Computer Setup (F10) Utility Guide (sixth edition)
Setup Password
(Instelwachtwoord)
Hiermee kunt u een instelwachtwoord (beheerderswachtwoord) definiëren en inschakelen.
Opmerking Als het instelwachtwoord is gedefinieerd, heeft u dit wachtwoord nodig om
wijzigingen aan te brengen in de opties van Computer Setup, om een ROM-flash uit te
voeren en om wijzigingen aan te brengen in bepaalde Plug and play-instellingen van
Windows.
Raadpleeg voor meer informatie de handleiding Problemen oplossen op de documentatie- en
diagnose-cd Documentation and Diagnostics.
Opstartwachtwoord Hiermee kunt u een opstartwachtwoord instellen en inschakelen. De gebruikers wordt telkens naar
het opstartwachtwoord gevraagd nadat het systeem is uit- en weer aangezet. Als de gebruiker niet
het juiste opstartwachtwoord geeft, zal het systeem niet opstarten.
Opmerking Het wachtwoord wordt niet gevraagd bij een warme start, bijvoorbeeld met
Ctrl+Alt+Delete of Restart from Windows (Opnieuw opstarten vanuit Windows), tenzij dat
hieronder is ingeschakeld bij Password Options (Wachtwoordopties).
Raadpleeg voor meer informatie de handleiding Problemen oplossen op de documentatie- en
diagnose-cd Documentation and Diagnostics.
Password Options
(Wachtwoordopties)
(Deze selectie wordt
alleen weergegeven als
er een opstart- of
instelwachtwoord is
ingesteld.)
Hiermee kunt u het volgende doen:
●
Oudere bronnen vergrendelen (wordt weergegeven als een instelwachtwoord is ingesteld).
●
Netwerkservermodus in- of uitschakelen (wordt weergegeven als een opstartwachtwoord is
ingesteld).
●
Aangeven of het wachtwoord vereist is voor warm opstarten (Ctrl+Alt+Delete) (wordt
weergegeven als een opstartwachtwoord is ingesteld).
●
Setup Browse Mode (Bladermodus voor Computerinstellingen) in- of uitschakelen (wordt
weergegeven als een instelwachtwoord is ingesteld) (zorgt ervoor dat de opties voor Computer
Setup kunnen worden bekeken, maar niet worden gewijzigd, zonder dat een instelwachtwoord
hoeft te worden opgegeven).
Raadpleeg voor meer informatie de handleiding Desktop Management op de documentatie- en
diagnose-cd Documentation and Diagnostics.
Smart Cover
(Intelligente
vergrendeling)
Hiermee kunt u het volgende doen:
●
Cover Lock (kapvergrendeling) vergrendelen en ontgrendelen.
●
Cover Removal Sensor (sensor voor verwijdering van de computerkap) instellen op Disable
(Uitschakelen), Notify User (Gebruiker waarschuwen) of Setup Password (Instelwachtwoord).
Opmerking Als Notify User (Gebruiker waarschuwen) is ingeschakeld, wordt de
gebruiker gewaarschuwd wanneer de sensor heeft gedetecteerd dat de kap is verwijderd.
Als Setup Password (Instelwachtwoord) is ingeschakeld, moet het instelwachtwoord
worden ingevoerd om de computer op te starten wanneer de sensor vaststelt dat de kap is
verwijderd.
Deze optie is alleen voor bepaalde modellen beschikbaar. Raadpleeg voor meer informatie de
handleiding Desktop Management op de documentatie- en diagnose-cd Documentation and
Diagnostics.
Embedded Security
(Ingebouwde
beveiliging)
(Dit menu-item wordt
alleen weergegeven
wanneer het
ingebouwde
Hiermee kunt u het volgende doen:
●
Het ingebouwde beveiligingsapparaat in- of uitschakelen.
●
De fabrieksinstellingen van het apparaat herstellen.
Tabel 4 Computer Setup: Security (Beveiliging) (vervolg)
8 Computer Setup NLWW