Power Management - Windows Vista

3 Opties voor energiebeheer instellen
Energiebesparende standen gebruiken
Standaard zijn twee energiebesparende standen ingeschakeld: de slaapstand en de hibernationstand.
Als u de slaapstand inschakelt, knipperen de aan/uit-lampjes en wordt het scherm zwart. Uw werk wordt
in het geheugen opgeslagen. U beëindigt de slaapstand sneller dan de hibernationstand. Als de
computer lang in de slaapstand staat, of als de acculading een kritiek laag niveau bereikt terwijl de
computer in de slaapstand staat, wordt de hibernationstand geactiveerd.
Als u de hibernationstand activeert, wordt uw werk opgeslagen in een hibernationbestand op de vaste
schijf en wordt de computer afgesloten.
VOORZICHTIG: Activeer de slaapstand of de hibernationstand niet terwijl er wordt gelezen van
of geschreven naar een schijf of een externe-mediakaart. Zo voorkomt u mogelijke verslechtering
van de audio- of videokwaliteit, verlies van audio- of video-afspeelfunctionaliteit of verlies van
gegevens.
OPMERKING: Wanneer de computer in de slaapstand of de hibernationstand staat, is het niet
mogelijk om netwerkverbindingen te maken of de computer te gebruiken.
OPMERKING: Als HP 3D DriveGuard een schijf heeft geparkeerd, zal de computer de
slaapstand of de hibernationstand niet activeren en wordt het beeldscherm uitgeschakeld.
Slaapstand activeren of beëindigen
Standaard is het systeem zo ingesteld dat de slaapstand wordt geactiveerd als de computer 15 minuten
inactief is wanneer accuvoeding wordt gebruikt, en 30 minuten inactief is als een externe voedingsbron
wordt gebruikt.
U kunt de instellingen voor energiebeheer en de wachttijden wijzigen in het onderdeel Energiebeheer
van het Configuratiescherm van Windows®.
Als de computer is ingeschakeld, kunt u op elk van de volgende manieren de slaapstand activeren:
Druk op fn+f3.
Klik op Start en klik vervolgens op het pictogram van de aan/uit-knop.
Klik op Start, klik op de pijl naast de knop Vergrendelen en klik vervolgens op Slaapstand.
U beëindigt als volgt de slaapstand:
Druk op de aan/uit-knop.
4 Hoofdstuk 3 Opties voor energiebeheer instellen NLWW