Computer Setup (F10) Utility Guide
VOORZICHTIG In de meeste gevallen is het niet nodig om de conversiestand die
automatisch door het BIOS wordt geselecteerd, te wijzigen. Als de ingestelde
conversiestand niet compatibel is met de stand die actief was toen de schijfeenheid werd
gepartitioneerd en geformatteerd, is de informatie op de schijfeenheid niet toegankelijk.
Translation Parameters (Conversieparameters) (alleen ATA-schijven)
Opmerking Deze optie wordt alleen weergegeven wanneer de conversiestand User
(Gebruiker) is geselecteerd.
Hiermee geeft u de parameters op (logische cilinders, koppen en sectoren per track) die door het
BIOS worden gebruikt om de I/O-verzoeken van het besturingssysteem of een applicatie te vertalen
in termen die de vaste schijf kan interpreteren. Het aantal logische cilinders is maximaal 1024. Het
aantal koppen is maximaal 256. Het aantal sectoren per track is maximaal 63. Deze velden zijn
alleen zichtbaar en aanpasbaar wanneer de conversiestand van de schijfeenheid is ingesteld op
User (Gebruiker).
Default Values IDE/SATA (Standaardwaarden IDE/SATA)
Hiermee kunt u de standaardwaarden opgeven voor de Multisector Transfers
(Multisectoroverdrachten), de Transfer Mode (Overdrachtstand) en de Translation Mode for ATA
devices (Conversiestand voor ATA-apparaten).
Storage Options
(Opslagopties)
Removable Media Boot (Opstartbeveiliging verwisselbare schijfeenheden)
Hiermee bepaalt u of het systeem kan worden opgestart vanaf verwisselbare media.
Legacy Diskette Write (Oudere diskette schrijven):
Hiermee schakelt u de mogelijkheid om gegevens naar oudere diskettes te schrijven in of uit.
BIOS DMA Data Transfers (DMA-gegevensoverdracht van BIOS)
Hiermee bepaalt u hoe I/O-verzoeken voor schijven van het BIOS worden afgehandeld. Wanneer
Enable (Ingeschakeld) is geselecteerd, handelt het BIOS lees- en schrijfverzoeken voor ATA-
schijven af met DMA-gegevensoverdracht. Wanneer Disable (Uitgeschakeld) is geselecteerd,
handelt het BIOS lees- en schrijfverzoeken voor ATA-schijven af met PIO-gegevensoverdracht.
SATA Emulation (SATA-emulatie)
Hiermee bepaalt u op welke manier het besturingssysteem toegang verkrijgt tot de SATA-controller
en –apparatuur. Er worden maximaal twee opties ondersteund: IDE en RAID.
IDE is de standaardoptie. Gebruik deze optie voor 'normale' configuraties (geen RAID).
Selecteer de optie RAID om DOS- en opstarttoegang mogelijk te maken voor RAID-volumes.
Gebruik deze optie voor RAID-configuraties onder Windows 2000, XP of Vista met het
desbetreffende RAID-stuurprogramma.
Tabel 3 Computer Setup: Storage (Opslag) (vervolg)
NLWW Mogelijkheden van Computer Setup 7