Referentiehandleiding - Windows 8.1

Beheerderswachtwoord in Computer Setup* beheren
U kunt dit wachtwoord als volgt instellen, wijzigen of verwijderen:
Een nieuw beheerderswachtwoord instellen
1. Schakel de computer in of start deze opnieuw op en druk op esc wanneer Press the ESC key for
Startup Menu (Druk op Esc voor het startmenu) onder in het scherm verschijnt.
2. Druk op f10 om naar Computer Setup (Computerinstellingen) te gaan.
3. Selecteer met de pijltoetsen Security (Beveiliging) > Administrator Password
(Beheerderswachtwoord) en druk vervolgens op enter.
4. Typ een wachtwoord wanneer hierom wordt gevraagd en druk op enter.
5. Typ nogmaals het nieuwe wachtwoord wanneer hierom wordt gevraagd en druk op enter.
6. Lees het bericht door en selecteer Doorgaan.
7. Om uw wijzigingen op te slaan en Computer Setup af te sluiten, drukt u op f10 om op te slaan en
af te sluiten en volgt u de instructies op het scherm.
– of –
Selecteer met de pijltoetsen Exit (Afsluiten) > Exit Saving Changes (Afsluiten en wijzigingen
opslaan). Druk vervolgens op enter en volg de instructies op het scherm.
De wijzigingen worden geactiveerd wanneer de computer opnieuw wordt opgestart.
Beheerderswachtwoord wijzigen
1. Schakel de computer in of start deze opnieuw op en druk op esc wanneer Press the ESC key for
Startup Menu (Druk op Esc voor het startmenu) onder in het scherm verschijnt.
2. Druk op f10 om naar Computer Setup te gaan.
3. Selecteer met de pijltoetsen Security (Beveiliging) > Administrator Password
(Beheerderswachtwoord) en druk vervolgens op enter.
4. Typ uw huidige wachtwoord wanneer hierom wordt gevraagd en druk op enter.
5. Wanneer u om het nieuwe wachtwoord wordt gevraagd, typt u het nieuwe wachtwoord en drukt
u op enter.
6. Wanneer u nogmaals om het nieuwe wachtwoord wordt gevraagd, typt u het nieuwe
wachtwoord en drukt u op enter.
7. Lees het bericht door en selecteer Doorgaan.
8. Om uw wijzigingen op te slaan en Computer Setup af te sluiten, drukt u op f10 om op te slaan en
af te sluiten en volgt u de instructies op het scherm.
– of –
Selecteer met de pijltoetsen Exit (Afsluiten) > Exit Saving Changes (Afsluiten en wijzigingen
opslaan). Druk vervolgens op enter en volg de instructies op het scherm.
De wijzigingen worden geactiveerd wanneer de computer opnieuw wordt opgestart.
54 Hoofdstuk 9 Beveiliging