Naslaggids voor de hardware - dc5750 Microtower Zakelijke personal computers
© Copyright 2006 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze publicatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Microsoft en Windows zijn handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. De enige garanties die gelden voor HP producten en diensten zijn de garanties die worden beschreven in de garantievoorwaarden behorende bij deze producten en diensten. Geen enkel onderdeel van dit document mag als extra garantie worden opgevat.
Over deze handleiding Deze handleiding bevat algemene informatie voor het upgraden van dit model computer. WAARSCHUWING Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of levensgevaar. VOORZICHTIG Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van de apparatuur of verlies van gegevens. Opmerking NLWW De tekst na dit kopje biedt belangrijke aanvullende informatie.
iv Over deze handleiding NLWW
Inhoudsopgave 1 Voorzieningen Voorzieningen van de standaardconfiguratie ....................................................................................... 1 Onderdelen aan de voorkant ................................................................................................................ 2 Onderdelen aan de achterkant ............................................................................................................. 3 Toetsenbord .....................................................
Bijlage D Elektrostatische ontlading Schade door elektrostatische ontlading voorkomen ........................................................................... 41 Aardingsmethoden ............................................................................................................................. 41 Bijlage E Richtlijnen voor gebruik, regelmatig onderhoud en voorbereiding voor transport Richtlijnen voor gebruik en regelmatig onderhoud ...............................................................
1 Voorzieningen Voorzieningen van de standaardconfiguratie De voorzieningen van HP Compaq Microtowers kunnen per model verschillen. Voer het diagnostische hulpprogramma (alleen bij bepaalde computermodellen inbegrepen) uit voor een compleet overzicht van de hardware en software die op de computer is geïnstalleerd. Raadpleeg voor gebruiksinstructies voor dit hulpprogramma de handleiding Problemen oplossen op de documentatie- en diagnose-cd Documentation and Diagnostics.
Onderdelen aan de voorkant De configuratie van de schijfeenheden kan per model verschillen.
Onderdelen aan de achterkant Tabel 1-2 Onderdelen aan de achterkant 1 Netsnoerconnector 7 RJ-45-netwerkconnector 2 Spanningsschakelaar 8 Parallelle connector 3 PS/2-muisconnector (groen) 9 Monitorconnector 4 PS/2-toetsenbordconnector (paars) 10 Uitgang voor audioapparaten met netvoeding (groen) 5 Universal Serial Bus (USB) 11 Audio-ingang (blauw) 6 Seriële poort 12 DVI-D-monitorconnector (Digital Video Interface) Opmerking Aantal en indeling van de connectoren kunnen per model versc
Toetsenbord Tabel 1-3 Onderdelen van het toetsenbord 1 4 1 Functietoetsen Met de functietoetsen kunt u speciale functies uitvoeren, afhankelijk van de gebruikte applicatie. 2 Bewerkingstoetsen Hieronder vallen de volgende toetsen: Insert, Home, Page Up, Delete, End en Page Down. 3 Statuslampjes Deze lampjes geven informatie over de status van de computer en de toetsenbordinstellingen (Num Lock, Caps Lock en Scroll Lock).
Windows-logotoets gebruiken U gebruikt de Windows-logotoets in combinatie met andere toetsen om bepaalde functies in Windows uit te voeren. Zie het gedeelte Toetsenbord voor meer informatie over de Windows-logotoets. NLWW Windows-logotoets Opent of verbergt het menu Start Windows-logotoets + d Toont het bureaublad Windows-logotoets + m Minimaliseert alle open applicaties. Shift + Windows-logotoets + m Maakt het minimaliseren van alle vensters ongedaan.
Speciale muisfuncties De meeste applicaties ondersteunen het gebruik van een muis. De functie van de muisknoppen is afhankelijk van de applicatie waarmee u werkt. Locatie van het serienummer Elke computer heeft een uniek serienummer en een productidentificatienummer. Deze nummers vindt u op het bovenpaneel van de computer. Houd deze nummers bij de hand wanneer u contact opneemt met de klantenondersteuning.
2 Hardware-upgrades Voorzieningen voor onderhoud De computer beschikt over speciale voorzieningen die het uitvoeren van upgrades en onderhoud aan de computer vergemakkelijken. Voor de meeste installatieprocedures die in dit hoofdstuk worden beschreven, heeft u geen gereedschap nodig. Waarschuwingen en instructies Lees zorgvuldig alle instructies en waarschuwingen in deze handleiding voordat u een upgrade uitvoert.
Toegangspaneel van de computer verwijderen 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals diskettes of cd's, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Neem de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
Toegangspaneel terugplaatsen Plaats het toegangspaneel op het chassis, zodat ongeveer 1,3 cm van het paneel voorbij de achterzijde van het chassis steekt en schuif het paneel op zijn plaats (1). Zorg dat het gat voor de duimschroef is uitgelijnd met het gat in het chassis en draai de schroef (2) aan.
Voorpaneel verwijderen 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals diskettes of cd's, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Neem de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
Voorpaneel terugplaatsen Zet het chassis rechtop. Steek de twee haakjes aan de bovenzijde van het voorpaneel in de rechthoekige gaten in het chassis (1) en draai het onderste gedeelte van het paneel naar het chassis (2), zodat de onderste twee haakjes op het paneel vastklikken.
Extra geheugen installeren De computer wordt geleverd met DDR2-SDRAM (Double Data Rate 2 Synchronous Dynamic Random Access Memory) DIMM's (Dual-Inline Memory Modules). DIMM's De systeemkaart bevat geheugenmodulevoetjes voor maximaal vier industriestandaard DIMM's. In deze voetjes bevindt zich ten minste één vooraf geïnstalleerde DIMM. Voor een optimale geheugencapaciteit kunt u maximaal 4 GB geheugen op de systeemkaart installeren en configureren voor de snelle tweekanaalmodus.
DIMM-voetjes van geheugen voorzien De systeemkaart bevat vier DIMM-voetjes: twee voetjes per kanaal. De voetjes worden aangeduid met XMM1, XMM2, XMM3 en XMM4. De voetjes XMM1 en XMM3 werken in geheugenkanaal A. De voetjes XMM2 en XMM4 werken in geheugenkanaal B.
● Als u een enkele DIMM wilt installeren, plaatst u deze in het voetje XMM3. ● In elk van de twee modi wordt de maximale snelheid bepaald door de traagste DIMM in het systeem. DIMM's installeren VOORZICHTIG Koppel het netsnoer los en wacht ongeveer 30 seconden om de spanning uit het systeem te laten wegvloeien, voordat u geheugenmodules toevoegt of verwijdert.
7. Open beide vergrendelingen van het geheugenvoetje (1) en plaats de geheugenmodule in het voetje (2). Afbeelding 2-6 DIMM installeren Opmerking Een geheugenmodule kan slechts in één stand worden geïnstalleerd. Zorg dat de uitsparing op de module aansluit op het lipje van het geheugenvoetje. In het XMM3-voetje moet een DIMM zijn geplaatst.
Uitbreidingskaarten verwijderen of installeren De computer heeft twee standaard PCI-uitbreidingsslots, waarin ruimte is voor een uitbreidingskaart met een lengte van maximaal 17,46 cm. De computer heeft tevens een PCI Express x1-uitbreidingsslot en een PCI Express x16-uitbreidingsslot.
VOORZICHTIG Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de computer te voorkomen. 5. Verwijder het toegangspaneel van de computer. 6. Bepaal welk leeg uitbreidingsvoetje op de systeemkaart het voetje is dat u wilt gebruiken en welk uitbreidingsslot op de achterkant van het computerchassis hierbij hoort.
Opmerking Voordat u een geïnstalleerde uitbreidingskaart verwijdert, ontkoppelt u alle kabels van de kaart. a. Als u een uitbreidingskaart in een leeg slot plaatst, verwijdert u op de achterkant van het chassis het bijbehorende afdekplaatje van het uitbreidingsslot. Trek het afdekplaatje recht omhoog en vervolgens van de binnenkant van het chassis af.
b. Als u een standaard PCI-kaart verwijdert, houdt u de kaart aan beide uiteinden vast en beweegt u vervolgens de kaart voorzichtig heen en weer tot deze loskomt uit het voetje. Trek de uitbreidingskaart recht omhoog uit het uitbreidingsslot (1) en beweeg de kaart vervolgens van de binnenkant van het chassis af (2) om de kaart los te maken van het chassis. Pas op dat de kaart niet langs andere onderdelen schuurt. Afbeelding 2-10 Standaard PCI-uitbreidingskaart verwijderen c.
9. Berg de verwijderde kaart op in een antistatische verpakking. 10. Als u geen nieuwe uitbreidingskaart installeert, plaatst u het afdekplaatje om het open slot af te dekken. VOORZICHTIG Nadat u een uitbreidingskaart heeft verwijderd, moet deze worden vervangen door een nieuwe uitbreidingskaart of door een afdekplaatje, omdat anders de koeling van de interne onderdelen niet goed functioneert. 11.
12. Houd de bevestigingsbeugel van de uitbreidingskaart tegen het chassis aangedrukt en schuif de vergrendeling omlaag over de beugels van de uitbreidingskaarten en afdekplaatjes (1), zodat deze worden vastgezet. Zet de vergrendeling vervolgens vast met behulp van de duimschroef (2). Afbeelding 2-13 Uitbreidingskaarten en afdekplaatjes vastzetten 13. Sluit indien nodig externe kabels aan op de geïnstalleerde kaart. Sluit interne kabels aan op de systeemkaart, indien van toepassing. 14.
Schijfposities Afbeelding 2-14 Schijfposities 1 Twee externe schijfposities van 5,25 inch voor optionele schijfeenheden (optische-schijfeenheden worden weergegeven) 2 Een externe schijfpositie van 3,5 inch voor een optionele schijfeenheid (diskettedrive wordt weergegeven) 3 Primaire 3,5-inch interne vaste-schijfpositie 4 Secundaire 3,5-inch interne vaste-schijfpositie voor optionele vaste schijf Start Computer Setup (Computerinstellingen) om het type en de omvang van de geïnstalleerde opslageenhede
Extra schijfeenheden installeren Houd rekening met de volgende richtlijnen als u extra schijfeenheden installeert: ● De primaire vaste schijf van het type SATA (Serial ATA) moet zijn aangesloten op de donkerblauwe SATA-connector op de systeemkaart met de aanduiding SATA0. ● Sluit de eerste optische-schijfeenheid van het type SATA aan op de witte SATA-connector op de systeemkaart met de aanduiding SATA1.
Externe schijfeenheid van 5,25 inch of 3,5 inch verwijderen VOORZICHTIG Haal alle verwisselbare opslagmedia uit een schijfeenheid voordat u deze uit de computer verwijdert. 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals diskettes of cd's, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4.
b. Als u een diskettedrive verwijdert, koppelt u de gegevenskabel (1) en de voedingskabel (2) aan de achterkant van de drive los. Afbeelding 2-16 Kabels van de diskettedrive loskoppelen 7. Een schijfvergrendelingsbeugel met ontgrendelingslipjes houdt de schijfeenheden in de schijfpositie. Beweeg het ontgrendelingslipje op de schijfvergrendelingsbeugel (1) omhoog voor de schijfeenheid die u wilt verwijderen, en schuif de schijfeenheid uit de schijfpositie (2).
Externe schijfeenheid van 5,25 inch of 3,5 inch installeren Opmerking Een optische-schijfeenheid is een cd-rom-, cd-r/rw-, dvd-rom- of dvd+r/rw-drive of een cd-rw/dvd-combodrive. Het systeem biedt geen ondersteuning voor optische-schijfeenheden van het type Parallel ATA (PATA). 1. Installeer in de nieuwe schijfeenheid de vier geleideschroeven (twee aan elke kant) die u uit de oude schijfeenheid heeft verwijderd. De schroeven helpen de schijfeenheid op de juiste plaats in de schijfpositie te komen.
3. Sluit de voedings- en gegevenskabels aan op de schijfeenheid, zoals weergegeven in de volgende afbeeldingen. a. Als u een optische-schijfeenheid installeert, sluit u de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterkant van de schijfeenheid. Afbeelding 2-20 Kabels van de optische-schijfeenheid aansluiten VOORZICHTIG Vouw of buig een SATA-gegevenskabel nooit met een radius van minder dan 30 mm. Als u de kabel in een te nauwe bocht dwingt, kan de interne bedrading breken. b.
Opmerking Als u een optische-schijfeenheid van het type SATA installeert, sluit u de eerste optische-schijfeenheid aan op de witte SATA-connector op de systeemkaart met de aanduiding SATA1. Sluit een tweede optische-schijfeenheid van het type SATA aan op de oranje SATA-connector met de aanduiding SATA3. Als u een diskettedrive installeert, sluit u deze aan op de connector op de systeemkaart met de aanduiding FLOPPY P10. 5.
Interne vaste schijf van 3,5 inch verwijderen Opmerking Zorg ervoor dat u van tevoren een backup maakt van de gegevens op de oude vaste schijf, zodat u deze gegevens later op de nieuwe vaste schijf kunt terugplaatsen. Zorg er bij het vervangen van de primaire vaste schijf tevens voor dat u de cd-set Restore Plus! bij de hand heeft.
7. Verwijder de voedingskabel (1), de primaire gegevenskabel (2) en de secundaire gegevenskabel (indien nodig) (3) uit de kabelklemmen om gemakkelijker bij de schijfeenheid te kunnen. Afbeelding 2-24 Kabels uit kabelklemmen verwijderen 8. Verwijder de schijfeenheid door het groene ontgrendelingslipje weg te trekken van de schijfeenheid (1) en de schijfeenheid uit de schijfpositie te halen. Afbeelding 2-25 Vaste schijf verwijderen 9.
Interne vaste schijf van 3,5 inch installeren Opmerking Het systeem biedt geen ondersteuning voor vaste schijven van het type Parallel ATA (PATA) 1. Installeer in de nieuwe schijfeenheid de vier geleideschroeven (twee aan elke kant) die u uit de oude schijfeenheid heeft verwijderd. De schroeven helpen de schijfeenheid op de juiste plaats in de schijfpositie te komen. Er bevinden zich extra geleideschroeven aan de voorkant van het chassis, onder het voorpaneel.
3. Sluit de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterzijde van de vaste schijf. Opmerking Als u een primaire vaste schijf installeert, gebruikt u de P4voedingsconnector. Als u een secundaire vaste schijf installeert, gebruikt u de P5voedingsconnector. Afbeelding 2-28 Kabels van de vaste schijf aansluiten VOORZICHTIG Vouw of buig een SATA-gegevenskabel nooit met een radius van minder dan 30 mm. Als u de kabel in een te nauwe bocht dwingt, kan de interne bedrading breken. 4.
A Specificaties Afmetingen van de desktopcomputer Hoogte 19,94 inch 50,65 cm Breedte 6,98 inch 17,73 cm Diepte 16,88 inch 42,87 cm Geschat gewicht 23,5 lb 10,66 kg In bedrijf 50 tot 95 °F 10 tot 35 °C Niet in bedrijf -22 tot 140 °F -30 tot 60 °C In bedrijf 10-90% 10-90% Niet in bedrijf (maximale natteboltemperatuur: 38,7 °C) 5-95% 5-95% In bedrijf 10.000 voet 3.048 m Niet in bedrijf 30.000 voet 9.
Nominale ingangsstroom (maximum)1 1 34 8 A bij 100 V wisselspanning 4 A bij 200 V wisselspanning Dit systeem is voorzien van een voedingseenheid met passieve nominale correctie om schommelingen in de harmonische ingangsstroom te beperken. De nominale correctie is alleen beschikbaar als de spanningsschakelaar op 230 V staat. Hiermee voldoet het systeem aan de vereisten voor het CE-keurmerk voor de landen in de Europese Unie. Voor deze toevoer is een spanningsschakelaar nodig.
B Batterij vervangen De bij de computer geleverde batterij voorziet de real-timeklok van elektriciteit. Gebruik bij vervanging een batterij die gelijkwaardig is aan de oorspronkelijke batterij. De computer wordt geleverd met een 3volt lithium-knoopcelbatterij. WAARSCHUWING De computer bevat een lithium-mangaandioxidebatterij. Als u niet op de juiste manier omgaat met de batterij, kan er brand ontstaan en kunt u brandwonden oplopen.
VOORZICHTIG Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de computer te voorkomen. 5. Verwijder het toegangspaneel van de computer. 6. Bepaal de plaats van de batterij en de batterijhouder op de systeemkaart.
b. Schuif één kant van de nieuwe batterij onder het palletje van de houder, met de pluspool naar boven. Duw de andere kant van de batterij omlaag totdat de klem vastklikt (2). Afbeelding B-2 Knoopcelbatterij verwijderen en vervangen (type 2) Type 3 a. Trek de batterijklem naar achteren (1) en verwijder de batterij (2). b. Plaats de nieuwe batterij en breng de klem weer in de oorspronkelijke stand.
informatie de handleiding Computerinstellingen op de documentatie- en diagnose-cd Documentation and Diagnostics. 11. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel.
C Externe beveiligingsapparaten Opmerking Raadpleeg voor meer informatie over beveiligingsvoorzieningen de handleiding Computerinstellingen en de handleiding Desktop Management op de documentatie- en diagnose-cd Documentation and Diagnostics en de HP ProtectTools Security Manager Guide (voor bepaalde modellen) op http://www.hp.com. Beveiligingsslot bevestigen De beveiligingsapparaten hieronder en op de volgende pagina kunnen worden gebruikt om de computer te beveiligen.
Hangslot Afbeelding C-2 Een hangslot aanbrengen 40 Bijlage C Externe beveiligingsapparaten NLWW
D Elektrostatische ontlading Een ontlading van statische elektriciteit via vingers of andere geleiders kan leiden tot beschadiging van de systeemkaart, uitbreidingskaarten of andere onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit. Dit soort schade kan de levensduur van het apparaat bekorten.
42 Bijlage D Elektrostatische ontlading NLWW
E Richtlijnen voor gebruik, regelmatig onderhoud en voorbereiding voor transport Richtlijnen voor gebruik en regelmatig onderhoud Volg deze richtlijnen om de computer en de monitor op de juiste manier te installeren en te onderhouden: NLWW ● Plaats de computer niet in zeer vochtige ruimtes en stel de computer niet bloot aan direct zonlicht of zeer hoge of lage temperaturen. ● Plaats de computer op een stevig, vlak oppervlak.
Voorzorgsmaatregelen voor optische schijfeenheden Neem de volgende richtlijnen in acht wanneer u een optische-schijfeenheid gebruikt of reinigt. Gebruik ● Verplaats de schijfeenheid niet terwijl deze in gebruik is. Dit kan namelijk leiden tot een storing tijdens het lezen. ● Stel de schijfeenheid niet bloot aan plotselinge temperatuurverschillen, aangezien hierdoor condensatie kan optreden.
Opmerking Zorg dat alle uitbreidingskaarten goed en veilig vastzitten in de uitbreidingsslots voordat u de computer vervoert. 7. NLWW Verpak de systeemonderdelen en externe apparatuur in de originele of een soortgelijke verpakking en gebruik voldoende opvulmateriaal om de apparatuur te beschermen.
46 Bijlage E Richtlijnen voor gebruik, regelmatig onderhoud en voorbereiding voor transport NLWW
Index A Achterkant, onderdelen 3 Afdekplaatje van uitbreidingsslot vervangen 20 verwijderen 18 Audioconnectoren 2, 3 B Backup and Recovery 29 Batterij vervangen 35 Beveiliging hangslot 40 kabelslot 39 C Computergebruik 43 D DIMM's.
USB-poorten achterpaneel 3 voorpaneel 2 V Vaste schijf installeren 31 software voor herstel 29, 32 verwijderen 29 Ventilatierichtlijnen 43 Verwijderen afdekplaatje van uitbreidingsslot 18 batterij 35 diskettedrive 24 optische-schijfeenheid 24 PCI Express-kaart 19 PCI-kaart 19 toegangspaneel 8 uitbreidingskaart 16 vaste schijf 29 voorpaneel 10 Voorpaneel vervangen 11 verwijderen 10 W Windows-logotoets 5 48 Index NLWW