Referentiehandleiding
© Copyright 2014 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar en wordt door Hewlett-Packard Company onder licentie gebruikt. Microsoft en Windows zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten.
Kennisgeving aangaande de veiligheid WAARSCHUWING! Werk niet met de computer op uw schoot en blokkeer de ventilatieopeningen van de computer niet, om de kans op letsel door hitte of oververhitting van de computer te beperken. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal, zoals een ernaast staande printer, of een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, een dik kleed of kleding).
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Inhoudsopgave 1 Inleiding ............................................................................................................................................................. 1 Informatie zoeken ................................................................................................................................. 2 2 Vertrouwd raken met de computer .................................................................................................................... 4 Rechterkant ...........
Schuiven ........................................................................................................... 21 Knijpen met twee vingers om te zoomen .......................................................... 22 Tikken met twee vingers ................................................................................... 23 Toetsenbord gebruiken ...................................................................................................................... 23 Sneltoetsen in Windows gebruiken ....
Accu plaatsen ................................................................................... 37 Accu verwijderen .............................................................................. 38 Accuvoeding besparen ...................................................................................... 38 Door de gebruiker vervangbare accu bewaren ................................................. 39 Door de gebruiker vervangbare accu afvoeren .................................................
Beheerderswachtwoord in Computer Setup* invoeren ..................................... 55 Antivirussoftware gebruiken ............................................................................................................... 55 Firewallsoftware gebruiken ................................................................................................................. 55 Essentiële beveiligingsupdates installeren .........................................................................................
13 Ondersteuning .............................................................................................................................................. 72 Contact opnemen met de ondersteuning ........................................................................................... 72 Labels ................................................................................................................................................. 73 14 Specificaties ............................................
x
1 Inleiding Nadat u de computer gebruiksklaar heeft gemaakt en heeft geregistreerd, voert u de volgende stappen uit: ● Maak verbinding met internet: configureer een bekabeld of draadloos netwerk waarmee u verbinding kunt maken met internet. Zie Verbinding maken met een netwerk op pagina 14 voor meer informatie. ● Uw antivirussoftware bijwerken: bescherm uw computer tegen schade door virussen. De software is vooraf geïnstalleerd op de computer.
Informatie zoeken U heeft Installatie-instructies al gebruikt om de computer in te schakelen en deze handleiding op te zoeken. Gebruik de volgende tabel voor informatiebronnen met productinformatie, instructies en meer.
Hulpmiddelen Informatie – of – Ga naar http://www.hp.com/go/orderdocuments. *De specifiek toegekende HP beperkte garantie die van toepassing is op uw product, kunt u vinden in de elektronische handleidingen op de computer en/of op de cd/dvd die is meegeleverd in de doos. In sommige landen of regio's wordt door HP een gedrukte versie van de HP beperkte garantie meegeleverd in de doos. Voor sommige landen of regio's waar de garantie niet in drukvorm wordt verstrekt, kunt u een gedrukt exemplaar aanvragen.
2 Vertrouwd raken met de computer Rechterkant Onderdeel (1) (2) Beschrijving Aan-uitlampje Lampje van de vaste schijf ● Aan: de computer is ingeschakeld. ● Knipperend: de computer staat in de slaapstand, een energiebesparingsmodus. Het beeldscherm en andere niet-benodigde onderdelen worden uitgeschakeld. ● Uit: de computer is uitgeschakeld of staat in de sluimerstand. De sluimerstand is een energiebesparingsmodus waarin zo min mogelijk energie wordt verbruikt.
Onderdeel Beschrijving OPMERKING: Zorg dat de apparaatkabel een connector met vier pinnen heeft die zowel audio-uit (hoofdtelefoon) als audio-in (microfoon) ondersteunt. (4) USB 2.0-poort Hiermee kunt u een optioneel USB-apparaat aansluiten, zoals een toetsenbord, muis, externe schijf, printer, scanner of USB-hub. OPMERKING: Zie USB-apparaat gebruiken op pagina 43 voor informatie over de verschillende typen USB-poorten.
Onderdeel Beschrijving OPMERKING: De ventilator van de computer start automatisch om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat wanneer u de computer gebruikt. (4) Poort voor externe monitor Hierop kunt u een optionele VGA-monitor of projector aansluiten.
Onderdeel Beschrijving (2) Webcamlampje Aan: de webcam is in gebruik. (3) Webcam (alleen bepaalde modellen) Hiermee kunt u videobeelden vastleggen en foto's maken. Op sommige modellen kunt u met streaming video videovergaderen en online chatten. Open HP Support Assistant voor informatie over het gebruik van de webcam. Om HP Support Assistant te openen vanuit het startscherm, selecteert u de app HP Support Assistant.
Lampjes Onderdeel (1) (2) (3) Beschrijving Aan-uitlampje Lampje Geluid uit Lampje voor draadloze communicatie ● Aan: De computer is ingeschakeld. ● Knipperend: de computer staat in de slaapstand, een energiebesparingsmodus. Het beeldscherm en andere niet-benodigde onderdelen worden uitgeschakeld. ● Uit: de computer is uitgeschakeld of staat in de sluimerstand. De sluimerstand is een energiebesparingsmodus waarin zo min mogelijk energie wordt verbruikt.
Onderdeel Beschrijving ● (6) Caps Lock-lampje Uit: het touchpad is ingeschakeld. Aan: Caps Lock is ingeschakeld. Met het toetsenbord kunt u nu alleen hoofdletters typen.
Knoppen, luidsprekers en vingerafdruklezer (alleen bepaalde modellen) Onderdeel (1) Beschrijving Aan-uitknop ● Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aanuitknop om de computer in te schakelen. ● Als de computer is ingeschakeld, drukt u kort op de aan-uitknop om de slaapstand te activeren. ● Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de aan-uitknop om de slaapstand te beëindigen.
Toetsen Onderdeel Beschrijving (1) Esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om systeeminformatie weer te geven. (2) fn-toets Druk op deze toets in combinatie met een functietoets, de num lock-toets of de esc-toets of de b-toets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. (3) Windows-knop Hiermee geeft u het menu Start van Windows weer. (4) Functietoetsen Druk op een van deze toetsen in combinatie met de fn-toets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren.
Onderkant Onderdeel 12 Beschrijving (1) Ontgrendeling voor het afdekplaatje van de accu en vergrendeling Hiermee ontgrendelt u de accu uit de accuruimte. (2) Accuruimte Hierin bevindt zich de accu. (3) Toetsenbordschroef Hiermee kunt u het toetsenbord verwijderen. (4) Geheugenpaneel Hiermee krijgt u toegang tot de schroef voor het toetsenbord, de geheugenmoduleslots en de optischeschijfeenheid. (5) Ventilatieopeningen (4) Deze openingen zorgen voor luchtkoeling van de interne onderdelen.
Onderdeel Beschrijving OPMERKING: De ventilator van de computer start automatisch om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat wanneer u de computer gebruikt. (6) Luidsprekers (2) Hier wordt het geluid van de computer geproduceerd. (7) Onderpaneel Biedt toegang tot de vasteschijfruimte, het slot voor de draadloze LAN (WLAN)-module en de geheugenmoduleslots.
3 Verbinding maken met een netwerk U kunt de computer overal mee naar toe nemen. Maar ook thuis kunt u met de computer en een bekabelde of draadloze netwerkverbinding de wereld verkennen en u toegang verschaffen tot miljoenen websites. In dit hoofdstuk vindt u informatie over hoe u zich met die wereld in verbinding kunt stellen. Verbinding maken met een draadloos netwerk Met technologie voor draadloze communicatie worden gegevens niet via kabels maar via radiogolven doorgegeven.
Omdat alle apparaten voor draadloze communicatie standaard zijn ingeschakeld, kunt u de knop voor draadloze communicatie gebruiken om alle apparatuur voor draadloze communicatie tegelijk in of uit te schakelen. Voorzieningen van het besturingssysteem gebruiken Met het Netwerkcentrum kunt u een verbinding of netwerk tot stand brengen, verbinding maken met een netwerk en netwerkproblemen diagnosticeren en verhelpen. U gebruikt de bedieningselementen van het besturingssysteem als volgt: 1.
WLAN configureren Om een WLAN-verbinding in te stellen en verbinding te maken met internet, heeft u de volgende apparatuur nodig: ● een breedbandmodem (DSL- of kabelmodem) (1) en een abonnement voor internet met hoge snelheid via een internetprovider; ● een (afzonderlijk aan te schaffen) draadloze router (2); ● een computer met voorzieningen voor draadloze communicatie (3). OPMERKING: Sommige modems hebben een ingebouwde draadloze router. Vraag bij uw internetprovider na wat voor type modem u heeft.
software- als hardwarematige firewalls beschikbaar. Sommige netwerken gebruiken een combinatie van beide typen. ● Gebruik versleuteling voor draadloze communicatie. Codering voor draadloze communicatie maakt gebruik van beveiligingsinstellingen om gegevens die via het netwerk worden verzonden, te versleutelen en ontsleutelen. Open HP Support Assistant voor meer informatie. Om HP Support Assistant te openen vanuit het startscherm, selecteert u de app HP Support Assistant.
Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken Een Bluetooth-apparaat biedt draadloze communicatie binnen een klein bereik, ter vervanging van fysieke kabelverbindingen waarmee elektronische apparaten, zoals de volgende, vroeger werden aangesloten: ● Computers (desktopcomputer, notebookcomputer, PDA) ● Telefoons (mobiele telefoon, draadloze telefoon, smartphone) ● Weergaveapparaten (printer, camera) ● Audioapparaten (headset, luidsprekers) ● Muis Bluetooth-apparaten maken peer-to-peer-c
2. Sluit het andere uiteinde van de netwerkkabel aan op een netwerkaansluiting in de wand (2) of op een router. OPMERKING: Als de netwerkkabel een ruisonderdrukkingscircuit (3) bevat (dat voorkomt dat de ontvangst van tv- en radiosignalen wordt gestoord), sluit u de kabel op de computer aan met het uiteinde waar zich het ruisonderdrukkingscircuit bevindt.
4 Navigeren met het toetsenbord, aanraakbewegingen en aanwijsapparaten Op de computer kunt u niet alleen gebruikmaken van het toetsenbord en de muis, maar ook op het scherm navigeren met aanraakbewegingen (alleen bepaalde modellen). Aanraakbewegingen kunnen op het touchpad van uw computer of op een touchscreen gebruikt worden (alleen bepaalde modellen). Bepaalde computermodellen hebben speciale actietoetsen of sneltoetsfuncties op het toetsenbord waarmee u veelvoorkomende taken kunt uitvoeren.
Touchpad uit- of inschakelen Om het touchpad uit of in te schakelen, tikt u twee keer snel achtereen op de aan-uitknop van het touchpad. Tikken Om een selectie te maken op het scherm, gebruikt u de tikfunctie op het touchpad. ● Tik met één vinger in het touchpadgebied om een keuze te maken. Dubbeltik op een onderdeel om het te openen. Schuiven Schuiven kan worden gebruikt om op een pagina of in een afbeelding omhoog, omlaag of opzij te bewegen.
Knijpen met twee vingers om te zoomen Door te knijpen met twee vingers kunt u afbeeldingen of tekst in- en uitzoomen. 22 ● Zoom in door twee vingers bij elkaar te houden op het touchpadgebied en ze daarna van elkaar af te bewegen. ● Zoom uit door twee vingers uit elkaar te houden op het touchpadgebied en ze daarna naar elkaar toe te bewegen.
Tikken met twee vingers Door met twee vingers te tikken kunt u menuselecties maken voor een object op het scherm. OPMERKING: Het tikken met twee vingers heeft dezelfde functies als het rechtsklikken met de muis. ● Plaats twee vingers op het touchpad-gebied en druk op het menu opties voor het geselecteerde object. Toetsenbord gebruiken Met het toetsenbord en de muis kunt u typen en dezelfde functies uitvoeren als bij het gebruik van aanraakbewegingen.
Sneltoetsen herkennen Een sneltoets is een combinatie van de fn-toets (2) en de esc-toets (1). Met fn+esc kunt u systeeminformatie weergeven. Actietoetsen gebruiken Met een actietoets voert u de aan de toets toegewezen functie uit. Het pictogram op elk van de toetsen f1 tot en met f4 en f6 tot en met f12 geeft de toegewezen functie voor die toets aan. Om de functie van een actietoets uit te voeren, houdt u de toets ingedrukt.
Pictogra m Toets Beschrijving tussen weergave op het computerbeeldscherm, weergave op de monitor en gelijktijdige weergave op de computer en de monitor. De meeste externe monitors maken gebruik van de externe-VGA-videostandaard om videogegevens op de computer te ontvangen. De sneltoets f4 kan ook schakelen tussen andere apparaten die beeldgegevens op de computer ontvangen. f6 Hiermee schakelt u de geluidsweergave uit (en weer in).
Optioneel extern numeriek toetsenblok gebruiken Bij de meeste externe numerieke toetsenblokken is de werking van de toetsen afhankelijk van het wel of niet zijn ingeschakeld van Num Lock. (num lock is standaard uitgeschakeld.) Bijvoorbeeld: ● Wanneer num lock is ingeschakeld, kunt u met de meeste toetsenbloktoetsen cijfers typen. ● Wanneer num lock is uitgeschakeld, werken de meeste toetsenbloktoetsen als pijltoetsen, page up-toets of page down-toets.
5 Multimedia De computer beschikt mogelijk over het volgende: ● Geïntegreerde luidspreker(s) ● Geïntegreerde microfoon(s) ● Geïntegreerde webcam ● Vooraf geïnstalleerde multimediasoftware ● Multimediaknoppen of -toetsen Besturingselementen voor het afspelen van media gebruiken Afhankelijk van uw computermodel beschikt u mogelijk over de volgende bedieningselementen voor het afspelen van media waarmee u een mediabestand kunt afspelen, pauzeren, vooruit spoelen of terugspoelen: ● Mediaknoppen ●
WAARSCHUWING! Zet het geluidsvolume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging. Zie Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor meer informatie over veiligheid. Om deze handleiding te openen, typt u in het startscherm ondersteuning en vervolgens de app HP Support Assistant. OPMERKING: U kunt het geluidsvolume ook aanpassen via het besturingssysteem en via bepaalde programma's.
Webcam (alleen bepaalde modellen) Sommige computers bevatten een geïntegreerde webcam. In combinatie met de vooraf geïnstalleerde software kunt u de webcam gebruiken om een foto te maken of een video op te nemen. U kunt de gemaakte foto of video-opname weergeven en op de vaste schijf van de computer opslaan. Met de webcamsoftware kunt u experimenteren met de volgende voorzieningen: ● videobeelden vastleggen en delen; ● video streamen met software voor expresberichten; ● foto's maken.
VGA De externe-monitorpoort of VGA-poort is een analoge weergave-interface waarmee u een extern VGA-weergaveapparaat aansluit op de computer, zoals een externe VGA-monitor of VGA-projector. 1. Sluit de VGA-kabel van de monitor of projector zoals aangeduid aan op de VGA-poort op de computer. 2. Druk op f4 om te schakelen tussen 4 weergavetoestanden: ● Alleen computerscherm: hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het beeldscherm van de computer.
1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-poort van de computer. 2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op het videoapparaat. 3. Druk op f4 om te schakelen tussen 4 weergavetoestanden: ● Alleen computerscherm: Hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het beeldscherm van de computer. ● Dupliceren: Hiermee wordt het beeld gelijktijdig weergegeven op zowel de computer als het externe apparaat.
32 1. Klik op het Windows-bureaublad met de rechtermuisknop op het pictogram Luidsprekers in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. Klik vervolgens op Afspeelapparaten. 2. Klik op het tabblad Afspelen op Luidsprekers. 3. Klik op Als standaard instellen en daarna op OK.
6 Energiebeheer OPMERKING: Een computer kan een aan-uitknop of een aan-uitschakelaar hebben. De term aanuitknop wordt in deze gehele handleiding gebruikt om te verwijzen naar de aan-uitknop en aan/uitschakelaar. Computer uitschakelen VOORZICHTIG: Wanneer u de computer uitschakelt, gaat alle informatie verloren die u niet hebt opgeslagen. Met de opdracht Afsluiten worden alle geopende programma's gesloten, inclusief het besturingssysteem, en worden vervolgens het beeldscherm en de computer uitgeschakeld.
Opties voor energiebeheer instellen Standen voor energiebesparing gebruiken De slaapstand staat standaard ingeschakeld. Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, knipperen de aan-uitlampjes en wordt het scherm leeggemaakt. Uw werk wordt in het geheugen opgeslagen. VOORZICHTIG: Activeer de slaapstand niet terwijl er wordt gelezen van of geschreven naar een schijf of een externe geheugenkaart.
● Wijs op het Windows-bureaublad op het pictogram van de energiemeter om de acculading en het huidige energiebeheerschema weer te geven. ● Klik op het pictogram van de energiemeter en selecteer een onderdeel in de lijst om toegang te krijgen tot Energiebeheer of om het energiebeheerschema te wijzigen. U kunt ook energiebeheer in het startscherm typen en vervolgens Energiebeheer selecteren. Aan de verschillende pictogrammen kunt u zien of de computer op accuvoeding of op externe netvoeding werkt.
● Hulpprogramma Accucontrole voor het testen van de accuprestaties; ● Informatie over kalibreren, energiebeheer en de juiste manier om een accu te hanteren en op te slaan om de levensduur van de accu te maximaliseren; ● Informatie over soorten accu's, specificaties, levensduur en capaciteit U krijgt als volgt toegang tot de informatie over accu's: ▲ Om accu-informatie te openen, selecteert u de HP Support Assistant app op het startscherm, en vervolgens Accuprestaties.
Lage acculading herkennen Als een accu de enige voedingsbron van de computer is, een laag of kritiek laag niveau bereikt, gebeurt het volgende: ● Het acculampje (alleen bepaalde modellen) geeft een laag of kritiek laag niveau van de acculading aan. – of – ● Het energiemeterpictogram in het systeemvak geeft een lage of kritiek lage acculading aan. OPMERKING: Zie Energiemeter en instellingen voor energiebeheer gebruiken op pagina 34 voor meer informatie over de energiemeter.
2. Plaats de accu (1) in de accuruimte totdat de accu op zijn plaats zit. De accu-ontgrendeling (2) vergrendelt de accu automatisch. Schuif de accuvergrendeling (3) naar buiten om de accu goed te vergrendelen. Accu verwijderen U verwijdert de accu als volgt: VOORZICHTIG: bij het verwijderen van een accu die de enige beschikbare voedingsbron voor de computer vormt, kunnen er gegevens verloren gaan. Sla uw werk op en schakel de computer uit via Windows voordat u de accu verwijdert.
● Zet alle optionele externe geheugenkaarten die u niet gebruikt stop, schakel ze uit of verwijder ze. ● Verlaag de helderheid van het beeldscherm. ● Activeer de slaapstand of sluit de computer af zodra u stopt met werken. Door de gebruiker vervangbare accu bewaren VOORZICHTIG: Stel een accu niet gedurende langere tijd bloot aan hoge temperaturen om beschadiging van de accu te voorkomen.
● Wanneer u informatie schrijft naar een cd, dvd of bd (alleen bepaalde modellen); ● Wanneer u Schijfdefragmentatie uitvoert; ● Wanneer u een back-up of hersteltaak uitvoert. Als u de computer aansluit op een externe netvoedingsbron, gebeurt het volgende: ● De accu wordt opgeladen. ● Als de computer is ingeschakeld, verandert het energiemeterpictogram in de taakbalk van vorm.
Netvoedingsadapter testen Test de netvoedingsadapter als de computer een van de volgende symptomen vertoont nadat deze is aangesloten op de netvoeding: ● De computer wordt niet ingeschakeld. ● Het display wordt niet ingeschakeld. ● De aan-uitlampjes zijn uit. U test de netvoedingsadapter als volgt: OPMERKING: De volgende instructies gelden voor computers met een door de gebruiker vervangbare accu. 1. Zet de computer uit. 2. Verwijder de accu uit de computer. 3.
7 Externe kaarten en apparaten Geheugenkaartlezers gebruiken Met optionele digitale kaarten kunt u gegevens veilig opslaan en gemakkelijk uitwisselen. Deze kaarten worden vaak gebruikt om gegevens uit te wisselen tussen computers of tussen een computer en apparatuur met digitale media, zoals camera's en PDA's. Zie Vertrouwd raken met de computer op pagina 4 voor meer informatie over de types geheugenkaarten die worden ondersteund op de computer.
Digitale kaart verwijderen VOORZICHTIG: Gebruik de volgende procedure voor het veilig verwijderen van de digitale kaart, om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt. 1. Sla uw gegevens op en sluit alle applicaties die gebruikmaken van de digitale kaart. 2. Klik op het pictogram voor het verwijderen van hardware in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. Volg daarna de instructies op het scherm. 3. Druk op de kaart (1) en verwijder deze vervolgens uit het slot (2).
USB-apparaat aansluiten VOORZICHTIG: Oefen zo min mogelijk kracht uit bij het aansluiten van het apparaat om beschadiging van een USB-connector te voorkomen. ▲ Sluit de USB-kabel voor het apparaat aan op de USB-poort. OPMERKING: Uw computer kan er iets anders uitzien dan de afgebeelde computer. Wanneer het apparaat is gedetecteerd, geeft het systeem dit aan met een geluidssignaal.
Optionele externe apparaten gebruiken OPMERKING: Raadpleeg de instructies van de fabrikant voor informatie over benodigde software, stuurprogramma's en de te gebruiken poort op de computer. U sluit als volgt een extern apparaat aan op de computer: VOORZICHTIG: Als u een apparaat met eigen netvoedingsaansluiting aansluit, kunt u het risico van schade aan de apparatuur beperken door ervoor te zorgen dat het apparaat is uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is gehaald. 1.
8 Schijfeenheden Schijfeenheden hanteren VOORZICHTIG: Schijfeenheden zijn kwetsbare computeronderdelen, die voorzichtig moeten worden behandeld. Lees de volgende waarschuwingen voordat u schijfeenheden hanteert. Waarschuwingen die betrekking hebben op specifieke procedures, worden vermeld bij de desbetreffende procedures.
Als u niet weet of de computer is uitgeschakeld, zet u de computer aan door op de aan-uitknop te drukken. Sluit de computer vervolgens af via het besturingssysteem. Onderhoudsklep verwijderen of vervangen Onderpaneel verwijderen Verwijder het onderpaneel om toegang te krijgen tot de vaste schijf en andere componenten. 1. Verwijder de accu (zie Accu plaatsen of verwijderen op pagina 37). 2.
3. Plaats de schroef (3) en draai deze vast. 4. Plaats de accu (zie Accu plaatsen of verwijderen op pagina 37). Vaste schijf vervangen of upgraden VOORZICHTIG: neem de volgende richtlijnen in acht om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het systeem vastloopt: Sluit de computer af voordat u de vaste schijf uit de vaste-schijfruimte verwijdert. Verwijder de vaste schijf niet wanneer de computer aanstaat of in de slaapstand of de sluimerstand staat.
5. Wanneer de accuruimte van u af wijst, verwijdert u de schroef (1), kantelt u het onderpaneel omhoog (2) en tilt u het (3) op. 6. Til de connector (1) op om de vaste schijf los te koppelen. Trek aan het lipje om de kabel van de vaste schijf los te maken (2) en til de vaste schijf uit de vasteschijfruimte (3).
Vaste schijf plaatsen OPMERKING: Uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer. U installeert een vaste schijf als volgt: 1. Plaats de vaste schijf in de vasteschijfruimte (1) en trek aan het plastic lipje (2) om de kabel van de vaste schijf opnieuw aan te sluiten. Druk vervolgens de connector naar beneden om de vaste schijf (3) opnieuw aan te sluiten. 2. Plaats het onderpaneel terug (zie Onderhoudsklep verwijderen of vervangen op pagina 47). 3.
HP adviseert u om de vaste schijf minstens één keer per maand te defragmenteren. U kunt instellen dat Schijfdefragmentatie maandelijks wordt uitgevoerd, maar u kunt ook op elk gewenst moment Schijfdefragmentatie handmatig starten. U gebruikt Schijfdefragmentatie als volgt: 1. Sluit de computer aan op een netvoedingsbron. 2. Typ schijf op het startscherm. 3. Klik op Optimaliseren. OPMERKING: Windows bevat de functie Gebruikersaccountbeheer om de beveiliging van de computer te verbeteren.
9 Beveiliging Computer beveiligen Standaardbeveiligingsvoorzieningen van het Windows-besturingssysteem en de onafhankelijk van Windows draaiende Computer Setup kunnen uw persoonlijke instellingen en gegevens tegen diverse risico's beschermen. OPMERKING: Van beveiligingsfuncties moet op de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Dergelijke maatregelen kunnen echter niet altijd voorkomen dat een product verkeerd wordt gebruikt of gestolen.
Wachtwoorden gebruiken Een wachtwoord is een groep tekens die u kiest om uw computergegevens te beveiligen. U kunt verschillende typen wachtwoorden instellen, afhankelijk van de manier waarop u de toegang tot uw informatie wilt regelen. Wachtwoorden kunnen worden ingesteld in Windows of in de onafhankelijk van Windows draaiende Computer Setup die vooraf is geïnstalleerd op de computer. ● Beheerderswachtwoorden worden ingesteld in Computer Setup en beheerd door het systeemBIOS.
Beheerderswachtwoord in Computer Setup* beheren U kunt dit wachtwoord als volgt instellen, wijzigen of verwijderen: Een nieuw beheerderswachtwoord instellen 1. Schakel de computer in of start deze opnieuw op en druk op esc wanneer Press the ESC key for Startup Menu (Druk op Esc voor het startmenu) onder in het scherm verschijnt. 2. Druk op f10 om naar Computer Setup (Computerinstellingen) te gaan. 3.
Beheerderswachtwoord verwijderen 1. Schakel de computer in of start deze opnieuw op en druk op esc wanneer Press the ESC key for Startup Menu (Druk op Esc voor het startmenu) onder in het scherm verschijnt. 2. Druk op f10 om naar Computer Setup te gaan. 3. Selecteer met de pijltoetsen Security (Beveiliging) > Administrator Password (Beheerderswachtwoord) en druk vervolgens op enter. 4. Typ uw huidige wachtwoord wanneer hierom wordt gevraagd en druk op enter. 5.
U kunt twee soorten firewalls in overweging nemen: ● Hostgebaseerde firewallsoftware die alleen de computer beschermt waarop deze is geïnstalleerd; ● Netwerkgebaseerde firewalls die tussen de ADSL- of kabelmodem en uw thuisnetwerk worden geïnstalleerd om alle computers in het netwerk te beschermen.
De vingerafdruklezer gebruiken (alleen bepaalde modellen) Op bepaalde computermodellen zijn geïntegreerde vingerafdruklezers beschikbaar. Om de vingerafdruklezer te gebruiken, moet op de computer een gebruikersaccount en een wachtwoord worden ingesteld. Vervolgens registreert u met de HP SimplePass software een of meer vingerafdrukken.
Vingerafdrukken vastleggen U legt als volgt een of meer vingerafdrukken vast met HP SimplePass: 1. Schuif een vinger over de vingerafdruksensor om HP SimplePass te starten. – of – Typ simple op het startscherm en selecteer HP SimplePass. 2. Als het HP SimplePass welkomstscherm wordt weergegeven, klikt u op Aan de slag. 3. HP SimplePass vraagt u met uw rechterwijsvinger over de sensor te vegen. 4. Veeg 3 keer met uw vinger om de registratie te voltooien.
10 Onderhoud Geheugenmodules toevoegen of vervangen De computer heeft één geheugenmodulecompartiment. U kunt de capaciteit van de computer vergroten door een geheugenmodule in het beschikbare slot voor geheugenuitbreidingsmodules te plaatsen of door een upgrade van de bestaande geheugenmodule in het slot voor de primaire geheugenmodule uit te voeren. OPMERKING: Voordat u een geheugenmodule toevoegt of vervangt, controleert u of de computer de meest recente BIOS-versie bevat.
b. Pak de geheugenmodule aan de rand vast (2) en trek de module voorzichtig uit het geheugenmoduleslot. VOORZICHTIG: Houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, om schade aan de module te voorkomen. Raak de onderdelen van de geheugenmodule niet aan. Bewaar verwijderde geheugenmodules in een antistatische verpakking om de module te beschermen. 6. Plaats als volgt een nieuwe geheugenmodule: VOORZICHTIG: Houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, om schade aan de module te voorkomen.
c. Druk de geheugenmodule (3) voorzichtig naar beneden en oefen daarbij druk uit op zowel de linker- als de rechterkant van de geheugenmodule, totdat de borgklemmetjes vastklikken. VOORZICHTIG: Zorg dat u de geheugenmodule niet buigt om schade aan de geheugenmodule te voorkomen. 7. Plaats het onderpaneel terug (zie Onderpaneel terugplaatsen op pagina 47). 8. Plaats de accu (zie Accu plaatsen op pagina 37). 9. Sluit de netvoeding en externe apparaten aan op de computer. 10. Schakel de computer in.
VOORZICHTIG: Gebruik geen schoonmaakmiddelen die permanente schade aan uw computer kunnen veroorzaken. U kunt een bepaald schoonmaakmiddel pas gebruiken als u zeker weet dat het geen alcohol, aceton, ammoniumchloride, methyleenchloride of koolwaterstoffen bevat. Materiaal met vezels, zoals papieren doekjes, kunnen de computer bekrassen. In de loop van de tijd kunnen er vuildeeltjes en reinigingsmiddelen in de krassen achterblijven.
Programma's en stuurprogramma's bijwerken U wordt aangeraden regelmatig een update uit te voeren van uw programma's en stuurprogramma's. Ga naar http://www.hp.com/support om de recentste versies te downloaden. U kunt zich ook aanmelden voor het ontvangen van automatische updateberichten wanneer nieuwe updates beschikbaar komen.
11 Back-ups maken, herstellen en terugzetten De volgende processen komen in dit hoofdstuk aan bod: ● Herstelmedia en back-ups maken ● Het systeem herstellen Herstelmedia en back-ups maken 1. Maak HP Recovery-media als u de computer hebt ingesteld. Met deze stap maakt u een backup van de HP Recovery-partitie op de computer. De back-up kan worden gebruikt om het oorspronkelijke besturingssysteem opnieuw te installeren wanneer de harde schijf is beschadigd of vervangen.
● Om herstelschijven te maken, moet uw computer beschikken over een vaste schijf met de mogelijkheid dvd's te schrijven, en dient u uitsluitend lege dvd-r, dvd+r, dvd-r dl of dvd+r dlschijven te gebruiken. Gebruik geen lees/schrijf-schijven zoals cd±rw, dvd±rw, dubbellaags dvd ±rw of bd-re (herschrijfbare Blu-ray-schijven); deze zijn niet compatibel met de HP Recovery Manager software. U kunt echter ook een lege USB-flashdrive van hoge kwaliteit gebruiken.
de kopie blijven beschikbaar voor installatie via de optie Stuurprogramma's en toepassingen opnieuw installeren in HP Recovery Manager. Zie Herstellen met HP Recovery Manager op pagina 66 voor meer informatie. ● Als de originele partitionering en inhoud van de computer wilt herstellen, kunt u kiezen voor de optie Systeemherstel van de HP herstelpartitie (alleen bepaalde modellen) of de eerder gemaakte HP herstelmedia gebruiken. Zie Herstellen met HP Recovery Manager op pagina 66 voor meer informatie.
● Voor de optie Fabrieksinstellingen herstellen, moet u HP herstelmedia gebruiken. Als u nog geen herstelmedia hebt gemaakt, zie HP Herstelmedia maken op pagina 64. ● Als de HP herstelmedia niet werkt, kunt u herstelmedia voor uw systeem aanvragen bij Ondersteuning. Raadpleeg het boekje Telefoonnummers voor wereldwijde ondersteuning dat bij de computer is geleverd. U kunt ook contactgegevens vinden op de website van HP. Ga naar http://www.hp.
3. Selecteer de optische schijf of de USB-flashdrive waar u vanaf wilt opstarten. 4. Volg de instructies op het scherm. HP herstelpartitie verwijderen (alleen bepaalde modellen) Met HP Recovery Manager-software kunt u de HP Recovery-partitie verwijderen om schijfruimte vrij te maken. BELANGRIJK: Nadat u de HP herstelpartitie hebt verwijderd, kunt u geen gebruik meer maken van de optie Vernieuwen of de optie om alles te verwijderen en Windows opnieuw te installeren.
12 Setup Utility (BIOS) en HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken Setup Utility, ook wel Basic Input/Output System (BIOS) genoemd, regelt de communicatie tussen alle invoer- en uitvoerapparaten in het systeem (zoals schijfeenheden, het beeldscherm, het toetsenbord, de muis en de printer). Setup Utility (BIOS) bevat instellingen voor de soorten apparaten die zijn geïnstalleerd, voor de opstartvolgorde van de computer en voor de hoeveelheid systeemgeheugen en uitbreidingsgeheugen.
BIOS-update downloaden VOORZICHTIG: Om het risico van schade aan de computer of een mislukte installatie te beperken, downloadt en installeert u een BIOS-update alleen terwijl de computer met de netvoedingsadapter is aangesloten op een betrouwbare externe voedingsbron. Download of installeer een BIOS-update niet wanneer de computer op accuvoeding werkt of wanneer de computer is aangesloten op een optioneel dockingapparaat of een optionele voedingsbron.
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) gebruiken HP PC Hardware Diagnostics is een Unified Extensible Firmware Interface (UEFI) waarmee u diagnostische tests kunt uitvoeren om te bepalen of de computerhardware goed werkt. Het hulpprogramma wordt buiten het besturingssysteem uitgevoerd om hardwareproblemen te kunnen isoleren van problemen die worden veroorzaakt door het besturingssysteem of andere softwarecomponenten. U kunt HP PC Hardware Diagnostics UEFI als volgt starten: 1.
13 Ondersteuning Contact opnemen met de ondersteuning Als de informatie in deze gebruikershandleiding of in HP Support Assistant geen uitsluitsel geeft over uw vragen, kunt u contact opnemen met de ondersteuning. Voor ondersteuning in de VS gaat u naar http://www.hp.com/go/contactHP. Voor wereldwijde ondersteuning gaat u naar http://welcome.hp.com/country/us/en/wwcontact_us.html.
Labels De labels die zijn aangebracht op de computer, bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u problemen met het systeem probeert op te lossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt. BELANGRIJK: Alle labels die in dit gedeelte worden beschreven, bevinden zich op een van de 3 plaatsen, afhankelijk van uw computermodel: aan de onderkant van de computer, in de accuruimte of onder het onderpaneel. ● Servicelabel: bevat belangrijke informatie voor het identificeren van uw computer.
14 Specificaties ● Ingangsvermogen ● Omgevingsvereisten Ingangsvermogen De gegevens over elektrische voeding in dit gedeelte kunnen van pas komen als u internationaal wilt reizen met de computer. De computer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een voedingsbron voor gelijkstroom. De netvoedingsbron moet 100-240 V, 50-60 Hz als nominale specificaties hebben.
A Reizen met de computer Neem voor optimale resultaten de volgende transportrichtlijnen in acht: ● U maakt als volgt uw computer gereed voor transport: ◦ Maak een back-up van uw gegevens. ◦ Verwijder alle schijven en alle externe geheugenkaarten. VOORZICHTIG: Verwijder media uit de schijfeenheid voordat u de schijfeenheid uit de schijfhouder haalt en voordat u de schijfeenheid vervoert, verstuurt of opbergt.
WAARSCHUWING! Gebruik voor de computer geen adaptersets die voor andere apparaten zijn bedoeld, om het risico van een elektrische schok, brand of schade aan de apparatuur te beperken.
B Problemen oplossen Hulpmiddelen voor het oplossen van problemen ● Raadpleeg HP Support Assistant voor meer informatie over de computer en koppelingen naar websites. Om HP Support Assistant vanuit het startscherm te openen, selecteert u de app HP Support Assistant. OPMERKING: Voor sommige controle- en reparatieprogramma's is een internetverbinding vereist. HP biedt ook aanvullende programma's waarvoor geen internetverbinding vereist is. ● Neem contact op met de ondersteuning van HP.
ingeschakeld maar niet wordt gebruikt, of als de acculading een laag niveau heeft bereikt. Om deze en andere voedingsinstellingen te wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram Accu op het Windows-bureaublad in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk en klik u vervolgens op Voorkeuren. ● De computer is niet ingesteld om het beeld op het scherm weer te geven. Druk op f4 om de beeldweergave over te schakelen naar het beeldscherm van de computer.
Extern apparaat werkt niet Probeer de volgende suggesties als een extern apparaat niet goed werkt: ● Schakel het apparaat in volgens de instructies van de fabrikant. ● Controleer of alle apparaataansluitingen correct zijn. ● Controleer of het apparaat elektrische voeding krijgt. ● Controleer of het apparaat, met name als het een ouder apparaat betreft, compatibel is met het besturingssysteem. ● Controleer of de juiste stuurprogramma's en de recentste versies hiervan zijn geïnstalleerd.
◦ Het afspeelvenster in het multimediaprogramma wordt gesloten. Klik op de knop Afspelen in uw multimediaprogramma om de schijf weer af te spelen. Heel soms komt het voor dat u het programma moet afsluiten en opnieuw moet starten. Film is niet zichtbaar op een extern beeldscherm 1. Als zowel het beeldscherm van de computer als een extern beeldscherm zijn ingeschakeld, drukt u een of meer keren op f4 om te schakelen tussen de twee beeldschermen. 2.
C Elektrostatische ontlading Elektrostatische ontlading is de ontlading van statische elektriciteit wanneer twee objecten met elkaar in aanraking komen, bijvoorbeeld de schok die u ontvangt wanneer u over tapijt loopt en vervolgens een metalen deurklink aanraakt. Elektronische onderdelen kunnen worden beschadigd door de ontlading van statische elektriciteit vanaf vingers of andere elektrostatische geleiders.
Index A Aan/uit-schakelaar 33 Aan-uit accu 35 besparen 38 opties 34 Aan-uitknop 33 aan-uitknop herkennen 10 Aan-uitlampjes 8 Aan-uit-lampjes 4 Aanwijsapparaten, voorkeuren instellen 20 accu afvoeren 39 bewaren 39 vervangen 39 Accu lage acculading 36 ontladen 36 resterende lading weergeven 36 voeding besparen 38 Accu, temperatuur 39 Accucontrole 36 Accuhendel, herkennen 12 Accu-informatie zoeken 35 Accuruimte 73 Accuvoeding 35 actietoetsen afspelen, onderbreken, hervatten 25 draadloos 25 helderheid van het s
geïntegreerd numeriek toetsenblok, herkennen 25 Geluidsvolume aanpassen 27 knoppen 27 toetsen 27 geminimaliseerde image terugzetten 67 geminimaliseerde installatiekopie maken 66 H Harde schijf HP 3D DriveGuard 51 plaatsen 50 verwijderen 48 Harde-schijflampje 4 HD-apparatuur aansluiten 30 HDMI, audio configureren 31 HDMI-poort, herkennen 6 HDMI-poort, verbinding maken met 30 herstel HP Recovery Manager 66 media 67 met HP herstelmedia 65 opties 65 schijven 67 systeem 66 USB-flashdrive 67 herstelondersteunde s
Num lock-toets herkennen 25 O Omgevingsvereisten 74 Onderdelen beeldscherm 6 bovenkant 7 linkerkant 5 onderkant 12 rechterkant 4 voorkant 13 Onderhoud schijfdefragmentatie 50 schijfopruiming 51 ondersteunde schijven herstel- 65 Ontgrendeling accuafdekplaatje 12 Openbare WLAN, verbinding maken 17 opstartvolgorde HP Recovery Manager aanpassen 67 Opties voor energiebeheer instellen 34 Optionele externe apparaten gebruiken 45 Optische schijf, herkennen 5 Optische-schijfeenheid 45 origineel systeemherstel 66 P
Vingerafdrukken, registreren 58 Vingerafdruklezer 57 Vingerafdruklezer herkennen 10 W Wachtwoordbeveiliging instellen voor beëindigen slaapstand 35 Wachtwoorden beheerder 53, 54 gebruiker 53 Webcam 7, 29 Webcam, herkennen 7 Windows bestanden terugzetten 65 Bestandsgeschiedenis 65 systeemherstelpunt 64 Windows-knop, herkennen 11 WLAN, label 73 WLAN-antennes, herkennen 7 WLAN-apparaat 15, 73 Index 85