Cursorbesturing en toetsenbord Handleiding
© Copyright 2006 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Microsoft en Windows zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP-producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend.
Inhoudsopgave 1 Cursorbesturing Touchpad ............................................................................................................................................. 2 Touchpad gebruiken ............................................................................................................ 2 Voorkeuren voor touchpad instellen .................................................................................... 3 Muisbesturing ............................................................
Toetsenblokken Geïntegreerd numeriek toetsenblok gebruiken .................................................................................. 20 Geïntegreerd numeriek toetsenblok in- en uitschakelen ................................................... 20 Schakelen tussen functies van toetsen op het geïntegreerde toetsenblok ........................ 20 Extern numeriek toetsenblok gebruiken .............................................................................................
1 Cursorbesturing In het volgende hoofdstuk wordt het gebruik van de touchpad en de cursorbesturing beschreven.
Touchpad In de volgende illustratie en tabel wordt het touchpad voor de computer beschreven. Onderdeel Beschrijving (1) Touchpad* Hiermee kunt u de aanwijzer (cursor) verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren. U kunt andere muisfuncties voor dit onderdeel instellen, zoals schuiven, selecteren en dubbelklikken. (2) Linkerknop van het touchpad* Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een externe muis.
Opmerking Als u het touchpad gebruikt om de aanwijzer te verplaatsen, haalt u eerst uw vinger van het touchpad voordat u uw vinger op de schuifzone plaatst. Als u uw vinger doorschuift van het touchpad naar de schuifzone, wordt de verticale schuiffunctie niet geactiveerd. Voorkeuren voor touchpad instellen Met Eigenschappen voor muis in Microsoft® Windows® kunt u de instellingen voor cursorbesturing wijzigen. U kunt bijvoorbeeld: ● De aantipfunctie van het touchpad (tapping) inschakelen.
Muisbesturing In de volgende illustratie en tabel wordt de cursorbesturing voor de computer beschreven. Onderdeel Beschrijving (1) Linkerknop EasyPoint-muisbesturing Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een externe muis. (2) Muisbesturing Hiermee kunt u de aanwijzer (cursor) verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren. (3) Rechterknop EasyPoint-muisbesturing Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een externe muis.
2 Toetsenbord In de volgende gedeelten vindt u informatie over de toetsenbordvoorzieningen van de computer. Hotkeys Hotkeys zijn combinaties van de fn-toets (2) en de esc-toets (1) of een van de functietoetsen (3). De pictogrammen op de functietoetsen f3, f4 en f8 tot en met f11 verklaren de functies van de hotkeys. Hotkeyfuncties en procedures voor hotkeys worden beschreven in de volgende gedeelten.
Overzicht van hotkeys Functie Toetscombinatie Systeeminformatie weergeven. fn+esc Systeeminformatie wissen. fn+esc of klik op OK De standbystand activeren. fn+f3 Wisselen tussen computerbeeldscherm en een extern weergave-apparaat. fn+f4 Informatie over accu weergeven. fn+f8 Informatie over accu wissen. fn+f8 Helderheid van beeldscherm verlagen. fn+f9 Helderheid van beeldscherm verhogen. fn+f10 Sensor omgevingslicht in- en uitschakelen.
De computer moet zijn ingeschakeld voordat u de standbystand activeert. Als de computer in de hibernationstand staat, moet u de hibernationstand beëindigen voordat u de standbystand kunt activeren. Opmerking Druk kort op de aan/uit-knop om de hibernationstand te beëindigen. Als u de standbystand wilt beëindigen, drukt u kort op de aan/uit-knop, op een willekeurige toets op het toetsenbord of op een Quick Launch-knop. De functie van de hotkey fn+f3 kan worden gewijzigd.
Helderheid scherm verhogen (fn+f10) Druk op fn+f10 om de helderheid van het scherm te verhogen. Houd beide toetsen ingedrukt om de helderheid steeds verder te verhogen. Sensor voor omgevingslicht inschakelen (fn+f11) Druk op fn+f11 om de sensor omgevingslicht in- en uit te schakelen.
3 HP Quick Launch-knoppen Gebruik de HP Quick Launch-knoppen in het configuratiescherm van HP Quick Launch Buttons om veelgebruikte programma's, ook wel toepassingen genoemd, te openen. (1) (2) NLWW Onderdeel Beschrijving Knop Info Center (Informatiecentrum) Hiermee start u Info Center (Informatiecentrum), waarin u verschillende softwareoplossingen kunt openen.
Onderdeel Beschrijving U kunt de presentatieknop ook opnieuw programmeren om een van de volgende acties uit te voeren: 10 Hoofdstuk 3 HP Quick Launch-knoppen ● Het Q-menu of Info Center (Informatiecentrum) openen. ● Een e-mailprogramma openen. ● Een zoekvenster openen waarmee u kunt zoeken naar een website.
Presentatieknop Wanneer u voor de eerste keer op de presentatieknop drukt, wordt het dialoogvenster Presentation Settings (Instellingen voor presentatie) geopend. In dit dialoogvenster kunt u de knop instellen om een van de volgende acties uit te voeren: ● Een door u opgegeven programma, map, bestand of website openen. ● Een energiebeheerschema kiezen. ● Een beeldscherminstelling kiezen.
Knop Info Center Wanneer u voor het eerst op de knop Info Center (Informatiecentrum) drukt, wordt het Info Center geopend, waar u vooraf ingesteld softwareoplossingen kunt openen. Als u ervoor kiest deze fabrieksinstelling voor de knop Info Center (Informatiecentrum) niet te gebruiken, kunt u deze opnieuw programmeren om een van de volgende acties uit te voeren: 12 ● Het Q-menu openen of de presentatievoorziening starten. ● Een e-mailprogramma openen.
Configuratiescherm HP Quick Launch Buttons Opmerking Sommige voorkeuren uit het configuratiescherm HP Quick Launch Buttons worden mogelijk niet door uw computer ondersteund. Met de HP Quick Launch-knoppen opent u veelgebruikte ● De presentatieknop en de knop Info Center (Informatiecentrum) programmeren en de instellingen voor de knoppen wijzigen. ● Opties aan het Q-menu toevoegen, wijzigen en verwijderen. ● Voorkeuren instellen voor het schikken van vensters op het bureaublad van Windows.
Knopvoorkeuren instellen U kunt een knop programmeren om het Q-menu te openen, Info Center te openen, een emailprogramma te openen, te zoeken naar een website, of een programma, map, bestand of website te openen wanneer de knop wordt ingedrukt. U opent als volgt het Q-menu of Info Center (Informatiecentrum) wanneer de knop wordt ingedrukt: 1. Klik in het configuratiescherm HP Quick Launch Buttons op het tabblad Programmable Buttons (Programmeerbare knoppen). 2.
Opmerking Standaard is de instelling Internal Only (Alleen ingebouwd) geselecteerd. Als u de instelling Extended Desktop (Beide) kiest, kunt u de optie selecteren waarmee u de computer de optimale resolutie laat bepalen. Klik op het selectievakje Allow system to determine optimum resolution (Optimale resolutie door systeem laten bepalen) en klik vervolgens op Apply (Toepassen).
Door de gebruiker gedefinieerde opties toevoegen aan het Q-menu Als u een optie die niet in de lijst Items to Display on Q Menu (Opties in het Q-menu) staat, zoals een optie op een schijfeenheid, in een netwerk of op internet, wilt toevoegen aan zowel de lijst Items to Display on Q Menu (Opties in het Q-menu) als het Q-menu, gaat u als volgt te werk: 1. Klik in het configuratiescherm HP Quick Launch Buttons op het tabblad Q-menu. 2. Klik op Add (Toevoegen). 3.
Opties in het Q-menu verplaatsen U wijzigt als volgt de locatie van een optie in het Q-menu: 1. Klik in het configuratiescherm HP Quick Launch Buttons op het tabblad Q-menu. 2. Selecteer de optie in de lijst Items to display on Q-menu (Opties in het Q-menu). Vervolgens kunt u de volgende handelingen uitvoeren: 3. ● Klik op de knop Move Up (Omhoog verplaatsen) om de optie in de lijst naar boven te verplaatsen.
Opmerking Klik op de knop Default (Standaardinstellingen) om de fabrieksinstellingen te herstellen. Sensor omgevingslicht instellen De computer is voorzien van een ingebouwde lichtsensor die de helderheid van het beeldscherm automatisch aanpast aan het licht in uw omgeving. U kunt de sensor omgevingslicht op twee manieren in- en uitschakelen. ● Door op fn+f11 te drukken.
4 Toetsenblokken De computer heeft een geïntegreerd numeriek toetsenblok en ondersteunt tevens een optioneel extern numeriek toetsenblok of een optioneel extern toetsenbord met een numeriek toetsenblok.
Geïntegreerd numeriek toetsenblok gebruiken U kunt de vijftien toetsen van het geïntegreerde numerieke toetsenblok op dezelfde manier gebruiken als de toetsen van een extern toetsenblok. Wanneer het geïntegreerde numerieke toetsenblok is ingeschakeld, voert u met elke toets van dit toetsenblok de functie uit die wordt aangegeven door het pictogram in de rechterbovenhoek van de toets.
Index A Acculading, informatie 6, 7 B Beeld op scherm, schakelen 6, 7 Beeldscherm beeld, schakelen 6, 7 hotkeys voor helderheid van beeldscherm 6, 7 C Cursorbesturing gebruiken 4 herkennen 4 E EasyPoint-muisbesturing gebruiken 4 herkennen 4 knoppen 4 Externe toewijzingen toetsenbord 18 F fn-toets 5 Functietoetsen 5 H Hotkeys acculading, informatie 6, 7 Activeren, standbystand 6 beschrijving 5 gebruiken 6 helderheid van beeldscherm verhogen 6, 8 helderheid van beeldscherm verlagen 6, 7 overzicht 6 schakel
22 Index NLWW