Aan/uit Handleiding
© Copyright 2006 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Microsoft en Windows zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar en wordt door Hewlett-Packard Company onder licentie gebruikt. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP-producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten.
Inhoudsopgave 1 Locatie van voedingsknoppen en voedingslampjes 2 Voedingsbronnen Netvoedingsadapter aansluiten ............................................................................................................ 4 3 Standbystand en hibernationstand Standbystand ....................................................................................................................................... 5 Hibernationstand ......................................................................................
Toelichting op de weergave van de acculading ................................ 25 Omgaan met een bijna lege accu ....................................................................................................... 26 Bijna lege accu herkennen ................................................................................................ 26 Bijna lege accu .................................................................................................. 26 Kritiek laag niveau acculading ..................
1 Locatie van voedingsknoppen en voedingslampjes In de volgende afbeelding en tabel wordt informatie gegeven over de locatie en werking van voedingsknoppen en voedingslampjes. (1) Onderdeel Beschrijving Aan/uit-lampjes* (2) Aan: de computer is ingeschakeld. Knipperend: de computer staat in de standbystand. Snel knipperend: er moet een netvoedingsadapter met meer vermogen worden gebruikt. Uit: de computer is uitgeschakeld of staat in de hibernationstand.
(2) Onderdeel Beschrijving Aan/uit-knop Computerstatus: ● Uit: druk op deze knop om de computer in te schakelen. ● Aan: druk op deze knop om de hibernationstand te activeren. ● Standbystand: druk kort op deze knop om de standbystand te beëindigen. ● Hibernationstand: druk kort op deze knop om de hibernationstand te beëindigen.
2 Voedingsbronnen U kunt voor de computer een interne of een externe voedingsbron gebruiken. In de volgende tabel ziet u welke voedingsbronnen het meest geschikt zijn voor een aantal veelvoorkomende taken. Opmerking Gebruik uitsluitend de bijgeleverde netvoedingsadapter of een netvoedingsadapter die is goedgekeurd voor gebruik in combinatie met deze computer.
Netvoedingsadapter aansluiten WAARSCHUWING U kunt als volgt het risico van een elektrische schokken of schade aan de apparatuur beperken: Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat altijd gemakkelijk te bereiken is. Onderbreek de stroomtoevoer naar de computer door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te halen (niet door het netsnoer los te koppelen van de computer).
3 Standbystand en hibernationstand De standbystand en de hibernationstand zijn energiebesparende voorzieningen die het stroomverbruik verminderen en de opstarttijd verkorten. Deze voorzieningen kunnen door u of automatisch (door het systeem) worden geactiveerd. Standbystand VOORZICHTIG Laat de computer niet gedurende langere tijd in de standbystand staan, omdat u dan het risico loopt dat de accu volledig leeg raakt. Sluit de computer aan op een externe voedingsbron.
Hibernationstand VOORZICHTIG Als de configuratie van de computer wordt gewijzigd terwijl de computer in de hibernationstand staat, kan de hibernationstand mogelijk niet worden beëindigd. Neem de volgende richtlijnen in acht wanneer de hibernationstand is geactiveerd: Sluit de computer niet aan op of koppel deze niet los van een optioneel dockingapparaat. Installeer en verwijder geen geheugenmodules. Plaats of verwijder geen vaste schijven of optische-schijfeenheden.
Standbystand of hibernationstand activeren of de computer afsluiten In de volgende gedeelten wordt uitgelegd wanneer u de standbystand of hibernationstand moet activeren en wanneer u de computer moet afsluiten. Opmerking Netwerkcommunicatie of het uitvoeren van computerfuncties is niet mogelijk wanneer de computer in de standbystand of de hibernationstand staat.
Bij gebruik van draadloze communicatie, of leesbare of beschrijfbare media (sommige modellen) VOORZICHTIG Activeer de standby- of hibernationstand niet wanneer er wordt gelezen van of geschreven naar een cd, dvd of externe mediakaar. Zo voorkomt u verslechtering van beeld of geluid en verlies van audio- of video-afspeelfunctionaliteit. De standby- en hibernationstand kunnen voor problemen zorgen met gebruik van infrarood, Bluetooth® en WLAN- of WWAN-communicatie en media.
4 Fabrieksinstellingen energiebeheer In dit gedeelte worden de procedures voor de standbystand, de hibernationstand en het afsluiten van de computer beschreven. Computer of beeldscherm in- en uitschakelen Activiteit Procedure Resultaat De computer inschakelen. Druk op de aan/uit-knop. ● De aan/uit-lampjes gaan branden. Opmerking Als de aan/uit-lampjes snel knipperen, moet een netvoedingsadapter met meer vermogen worden aangesloten. De computer uitschakelen.* 1.
Noodprocedures voor het afsluiten van de computer VOORZICHTIG Noodprocedures voor afsluiten resulteren in het verlies van niet-opgeslagen gegevens. Probeer als u de computer niet uit kunt zetten volgens de standaard afsluitprocedure de noodprocedures voor afsluiten zoals hieronder beschreven: 10 1. Druk op ctrl+alt+delete. Selecteer vervolgens Afsluiten > Uitschakelen. 2. Druk op de aan/uit-knop en houd deze minimaal vijf seconden ingedrukt. 3.
Standbystand activeren of beëindigen Activiteit Procedure Resultaat De standbystand activeren. ● Druk terwijl de computer aan staat op fn+f3. ● ● Selecteer Start > Computer uitschakelen > Stand-by.* De aan/uit-lampjes knipperen. ● Het scherm wordt gewist. U hoeft niets te doen. ● De aan/uit-lampjes knipperen. ● Als de computer op een accu werkt, wordt de standbystand automatisch geactiveerd nadat de computer tien minuten niet is gebruikt (fabrieksinstelling). ● Het scherm wordt gewist.
Hibernationstand activeren of beëindigen De hibernationstand kan alleen worden geactiveerd wanneer deze voorziening is ingeschakeld. De hibernationvoorziening is standaard ingeschakeld. Als u wilt controleren of de hibernationvoorziening nog is ingeschakeld, selecteert u Start > Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud > Energiebeheer > tabblad Slaapstand. Als de hibernationvoorziening is ingeschakeld, is de optie Slaapstand inschakelen geselecteerd.
5 Opties voor energiebeheer Een groot aantal fabrieksinstellingen voor energiebeheer kan worden gewijzigd in het Configuratiescherm van Windows. U kunt bijvoorbeeld instellen dat u bij een bijna lege accu een waarschuwingssignaal wilt horen of u kunt de fabrieksinstellingen voor de aan/uit-knop wijzigen. Als de computer is ingeschakeld geldt het volgende: ● Als u op fn+f3 drukt (in het besturingssysteem de "slaapknop" genoemd), wordt de standbystand geactiveerd.
Pictogram Energiemeter weergeven Het pictogram Energiemeter wordt standaard weergegeven in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. Aan de vorm van het pictogram kunt u zien of de computer op accuvoeding of op externe netvoeding werkt. U kunt het pictogram Energiemeter als volgt uit het systeemvak verwijderen: 1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Energiemeter in het systeemvak en klik vervolgens op Eigenschappen van energiebeheer aanpassen. 2. Klik op het tabblad Geavanceerd. 3.
U stelt het vragen om een wachtwoord als volgt in: NLWW 1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Energiemeter in het systeemvak en klik vervolgens op Eigenschappen energie aanpassen. 2. Klik op het tabblad Geavanceerd. 3. Schakel het selectievakje Wachtwoord vragen als computer uit stand-by wordt gehaald in. 4. Klik op Toepassen.
16 Hoofdstuk 5 Opties voor energiebeheer NLWW
6 Processorsnelheid beheren VOORZICHTIG Blokkeer de ventilatieopeningen niet, om oververhitting te voorkomen. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg ervoor dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal (zoals een printer) of een voorwerp van zacht materiaal (zoals een kussen, een dik kleed of kleding). Door oververhitting kan de computer beschadigd raken en kan de processorsnelheid afnemen.
Energiebeheerschema Processorsnelheid bij externe voeding Processorsnelheid bij accuvoeding Minimaal energieverbruik Het prestatieniveau wordt bepaald door de activiteiten waarvoor de processor wordt gebruikt. Het prestatieniveau wordt bepaald door de activiteiten waarvoor de processor wordt gebruikt. Accu vol Het prestatieniveau wordt bepaald door de activiteiten waarvoor de processor wordt gebruikt.
7 Accu's Wanneer een opgeladen accu in de computer aanwezig is en de computer niet is aangesloten op een externe voedingsbron, werkt de computer op accuvoeding. Wanneer de computer op een externe netvoedingsbron is aangesloten, werkt de computer op netvoeding. Als in de computer een opgeladen accu is geplaatst en de computer op externe netvoeding werkt via de netvoedingsadapter, schakelt de computer over op accuvoeding wanneer de netvoedingsadapter wordt losgekoppeld van de computer.
Accu's herkennen De computer ondersteunt maximaal twee accu's: ● Een primaire lithium-ionaccu wordt standaard bij de computer geleverd. ● De optionele extra accu die aan de onderkant van de computer kan worden bevestigd. Als u de computer langer dan twee weken niet gebruikt en loskoppelt van de externe voedingsbron, verwijdert u de accu en bergt u de accu op.
Primaire accu plaatsen of verwijderen VOORZICHTIG Activeer de hibernationstand of schakel de computer uit voordat u een accu verwijdert die de enige voedingsbron is. Zo voorkomt u dat gegevens verloren gaan. Opmerking De accu's voor de verschillende modellen zien er verschillend uit. U plaatst als volgt een accu: 1. Leg de computer ondersteboven op een vlak oppervlak neer, met de accuruimte naar u toe. 2. Schuif de accu (1) in de accuruimte totdat deze goed zit.
3. 22 Verwijder de accu uit de computer (3).
Meerdere accu's opladen Als er meerdere accu's zijn aangesloten, worden deze geladen en ontladen in de onderstaande vaste volgorde: ● ● Oplaadvolgorde: 1. Primaire accu in de accuruimte van de computer 2. Extra accu Ontlaadvolgorde: 1. Extra accu 2. Primaire accu in de accuruimte van de computer Het acculampje op de computer brandt oranje wanneer een accu wordt opgeladen. Als de accu bijna volledig is geladen, brandt het acculampje groen.
Een accu opladen U kunt als volgt de accuwerktijd verlengen en de nauwkeurigheid van de weergave van de acculading optimaliseren: WAARSCHUWING Laad de accu van de computer niet op aan boord van een vliegtuig. ● ● Als u een nieuwe accu oplaadt, doet u het volgende: ● Laad de accu op terwijl de computer via de netvoedingsadapter is aangesloten op een externe voedingsbron. ● Laad de accu volledig op voordat u de computer inschakelt.
Nauwkeurigheid van weergegeven acculading U verhoogt als volgt de nauwkeurigheid van de aangegeven acculading: ● Laad een accu pas op wanneer deze door normaal gebruik is ontladen tot ongeveer 5 procent van de volledige lading. ● Als een accu één maand of langer niet is gebruikt, is het noodzakelijk de accu te kalibreren in plaats van op te laden. ● Laad een accu op totdat het acculampje op de computer uit gaat.
Omgaan met een bijna lege accu In dit gedeelte worden de waarschuwingen en systeemgebeurtenissen beschreven die in de fabriek zijn ingesteld. Sommige waarschuwingen voor een bijna lege accu en de manier waarop het systeem daarop reageert, kunt u wijzigen in het onderdeel Energiebeheer van Windows Configuratiescherm. Voorkeuren die u heeft ingesteld voor energiebeheer, zijn niet van invloed op de werking van de lampjes.
Problemen met bijna lege accu verhelpen VOORZICHTIG Om het risico van gegevensverlies te beperken wanneer het ladingsniveau van de accu in de computer kritiek laag is geworden en de hibernationstand is geactiveerd, wacht u met het herstellen van de voeding totdat de aan/uit-lampjes uit zijn.
Accu kalibreren Wanneer is kalibreren noodzakelijk? Zelfs als een accu intensief wordt gebruikt, is het niet altijd nodig om de accu vaker dan eens per maand te kalibreren. Het is niet nodig om een nieuwe accu te kalibreren. Kalibreer een accu in de volgende gevallen: ● wanneer de weergegeven acculading onjuist lijkt te zijn; ● wanneer u een duidelijke wijziging in de werktijd van de accu constateert; ● wanneer de accu één maand of langer niet is gebruikt.
Stap 2: De accu ontladen Schakel de hibernationvoorziening uit voordat u een accu volledig gaat ontladen. U schakelt de hibernationvoorziening als volgt uit: 1. Selecteer Start > Configuratiescherm > Prestaties en onderhoud > Energiebeheer > tabblad Slaapstand. 2. Schakel het selectievakje Slaapstand inschakelen uit. 3. Klik op Toepassen. De computer moet aan blijven staan tijdens het ontladen van de accu. De accu wordt ontladen, ongeacht of de computer in gebruik is.
Stap 3: De accu opnieuw opladen U laadt de accu als volgt opnieuw op: 1. Sluit de computer aan op een externe voedingsbron en laat de computer daarop aangesloten totdat de accu volledig is opgeladen. Wanneer de accu volledig is opgeladen, gaat het acculampje op de computer uit. U kunt de computer gewoon gebruiken terwijl de accu wordt opgeladen, maar het opladen gaat sneller met een uitgeschakelde computer. 2.
● Activeer de standbystand of de hibernationstand of sluit de computer af zodra u stopt met werken. ● Schakel de sensor voor omgevingslicht in met de hotkeys fn+f11. De sensor voor omgevingslicht past de helderheid van het beeldschaerm automatisch aan het omgevingslicht aan. De sensor omgevingslicht past automatisch de helderheid aan aan uw omgevingslicht.
Berg een accu op een koele, droge plaats op, zodat deze langer opgeladen blijft. Kalibreer een accu die één maand of langer is opgeborgen voordat u deze in gebruik neemt. Afvoeren van gebruikte accu's WAARSCHUWING Probeer een accu niet uit elkaar te halen, te pletten of te doorboren, zorg dat u geen kortsluiting veroorzaakt tussen de externe contactpunten op een accu en laat een accu niet in aanraking komen met water of vuur. Zo beperkt u het risico van brand en brandwonden.
Index A Aan/uit-knop 2 Aan/uit-lampje 1 Aansluiten, externe voedingsbron 4 accu lading controleren 24 opbergen 31 Accu accuvoeding vs.
Voeding aansluiten 4 besparen 30 bronnen 3 locatie van knoppen en lampjes 1 schema's 14 voorkeuren instellen 13 Voedingsadapter 3 Voedingsbron 7 W Wachtwoorden, beveiliging 14 34 Index NLWW