Cursor Controls and Keyboard - Windows Vista
U voert als volgt een hotkeyopdracht uit met het toetsenbord van de computer:
●
Druk kort op de fn-toets en druk vervolgens kort op de tweede toets van de hotkeyopdracht.
– of –
●
Houd de fn-toets ingedrukt, druk kort op de tweede toets van de hotkeyopdracht en laat vervolgens
beide toetsen tegelijk los.
Systeeminformatie weergeven (fn+esc)
Druk op fn+esc om informatie weer te geven over de hardwareonderdelen en het versienummer van
het BIOS van het systeem.
In de Windows-weergave van fn+esc wordt de versie van het BIOS (Basic Input-Output System) van
het systeem weergegeven als de BIOS-datum. Bij sommige computermodellen wordt de BIOS-datum
weergegeven in decimale notatie. De BIOS-datum wordt ook wel het versienummer van het systeem-
ROM genoemd.
Slaapstand activeren (fn+f3)
Druk op fn+f3 om de slaapstand te activeren.
Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, worden uw gegevens opgeslagen in het RAM (Random
Access Memory), wordt het scherm zwart en wordt er minder energie verbruikt. Wanneer de computer
in de slaapstand staat, knippert het aan/uit-lampje.
VOORZICHTIG: Sla uw werk op voordat u de slaapstand activeert, om het risico van
gegevensverlies te verminderen.
De computer moet zijn ingeschakeld voordat u de slaapstand activeert.
OPMERKING: Wanneer de acculading kritiek laag wordt terwijl de computer zich in de
slaapstand bevindt, wordt de hibernationstand geactiveerd en worden de gegevens in het RAM
opgeslagen op de vaste schijf. De fabrieksinstelling voor een kritiek laag niveau van de
acculading is de hibernationstand. Deze instelling kan worden gewijzigd in de geavanceerde
instellingen voor energiebeheer.
Als u de slaapstand wilt beëindigen, drukt u kort op de aan/uit-knop.
De functie van de hotkey fn+f3 kan worden gewijzigd. U kunt bijvoorbeeld de hotkey fn+f3 zodanig
instellen dat u hiermee de hibernationstand activeert in plaats van de slaapstand.
OPMERKING: In alle vensters in het besturingssysteem Windows verwijst de term
slaapstandknop naar de hotkey fn+f3.
4 Hoofdstuk 2 Toetsenbord gebruiken NLWW