukken Een telefoonboekcontact maken en bewerken U kunt faxnummer opslaan als telefoonboekcontacten. Om telefoonboekcontacten in te stellen 1. Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 2. Raak Nu versturen aan. 3. Druk op ( Telefoonboek ). 4. Druk op (Telefoonboekcontact). 5. Druk op (Plusteken) om een contact toe te voegen. 6.
Om telefoonboekgroepen in te stellen OPMERKING: Vooraleer u een telefoonboekgroep kunt creëren, moet u reeds minstens een telefoonboekcontact hebben gecreëerd. 1. Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 2. Raak Nu versturen aan. 3. Druk op 4. Druk 5. Druk op 6. Druk op Naam en typ de naam van de groep en druk op Gereed . 7. Druk op Aantal leden, selecteer de telefoonboekcontacten die u aan de groep wilt toevoegen en druk op Selecteren. 8. Raak Maken aan.
7. Druk op Verwijderen. 8. Raak Ja aan om uw keuze te bevestigen. Een lijst met telefoonboekcontacten afdrukken U kunt een lijst met uw telefoonboekcontacten afdrukken 1. Plaats papier in de lade. Raadpleeg Plaats papier voor meer informatie. 2. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 3. Druk op Installatie , en vervolgens op Rapporten . 4. Druk op Telefoonboek afdrukken.
● Schakel de optie Automatisch antwoorden in als u wilt dat de printer faxen automatisch beantwoordt. Alle binnenkomende oproepen en faxen worden door de printer beantwoord. ● Schakel de optie Automatisch antwoorden uit als u faxen handmatig wilt ontvangen. U moet zelf aanwezig zijn om de binnenkomende faxoproepen te beantwoorden, anders kan de printer geen faxberichten ontvangen. De antwoordmodus instellen 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2.
TIP: U kunt ook de functie voor belpatroondetectie op het bedieningspaneel van de printer gebruiken om een specifiek belsignaal in te stellen. Met deze functie herkent de printer het belpatroon van een binnenkomende oproep en wordt dit belpatroon vastgelegd. Gebaseerd op deze oproep wordt automatisch het specifieke belpatroon bepaald dat door uw telefoonbedrijf aan faxoproepen is toegewezen. Als deze service niet beschikbaar is, gebruikt u het standaard belpatroon Alle beltonen .
● Opnieuw kiezen indien bezet: Als deze optie is ingeschakeld, kiest de printer automatisch opnieuw wanneer de lijn bezet is. De standaardinstelling is Aan . ● Opnieuw kiezen zonder antwoord: Als deze optie is ingeschakeld, kiest de printer automatisch opnieuw wanneer het ontvangende faxapparaat niet antwoordt. De standaardinstelling is Uit .
Het geluidsvolume voor faxen instellen 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2. Druk op Installatie , en vervolgens op Voorkeuren . 3. Druk op Faxvolume. 4. Raak Zacht, Hard, of Uit aan om die instelling te selecteren. U kunt deze functie ook bereiken door te drukken op (de knop Faxstatus) op het Home-scherm.
Als u vragen hebt over internetfaxen, neem dan contact op met de ondersteuningsafdeling van uw internetfaxdienst of met uw lokale serviceprovider voor meer begeleiding. Rapporten gebruiken U kunt de printer zodanig instellen dat foutrapporten en bevestigingsrapporten automatisch worden afgedrukt voor elk faxbericht dat u verzendt en ontvangt. U kunt indien gewenst ook handmatig systeemrapporten afdrukken. Deze rapporten bieden nuttige systeeminformatie over de printer.
Aan (Fax ontvangen) Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u ontvangt. Aan (Fax verzenden en ontvangen) Er wordt een bevestigingsrapport afgedrukt voor elke fax die u verzendt of ontvangt. Een faxafbeelding toevoegen aan het rapport 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2. Raak Installatie aan. 3. Raak Rapporten en Faxbevestiging aan. 4. Raak Aan (Fax verzenden) of Aan (Fax verzenden en ontvangen) aan. 5.
Het faxlogboek wissen 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2. Druk op Installatie , en vervolgens op Extra. 3. Raak Faxlogboek wissen aan. De details van de laatste faxtransactie afdrukken Het rapport Laatste faxtransactie drukt de details af van de laatste faxtransactie. Details zijn onder andere het faxnummer, het aantal pagina's en de faxstatus. Het rapport Laatste faxtransactie afdrukken 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2.
6 Webservices De printer biedt innovatieve oplossingen voor het web aan waarmee u snel toegang krijgt tot internet, documenten kunt ophalen en documenten sneller en met minder rompslomp kunt afdrukken... en dat allemaal zonder een computer te gebruiken. OPMERKING: Als u deze webfuncties wilt gebruiken, moet de printer met internet verbonden zijn (via een Ethernet-kabel of draadloze verbinding). U kunt deze webfuncties niet gebruiken indien de printer is aangesloten met een USB-kabel.
Webservices instellen Zorg ervoor dat uw printer via Ethernet of draadloos is verbonden met het internet alvorens u webservices instelt. Gebruik een van onderstaande methodes om Web services te gebruiken: Om Webservices te configureren via het bedieningspaneel van de printer 1. Raak Installatie aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 2. Raak Instellingen Web Services aan. 3. Druk op Aanvaard om de gebruiksvoorwaarden van de webservices te accepteren en deze in te schakelen. 4.
3. Klik op de tab Webservices . 4. Klik in het gedeelte Instellingen webservices op Installatie en vervolgens op Doorgaan. Volg de instructies op het scherm om de gebruiksvoorwaarden te accepteren. 5. Wanneer u dit wordt gevraagd, kiest u ervoor om de printer te laten controleren op updates en deze te installeren. OPMERKING: Als er updates beschikbaar zijn, worden deze automatisch gedownload en geïnstalleerd, en vervolgens start de printer opnieuw op.
Om HP ePrint uit te schakelen. 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op Webservices). 2. Raak ePrint aan en raak vervolgens Uit aan. OPMERKING: ( HP ePrint ) en vervolgens op (Instellingen Zie Webservices verwijderen om alle Webservices te verwijderen. HP afdrukbare media Met HP afdrukbare media kunt u gemakkelijk vooraf opgemaakte webinhoud lokaliseren en afdrukken, rechtstreeks vanaf uw printer. Om HP afdrukbare media te gebruiken 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op 2.
7 Werken met inktcartridges Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Informatie over inktcartridges en de printkop ● De geschatte inktniveaus bekijken ● Afdrukken met enkel zwarte of gekleurde inkt ● Inktcartridges vervangen ● Inktcartridges bestellen ● Printerbenodigdheden bewaren ● Opslag anonieme gebruiksinformatie ● Garantie-informatie inktcartridge Informatie over inktcartridges en de printkop Lees de volgende tips voor het omgaan met en het onderhouden van HP-inktcartridges als u
Geschatte inktniveaus controleren vanaf het bedieningspaneel ▲ In het startscherm raakt u het pictogram ( Inkt ) aan om de geschatte inktniveaus weer te geven. Intkniveaus controleren via de HP-printersoftware (Windows) 1. Open de HP-printersoftware. 2. Klik in printersoftware op Geschatte inktniveaus. Inktniveaus controleren vanuit het HP printersoftware (OS X) 1. Open HP -benodigdheden.
VOORZICHTIG: Hoewel de inktcartridges niet beschadigd raken wanneer ze buiten de printer worden bewaard, is het voor de printkop nodig dat alle cartridges altijd zijn geïnstalleerd nadat de printer is geïnstalleerd en in gebruik is genomen. Een of meer cartridgesleuven gedurende een lange tijd leeg laten kan leiden tot problemen met de afdrukkwaliteit en kan de printkop mogelijk beschadigen.
5. Gebruik de kleurcoderingen als leidraad en schuif de inktcartridge in de lege sleuf tot deze stevig vastklikt. Zorg ervoor dat u de inktcartridge in de sleuf plaatst met een letter van dezelfde kleur als de kleur die u installeert. 6. Herhaal stap 3 tot en met 5 voor elke inktcartridge die u wilt vervangen. 7. Sluit de toegangsklep van de inktcartridges. Inktcartridges bestellen Ga naar www.hp.com om inktcartridges te bestellen.
Printerbenodigdheden bewaren ● Haal inktcartridges pas uit de originele luchtdichte verpakking als u ze nodig hebt. ● Inktcartridges kunnen gedurende een langere tijd in de printer worden gelaten. Om de toestand van de inktcartridge echter optimaal te houden, moet u de printer op de juiste wijze uitschakelen door op (de Aan/uit-knop) te drukken. ● Bewaar inktcartridges bij kamertemperatuur (15 - 35 °C of 59 - 95 °F).
NLWW Garantie-informatie inktcartridge 71
8 Netwerkinstallatie Bijkomende geavanceerde instellingen zijn beschikbaar op de startpagina van de printer (geïntegreerde webserver of EWS). Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
De printer instellen op uw draadloos netwerk Gebruik de wizard Draadloos instellen vanaf het scherm van het bedieningspaneel van de printer om draadloze communicatie in te stellen. OPMERKING: Blader door de lijst op Voordat u begint vooraleer u verder gaat. 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op 2. Druk op 3. Druk op Draadloze instellingen. 4. Druk op Wizard Draadloze installatie. 5. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien. (Draadloos). ( Instellingen ).
Een USB- of Ethernet-verbinding wijzigen in een draadloze verbinding (OS X) Blader door de lijst op Voordat u begint vooraleer u verder gaat. 1. Sluit de printer op uw draadloos netwerk aan. 2. Open Systeemvoorkeuren . 3. Klik op Afdrukken en Faxen , Afdrukken, scannen en faxen , of Printers & scanners in het gedeelte Hardware afhankelijk van uw besturingssysteem. 4. Selecteer uw printer in het linkerpaneel en klik - onderaan de lijst.
De draadloze functie van de printer in- of uitschakelen Het blauwe lampje Draadloos op het bedieningspaneel van de printer brandt als de draadloze functies van de printer zijn ingeschakeld. OPMERKING: Als u een Ethernet-kabel op de printer aansluit, wordt de draadloze functie automatisch uitgeschakeld en het lampje Draadloos gedoofd. 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op ( Instellingen ). 2. Raak Draadloze instellingen. 3. Druk op Draadloos om het in of uit te schakelen.
VOORZICHTIG: Let op wanneer u handmatig een IP-adres toekent. Als u een ongeldig IP-adres ingeeft tijdens de installatie, kunnen uw netwerkonderdelen geen verbinding maken met de printer. 1. Raak op het bedieningspaneel van de printer 2. Druk op 3. Raak Ethernet-instellingen of Draadloze instellingen aan. 4. Raak Geavanceerde instellingen aan. 5. Raak IP-instellingen aan. 6. Er verschijnt een waarschuwing dat de printer uit het netwerk wordt verwijderd als het IP-adres wordt gewijzigd.
Wi-Fi Direct inschakelen 1. Raak op het bedieningspaneel van de printer 2. Druk op 3. Als het scherm aangeeft dat Wi-Fi Direct is Uit , druk dan op Wi-Fi Direct en schakel het vervolgens in. (Wi-Fi Direct) aan. ( Instellingen ). TIP: U kunt Wi-Fi Direct ook inschakelen vanaf de EWS. Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie over het gebruiken van de EWS.
5. ● Windows 8.1: Klik op de pijl naar beneden in de linkerbenedenhoek van het Start-scherm, selecteer de printernaam en klik op Hulpprogramma's. ● Windows 8: Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied van het Start-scherm, klik op Alle apps op de app-balk, selecteer de printernaam en klik op Hulpprogramma's. ● Windows 7, Windows Vista enWindows XP: Klik vanaf het bureaublad van de computer op Start, selecteer Alle programma's, klik op HP en selecteer dan de map van uw printer. b.
9 Hulpprogramma's printerbeheer Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Werkset (Windows) ● HP-hulpprogramma's (OS X) ● Geïntegreerde webserver Werkset (Windows) De Werkset geeft informatie over het onderhoud van de printer. OPMERKING: De Werkset kan worden geïnstalleerd vanaf de HP-software-cd als de computer voldoet aan de systeemvereisten. De systeemvereisten vindt u in het Leesmij-bestand. Dit bevindt zich op de cd met HPprintersoftware die bij uw printer werd geleverd.
● Over cookies ● De geïntegreerde webserver openen ● De geïntegreerde webserver kan niet worden geopend Over cookies De geïntegreerde webserver (EWS) plaatst zeer kleine tekstbestanden (cookies) op uw harde schijf wanneer u aan het browsen bent. Door deze bestanden kan de EWS uw computer herkennen bij uw volgende bezoek.
4. Schakel vanaf uw draadloze computer of mobiel toestel draadloos in, zoek naar en verbind met de naam van Wi-Fi Direct, bijvoorbeeld: DIRECT-**-HP OfficeJet XXXX (waarbij *** staat voor de unieke tekens die uw printer identificeren en XXXX staat voor het printermodel dat op de printer wordt aangegeven) Voer het wachtwoord van Wi-Fi Direct in als dit wordt gevraagd. 5. Typ in een ondersteunende webbrowser op uw computer het volgende adres in: http:// 123.123.123.123.
Als er een antwoord verschijnt, is het IP-adres juist. Als er een time out-antwoord verschijnt, is het IPadres onjuist. TIP: Als u een computer met Windows gebruikt, kunt u ook de HP-website voor online-ondersteuning op www.hp.com/support raadplegen. Deze website biedt informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen.
10 Een probleem oplossen Dit hoofdstuk bevat suggesties voor het oplossen van veelvoorkomende problemen. Indien uw printer niet goed werkt en deze oplossingen uw probleem niet hebben opgelost, probeer dan om een van de ondersteunende services in HP-ondersteuning te gebruiken voor hulp.
Een papierstoring verwijderen VOORZICHTIG: Trek het vastgelopen papier niet uit de voorkant van de printer. Volg in plaats daarvan onderstaande stappen om de storing te verhelpen. Als u het vastgelopen papier uit de voorkant van de printer trekt, kan dit tot gevolg hebben dat het papier scheurt en dat er stukjes papier in de printer blijven zitten; dit kan resultaten in meer papierstoringen. 1. Druk op 2. Verwijder al het papier uit de uitvoerlade. 3.
b. NLWW Open de toegangsklep van de inktcartridges.
c. Als er een vastgelopen papier aanwezig is, verplaats de wagen met inktcartridges dan naar de rechterkant van de printer, grijp het vastgelopen papier met twee handen vast en trek het naar u toe. VOORZICHTIG: Als het papier scheurt wanneer u het van de rollen verwijdert, moet u de rollen en wieltjes controleren op gescheurde stukjes papier die in de printer kunnen zijn achtergebleven. Schijn met een lampje om te controleren op gescheurde stukjes papier die in de printer kunnen zijn achtergebleven.
Om een papierstoring in de documentinvoer te verhelpen 1. Til de kap van de documentinvoer op. 2. Til het label met de blauwe pijl op de voorste rand van de documentinvoer op. 3. Trek het vastgelopen papier voorzichtig tussen de rollers vandaan. VOORZICHTIG: Als het papier scheurt wanneer u het van de rollen verwijdert, moet u de rollen en wieltjes controleren op gescheurde stukjes papier die in de printer kunnen zijn achtergebleven.
Verwijder een storing van de wagen met inktcartridges Los een storing van de wagen met inktcartridges op. Gebruik een online probleemoplossingswizard van HP Als de wagen met inktcartridges wordt geblokkeerd of stroef beweegt, wordt het aangeraden om instructies op te vragen die u doorheen de verschillende stappen leiden. OPMERKING: De online probleemoplossingswizards van HP zijn mogelijk niet in alle talen beschikbaar.
● ● — Zorg dat er papier in de papierlade zit. Zie Plaats papier voor meer informatie. Wapper met het papier voor u het in de lade plaatst. — Zorg ervoor dat de breedtegeleiders voor het papier zijn ingesteld op de correcte markeringen in de lade voor het papierformaat dat u plaatst. Controleer ook of de geleiders goed, maar niet te stevig tegen de stapel rusten.
Lees de algemene instructies in het menu Help om afdrukproblemen op te lossen Afdrukproblemen oplossen (Windows) OPMERKING: Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld en dat er papier in de lade zit. Indien u nog steeds niet kunt afdrukken, moet u het volgende in deze volgorde proberen: 1. Kijk na of er foutberichten verschijnen op het printerbeeldscherm en los deze op door de instructies op het scherm te volgen. 2.
5. c. Als de foute printer als standaarprinter is ingesteld, klik dan met de rechtermuisknop op de juiste printer en selecteerInstellen als standaardprinter. d. Probeer uw printer opnieuw te gebruiken. Start de afdrukwachtrij opnieuw op. De afdrukwachtrij opnieuw opstarten a. Ga, afhankelijk van het besturingssysteem, op een van de volgende manieren te werk: Windows 8.1 en Windows 8 i. Wijs of tik in de rechterbovenhoek van het scherm om de Charms-werkbalk te openen.
b. iii. Dubbelklik op Services en dubbelklik vervolgens op Printspooler. iv. Klik met uw rechtermuisknop op Printspooler en klik op Opnieuw starten om de service opnieuw te starten. Controleer of de juiste printer als standaardprinter is ingesteld. Naast de standaardprinter staat een vinkje in een zwarte of groene cirkel. c. Als de foute printer als standaarprinter is ingesteld, klik dan met de rechtermuisknop op de juiste printer en selecteerInstellen als standaardprinter. d.
1 Stroomaansluiting van de printer 2 Aansluiting op stopcontact 2. Controleer het lampje van de knop Aan op de voorzijde van de printer. Als het lampje niet brandt, is de printer uitgeschakeld. Druk op de Aan/Uit-knop om de printer in te schakelen. OPMERKING: aan. Als de printer geen elektrische stroom ontvangt, sluit het dan op een ander stopcontact 3. Koppel het netsnoer los van de zijkant van de printer wanneer deze is ingeschakeld. 4. Haal het netsnoer uit het stopcontact. 5.
d. 4. ● Verwijderen: De geselecteerde afdruktaak annuleren. ● Stel uit: de geselecteerde afdruktaak onderbreken. ● Doorgaan: Een onderbroken afdruktaak hervatten. ● Printer onderbreken: hiermee onderbreekt u alle afdruktaken in de wachtrij. Als u wijzigingen hebt doorgevoerd, probeert u opnieuw af te drukken. Start de computer opnieuw op. Problemen met afdrukkwaliteit oplossen Instructies die u doorheen de verschillende stappen leiden om de meeste problemen met afdrukkwaliteit op te lossen.
● Windows 8.1: Klik op de pijl naar beneden in de linkerbenedenhoek van het Start-scherm en selecteer de printernaam. ● Windows 8: Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied van het Start-scherm en klik op Alle apps op de app-balk en selecteer de printernaam. ● Windows 7, Windows Vista en Windows XP: Klik in het bureaublad op Start, selecteer Alle programma's, klik op HP en klik op de map van de printer. Selecteer dan het pictogram met de printernaam. c.
● Windows 8.1: Klik op de pijl naar beneden in de linkerbenedenhoek van het Start-scherm en selecteer de printernaam. ● Windows 8: Klik met de rechtermuisknop op een leeg gebied van het Start-scherm en klik op Alle apps op de app-balk en selecteer de printernaam. ● Windows 7, Windows Vista en Windows XP: Klik in het bureaublad op Start, selecteer Alle programma's, klik op HP en klik op de map van de printer. Selecteer dan het pictogram met de printernaam. c.
De cartridges reinigen vanaf het printerbeeldscherm a. Plaats ongebruikt, wit gewoon papier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de invoerlade. b. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Installatie . c. Druk op Printeronderhoud , selecteer Printkop reinigen, en volg vervolgens de instructies op het scherm. Neem contact op met HP-ondersteuning als het probleem niet is opgelost door het reinigen van de printkop. Ga naar www.hp.com/support .
U laat als volgt de printkop automatisch reinigen a. Plaats gewoon wit papier van Letter- of A4-formaat in de papierlade. b. In HP -benodigdheden klikt u op Printkoppen reinigen. c. Klik op Reinigen en volg de instructies op het scherm. VOORZICHTIG: Reinig de printkop alleen als dit nodig is. Als u de printkop onnodig vaak reinigt, verspilt u inkt en verkort u de levensduur van de printkop. OPMERKING: Als de afdrukkwaliteit na het reinigen nog steeds zwak lijkt, probeer dan de printer uit te lijnen.
Voer de faxtest uit U kunt uw faxinstellingen testen om de status van de printer te controleren en om na te gaan of de instellingen juist zijn om te kunnen faxen. Voer deze test pas uit nadat u de faxinstellingen op de printer hebt voltooid.
● Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de printer geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten. ● Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.
OPMERKING: Indien u de 2-EXT-poort gebruikt om de printer aan te sluiten op de telefoonaansluiting op de wand, kunt u geen faxen verzenden of ontvangen. De 2-EXT-poort moet alleen worden gebruikt om andere apparatuur aan te sluiten, zoals een antwoordapparaat. Afbeelding 10-1 Achteraanzicht van de printer NLWW 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort 2.
Het testen van het juiste soort telefoonsnoer met de fax is mislukt ● Controleer of u het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd voor de telefoonaansluiting hebt gebruikt. Het ene uiteinde van het telefoonsnoer moet worden aangesloten op de poort 1-LINE op de achterkant van de printer en het andere uiteinde op de telefoonaansluiting, zoals in de afbeelding is aangegeven.
● Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten. ● Als uw telefoonsysteem geen standaardkiestoon gebruikt, zoals stommige PBX-systemen (private branch exchange), dan kan de test mislukken.
● Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd. Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij de printer geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten. Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit om te controleren of de test slaagt en de printer gereed is om te faxen.
● Controleer of u het telefoonsnoer dat bij de printer werd geleverd voor de telefoonaansluiting hebt gebruikt. Het ene uiteinde van het telefoonsnoer moet worden aangesloten op de poort 1-LINE op de achterkant van de printer en het andere uiteinde op de telefoonaansluiting, zoals in de afbeelding is aangegeven.
● Als u een PBX of een ISDN-adapter (Integrated Services Digital Network) gebruikt, moet de printer zijn aangesloten op de juiste poort en moet de adapter zijn ingesteld op het juiste type switch voor uw land/ regio (als dat mogelijk is). Klik hier voor meer informatie online. ● De printer deelt dezelfde telefoonlijn met een DSL-service en de DSL-modem is mogelijk niet correct geaard. Als de DSL-modem niet correct is geaard, kan deze ruis op de telefoonlijn veroorzaken.
— Controleer of de instelling Hoe vaak overgaan de telefoon vaker laat overgaan dan het antwoordapparaat. — Koppel het antwoordapparaat los en probeer vervolgens een faxbericht te ontvangen. Als u kunt faxen zonder het antwoordapparaat, ligt het probleem mogelijk bij het antwoordapparaat. — Verbind het antwoordapparaat opnieuw en spreek het bericht opnieuw in. Neem een bericht op van ongeveer tien seconden. Spreek bij het opnemen van het bericht in een rustig tempo en met een niet te hard volume.
Als u het antwoordapparaat niet op de aanbevolen manier aansluit, is het mogelijk dat het antwoordapparaat faxtonen opneemt. ● Zorg ervoor dat de printer is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen en dat de instelling voor Hoe vaak overgaan juist is. Het aantal belsignalen voor beantwoorden moet voor de printer groter zijn dan voor het antwoordapparaat.
Lees de algemene instructies in het menu Help voor draadloze probleemoplossing Controleer de netwerkconfiguratie of druk het draadloze testrapport af om u te helpen bij het vinden van problemen met de netwerkverbinding. 1. Raak in het startscherm 2. Raak Rapporten afdrukken aan, en raak dan Netwerkconfiguratiepagina of Draadloos testrapport aan. (Draadloos) aan en raak dan ( Instellingen ) aan. Netwerkinstellingen voor draadloze verbinding vinden Kies een van onderstaande probleemoplossingsopties.
OPMERKING: Dit hulpprogramma is uitsluitend beschikbaar voor het Windowsbesturingssysteem. Gebruik een online probleemoplossingswizard van HP Een USB-verbinding omzetten in een draadloze of Wi-Fi Direct-verbinding. OPMERKING: De HP printer- en scannerdrivers en de online probleemoplossingswizards van HP zijn mogelijk niet in alle talen beschikbaar.
Een printerfout oplossen Voer de volgende stappen uit om dergelijke problemen op te lossen. 1. Druk op 2. Koppel het netsnoer los en sluit het weer aan. 3. Druk op (de Aan/uit-knop) om de printer uit te zetten. (de Aan/uit-knop) om de printer aan te zetten. Als het probleem zich blijft voordoen, noteer dan de foutcode die in de melding wordt gegeven en neem vervolgens contact op met HP-ondersteuning. Zie HP-ondersteuning voor meer informatie over contact opnemen met HP-ondersteuning.
Rapport afdrukkwaliteit Problemen met de afdrukkwaliteit kunnen vele oorzaken hebben: software-instellingen, een afbeelding van slechte kwaliteit, of het printsysteem zelf. Als u niet tevreden bent met de kwaliteit van uw afdrukken, kunt u een Diagnosepagina van de afdrukkwaliteit afdrukken om vast te stellen of het printsysteem goed werkt. Testrapport draadloze verbinding Druk de draadloze testpagina af voor informatie over de draadloze verbinding van de printer.
● — Zorg ervoor dat het e-mailadres van de printer correct is. — Zorg ervoor dat enkel het e-mailadres van de printer wordt weergegeven in de regel "Naar" van het e-mailbericht. Als er nog een ander e-mailadres staat in de regel "Naar", worden de bijlagen die u verzendt waarschijnlijk niet afgedrukt. — Zorg ervoor dat u documenten verstuurt die voldoen aan de HP ePrint vereisten. Ga voor meer informatie naar HP Connected op www.hpconnected.com .
2. Reinig het glas en de binnenkant van het deksel met een zachte, pluisvrije doek waarop een zacht glasreinigingsmiddel is gesproeid. VOORZICHTIG: Gebruik alleen een glasreiniger om de glasplaat van de scanner te reinigen. Vermijd het gebruik van schoonmaakmiddelen met schuurmiddel, aceton, benzeen en koolstoftetrachlorine. Deze producten kunnen de glasplaat van de scanner beschadigen. Vermijd eveneens het gebruik van isopropylalcohol. Dit laat strepen achter op de glasplaat van de scanner.
Gebruik een zachte, vochtige, pluisvrije doek om stof en vlekken van de behuizing te verwijderen. Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in de printer of op het bedieningspaneel van de printer terechtkomen. De documentinvoer schoonmaken Als de documentinvoer meerdere pagina's tegelijk ontvangt of als deze geen gewoon papier ontvangt, kunt u de rollen en het scheidingsmechanisme reinigen.
3. Bevochtig een schone pluisvrije doek met gedestilleerd water en wring de overtollige vloeistof uit de doek. 4. Gebruik de bevochtigde doek om de rollers of het scheidingskussen te reinigen. OPMERKING: Als het niet lukt om de aanslag te verwijderen met behulp van gedestilleerd water kunt u eventueel isopropylalcohol gebruiken. 5. Sluit de kap van de documentinvoer Onherdoud de printkop en inktcartridges Als er problemen optreden tijdens het afdrukken, kan er iets mis zijn met de printkop.
De printer herstellen naar de oorspronkelijke fabrieksinstellingen 1. Raak Installatie aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 2. Raak Printeronderhoud aan. 3. Druk op Terugzetten. 4. Druk op Instellingen terugzetten. 5. Selecteer welke functie u wilt terugzetten naar de originele fabriekinstellingen: ● Kopiëren ● Scannen ● Faxen ● Foto ● Netwerk ● Webservices ● Printerinstellingen Druk op Terugzetten.
TIP: Ga naar de HP-website voor online ondersteuning op www.hp.com/support voor informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen. (Windows) Start de HP Print and Scan Doctor om print-, scan- en kopieerproblemen op te sporen en automatisch op te lossen. De toepassing is slechts in enkele talen beschikbaar. HP-ondersteuning Ga voor de nieuwste productupdates en ondersteuningsinformatie naar onze ondersteuningswebsite HP OfficeJet 7510 series op www.hp.com/support.
Printer registreren In enkele minuten registreert u het apparaat en geniet u van een snellere service, een efficiëntere ondersteuning en productondersteuning. Indien u uw printer nog niet registreerde tijdens het installeren van de software, kunt u dit nu doen op http://www.register.hp.com. Extra garantieopties U kunt tegen vergoeding uw garantie voor de HP OfficeJet 7510 series verlengen. Ga naar www.hp.
A Technische informatie Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Specificaties ● Wettelijk verplichte informatie ● Programma voor milieubeheer Specificaties Ga voor meer informatie naar www.hp.com/support . Selecteer uw land/regio. Klik op Productondersteuning en problemen oplossen. Voer de naam in die u terugvindt op de voorkant van de printer. Selecteer dan Zoeken. Klik op Productinformatie en vervolgens Productspecificaties.
Papierformaat en gewicht Raadpleeg de HP-printersoftware voor een lijst van ondersteunde papierformaten.
Afdrukmateriaal (1) Linkermarge (2) Rechtermarge (3) Bovenmarge (4) Ondermarge 11 x 14 inch 5 mm (0,197 inch) 5 mm (0,197 inch) 5 mm (0,197 inch) 5 mm (0,197 inch) Enveloppen 3,3 mm (0.13 inch) 3,3 mm (0.13 inch) 16,5 mm 16,5 mm Speciaal papierformaat 3 mm (0.125 inch) 3 mm (0.125 inch) 3 mm (0.125 inch) 3 mm (0.
● Overdracht tot 33,6 Kbps. ● Snelheid van 4 sec. per pagina bij 33,6 Kbps (volgens ITU-T-testafbeelding nr. 1 bij standaardresolutie). Meer complexe pagina's of een hogere resolutie duren langer en nemen meer geheugen in beslag. ● Oproepherkenning met automatisch schakelen tussen fax en antwoordapparaat.
— Blootstelling aan straling op radiofrequentie — Bericht voor gebruikers in Brazilië — Bericht voor gebruikers in Canada — Bericht aan gebruikers in Taiwan — Bericht aan gebruikers in Mexico — Kennisgeving aan gebruikers in Japan — Bericht aan gebruikers in Korea Voorgeschreven modelnummer: Voor wettelijke identificatiedoeleinden is aan dit product een voorgeschreven modelnummer toegewezen. Het voorgeschreven modelnummer voor uw product is SNPRC-1103-01.
Bericht aan gebruikers in Korea VCCI (Klasse B) conformiteitverklaring voor gebruikers in Japan Bericht aan gebruikers in Japan over het netsnoer Verklaring geluidsemissie voor Duitsland Verklaring beeldschermwerk voor Duitsland NLWW Wettelijk verplichte informatie 125
Bericht aan gebruikers van het Amerikaanse telefoonnetwerk: FCC-vereisten 126 Bijlage A Technische informatie NLWW
Bericht aan gebruikers van het Canadese telefoonnetwerk Bericht aan gebruikers van het Duitse telefoonnetwerk Verklaring vaste fax Australië NLWW Wettelijk verplichte informatie 127
Bericht voor de Europese Unie Producten met CE-label voldoen aan een of meer van de volgende EU-richtlijnen die mogelijk van toepassing zijn: Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EC, EMC-richtlijn 2004/108/EC, Ecodesign-richtlijn 2009/125/EC, R&TTE-richtlijn 1999/5/EC, RoHS-richtlijn 2011/65/EU. Conformiteit met deze richtlijnen wordt beoordeeld aan de hand van de geldende European Harmonised Standards (Geharmoniseerde Europese Normen).
Conformiteitverklaring NLWW Wettelijk verplichte informatie 129
Wettelijke informatie inzake draadloze producten Dit hoofdstuk bevat de volgende overheidsinformatie met betrekking tot draadloze producten: ● Blootstelling aan straling op radiofrequentie ● Bericht voor gebruikers in Brazilië ● Bericht voor gebruikers in Canada ● Bericht aan gebruikers in Taiwan ● Bericht aan gebruikers in Mexico ● Kennisgeving aan gebruikers in Japan ● Bericht aan gebruikers in Korea Blootstelling aan straling op radiofrequentie Bericht voor gebruikers in Brazilië 130 Bijl
Bericht voor gebruikers in Canada Bericht aan gebruikers in Taiwan NLWW Wettelijk verplichte informatie 131
Bericht aan gebruikers in Mexico Kennisgeving aan gebruikers in Japan Bericht aan gebruikers in Korea Programma voor milieubeheer Hewlett-Packard streeft ernaar om producten van hoge kwaliteit te leveren die op milieuvriendelijke wijze zijn geproduceerd. ● Dit product is ontworpen met het oog op recycling. ● Het aantal materialen is tot een minimum beperkt, zonder dat dit ten koste gaat van de functionaliteit en de betrouwbaarheid.
● Chemische stoffen ● Afvoer van batterijen in Taiwan ● Batterijmelding voor Brazilië ● California Perchloraat materiaalbericht ● Aanwezigheidsverklaring markering van de aan beperkingen onderworpen stoffen (Taiwan) ● The Table of Hazardous Substances/Elements and their Content (China) (tabel van gevaarlijke stoffen/ elementen en hun inhoud) ● Beperking voor gevaarlijke producten (Oekraïne) ● EU-batterijrichtlijn ● Beperking voor gevaarlijke producten (India) ● EPEAT ● Gebruikersinforma
Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen HP streeft ernaar om het milieu te beschermen. Het recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen is in veel landen/regio's beschikbaar. Het programma biedt u de mogelijkheid gebruikte print- en inktcartridges gratis te recyclen. Ga voor meer informatie naar de volgende website: www.hp.
Batterijmelding voor Brazilië California Perchloraat materiaalbericht NLWW Programma voor milieubeheer 135
Aanwezigheidsverklaring markering van de aan beperkingen onderworpen stoffen (Taiwan) 限用物質含有情況標示聲明書 Declaration of the Presence Condition of the Restricted Substances Marking 限用物質及其化學符號 Restricted substances and its chemical symbols 單元 Unit 鉛 汞 鎘 六價鉻 多溴聯苯 多溴二苯醚 Lead Mercury Cadmium (Pb) (Hg) (Cd) Hexavalent chromium Polybrominated biphenyls (Cr+6) (PBB) Polybrominate d diphenyl ethers (PBDE) 0 0 0 0 0 0 電線 (Cables) 0 0 0 0 0 0 印刷電路板 - 0 0 0 0 0 列印引擎(Print Engine) - 0
The Table of Hazardous Substances/Elements and their Content (China) (tabel van gevaarlijke stoffen/elementen en hun inhoud) Beperking voor gevaarlijke producten (Oekraïne) NLWW Programma voor milieubeheer 137
EU-batterijrichtlijn 138 Bijlage A Technische informatie NLWW
Beperking voor gevaarlijke producten (India) EPEAT Gebruikersinformatie China SEPA Ecolabel NLWW Programma voor milieubeheer 139
China energielabel voor printer, fax en kopieermachine 140 Bijlage A Technische informatie NLWW
B Bijkomende faxinstallatie Nadat u alle stappen uit de beknopte gebruikershandleiding hebt uitgevoerd, kunt u met behulp van de instructies in dit gedeelte het installeren van de fax voltooien. Bewaar de beknopte gebruikershandleiding zorgvuldig, zodat u deze in de toekomst kunt raadplegen.
Tabel B-1 Landen/regio's met een parallel telefoonsysteem (vervolg) Indonesië Ierland Japan Korea Latijns-Amerika Maleisië Mexico Filippijnen Polen Portugal Rusland Saoedi-Arabië Singapore Spanje Taiwan Thailand VS Venezuela Vietnam Als u niet zeker weet welk type telefoonsysteem u gebruikt (serieel of parallel), kunt u dat navragen bij uw telefoonmaatschappij.
3. ● ISDN: Een ISDN-systeem (integrated services digital network). ● Abonnement op specifieke belsignalen: Een abonnement op specifieke belsignalen bij uw telefoonmaatschappij biedt meerdere telefoonnummers met verschillende belpatronen. ● Gespreksoproepen: Gespreksoproepen worden ontvangen op hetzelfde telefoonnummer dat u gaat gebruiken voor het ontvangen van faxoproepen met de printer. ● Computermodem voor inbellen: Een computermodem voor inbellen staat op dezelfde telefoonlijn als de printer.
Andere apparatuur of diensten die uw faxlijn delen DSL PBX Abonnemen t op specifieke belsignalen Gespreks oproepen Computermode m voor inbellen Antwoordappar aat Voicemailse rvice Aanbevolen installatiemethode fax Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail Situatie G: Gedeelde faxlijn met computermodem (er komen geen gespreksoproepen binnen) Situatie H: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met computermodem Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat Situatie
De printer instellen met een aparte faxlijn 1. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer. OPMERKING: regio. U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/ Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen.
De printer installeren met een DSL-lijn 1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider. 2. Gebruik het bij de printer geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de open poort op de DSL-filter en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van de printer. OPMERKING: regio.
Situatie D: Fax met een specifiek belsignaal op dezelfde lijn Als u een abonnement hebt op de service voor specifieke belsignalen (via uw telefoonmaatschappij) en u één telefoonlijn wilt gebruiken voor verschillende telefoonnummers waarvan elk een ander belpatroon heeft, stelt u de printer in zoals in dit deel wordt beschreven. Afbeelding B-3 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort.
4. (Optioneel) Zet Hoe vaak overgaan op de laagste instelling (tweemaal overgaan). 5. Voer een faxtest uit. De printer beantwoordt automatisch inkomende oproepen met het belpatroon dat u hebt geselecteerd (de instelling Specifiek belsignaal ) na het aantal belsignalen dat u hebt geselecteerd (de instelling Hoe vaak overgaan ). De printer begint tonen voor het ontvangen van een fax uit te zenden naar het verzendende faxapparaat en ontvangt de fax.
3. 4. ● Als u een parallel telefoonsysteem hebt, verwijdert u de witte plug van de poort met het label 2EXT achter op de printer en sluit u vervolgens een telefoon aan op deze poort. ● Als u een serieel telefoonsysteem gebruikt, moet u de telefoon direct op de printerkabel aansluiten met de seriestekker.
1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort. U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. Instellen van de printer met voicemail 1. Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
Afbeelding B-6 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort. U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. 3 Computer met modem De printer instellen met een computermodem voor inbellen 1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer. 2.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp. De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem Als u een DSL-lijn hebt en die gebruikt om te faxen, volg dan deze aanwijzingen om uw fax te installeren.
De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem 1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider. 2. Gebruik het bij de printer geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken tussen de DSL-filter en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van de printer. OPMERKING: regio.
Afbeelding B-9 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbindt dit met de 1-LINE-poort. 3 Parallelle splitter 4 Computer met modem 5 Telefoon De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten 1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer. 2.
7. ● Als u instelt dat de printer oproepen automatisch moet beantwoorden, beantwoordt het apparaat alle binnenkomende oproepen automatisch en ontvangt het faxberichten automatisch. De printer kan in dit geval geen onderscheid maken tussen fax- en gespreksoproepen. Als u vermoedt dat de oproep een gespreksoproep is, moet u antwoorden voordat de printer de oproep beantwoordt. Stel de printer in op automatisch beantwoorden van binnenkomende oproepen door Automatisch antwoorden in te schakelen.
6 Computer 7 Telefoon OPMERKING: U dient een parallelle splitter aan te schaffen. Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde. Afbeelding B-10 Voorbeeld van een parallelle splitter De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem 1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider.
Afbeelding B-11 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Met het bijgeleverde telefoonsnoer verbindt u de 1-LINE-poort aan de achterzijde van de printer U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. 3 Antwoordapparaat 4 Telefoon (optioneel) De printer instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn met antwoordapparaat 1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer. 2.
6. Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na een klein aantal belsignalen. 7. Wijzig de instelling voor Hoe vaak overgaan op de printer in het maximale aantal dat voor de printer mogelijk is. (Het maximum aantal belsignalen varieert per land/regio.) 8. Voer een faxtest uit. Als de telefoon overgaat, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het ingestelde aantal belsignalen. De door u ingesproken tekst wordt afgespeeld.
Afbeelding B-13 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 "IN"-telefoonpoort op uw computer 3 "OUT"-telefoonpoort op uw computer 4 Telefoon (optioneel) 5 Antwoordapparaat 6 Computer met modem 7 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbindt dit met de 1-LINE-poort. U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten 1.
OPMERKING: Als u geen externe telefoon kunt aansluiten op uw antwoordapparaat, kunt u een parallelle splitter (of verdeelstekker) aanschaffen. Hiermee kunnen zowel het antwoordapparaat als de telefoon op de printer worden aangesloten. Voor deze verbindingen kunt u standaard telefoonsnoeren gebruiken. 6. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. 5 DSL/ADSL-modem 6 Computer 7 Antwoordapparaat 8 Telefoon (optioneel) OPMERKING: U dient een parallelle splitter aan te schaffen. Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde.
Als de telefoon overgaat, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het ingestelde aantal belsignalen. De door u ingesproken tekst wordt afgespeeld. De printer controleert ondertussen de telefoonlijn en "luistert" of er in de oproep ook faxtonen te horen zijn. Indien inkomende faxtonen worden gedetecteerd, geeft de printer tonen voor faxontvangst af en wordt de fax ontvangen. Als er geen faxtonen zijn, stopt de printer met het bewaken van de lijn en kan uw antwoordapparaat een bericht opnemen.
Afbeelding B-16 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio. 3 Computer met modem 4 Telefoon De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten 1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer. 2.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp. Test Faxinstallatie U kunt uw faxinstallatie testen om de status van de printer te controleren en om na te gaan of de instellingen juist zijn om te kunnen faxen. Voer deze test uit nadat u de printer hebt ingesteld voor faxen.
C Fouten (Windows) ● Probleem met inktcartridge ● Klep is open ● Gebruik SETUP-cartridges ● Niet compatibele inktcartridges ● Probleem met printervoorbereiding ● Probleem met de instelling van de cartridges ● Probleem met inktsysteem ● Probleem met de printkop Probleem met inktcartridge De inktcartridge die is geïdentificeerd in het bericht ontbreekt, is beschadigd, niet-compatibel of is in de verkeerde sleuf van de printer geplaatst.
Klep is open Voordat de printer documenten kan afdrukken, moeten alle deuren en kleppen gesloten zijn. TIP: Bij de meeste deuren en kleppen is een klik hoorbaar als ze volledig worden gesloten. Als het probleem blijft bestaan nadat u alle deuren en kleppen goed hebt dichtgedaan, neemt u contact op met HP-ondersteuning. Zie HP-ondersteuning voor meer informatie. Gebruik SETUP-cartridges Bij de eerste installatie van de printer moet u de cartridges installeren die in de doos met de printer zitten.
Probleem met de printkop Er is een probleem met de printkop. Zet de printer uit en vervolgens weer aan. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met HP-ondersteuning voor hulp. Zie HPondersteuning voor meer informatie.
Index A aansluitingen, locatie 5 achterpaneel illustratie 5 ADSL, fax configureren met parallelle telefoonsystemen 145 afdrukken details laatste fax 61 diagnosepagina 112 faxen 48 faxen vanuit het geheugen 48 faxlogs 60 faxrapporten 59 problemen oplossen 110 afdrukkwaliteit vlekken verwijderen 116 antwoordapparaat configuratie met fax en modem 158 installatie met fax (parallelle telefoonsystemen) 156 opgenomen faxtonen 107 automatisch fax verkleinen 49 C cartridges 69 clear (wissen) faxlogboeken 60 compute
DSL, configureren (parallelle telefoonsystemen) 145 foutcorrectiemodus 46 foutrapporten 60 gedeelde telefoonlijninstallatie (parallelle telefoonsystemen) 148 handmatig ontvangen 47 handsfree kiezen 44 installatie specifiek belsignaal (parallelle telefoonsystemen) 147 installatie test 164 instellingen wijzigen 54 kiessysteem, instellen 56 kiestoontest, mislukt 102 kopschrift 54 lijnconditietest, mislukt 103 lijn voor gesprekken en modem, gedeeld met (parallelle telefoonsystemen) 153 modem, gedeeld met (paral
installeren voicemail (parallelle telefoonsystemen) 149 instellen antwoordapparaat en modem (parallelle telefoonsystemen) 158 computermodem en antwoordapparaat (parallelle telefoonsystemen) 158 instellen, opties opnieuw kiezen 56 instellingen faxscenario's 142 netwerk 75 snelheid, fax 57 Instellingen volume, fax 57 Instellingen-knop 7 Internet Protocol (internetprotocol) fax, gebruiken 58 IP-adres printer opsporen 81 IP-instellingen 75 ISDN-lijn, configureren met fax parallelle telefoonsystemen 146 J juiste
printerbedieningspaneel faxen verzenden 43 printersoftware (Windows) openen 20, 79 over 79 printkop 116 schoonmaken 116 printkop, uitlijnen 116 printkop uitlijnen 116 problemen met de papieraanvoer, problemen oplossen 88 problemen oplossen afdrukken 110 antwoordapparaten 107 Fax 98 faxen ontvangen 104, 106 faxen verzenden 104, 107 faxhardwaretest is mislukt 99 faxkiestoontest mislukt 102 faxlijntest is mislukt 103 faxtests 99 geïntegreerde webserver (EWS) 81 hulp van het bedieningspaneel 111 meerdere vellen
V verbindingssnelheid, instellen 75 verkleinen van fax 49 verzenden, faxen handsfree kiezen 45 voeding problemen oplossen 110 voicemail installatie met fax en computermodem (parallelle telefoonsystemen) 162 installeren met fax (parallelle telefoonsystemen) 149 volume faxgeluiden 57 voorgeschreven modelnummer 124 W wagen storingen met de wagen oplossen 88 Webscan 36 websites milieuprogramma's 132 toegankelijkheidsinformatie 2 weergeven netwerkinstelllingen 75 wettelijke informatie 130 wettelijk verplichte in