HP OfficeJet Pro 7740 Wide Format All-inOne series Gebruikershandleiding
Copyright informatie Kennisgeving van HP Company Dankbetuigingen © 2020 HP Development Company, L.P. De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Alle rechten voorbehouden.
Veiligheidsinformatie Volg altijd de standaard veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van dit product. Op deze manier beperkt u het risico van verwondingen door brand of elektrische schokken. - Lees en begrijp alle instructies in de documentatie bij uw printer. - Neem alle op dit product vermelde waarschuwingen en instructies in acht. - Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u dit product reinigt. - Plaats of gebruik dit product niet in de buurt van water of als u nat bent.
Inhoudsopgave 1 Hoe kan ik? ................................................................................................................................................... 1 2 Aan de slag ................................................................................................................................................... 2 Toegankelijkheid ....................................................................................................................................................
Foto's afdrukken .................................................................................................................................................. 32 Afdrukken op speciaal en aangepast papier ....................................................................................................... 34 Afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) ........................................................................................ 36 Afdrukken met mobiele apparaten ....................
Telefoonboekcontacten instellen ........................................................................................................................ 58 Een telefoonboekcontact maken en bewerken ................................................................................ 58 Een telefoonboekgroep maken en bewerken ................................................................................... 59 Telefoonboekcontacten verwijderen .....................................................................
Situatie J: Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een computermodem en een antwoordapparaat ................................................................. 84 Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een computermodem voor inbellen en een antwoordapparaat ........................ 84 Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een DSL/ADSLmodem en een antwoordapparaat ..............................................................
Geïntegreerde webserver .................................................................................................................................. 108 Over cookies .................................................................................................................................... 109 De geïntegreerde webserver openen ............................................................................................. 109 De geïntegreerde webserver kan niet worden geopend ....................
Statusrapport van de printer .......................................................................................................... 140 Netwerkconfiguratiepagina ............................................................................................................ 140 Rapport afdrukkwaliteit .................................................................................................................. 140 Testrapport draadloze verbinding .........................................................
Eco-Tips ........................................................................................................................................... 159 Verordening (EG) nr. 1275/2008 van de Europese Commissie ...................................................... 159 Papier .............................................................................................................................................. 159 Plastiek ................................................................................
xii NLWW
1 NLWW Hoe kan ik? ● Aan de slag ● Afdrukken ● Kopiëren en scannen ● Fax ● Webservices ● Met cartridges werken ● Netwerkinstallatie ● Hulpprogramma's printerbeheer ● Een probleem oplossen 1
2 Aan de slag In deze handleiding vindt u informatie over het gebruik van de printer en het oplossen van problemen.
HP EcoSolutions (HP en het milieu) HP richt zich erop u te helpen bij het optimaliseren van uw ecologische voetafdruk en het mogelijk te maken voor u om verantwoord af te drukken - zowel thuis, als op kantoor. Zie Programma voor milieubeheer voor meer informatie over milieurichtlijnen die HP volgt tijdens het productieproces. Bezoek www.hp.com/ecosolutions voor meer informatie over de milieu-initiatieven die HP neemt.
1. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen en tikt u op . 2. Druk op Planning printer Aan/Uit. 3. Tik op Planning aan/uit om de tijdinstellingen te krijgen nadat u een van deze AAN heeft gezet. 4. Selecteer de gewenste optie en volg de berichten op het scherm om de dagen en tijdstippen voor de inen uitschakeling van de printer in te stellen.
De stille modus in- of uitschakelen terwijl de printer afdrukt 1. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen, vervolgens selecteert u de afdruktaak die momenteel wordt uitgevoerd. 2. Tik op het afdrukscherm op (Stille modus) om deze in te schakelen. OPMERKING: De stille modus wordt alleen ingeschakeld nadat de huidige pagina is afgedrukt en wordt alleen gebruikt voor de huidige afdruktaak.
De onderdelen van de printer kennen Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Boven- en vooraanzicht ● Ruimte voor printerbenodigdheden ● Achteraanzicht Boven- en vooraanzicht 6 1 Documentinvoer 2 Papierbreedtegeleiders van de documentinvoer 3 Documentinvoerlade 4 Scannerklep 5 Scannerglasplaat 6 Toegangsklep cartridge 7 Uitvoerlade 8 Verlengstuk van de uitvoerlade 9 Invoerladeklep / Lade 1 10 Invoerlade / Lade2 11 Aan-/uit-knop 12 USB-poort aan de voorzijde 13 Beeldsche
Ruimte voor printerbenodigdheden 1 Printkop 2 Cartridges 3 Toegangsklep cartridge OPMERKING: De cartridges moeten in de printer blijven om mogelijke problemen met de afdrukkwaliteit of schade aan de printkop te voorkomen. Verwijder de benodigdheden niet voor langere tijd. Schakel de printer niet uit wanneer een cartridge ontbreekt.
Het bedieningspaneel van de printer gebruiken Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Til het bedieningspaneel op ● Overzicht knoppen en lampjes ● Schermpictogrammen bedieningspaneel ● Functietabbladen ● Printerinstellingen wijzigen ● Snelkoppelingen gebruiken ● Dashboard Til het bedieningspaneel op U kunt het bedieningspaneel verplaatsen voor gemakkelijker gebruik. ● Gebruik het handvat links ondeeraan het bedieningspaneel om hem voorzichtig op te tillen of te laten zakken.
Label Naam en beschrijving 1 Home-knop: Hiermee kunt u vanuit alle schermen terugkeren naar het beginscherm. 2 Scherm van bedieningspaneel: Druk op het scherm om menuopties te selecteren of scroll door de menupunten. Zie Schermpictogrammen bedieningspaneel voor meer informatie over de pictogrammen die op het scherm worden weergegeven. 3 Lampje draadloos: geeft de status van de draadloze verbinding van de printer weer.
Pictogram Doel Wi-Fi Direct: Geeft de status, naam en het wachtwoord voor Wi-Fi Direct weer, evenals het aantal verbonden apparaten. U kunt tevens de instellingen wijzigen en een gids afdrukken. Inkt: Hiermee geeft u de schatting van het inktniveau weer. OPMERKING: Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen.
De instellingen voor een functie wijzigen Het Start scherm van het printerbedieningspaneel toont de beschikbare printerfuncties. 1. Selecteer vanaf het bedieningspaneel een gewenst functietabblad, zoals Kopiëren of Scannen . 2. Nadat u een functie hebt geselecteerd, tikt u op ( Instellingen ) en bladert u door de beschikbare instellingen. Vervolgens raakt u de te wijzigen instelling aan. 3. Volg de opdrachten op het scherm van het bedieningspaneel om de instellingen te wijzigen.
HP beveelt gewoon papier met het ColorLok-logo aan voor het afdrukken van alledaagse documenten. Alle papiersoorten met het ColorLok-logo werden door derden getest om te voldoen aan de hoogste maatstaven van betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit, en produceren documenten met heldere, levendige kleuren, donkerder zwart, en droger sneller dan andere gewone papiersoorten. Zoek naar papier met het ColorLok-logo in verschillende gewichten en formaten van grote papierfabrikanten.
Zakelijke documenten ● HP Premium presentatiepapier 120 g mat of HP professioneel papier 120 mat Dit is zwaar dubbelzijdig mat papier, perfect voor presentaties, voorstellen, rapporten en nieuwsbrieven. Het is extra zwaar voor een indrukwekkende uitstraling. ● HP brochurepapier 180 g glanzend of HP professioneel papier 180 glanzend Papier is glanzend gecoat aan twee zijden voor dubbelzijdig afdrukken.
● Plaats slechts een papiersoort en een maat papier tegelijkertijd in een lade of documentinvoer. ● Zorg ervoor dat het papier correct is geplaatst als het wordt geplaatst via de invoerlade of de documentinvoer. ● Plaats niet te veel papier in de lade of de documentinvoer.
De lade-instellingen wijzigen OPMERKING: U kunt ook de lade-instellingen wijzigen met de HP printersoftware of EWS. Zie Geïntegreerde webserver and Open de HP-printersoftware (Windows) voor toegang tot EWS en de printersoftware. 1. Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld. 2. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op (Setup). 3. Blader en tik op Lade- en papierbeheer. 4.
2. 3. Schuif de papierbreedtegeleiders zo ver mogelijk naar de rand van de lade. ● Om de papierbreedtegeleiders te verschuiven drukt u op de knop van de linker papierbreedtegeleider terwijl u tegelijkertijd de geleider verschuift. ● Om de papierlengtegeleiders te verschuiven drukt u op de knop van de linker papierlengtegeleider terwijl u tegelijkertijd de geleider verschuift. Plaats het materiaal in afdrukstand Staand en met de zijde waarop moet worden afgedrukt naar beneden.
4. Pas de papierbreedtegeleiders en de papierlengtegeleiders aan tot ze de rand van de stapel papier raken. 5. Controleer de invoerlade in de printer. Als er papier in zit, verwijdert u dit. 6. Duw de invoerlade weer terug in de printer. 7. Trek het verlengstuk van de uitvoerlade naar buiten. Papier van B-formaat plaatsen 1. NLWW Trek de invoerlade geheel uit.
18 2. Als de invoerlade papier bevat, verwijdert u het papier. 3. Druk op de knop rechtsonderin de lade en trek het verlengstuk van de invoerlade naar buiten. 4. Schuif de papierbreedtegeleiders zo ver mogelijk naar de rand van de lade. ● Om de papierbreedtegeleiders te verschuiven drukt u op de knop van de linker papierbreedtegeleider terwijl u tegelijkertijd de geleider verschuift.
5. Plaats het materiaal in afdrukstand Staand en met de zijde waarop moet worden afgedrukt naar beneden. Zorg ervoor dat de stapel papier overeenkomt met de lijnen van het juiste papier op de voorzijde van de lade. Zorg er daarnaast voor dat de stapel papier niet hoger is dan de hoogtemarkering aan de rechterzijde van de lade. OPMERKING: NLWW Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
6. Pas de papierbreedtegeleiders en de papierlengtegeleiders aan tot ze de rand van de stapel papier raken. 7. Controleer de invoerlade in de printer. Als er papier in zit, verwijdert u dit. 8. Duw de invoerlade weer terug in de printer. OPMERKING: Wanneer u de invoerlade erin duwt blijft het verlengstuk van de invoerlade buiten de printer. Dit hoort zo. 9. Trek het verlengstuk van de uitvoerlade naar buiten tot aan markering A.
Om een enveloppe te plaatsen NLWW 1. Trek de invoerlade geheel uit. 2. Als de invoerlade ander papier bevat, verwijdert u het papier. 3. Schuif de papierbreedtegeleiders zo ver mogelijk naar de rand van de lade. ● Om de papierbreedtegeleiders te verschuiven drukt u op de knop van de linker papierbreedtegeleider terwijl u tegelijkertijd de geleider verschuift.
4. Plaats de envelop in afdrukstand staand en met de zijde waarop moet worden afgedrukt naar beneden. Zorg ervoor dat de stapel enveloppen overeenkomt met de lijnen van het juiste papier op de voorzijde van de lade. Zorg er daarnaast voor dat de stapel enveloppen niet hoger is dan de hoogtemarkering aan de rechterzijde van de lade. OPMERKING: 22 Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is. 5.
7. Duw de invoerlade weer terug in de printer. 8. Trek het verlengstuk van de uitvoerlade naar buiten. Om kaarten en fotopapier te plaatsen NLWW 1. Trek de invoerlade geheel uit. 2. Als de invoerlade ander papier bevat, verwijdert u het papier. 3. Schuif de papierbreedtegeleiders zo ver mogelijk naar de rand van de lade. ● Om de papierbreedtegeleiders te verschuiven drukt u op de knop van de linker papierbreedtegeleider terwijl u tegelijkertijd de geleider verschuift.
4. Plaats de kaarten of het fotopapier in afdrukstand staand en met de zijde waarop moet worden afgedrukt naar beneden. Zorg ervoor dat de stapel kaarten of foto's overeenkomt met de lijnen van het juiste papier op de voorzijde van de lade. Zorg er daarnaast voor dat de stapel kaarten of foto's niet hoger is dan de hoogtemarkering aan de rechterzijde van de lade. OPMERKING: 24 Hoofdstuk 2 Aan de slag Vul nooit papier bij terwijl de printer nog aan het afdrukken is.
5. Pas de papierbreedtegeleiders en de papierlengtegeleiders aan tot ze de rand van de stapel papier raken. 6. Controleer de invoerlade in de printer. Als er papier in zit, verwijdert u dit. 7. Duw de invoerlade weer terug in de printer. 8. Trek het verlengstuk van de uitvoerlade naar buiten. Een origineel op de glasplaat plaatsen U kunt originelen van maximaal Legal-formaat kopiëren, scannen of faxen door ze op de glasplaat te plaatsen.
Een origineel op de glasplaat van de scanner plaatsen 1. Til de scannerklep op. 2. Plaats uw origineel met de afdrukzijde naar beneden tot het de rand links achterin van het glas raakt. TIP: Raadpleeg de gegraveerde geleiders langs de glasplaat voor meer hulp bij het plaatsen van originelen. 3. Sluit de klep. Plaats een origineel in de documentinvoer U kunt een document kopiëren, scannen of faxen door het in de doumentinvoer te plaatsen.
in liggende afdrukstand, plaats de pagina's dan zo dat de linkerrand van het document eerst wordt ingevoerd. b. Schuif het papier in de documentinvoer tot u een geluid hoort of tot er op het scherm van het bedieningspaneel een bericht verschijnt dat aangeeft dat de geplaatste pagina's zijn gedetecteerd. TIP: Raadpleeg het diagram in de documentinvoerlade voor hulp bij het plaatsen van originelen in de documentinvoer. 2.
De printer bijwerken met de embedded web server (EWS) 1. Open EWS. Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie. 2. Klik op het tabblad Extra. 3. Klik in het gedeelte Printerupdates op Firmware-updates en volg de instructies op het scherm. OPMERKING: Als er een printerupdate beschikbaar is, zal de printer de update downloaden en installeren en vervolgens opnieuw opstarten.
3 Afdrukken De meeste afdrukinstellingen worden in de software automatisch afgehandeld. Wijzig de instellingen uitsluitend handmatig indien u de afdrukkwaliteit wilt veranderen, u wilt afdrukken op speciale papiersoorten of als u speciale functies wilt gebruiken. TIP: Deze printer bevat HP ePrint , een gratis dienst van HP waarmee u op elk ogenblik en vanaf elke locatie documenten kunt afdrukken met uw printer voorzien van HP ePrint, zonder extra software of printerstuurprogramma's.
OPMERKING: Als u het Papierformaat wijzigt, zorg er dan voor dat u het correcte papier in de invoerlade plaatst en dat u het papierformaat op het bedieningspaneel van de printer instelt. 6. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten. 7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten. Om documenten af te drukken (OS X) 1. In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken. 2. Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd. 3. Stel de afdrukopties in.
Om brochures af te drukken (OS X) 1. In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken. 2. Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd. 3. Stel de afdrukopties in. Als het gedeelte Opties in het dialoogvenster Afdrukken niet wordt weergegeven, klik dan op Details weergeven. a. Kies in het pop-upmenu Papierformaat Het juiste papierformaat. OPMERKING: b. 4. Zorg ervoor dat u het juiste papier gebruikt wanneer u het papier vervangt.
6. Klik op OK om het venster Eigenschappen te sluiten. 7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten. Enveloppen afdrukken (OS X) 1. In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken. 2. Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd. 3. Selecteer het juiste envelopformaat in het pop-upmenu Papierformaat. Als het gedeelte Opties in het dialoogvenster Afdrukken niet wordt weergegeven, klik dan op Details weergeven.
6. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten. 7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten. OPMERKING: Na het voltooien van de afdruk moet u ongebruikt fotopapier uit de lade verwijderen. Bewaar fotopapier zo dat het niet kan omkrullen, dit leidt tot een mindere kwaliteit van de afdrukken. Foto's afdrukken vanaf de computer (OS X) 1. In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken. 2. Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd. 3. Stel de afdrukopties in.
Een paspoortfoto maken vanaf een USB-stick. U kunt een paspoortfoto maken door een USB-stick te plaatsen. 1. Plaats de USB-stick in de USB-poort vooraan. 2. Raak Foto's afdrukken aan in het scherm van het bedieningspaneel. 3. Tik op het bedieningspaneel van de printer op Paspoortfoto's, selecteer de lay-out en de afmetingen van het paspoort. 4. Selecteer op het scherm van de printer een foto die u wilt afdrukken en druk op Doorgaan. 5.
Om aangepaste formaten in te stellen (OS X) 1. 2. Ga, afhankelijk van het besturingssysteem, op een van de volgende manieren te werk: ● Klik vanuit het menu Bestand in uw softwaretoepassing op Pagina-indeling en controleer vervolgens of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd in het pop-upmenu Formaat voor. ● Klik vanuit het menu Bestand in uw softwaretoepassing op Afdrukken en controleer of de printer die u wilt gebruiken is geselecteerd.
a. Klik in het programma van waaruit u wilt afdrukken op Bestand en Afdrukken. b. Zorg ervoor dat uw printer is geselecteerd. c. Klik op Speciale papierformaten beheren in het pop-upmenu Papierformaat. Als het gedeelte Opties in het dialoogvenster Afdrukken niet wordt weergegeven, klik dan op Details weergeven. 3. d. Klik op + en selecteer het nieuwe onderdeel in de lijst. Typ een naam voor het aangepaste papierformaat. e. Voer de lengte en de breedte in van uw aangepaste papier. f.
Om op beide zijden van het papier af te drukken (OS X) 1. In het menu Bestand in uw software kiest u Afdrukken. 2. In het dialoogvenster Afdrukken kiest u in de vervolgkeuzelijst voor Instellingen. 3. Kies hoe u de dubbelzijdige afdrukken wilt binden en klik op Afdrukken. Afdrukken met mobiele apparaten Afdrukken vanaf mobiele apparaten U kunt documenten en foto's rechtstreeks vanaf uw mobiele apparaten afdrukken, waaronder iOS, Android, Windows Mobile, Chromebook en Amazon Kindle.
onderhoudstaken uitvoeren, originele HP printerbenodigdheden bestellen, printerfouten identificeren en oplossen en hulp bieden bij het oplossen van problemen via HP ondersteuning. HP All-in-One Printer Remote wordt ondersteund op iOS, Android en Windows Mobile. Installeer de app vanuit de App Store of Google Play Store om de mogelijkheden van uw printer uit te breiden. OPMERKING: Sommige functies zijn niet op alle printermodellen beschikbaar.
● Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden. ● Zorg dat het papier plat in de invoerlade ligt en dat de randen niet omgevouwen of gescheurd zijn. ● Verschuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanligt. Zorg ervoor dat de geleiders het papier niet buigen in de lade. ● Verschuif de papierlengtegeleider in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanligt. Zorg ervoor dat de geleider het papier niet buigen in de lade.
– ● ○ Brochure-LinksBinden: De brochure wordt aan de linkerzijde ingebonden. Selecteer deze optie als u van links naar rechts leest. ○ Brochure-RechtsBinden: De brochure wordt aan de rechterzijde ingebonden. Selecteer deze optie als u van rechts naar links leest. Paginaranden: Zorgt ervoor dat u randen aan de pagina's toevoegt als u het document in twee of meer pagina's per blad afdrukt. Om tijd te besparen, kunt u gebruikmaken van afdruksnelkoppelingen met afdrukvoorkeuren.
4 Kopiëren en scannen ● Kopiëren ● Scannen ● Tips voor geslaagd kopiëren en scannen Kopiëren Een document of ID card kopiëren 1. Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst. Zie Plaats papier voor meer informatie. 2. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 3. Raak Kopiëren aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 4. Selecteer Document of ID Card . 5.
Scannen naar een computer Vooraleer u naar een computer scant, moet u ervoor zorgen dat u de HP-printersoftware reeds hebt geïnstalleerd. De printer en de computer moeten zijn aangesloten en ingeschakeld. Daarnaast moet, op Windows-computers, de HP-software werken voor u scant. U kunt de HP-printersoftware gebruiken om documenten in te scannen als bewerkbare tekst. Zie Documenten scannen als bewerkbare tekst voor meer informatie.
● Kies Opslaan als PDF om het document (of de foto) als pdf-bestand op te slaan. ● Kies Opslaan als JPEG om het document (of de foto) als afbeeldingsbestand op te slaan. OPMERKING: Op het eerste scherm kunt u de basisinstellingen controleren en wijzigen. Klik op de koppeling Meer in de rechterbovenhoek van het dialoogvenster Scannen om de instellingen voor scans te controleren en te wijzigen. Zie Scaninstellingen wijzigen (Windows) voor meer informatie.
● Accountinstellingen wijzigen Scannen-naar-e-mail instellen 1. Activeer Webservices op de printer. Zie Webservices instellen voor meer informatie. 2. Tik in het Startscherm op Apps en tik dan op de app Scannen naar e-mail. 3. Druk in het scherm Welkom op Doorgaan. 4. Tik in het venster E-mail om uw e-mailadres in te voeren en druk vervolgens op Gereed. 5. Druk op Doorgaan. 6. Er wordt een PIN-code naar het ingevoerde e-mailadres gestuurd. Druk op Doorgaan. 7.
9. Raak Naar e-mail scannen aan. 10. Druk op OK als de scan is voltooid en druk vervolgen op Ja om nog een e-mail te sturen of op Nee om af te sluiten. Een document of foto scannen naar e-mail vanaf de HP-printersoftware (Windows) 1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 2. Open de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie. 3.
Webscan gebruiken 1. Open de geïntegreerde webserver. Raadpleeg Geïntegreerde webserver voor meer informatie. 2. Klik in het tabblad Instellingen . 3. Klik in het gedeelte Beveiliging op Beheerdersinstellingen. 4. Selecteer WebScan om WebScan in te schakelen. 5. Klik op Toepassen (Apply). Een scan maken met Webscan Bij scannen met WebScan zijn de belangrijkste scanopties beschikbaar. Voor meer scanopties of -functies moet u de HP-printersoftware gebruiken. 1.
OPMERKING: Op het eerste scherm kunt u de basisinstellingen controleren en wijzigen. Klik op de koppeling Meer in de rechterbovenhoek van het dialoogvenster Scannen om de instellingen voor scans te controleren en te wijzigen. Zie Scaninstellingen wijzigen (Windows) voor meer informatie. Als Toon Viewer na scan is geselecteerd, kunt u in het voorbeeldscherm aanpassingen aan de gescande afbeelding aanbrengen. Documenten scannen als bewerkbare tekst (OS X) 1.
● – De structuur van het document is te complex. – De spaties tussen de letters zijn te klein. Hierdoor kunnen in de tekst die door het OCR-programma is omgezet, tekens ontbreken of tekens worden gecombineerd. De combinatie van de tekens "rn" kan dan bijvoorbeeld worden weergegeven als "m". – De tekst bevindt zich op een gekleurde achtergrond. De afbeeldingen op de voorgrond kunnen te veel opgaan in een gekleurde achtergrond. Kies het juiste profiel.
1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 2. Open de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie. 3. Klik in de printersoftware op Een document of foto scannen . 4. Klik op de link Meer in de rechterbovenhoek van het dialoogvenster HP Scan. Het deelvenster met gedetailleerde instellingen verschijnt rechts.
5 Fax U kunt de printer gebruiken voor het verzenden en ontvangen van faxen, inclusief kleurenfaxen. U kunt het verzenden van faxen op een later tijdstip binnen 24 uur plannen en telefoonboekcontacten instellen om snel en gemakkelijk faxen te verzenden naar veelgebruikte nummers. Op het bedieningspaneel van de printer kunt u ook een aantal faxopties instellen, zoals de resolutie en het contrast tussen licht en donker op de faxen die u verzendt.
Een standaardfax versturen vanaf het bedieningspaneel van de printer 1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 2. Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 3. Raak Nu versturen aan. 4.
Een fax verzenden vanaf een telefoon U kunt een fax verzenden via uw extra telefoon. Hierdoor kunt u met de toekomstige ontvanger praten vooraleer u de fax verzendt. Om een fax via een extra telefoon te verzenden 1. Plaats uw origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat van de scanner of met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 2. Kies het nummer met behulp van het toetsenblok op de telefoon die op de printer is aangesloten.
Een fax verzenden met behulp van het printergeheugen U kunt ook een zwartwitfax scannen naar het geheugen om de fax vervolgens vanuit het geheugen te verzenden. Deze functie is nuttig als het faxnummer dat u probeert te bereiken, in gesprek is of tijdelijk niet beschikbaar is. De originelen worden door de printer in het geheugen gescand. Als er een verbinding met het ontvangende faxapparaat tot stand is gebracht, worden de originelen verzonden.
Een fax verzenden in foutcorrectiemodus Foutcorrectiemodus (ECM) voorkomt gegevensverlies door slechte telefoonlijnen door fouten te detecteren die voorkomen tijdens de overdracht en automatisch te verzoeken dat het foute gedeelte opnieuw wordt overgedragen. De telefoonkosten blijven hetzelfde of nemen zelfs af, op goede telefoonlijnen. Op slechte telefoonlijnen verhoogt ECM de verzendtijd en telefoonkosten maar wordt het verzenden van de gegevens veel betrouwbaarder. De standaardinstelling is Aan .
U kunt manueel faxen ontvangen van een telefoon die rechtstreeks is verbonden met de printer (aan de 2EXT-poort). Een fax handmatig ontvangen 1. Controleer of de printer is ingeschakeld en of er papier in de hoofdlade is geplaatst. 2. Verwijder eventuele originelen uit de documentinvoerlade. 3. Stel de instelling Hoe vaak overgaan in op een hoog getal zodat u eerst de binnenkomende oproepen kunt beantwoorden voordat de printer de belsignalen gaat beantwoorden.
printer niet kan afdrukken (bijvoorbeeld als het papier in de printer op is), stopt de printer met het beantwoorden van inkomende faxoproepen. Ontvangen faxen vanuit het geheugen opnieuw afdrukken Ontvangen faxen die niet worden afgedrukt, worden in het geheugen opgeslagen. OPMERKING: Als het geheugen vol is, kan de printer geen nieuwe fax ontvangen totdat u de faxen in het geheugen afdrukt of verwijdert.
6. Als u hierom wordt gevraagd, voert u het nummer in van het apparaat waarmee de doorgestuurde faxen worden ontvangen, en drukt u op Gereed . Voer voor elk van de volgende opdrachten de vereiste gegevens in: begindatum, begintijd, einddatum en eindtijd. 7. Fax doorsturen is geactiveerd. Raak OK aan om te bevestigen. Als de printer geen stroom meer krijgt wanneer het doorsturen van faxen wordt ingesteld, slaat de printer de instelling voor het doorsturen van faxen en het telefoonnummer op.
4. Raak Blokkering van ongewenste faxnummers aan. 5. Druk op + (plusteken) 6. Voer een van de volgende bewerkingen uit. ● Om een te blokkeren faxnummer uit de lijst van de oproepgeschiedenis te selecteren, moet u op ( Oproepgeschiedenis ) drukken. ● Voer handmatig een te blokkeren faxnummer in en druk op Toevoegen.
Om telefoonboekcontacten in te stellen 1. Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 2. Raak Nu versturen aan. 3. Tik op 4. Druk op 5. Druk op Naam en voer de naam in van het telefoonboekcontact en druk op Gereed . 6. Druk op Faxnummer en voer het faxnummer in van het telefoonboekcontact en druk op Gereed . ( Telefoonboek ) en raak vervolgens op ( Contact ). (Plusteken) om een contact toe te voegen.
6. Druk op Aantal leden, selecteer de telefoonboekcontacten die u aan de groep wilt toevoegen en druk op Selecteren. 7. Raak Maken aan. Om telefoonboekgroepen te wijzigen 1. Raak Fax aan op het scherm van het bedieningspaneel van de printer. 2. Raak Nu versturen aan. 3. Tik op 4. Druk op 5. Druk op de telefoonboekgroep die u wilt bewerken. 6. Druk op Naam en bewerk de naam van de telefoonboekgroep en druk op Gereed . 7. Druk op Aantal leden. 8.
Faxinstellingen wijzigen Als u de stappen uit de Aan-de-slaggids die bij de printer is geleverd hebt voltooid, kunt u in de volgende stappen de basisinstellingen wijzigen of andere faxopties configureren.
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen Als u de optie Automatisch antwoorden inschakelt, kunt u opgeven na hoeveel belsignalen de binnenkomende oproep automatisch moet worden beantwoord. De instelling Hoe vaak overgaan is belangrijk als er een antwoordapparaat is aangesloten op dezelfde telefoonlijn als de printer omdat het antwoordapparaat de telefoon moet beantwoorden voordat de printer dat doet.
5. Een bericht wordt weergegeven waarin staat dat deze instelling niet moet worden gewijzigd tenzij u meerdere nummers op dezelfde telefoonlijn hebt. Druk op Ja aan om verder te gaan. 6. Selecteer het belpatroon dat door uw telefoonbedrijf aan faxoproepen is toegewezen. Als u niet weet welk belpatroon is toegekend of als dit niet in de lijst staat, raakt u Belpatroondetectie aan en volgt u de aanwijzingen op het scherm.
De faxsnelheid instellen U kunt de gebruikte faxsnelheid instellen voor de communicatie tussen uw printer en overige faxapparaten tijdens het verzenden en ontvangen van faxberichten.
● ISDN: Een ISDN-systeem (Integrated Services Digital Network) ● VoIP: Een goedkope telefoonservice die u de mogelijkheid biedt faxen met uw printer te ontvangen en te verzenden via internet. Deze methode wordt Fax over Voice over Internet Protocol (VoIP) genoemd. Zie Fax over voice over Internet Protocol voor meer informatie. HP-printers zijn specifiek ontworpen voor gebruik in combinatie met traditionele analoge telefoonservices.
OPMERKING: Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwing voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de cartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt. OPMERKING: Controleer of de printkoppen en cartridges in goede staat verkeren en goed zijn geïnstalleerd.
Foutrapporten voor faxen afdrukken U kunt de printer zodanig configureren dat er automatisch een rapport wordt afgedrukt als er tijdens de transmissie of ontvangst een fout optreedt. De printer instellen op het automatisch afdrukken van faxfoutrapporten 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2. Raak Installatie aan. 3. Druk op Rapporten en vervolgens op Rapporten faxfouten. 4. Raak een van de volgende aan om te selecteren.
3. Raak Faxrapporten afdrukken aan. 4. Druk op Logboek laatste transacties. 5. Raak Afdrukken aan om te beginnen met afdrukken. Een rapport beller-ID's afdrukken U kunt een lijst afdrukken met faxnummers die de nummerherkenning heeft herkend Een rapport geschiedenis beller-ID's afdrukken 1. Druk op het scherm van het bedieningspaneel van de printer op Fax . 2. Druk op Installatie , en vervolgens op Rapporten . 3. Raak Faxrapporten afdrukken aan. 4. Raak Rapport Beller-ID's aan. 5.
Faxen instellen (parallelle telefoonsystemen) Voordat u begint met het instellen van de printer voor het uitvoeren van faxtaken, moet u vaststellen wat voor soort telefoonsysteem in uw land/regio wordt gebruikt. De instructies voor het instellen van de fax verschillen afhankelijk van de vraag of u een serieel of een parallel telefoonsysteem hebt. ● Als uw land of regio niet in de tabel voorkomt, gebruikt u waarschijnlijk een serieel telefoonsysteem.
● Situatie H: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met computermodem ● Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/fax met antwoordapparaat ● Situatie J: Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een computermodem en een antwoordapparaat ● Situatie K: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met een computermodem voor inbellen en voicemail De juiste faxinstellingen selecteren voor thuis of op kantoor Om goed te faxen, moet u weten welke apparatuur en diensten (indien van toepassing
OPMERKING: Als uw thuis- of kantoorinstallatie in dit gedeelte niet wordt genoemd, stelt u de printer in als een gewone analoge telefoon. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op uw telefoonaansluiting en het andere einde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer. U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten.
Situatie A: Aparte faxlijn (er worden geen gespreksoproepen ontvangen) Als u een aparte telefoonlijn hebt waarop u geen gespreksoproepen ontvangt en er geen andere apparatuur op deze telefoonlijn is aangesloten, stelt u de printer in zoals in dit deel wordt beschreven. Afbeelding 5-1 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Sluit het telefoonsnoer aan op de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer. U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten.
Afbeelding 5-2 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 DSL-filter (of ADSL-filter) en het door de DSL-provider geleverde snoer. 3 Sluit het telefoonsnoer aan op de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer. U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten. De printer installeren met een DSL-lijn 1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider. 2.
OPMERKING: Bij sommige ISDN-systemen kunt u de poorten configureren voor specifieke telefoonapparatuur. U kunt bijvoorbeeld een poort toewijzen aan een telefoon en Groep 3-faxapparaat en een andere voor meerdere doelen. Als u steeds problemen ondervindt wanneer u bent verbonden met de fax-/telefoonpoort van uw ISDN-converter, kunt u proberen om het apparaat aan te sluiten op de multifunctionele poort. Die kan gemarkeerd zijn als "multi-combi" of iets dergelijks.
3. Wijzig de instelling Specifiek belsignaal , zodat deze overeenstemt met het patroon dat de telefoonmaatschappij aan uw faxnummer heeft toegekend. OPMERKING: De printer is standaard ingesteld om alle belpatronen te beantwoorden. Als u de Specifiek belsignaal niet instelt in overeenstemming met het belpatroon dat is toegekend aan uw faxnummer, dan beantwoordt de printer mogelijk zowel telefoonoproepen als faxoproepen of geen van beiden.
De printer instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn 1. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op uw telefoonaansluiting en sluit vervolgens het andere einde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer. OPMERKING: 2. 3. 4. U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten.
Afbeelding 5-5 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Sluit het telefoonsnoer aan op de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer. U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten. Instellen van de printer met voicemail 1. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op uw telefoonaansluiting en sluit vervolgens het andere einde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
Afbeelding 5-6 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Sluit het telefoonsnoer aan op de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer. U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten. 3 Computer met modem De printer instellen met een computermodem voor inbellen 1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer. 2.
1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Parallelle splitter 3 DSL/ADSL-filter Sluit het ene uiteinde van de telefoonsnoer aan op de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer. Sluit het andere uiteinde van het snoer aan op de DSL-/ADSL-filter. U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten. 4 Computer 5 DSL/ADSL-computermodem OPMERKING: U moet een parallelle splitter aanschaffen.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact op met uw lokale serviceprovider of verkoper voor hulp. Situatie H: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met computermodem Afhankelijk van het aantal telefoonpoorten op de computer zijn er twee verschillende manieren waarop u de printer kunt instellen.
De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten 1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer. 2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer los van de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de 2-EXT-poort aan de achterkant van de printer. 3. Sluit een telefoon aan op de telefoonuitgang achter op het computermodem. 4.
1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Parallelle splitter 3 DSL/ADSL-filter 4 Sluit het telefoonsnoer aan op de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer. U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten. 5 DSL/ADSL-modem 6 Computer 7 Telefoon OPMERKING: U moet een parallelle splitter aanschaffen. Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant.
4. Verbind de DSL-filter met de parallelle splitter. 5. Verbind de DSL-modem met de parallelle splitter. 6. Verbind de parallelle splitter met de wandcontactdoos. 7. Voer een faxtest uit. Wanneer de telefoon overgaat, antwoordt de printer automatisch na het aantal belsignalen dat u hebt ingesteld met de instelling Hoe vaak overgaan . De printer begint tonen voor het ontvangen van een fax uit te zenden naar het verzendende faxapparaat en ontvangt de fax.
OPMERKING: 4. U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten. (Optioneel) Als het antwoordapparaat niet is uitgerust met een ingebouwde telefoon, kunt u voor uw gemak een telefoon op de "OUT"-poort aan de achterkant van het antwoordapparaat aansluiten. OPMERKING: Als u geen externe telefoon kunt aansluiten op uw antwoordapparaat, kunt u een parallelle splitter (of verdeelstekker) aanschaffen. Hiermee kunnen zowel het antwoordapparaat als de telefoon op de printer worden aangesloten.
Afbeelding 5-13 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 "IN"-telefoonpoort op uw computer 3 "OUT"-telefoonpoort op uw computer 4 Telefoon (optioneel) 5 Antwoordapparaat: 6 Computer met modem 7 Sluit het telefoonsnoer aan op de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer. U moet mogelijk het telefoonsnoer op uw land-/regioadapter aansluiten. De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten 1.
OPMERKING: Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt in de software van uw modem, kan de printer geen faxen ontvangen. 7. Zet de Automatisch antwoorden -instelling aan. 8. Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na een klein aantal belsignalen. 9. Wijzig de instelling Hoe vaak overgaan op de printer en stel het maximale aantal belsignalen in dat door uw product wordt ondersteund. (Het maximumaantal belsignalen varieert per land/regio.) 10. Voer een faxtest uit.
OPMERKING: U moet een parallelle splitter aanschaffen. Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant. Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde. Afbeelding 5-14 Voorbeeld van een parallelle splitter De printer installeren met een DSL/ADSL-computermodem 1. U kunt een DSL/ADSL-filter aanschaffen bij uw DSL/ADSL-provider.
Situatie K: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met een computermodem voor inbellen en voicemail Stel de printer in volgens de instructies in dit gedeelte als u op dezelfde lijn gespreks- als faxoproepen ontvangt, terwijl u tegelijkertijd een computermodem voor inbellen hebt aangesloten en een voicemailservice van uw telefoonmaatschappij hebt ingesteld. OPMERKING: U kunt faxen niet automatisch ontvangen als u een voicemailservice hebt op hetzelfde telefoonnummer dat u voor faxen gebruikt.
De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten 1. Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer. 2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer los van de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de 2-EXT-poort aan de achterkant van de printer. 3. Sluit een telefoon aan op de telefoonuitgang achter op het computermodem. 4.
Ierland www.hp.com/ie/faxconfig Italië www.hp.com/it/faxconfig Test Faxinstallatie U kunt uw faxinstallatie testen om de status van de printer te controleren en om na te gaan of de instellingen juist zijn om te kunnen faxen. Voer deze test uit nadat u de printer hebt ingesteld voor faxen.
6 Webservices Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Wat zijn webservices? ● Webservices instellen ● Webservices gebruiken ● Webservices verwijderen Wat zijn webservices? De printer biedt innovatieve oplossingen voor het web aan waarmee u snel toegang krijgt tot internet, documenten kunt ophalen en documenten sneller en met minder rompslomp kunt afdrukken... en dat allemaal zonder een computer te gebruiken.
Om Webservices te configureren via het bedieningspaneel van de printer 1. Vanaf de bovenkant van het scherm tikt of veegt u in het tabblad naar beneden om het Dashboard te openen en tik vervolgens op ( Installatie ) 2. Raak Instellingen Web Services aan. 3. Druk op Aanvaard om de gebruiksvoorwaarden van de webservices te accepteren en deze in te schakelen. 4. In het scherm dat verschijnt tikt u op OK om de printer automatisch te laten controleren op productupdates.
OPMERKING: Als er updates beschikbaar zijn, worden deze automatisch gedownload en geïnstalleerd, en vervolgens start de printer opnieuw op. OPMERKING: Als er u wordt gevraagd naar proxy-instellingen en als uw netwerk proxy-instellingen gebruikt, volgt u de instructies op het scherm om een proxyserver in te stellen. Als u niet beschikt over de details, neem dan contact op met uw netwerkbeheerder of de persoon die het netwerk heeft ingesteld. 6.
OPMERKING: Zie Webservices verwijderen om alle Webservices te verwijderen. Afdrukapps Met afdrukapps kunt u uw documenten scannen en digitaal online opslaan, evenals content openen en delen en meer. Afdrukapps gebruiken 1. Druk in het Startscherm op Apps . 2. Druk op de print app die u wilt gebruiken. TIP: ● Voor meer informatie over afzonderlijke afdrukapps en het toevoegen, configureren en verwijderen van afdrukapps gaat u naar HP Connected (www.hpconnected.com).
7 Met cartridges werken Als u ervan verzekerd wilt zijn dat de afdrukkwaliteit van de printer optimaal blijft, moet u enkele eenvoudige onderhoudsprocedures uitvoeren. TIP: Zie Problemen met afdrukken als u problemen hebt met het kopiëren van documenten.
VOORZICHTIG: HP raadt aan om ontbrekende cartridges zo snel mogelijk te vervangen om problemen met de afdrukkwaliteit, mogelijk extra inktverbruik of schade aan het inktsysteem te voorkomen. Schakel de printer nooit uit wanneer er cartridges ontbreken. OPMERKING: Deze printer is niet ontworpen voor het gebruik van een continue inktsysteem. Om het printen te hervatten verwijdert u het continue inktsysteem en plaatst u originele HP-cartridges (of compatibele cartridges).
De cartridges vervangen 1. Controleer of de printer aanstaat. 2. Open de toegangsklep van de printcartridges. OPMERKING: Wacht tot de printerwagen niet meer beweegt voor u verder gaat. 3. Druk op de voorkant van de cartridge om deze te ontgrendelen, en verwijder deze vervolgens uit de sleuf. 4. Haal de nieuwe cartridge uit de verpakking. 5. Gebruik de kleurcoderingen als leidraad en schuif de cartridge in de lege sleuf tot deze stevig vastzit.
Inktcartridges bestellen Ga naar www.hp.com om inktcartridges te bestellen. (Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen beschikbaar in het Engels.) Online cartridges bestellen is niet in alle landen/regio's mogelijk. Veel landen hebben echter informatie over telefonisch bestellen, een lokale winkel vinden of een boodschappenlijstje afdrukken. Bovendien kunt u de pagina www.hp.com/buy/supplies bezoeken voor meer informatie over de aankoop van HP-producten in uw land.
De functie voor gebruiksinformatie uitschakelen 1. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op ( Installatie ). 2. Tik op Voorkeuren en vervolgens op Informatie anoniem gebruik opslaan om het uit te schakelen. OPMERKING: Herstel de fabrieksinstellingen om de functie gebruiksinformatie in te schakelen. Zie De fabrieksinstellingen herstellen voor meer informatie over het gebruiken van de EWS.
8 Netwerkinstallatie Bijkomende geavanceerde instellingen zijn beschikbaar op de startpagina van de printer (geïntegreerde webserver of EWS). Zie Geïntegreerde webserver voor meer informatie.
De printer instellen op uw draadloos netwerk Gebruik de wizard Draadloos instellen vanaf het scherm van het bedieningspaneel van de printer om draadloze communicatie in te stellen. OPMERKING: Blader door de lijst op Voordat u begint vooraleer u verder gaat. 1. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op (Draadloos). 2. Druk op 3. Druk op Draadloze instellingen. 4.
Meer informatie over de overschakeling van een USB-verbinding naar een draadloze verbinding. Klik hier voor meer informatie online. Deze website is momenteel nog niet beschikbaar in alle talen. Om over te schakelen van een draadloze verbinding naar een USB- of Ethernet-verbinding (Windows) ● Sluit de USB- of Ethernet-kabel aan op de printer. Een draadloze verbinding wijzigen in een USB-verbinding (OS X) 1. Open Systeemvoorkeuren . 2. Klik op Printers & scanners . 3.
De netwerkinstellingen wijzigen Vanaf het bedieningspaneel van de printer kunt u de draadloze verbinding van de printer instellen en beheren. U kunt er taken omtrent netwerkbeheer uitvoeren. De omvat het bekijken en wijzigen van netwerkinstellingen, het herstellen van netwerkstandaarden en het in- of uitschakelen van de draadloze functie. VOORZICHTIG: De netwerkinstellingen worden voornamelijk beschreven voor referentiedoeleinden.
3. Raak Geavanceerde instellingen aan. 4. Raak IP-instellingen aan. Er verschijnt een waarschuwing dat de printer uit het netwerk wordt verwijderd als het IP-adres wordt gewijzigd. Raak OK aan om verder te gaan. 5. Kies om handmatig de instellingen te wijzigen Handmatig (statisch) en voer dan de juiste informatie voor de volgende instellingen in: ● IP-adres ● Subnetmasker ● Standaard gateway ● DNS-adres 6. Voer uw wijzigingen in en raak vervolgens Gereed aan. 7. Raak OK aan.
De verbindingsmethode wijzigen. 1. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op (Wi-Fi Direct). 2. Druk op 3. Tik op Verbindingsmethode en selecteer vervolgens Automatisch of Handmatig . ( Instellingen ).
Afdrukken vanaf een computer met Wifi (Windows) 1. Controleer of u de Wi-Fi Direct op de printer hebt ingeschakeld. 2. Schakel de Wi-Fi-verbinding van uw computer in. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie bij de computer. OPMERKING: 3. Als uw computer geen Wi-Fi ondersteunt, kunt u Wi-Fi Direct niet gebruiken. Maak een nieuwe netwerkverbinding op uw computer. Gebruik uw normale werkwijze om een verbinding te maken met een nieuw draadloos netwerk of een hotspot.
Klik hier voor online probleemoplossing voor Wi-Fi Direct, of voor meer hulp bij de instelling.Wi-Fi Direct. Deze website is momenteel nog niet beschikbaar in alle talen.
9 Hulpprogramma's printerbeheer Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Werkset (Windows) ● HP-hulpprogramma's (OS X) ● Geïntegreerde webserver Werkset (Windows) De Werkset geeft informatie over het onderhoud van de printer. Om de Werkset te openen 1. Open de HP-printersoftware. Zie Open de HP-printersoftware (Windows) voor meer informatie. 2. Klik op Afdrukken, scannen en faxen. . 3. Klik op Uw printer onderhouden.
● De geïntegreerde webserver kan niet worden geopend Over cookies De geïntegreerde webserver (EWS) plaatst zeer kleine tekstbestanden (cookies) op uw harde schijf wanneer u aan het browsen bent. Door deze bestanden kan de EWS uw computer herkennen bij uw volgende bezoek. Als u bijvoorbeeld de EWS-taal hebt geconfigureerd, helpt een cookie u onthouden welke taal u hebt gekozen zodat de volgende keer dat u de EWS opent, de pagina's in die taal worden weergegeven.
4. Schakel vanaf uw draadloze computer of mobiel toestel draadloos in, zoek naar en verbind met de naam van Wi-Fi Direct, bijvoorbeeld: DIRECT-**-HP OfficeJet Pro 7740 (waarbij ** unieke tekens zijn om uw printer te identificeren). Voer het wachtwoord van Wi-Fi Direct in als dit wordt gevraagd. 5. Typ in een ondersteunende webbrowser op uw computer het volgende adres in: http:// 10.10.4.120.
10 Een probleem oplossen Dit hoofdstuk bevat suggesties voor het oplossen van veelvoorkomende problemen. Indien uw printer niet goed werkt en deze oplossingen uw probleem niet hebben opgelost, probeer dan om een van de ondersteunende services in HP-ondersteuning te gebruiken voor hulp.
VOORZICHTIG: Om mogelijke schade aan de printkoppen te voorkomen moet u papierstoringen zo snel mogelijk oplossen. Een papierstoring oplossen in lade 1 1. Trek lade 1 volledig uit de printer. 2. Controleer de opening in de printer waar de invoerlade zich bevond. Reik in het gat en verwijder het vastgelopen papier. 3. Plaats Lade 1 terug in de printer. Een papierstoring oplossen in lade 2 1. Trek lade 2 volledig uit de printer.
2. Controleer de opening in de printer waar de invoerlade zich bevond. Reik in het gat en verwijder het vastgelopen papier. 3. Plaats lade 2 terug in de printer. Een papierstoring vanuit de voorkant van de printer verhelpen OPMERKING: Schakel de printer niet uit als er zich een papierstoring bevindt in de voorkant van de printer. 1. Open de toegangsklep van de printcartridges. 2.
3. Sluit de toegangsklep voor de cartridges. Een papierstoring in de duplexeenheid verhelpen 1. Verwijder lade 1 door deze weg te trekken van de printer. 2. Druk op de knoppen aan beide zijden van de uitvoerlade en verwijder deze. 3. Open de deur van de duplexeenheid (boven waar de lade zich bevond) door het midden vast te houden en hem in uw richting te trekken.
4. Verwijder het vastgelopen papier. 5. Til de deur van de duplexeenheid op, duw hem naar achteren en sluit hem. 6. Plaats de uitvoerlade terug. 7. Plaats Lade 1 terug in de printer. Een papierstoring vanuit de achterkant van de printer verwijderen NLWW 1. Bekijk de achterkant van de printer. 2. Druk de twee knoppen van de achterklep in en open de klep. 3. Verwijder het vastgelopen papier.
4. Druk op de twee knoppen van de papierbaankap en trek de kap volledig uit de printer. 5. Verwijder het vastgelopen papier. 6. Plaats de papierbaankap terug in de printer. 7. Sluit de toegangsklep aan de achterzijde. Om een papierstoring in de documentinvoer te verhelpen 1. Til de kap van de documentinvoer op.
NLWW 2. Trek het vastgelopen papier tussen de rollers vandaan. 3. Sluit de kap van de documentinvoer tot deze vastklikt. 4. Til de documentinvoerlade op. 5. Verwijder eventueel vastgelopen papier onder de lade.
6. Plaats de documentinvoer weer terug. 7. Tik het deksel van de scanner op om te controleren of er zich vastgelopen papier bevindt en verwijder dit. Verwijder een storing van de wagen met inktcartridges Los een storing van de wagen met inktcartridges op Gebruik een online probleemoplossingswizard van HP. Als de wagen met inktcartridges wordt geblokkeerd of stroef beweegt, wordt het aangeraden om instructies op te vragen die u doorheen de verschillende stappen leiden.
● Verschuif de papierlengtegeleider in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanligt. Zorg dat de papierlengtegeleider het papier in de papierlade niet buigt. ● Schuif het papier niet te ver in de invoerlade. ● Als u op beide zijden van een pagina afdrukt, druk dan geen volle afbeeldingen op licht papier af. ● Gebruik papiersoorten die worden aanbevolen voor de printer. ● Als het papier in de printer bijna op is, zorgt u dat de lade van de printer eerst leeg is voordat u papier toevoegt.
Problemen met afdrukken Wat wilt u doen? Problemen oplossen met pagina's die niet worden afgedrukt (kan niet afdrukken) HP Print and Scan Doctor De HP Print and Scan Doctor is een hulpprogramma dat zal proberen om het probleem automatisch vast te stellen en op te lossen. OPMERKING: Problemen oplossen met afdruktaken die niet worden afgedrukt Dit hulpprogramma is uitsluitend beschikbaar voor het Windows-besturingssysteem. Gebruik een online probleemoplossingswizard van HP.
4. c. Zorg ervoor dat in het menu PrinterAfdrukken onderbreken of Printer offline gebruiken niet is aangevinkt. d. Als u wijzigingen hebt doorgevoerd, probeert u opnieuw af te drukken. Controleer of de juiste printer als de standaard is ingesteld. Controleren of de juiste printer als de standaard is ingesteld a. b.
iii. Klik op tik op Systeembeheer en dubbelklik of dubbeltik op Services. iv. Klik met de rechtermuisknop op Afdrukwachtrij en klik vervolgens op Eigenschappen. v. Zorg er in het tabblad Algemeen voor dat naast Opstarttype, Automatisch is geselecteerd. vi. Als de service niet al actief is, klik of tik dan onder Servicestatus op Start en vervolgens op OK. Windows 7 i. Klik in het menu Start van Windows op Configuratiescherm, Systeem en beveiliging en vervolgens op Systeembeheer. ii.
● Windows 10: Vanuit het Start-menu in Windows klikt u op Alle apps, selecteer Windows systeem, Configuratiescherm en klik op Apparaten en printers onder het menu Hardware en geluid. ● Windows 8.1 en Windows 8: Wijs naar of tik op de rechterbovenhoek van het scherm om de Charms-balk te openen. Klik op het pictogram Instellingen klik of tik op Configuratiescherm en klik of tik vervolgens op Overzicht Apparaten en printers. ● Windows 7: Klik in het menu Start van Windows op Apparaten en printers.
7. Sluit het netsnoer weer aan de zijkant van de printer aan. 8. Als de printer niet automatisch wordt ingeschakeld, druk dan op de Aan/uit-knop om de printer in te schakelen. 9. Probeer de printer opnieuw te gebruiken. Afdrukproblemen oplossen (OS X) 1. Controleer op foutmeldingen en los ze op. 2. Koppel de USB-kabel los en sluit deze vervolgens weer aan. 3. Controleer of het product niet is gepauzeerd of offline staat. Controleren of het product niet is gepauzeerd of offline staat a.
3. Controleer de geschatte inktniveaus om te bepalen of de inkt van de cartridges bijna op is. Zie Geschatte inktniveaus controleren voor meer informatie. Overweeg de cartridges te vervangen als de inkt bijna op is. 4. Lijn de printkop uit. De printkop uitlijnen vanuit het printersoftware OPMERKING: Als u de printkop uitlijnt, weet u zeker dat de afdrukkwaliteit optimaal is. De printkop hoeft niet opnieuw te worden uitgelijnd wanneer u de cartridges heeft vervangen. 5. a.
De afdrukkwaliteit verbeteren (OS X) 1. Controleer of u originele HP-cartridges gebruikt. 2. Controleer het papiertype Gebruik hoogwaardig HP-papier of papier dat voldoet aan de ColorLok®-norm voor de beste afdrukkwaliteit. Zie Elementaire informatie over papier voor meer informatie. Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt plat ligt. Gebruik HP Advanced Fotopapier voor afdrukken met het beste resultaat.
U laat als volgt de printkop automatisch reinigen: a. Plaats gewoon wit papier van A4-formaat in de invoerlade. b. Open HP-hulpprogramma. OPMERKING: HP Utility bevindt zich in de map HP in de map Toepassingen. c. Selecteer uw printer uit de apparatenlijst links van het venster. d. Klik op Printkoppen reinigen. e. Klik op Reinigen en volg de instructies op het scherm op. VOORZICHTIG: Reinig de printkop alleen als dit nodig is.
De printkop reinigen vanaf het printerscherm 7. a. Plaats ongebruikt, wit gewoon papier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de invoerlade. b. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op ( Installatie ). c. Druk op Printeronderhoud , selecteer Printkop reinigen en volg vervolgens de instructies op het scherm.
Voer de faxtest uit U kunt uw faxinstellingen testen om de status van de printer te controleren en om na te gaan of de instellingen juist zijn om te kunnen faxen. Voer deze test pas uit nadat u de faxinstellingen op de printer hebt voltooid.
● Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de splitter te verwijderen en de printer rechtstreeks op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten. Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit om te controleren of de test slaagt en de printer gereed is om te faxen.
Afbeelding 10-1 Achteraanzicht van de printer 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Sluit het telefoonsnoer aan op de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer. 2. Nadat u het telefoonsnoer hebt verbonden met de 1-LINE-poort, voert u de faxtest nogmaals uit om te controleren of de printer klaar is om te faxen. 3. Probeer een fax te verzenden of te ontvangen.
De kiestoondetectietest is mislukt ● Andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als de printer, kan ervoor zorgen dat de test mislukt. Koppel alles los van de telefoonlijn en voer de test nogmaals uit. Zo kunt u controleren of het probleem wordt veroorzaakt door andere apparatuur. Als de Kiestoondetectie wel slaagt als de andere apparatuur is losgekoppeld, wordt het probleem veroorzaakt door een of meer onderdelen van deze apparatuur.
voor een toe en voer elke keer een test uit, totdat u weet welk onderdeel het probleem veroorzaakt. – ● Als de Faxlijnconditietest niet slaagt als de andere apparatuur is losgekoppeld, sluit u de printer aan op een werkende telefoonlijn en zoekt u verder in de informatie over het oplossen van problemen in dit deel. Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is een verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.
● Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op uw telefoonaansluiting en sluit vervolgens het andere einde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer. 1 Telefoonaansluiting op de wand 2 Sluit het telefoonsnoer aan op de poort 1-LINE aan de achterzijde van de printer. ● Probeer een werkende telefoon en een werkend telefoonsnoer aan te sluiten op de wandcontactdoos voor de telefoon die u gebruikt voor de printer en controleer of u een kiestoon hoort.
DSL-modem uit en laat u de stekker gedurende minstens 15 minuten uit het stopcontact. Schakel de DSL-modem vervolgens opnieuw in en luister opnieuw naar de kiestoon. OPMERKING: Mogelijk zal er in de toekomst opnieuw ruis optreden op de telefoonlijn. Herhaal het proces als de printer geen faxen meer verzendt en ontvangt. Als er nog steeds veel ruis op de lijn is, neemt u contact op met de telefoonmaatschappij. Neem contact op met de DSL-aanbieder voor informatie over het uitschakelen van de DSL-modem.
OPMERKING: Sommige digitale antwoordapparaten nemen de opgenomen stilte aan het eind van uw uitgaande bericht niet op. Speel uw uitgaande bericht af om dit te controleren. ● Als de printer de telefoonlijn deelt met andere telefoonapparatuur, zoals een antwoordapparaat, een computermodem of een schakelkast met meerdere poorten, is het faxsignaal mogelijk minder sterk. Het faxsignaal kan ook minder sterk zijn als u een splitter gebruikt of extra snoeren aansluit om het bereik van de telefoon te vergroten.
De computer kan geen faxen ontvangen (HP Digital Fax) ● De computer die is geselecteerd voor het ontvangen van faxen, is uitgeschakeld. Zorg dat de computer die is geselecteerd voor het ontvangen van faxen, altijd is ingeschakeld. ● Er zijn verschillende computers configureerd voor de installatie en het ontvangen van faxen, waarvan er een mogelijk is uitgeschakeld. Als de computer die faxen ontvangt niet dezelfde is als de computer voor de installatie, moeten beide computers altijd zijn ingeschakeld.
Draadloze info tonen. U kunt de instellingen van de draadloze functie ook vinden door op het tabblad Netwerk bovenaan het scherm te tikken en Webpagina router openen te selecteren. Gebruik een online probleemoplossingswizard van HP Ontdek hoe u uw netwerknaam (SSID) en draadloos wachtwoord kunt vinden. OPMERKING: De HP Print and Scan Doctor en de online probleemoplossingswizards van HP zijn mogelijk niet in alle talen beschikbaar.
Hardwareproblemen printer TIP: Start de HP Print and Scan Doctor om printproblemen op te sporen en automatisch op te lossen. De toepassing is slechts in enkele talen beschikbaar. De printer wordt onverwacht uitgeschakeld ● Controleer de netvoeding en de aansluiting van het netsnoer. ● Zorg dat het netsnoer goed is aangesloten op een werkende voedingsadapter.
● Testrapport draadloze verbinding ● Testrapport webtoegang Een printerstatusrapport afdrukken 1. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen en tikt u op ( Installatie ). 2. Raak Rapporten aan. 3. Selecteer een printerrapport om af te drukken. Statusrapport van de printer Gebruik het printerstatusrapport om de huidige printerinformatie en de status van de cartridges te bekijken.
Problemen oplossen bij gebruik van Webservices Als u problemen ondervindt met webservices, zoals HP ePrint en Print apps, moet u het volgende controleren: ● Zorg ervoor dat de printer is aangesloten op het internet door middel van een Ethernet- of draadloze verbinding. OPMERKING: kabel. U kunt deze webfuncties niet gebruiken indien de printer is aangesloten met een USB- ● Zorg ervoor dat de laatste productupdates zijn geïnstalleerd op de printer.
De glasplaat van de scanner reinigen Stof of vuil op de glasplaat van de scanner, op de binnenkant van de scannerklep of het scannerkader kunnen de werking van het apparaat vertragen en een negatieve invloed hebben op speciale functies, zoals het aanpassen van kopieën aan een bepaald paginaformaat. De glasplaat van de scanner reinigen WAARSCHUWING! Vooraleer u de printer reinigt, moet u de printer uitschakelen door op knop) te drukken en de stekker uit het stopcontact trekken. (de Aan/uit- 1.
De buitenkant reinigen WAARSCHUWING! Voor u de printer reinigt, schakelt u deze uit door te drukken op Aan/uit-knop netsnoer uit het stopcontact te halen. en het Gebruik een zachte, vochtige, pluisvrije doek om stof en vlekken van de behuizing te verwijderen. Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen in de printer of op het bedieningspaneel van de printer terechtkomen.
OPMERKING: Als het niet lukt om de aanslag te verwijderen met behulp van gedestilleerd water kunt u eventueel isopropylalcohol gebruiken. 5. Sluit de kap van de documentinvoer Onherdoud de printkop en cartridges Als er problemen optreden tijdens het afdrukken, kan er iets mis zijn met de printkop. U moet de procedures in de volgende hoofdstukken alleen uitvoeren als u hiertoe opdracht krijgt om problemen met de afdrukkwaliteit op te lossen.
De geselecteerde printerfuncties herstellen naar de oorspronkelijke fabrieksinstellingen 1. Vanuit het bedieningspaneel van de printer tikt u of veegt u in het tabblad bovenaan het scherm naar beneden om het Dashboard te openen, vervolgens tikt u op ( Installatie ). 2. Raak Printeronderhoud aan. 3. Druk op Terugzetten. 4. Druk op Instellingen terugzetten. 5.
TIP: Ga naar de HP-website voor online ondersteuning op www.hp.com/support voor informatie en hulpmiddelen waarmee u veelvoorkomende printerproblemen kunt verhelpen. (Windows) Start de HP Print and Scan Doctor om printproblemen op te sporen en automatisch op te lossen. De toepassing is slechts in enkele talen beschikbaar. HP-ondersteuning Ga voor de nieuwste productupdates en ondersteuningsinformatie naar de ondersteuningswebsite voor printers op www.hp.com/support.
Printer registreren In enkele minuten registreert u het apparaat en geniet u van een snellere service, een efficiëntere ondersteuning en productondersteuning. Indien u uw printer nog niet registreerde tijdens het installeren van de software, kunt u dit nu doen op http://www.register.hp.com. Extra garantieopties U kunt voor de printer een verlengde garantie kopen. Ga naar www.hp.com/support , selecteer uw land/regio en taal en verken de uitgebreide garantiemogelijkheden voor uw printer.
A Technische informatie Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen: ● Specificaties ● Wettelijk verplichte informatie ● Programma voor milieubeheer Specificaties Ga voor meer informatie naar www.hp.com/support . Selecteer uw land/regio. Klik op Productondersteuning en problemen oplossen. Voer de naam in die u terugvindt op de voorkant van de printer. Selecteer dan Zoeken. Klik op Productinformatie en vervolgens Productspecificaties.
Capaciteit uitvoerlade ● Normaal papier (60 tot 105 g/m2 [16 tot 28lb]): – Gewoon HP papier van A formaat: maximaal 75 – Gewoon HP papier van B formaat: maximaal 50 ● Enveloppen: maximaal 30 ● Systeemkaarten: maximaal 35 ● Vellen fotopapier: maximaal 25 Capaciteit documentinvoer ● Normaal papier (60 tot 90 g/m2 [16 tot 24lb]): maximaal 35 Papierformaat en gewicht Raadpleeg de HP-printersoftware voor een lijst van ondersteunde papierformaten.
– ● A3/Ledger: 297 x 432 mm (11,7 inch x 17 inch) Maximaal scanformaat vanaf de documentinvoer: – Dubbelzijdig (duplex) 210 x 297 mm (8,27 x 11,69 inch) – Enkelzijdig: 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch) Faxspecificaties ● Mogelijkheid voor zwart-wit en kleur bij apparaat. ● Fax handmatig verzenden en ontvangen. ● Automatisch tot vijf keer opnieuw kiezen bij in gesprek (verschilt per model). ● Automatisch een keer opnieuw kiezen bij geen gehoor (verschilt per model).
● Verklaring geluidsemissie voor Duitsland ● Verklaring beeldschermwerk voor Duitsland ● Bericht aan gebruikers van het Amerikaanse telefoonnetwerk: FCC-vereisten ● Bericht aan gebruikers van het Canadese telefoonnetwerk ● Bericht aan gebruikers van het Duitse telefoonnetwerk ● Verklaring vaste fax Australië ● Bericht voor de Europese Unie – Producten met draadloze functionaliteit – Verklaring Europees telefoonnetwerk (modem/fax) ● Conformiteitverklaring ● Wettelijke informatie inzake dr
FCC-verklaring Bericht aan gebruikers in Korea 152 Bijlage A Technische informatie NLWW
VCCI (Klasse B) conformiteitverklaring voor gebruikers in Japan Bericht aan gebruikers in Japan over het netsnoer Verklaring geluidsemissie voor Duitsland Verklaring beeldschermwerk voor Duitsland NLWW Wettelijk verplichte informatie 153
Bericht aan gebruikers van het Amerikaanse telefoonnetwerk: FCC-vereisten 154 Bijlage A Technische informatie NLWW
Bericht aan gebruikers van het Canadese telefoonnetwerk Bericht aan gebruikers van het Duitse telefoonnetwerk Verklaring vaste fax Australië Bericht voor de Europese Unie Producten met CE-label voldoen aan een of meer van de volgende EU-richtlijnen die mogelijk van toepassing zijn: Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EC, EMC-richtlijn 2004/108/EC, Ecodesign-richtlijn 2009/125/EC, R&TTE-richtlijn 1999/5/EC, RoHS-richtlijn 2011/65/EU.
aan de hand van de geldende European Harmonised Standards (Geharmoniseerde Europese Normen). Ook is de volledig Conformiteitsverklaring beschikbaar op de volgende website: www.hp.com/go/certificates (zoeken op naam van productmodel of het Regulatory Model Number (RMN), dit bevindt zich op het certificeringsetiket.
Blootstelling aan straling op radiofrequentie Bericht voor gebruikers in Brazilië Bericht voor gebruikers in Canada NLWW Wettelijk verplichte informatie 157
Bericht aan gebruikers in Taiwan Bericht aan gebruikers in Mexico Kennisgeving aan gebruikers in Japan Bericht aan gebruikers in Korea Programma voor milieubeheer HP streeft ernaar om producten van hoge kwaliteit te leveren die op milieuvriendelijke wijze zijn geproduceerd. Dit product is ontworpen met het oog op recycling. Het aantal materialen is tot een minimum beperkt, zonder dat dit ten koste gaat van de functionaliteit en de betrouwbaarheid.
● Veiligheidsinformatiebladen ● Kringloopprogramma ● Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen ● Stroomverbruik ● Wegwerpen van afgedankte apparatuur door gebruikers ● Afvalverwerking voor Brazilië ● Chemische stoffen ● Beperking voor gevaarlijke producten (Oekraïne) ● Beperking voor gevaarlijke producten (India) ● Gebruikersinformatie China SEPA Ecolabel ● China energielabel voor printer, fax en kopieermachine ● The Table of Hazardous Substances/Elements and their Content (China) (
Veiligheidsinformatiebladen MSDS (material safety data sheets - veiligheidsinformatiebladen) zijn verkrijgbaar op de website van HP website op: www.hp.com/go/msds Kringloopprogramma HP biedt in veel landen en regio's een toenemend aantal productrecyclingprogramma's. Daarnaast werkt HP samen met een aantal van de grootste centra voor het recyclen van elektronische onderdelen ter wereld. HP bespaart op het verbruik van kostbare hulpbronnen door een aantal van zijn populairste producten opnieuw te verkopen.
Afvalverwerking voor Brazilië Este produto eletrônico e seus componentes não devem ser descartados no lixo comum, pois embora estejam em conformidade com padrões mundiais de restrição a substâncias nocivas, podem conter, ainda que em quantidades mínimas, substâncias impactantes ao meio ambiente. Ao final da vida útil deste produto, o usuário deverá entregá-lo à HP. A não observância dessa orientação sujeitará o infrator às sanções previstas em lei.
China energielabel voor printer, fax en kopieermachine The Table of Hazardous Substances/Elements and their Content (China) (tabel van gevaarlijke stoffen/elementen en hun inhoud) 产品中有害物质或元素的名称及含量 162 Bijlage A Technische informatie NLWW
根据中国《电器电子产品有害物质限制使用管理办法》 有害物质 铅 汞 镉 六价铬 多溴联苯 多溴二苯醚 (Pb) (Hg) (Cd) (Cr(VI)) (PBB) (PBDE) 外壳和托盘 ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 电线 ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 印刷电路板 X ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 打印系统 X ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 显示器 X ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 喷墨打印机墨盒 ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 驱动光盘 X ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 扫描仪 X ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 网络配件 X ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 电池板 X ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 自动双面打印系统 ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 外部电源 X ◯ ◯ ◯ ◯ ◯ 部件名称 本表格依据 SJ/T 11364 的规定编制。 ◯:表示该有害物质在该部件所有均质材料中的含量均在 GB/T 26572 规定的限量要求以下。 X:表示该有害物质至少在该部件的某一均质材料中的含量超出 GB/T 26572 规
Aanwezigheidsverklaring markering van de aan beperkingen onderworpen stoffen (Taiwan) 164 Bijlage A Technische informatie NLWW
Afvoer van batterijen in Taiwan California Perchloraat materiaalbericht Batterijmelding voor Brazilië A bateria deste equipamento nao foi projetada para ser removida pelo cliente.
EU-batterijrichtlijn 166 Bijlage A Technische informatie NLWW
Index A accessoires instellen 14 ADSL, fax configureren met parallelle telefoonsystemen 72 afdrukken details laatste fax 67 diagnosepagina 140 dubbelzijdig 36 faxen 56 faxen vanuit het geheugen 56 faxlogs 67 faxrapporten 65 problemen oplossen 139 afdrukken, aan beide zijden 36 afdrukkwaliteit vlekken verwijderen 144 afdrukmateriaal dubbelzijdig afdrukken 36 antwoordapparaat configuratie met fax en modem 84 installatie met fax (parallelle telefoonsystemen) 83 opgenomen faxtonen 136 automatisch fax verkleinen
handsfree kiezen 52, 53 Internet-protocol, over 65 ontvangen 54 problemen oplossen 128 test mislukt 129 verzenden 50 faxen antwoordapparaat, installatie (parallelle telefoonsystemen) 83 aparte geïnstalleerde lijn (parallelle telefoonsystemen) 72 automatisch antwoorden 61 bevestigingsrapporten 66 doorsturen 56 DSL, configureren (parallelle telefoonsystemen) 72 foutrapporten 67 gedeelde telefoonlijninstallatie (parallelle telefoonsystemen) 75 installatie specifiek belsignaal (parallelle telefoonsystemen) 74 i
installeren voicemail (parallelle telefoonsystemen) 76 instellen accessoires 14 antwoordapparaat en modem (parallelle telefoonsystemen) 84 computermodem en antwoordapparaat (parallelle telefoonsystemen) 84 instellen, opties opnieuw kiezen 63 instellingen faxscenario's 70 netwerk 103 snelheid, fax 64 Instellingen volume, fax 64 Internet Protocol (internetprotocol) fax, gebruiken 65 IP-adres printer opsporen 110 IP-instellingen 103 ISDN-lijn, configureren met fax parallelle telefoonsystemen 73 J juiste poort
pictogrammen voor draadloze verbindingen 9 pictogram Setup: 9 printersoftware (Windows) openen 28, 108 over 108 printkop 144 schoonmaken 144 printkop, uitlijnen 144 printkop uitlijnen 144 problemen met de papieraanvoer, problemen oplossen 119 problemen oplossen afdrukken 139 antwoordapparaten 136 Fax 128 faxen ontvangen 133, 135 faxen verzenden 133, 136 faxhardwaretest is mislukt 129 faxkiestoontest mislukt 132 faxlijntest is mislukt 132 faxtests 129 geïntegreerde webserver (EWS) 110 hulp van het bedienings
USB-verbinding poort, locatie 6, 7 V verbindingssnelheid, instellen 103 verkleinen van fax 57 voeding problemen oplossen 139 voicemail installatie met fax en computermodem (parallelle telefoonsystemen) 88 installeren met fax (parallelle telefoonsystemen) 76 volume faxgeluiden 64 voorgeschreven modelnummer 151 W wagen storingen met de wagen oplossen 118 Webscan 45 websites milieuprogramma's 158 toegankelijkheidsinformatie 2 weergeven netwerkinstelllingen 103 wettelijke informatie 156 wettelijk verplichte i