Computer Setup (F10) Utility Guide

Opmerking Als u de netvoeding van de computer uitschakelt met de schakelaar van een
stekkerdoos, kunt u de functies standby/hibernationstand en Remote Management (Beheer
op afstand) niet gebruiken.
POST Delay (POST-vertraging): None (Geen), 5, 10 15 of 20 seconden. Als u deze optie
inschakelt, wordt er tijdens de POST een instelbare vertraging toegepast. Vaste schijven op
bepaalde PCI-kaarten hebben deze vertraging soms nodig, omdat zij dermate langzaam op
gang komen, dat ze niet gereed zijn om op te starten wanneer de zelftest (POST) is voltooid.
De POST-vertraging geeft u ook meer tijd om op F10 te drukken om Computer Setup te starten.
I/O APIC Mode (I/O APIC-stand, in- of uitschakelen). Schakel deze functie in om Microsoft
Windows-besturingssystemen optimaal te laten werken. Schakel deze functie uit om bepaalde
andere besturingssystemen goed te laten werken.
Limit CPUID Maximum Value to 3 (Maximale waarde CPUID beperken tot 3). Hiermee beperkt
u het aantal CPUID-functies dat wordt gerapporteerd door de microprocessor. Schakel deze
functie in als u opstart met Windows NT.
Execute Memory Test
(Geheugentest
uitvoeren, bepaalde
modellen)
Hiermee wordt de computer opnieuw opgestart en wordt de POST-geheugentest uitgevoerd.
BIOS Power-On (BIOS
opstarten)
Met deze optie kunt u de computer automatisch opstarten op een door u ingesteld tijdstip.
Onboard Devices
(Apparaten op
systeemkaart)
Hiermee kunt u bronnen instellen voor geïntegreerde systeemapparaten (zoals de diskettecontroller,
seriële poort of parallelle poort), of deze apparaten uitschakelen.
PCI Devices (PCI-
apparaten)
Hiermee geeft u een overzicht weer van de geïnstalleerde PCI-apparaten en de bijbehorende
IRQ-instellingen.
U kunt de IRQ-instellingen voor deze apparaten opnieuw configureren of de apparaten volledig
uitschakelen. Deze instellingen worden niet gebruikt als u met een besturingssysteem op basis
van ACPI werkt.
PCI VGA
Configuration (VGA
configureren voor PCI)
Deze optie wordt alleen weergegeven als er een of meer grafische PCI-controllers aanwezig zijn in
het systeem en de geïntegreerde video is ingeschakeld. Hiermee specificeert u welke VGA-
controller de "opstartcontroller" of primaire VGA-controller is.
Bus Options
(Busopties)
Op bepaalde modellen kunt u het volgende in- of uitschakelen:
PCI SERR# generation, waarmee u een PCI SERR-nummer kunt aanmaken.
PCI VGA Palette Snooping, waarmee u de VGA Palette Snooping-bit instelt in de PCI-
configuratie. Dit is alleen nodig als er meerdere grafische controllers zijn geïnstalleerd.
Device Options
(Apparaatopties)
Hiermee kunt u het volgende instellen:
Printermodus (bidirectioneel, EPP en ECP, alleen uitvoer).
Num Lock-status bij opstarten (uit/aan).
Tabel 6 Computer Setup: Advanced (Geavanceerd) (voor ervaren gebruikers) (vervolg)
NLWW Mogelijkheden van Computer Setup 15