Naslaggids voor de hardware - dx2300 serie Microtowermodellen Zakelijke personal computers
© Copyright 2007 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in deze publicatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Microsoft, Windows en Windows Vista zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. De enige garanties die gelden voor HP producten en diensten zijn de garanties die worden beschreven in de garantievoorwaarden behorende bij deze producten en diensten.
Over deze handleiding Deze handleiding bevat algemene informatie voor het upgraden van dit model computer. WAARSCHUWING! Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of levensgevaar. VOORZICHTIG: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van de apparatuur of verlies van gegevens. OPMERKING: De tekst na dit kopje biedt belangrijke aanvullende informatie.
iv Over deze handleiding NLWW
Inhoudsopgave 1 Voorzieningen Voorzieningen van de standaardconfiguratie ....................................................................................... 1 Voorzieningen voor onderhoud ............................................................................................................ 1 Waarschuwingen en instructies ............................................................................................................
vi NLWW
1 Voorzieningen Voorzieningen van de standaardconfiguratie Afbeelding 1-1 HP Compaq dx2300 serie Microtower OPMERKING: Mogelijk wijkt bovenstaande schijfconfiguratie af van uw computermodel. Mogelijk wijkt bovenstaande afbeelding af van uw computermodel. Voorzieningen voor onderhoud De microtower heeft speciale voorzieningen die het uitvoeren van upgrades en onderhoud aan de computer vergemakkelijken.
Waarschuwingen en instructies Lees zorgvuldig alle instructies en waarschuwingen in deze handleiding voordat u een upgrade uitvoert. WAARSCHUWING! U beperkt als volgt het risico van persoonlijk letsel door elektrische schokken, draaiende ventilatorbladen, warme oppervlakken en/of brand: Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en laat de interne systeemonderdelen afkoelen voordat u ze aanraakt.
2 Hardware-upgrades Voorpaneel en toegangspaneel van de computer verwijderen 1. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 2. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel de voedingskabel en eventuele externe apparatuur van de computer (1). VOORZICHTIG: Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld.
5. U verwijdert het voorpaneel door alle drie de lipjes aan de linkerkant van het paneel (1) naar buiten te trekken en vervolgens het paneel van het chassis (2) weg te draaien (eerst de linkerkant en daarna de rechterkant). Afbeelding 2-2 Voorpaneel verwijderen OPMERKING: Als u het voorpaneel wilt terugplaatsen, steekt u de drie haakjes aan de rechterkant van het voorpaneel in de rechthoekige openingen in het chassis.
Afdekplaatje van een 5,25-inch schijfeenheid verwijderen Als de computer niet is geleverd met een schijf in de schijfpositie van 5,25-inch, wordt de schijfpositie afgedekt door een afdekplaatje. Als u een schijfeenheid in de schijfpositie wilt plaatsen, verwijdert u eerst het afdekplaatje. 1. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 2. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel de voedingskabel en eventuele externe apparatuur van de computer. 3.
Afdekplaatje van een 3,5-inch schijfpositie verwijderen Als de computer niet is geleverd met een apparaat in de 3,5-inch schijfpositie, wordt de ruimte afgedekt door een afdekplaatje. Als u een apparaat in de 3,5-inch schijfpositie wilt plaatsen, verwijdert u eerst het afdekplaatje. 1. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 2. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel de voedingskabel en eventuele externe apparatuur van de computer. 3.
Extra geheugen installeren De computer wordt geleverd met DDR2-SDRAM (Double Data Rate 2 Synchronous Dynamic Random Access Memory) DIMM's (Dual-Inline Memory Modules). DIMM's De systeemkaart bevat geheugenmodulevoetjes voor maximaal twee industriestandaard DIMM's. In deze voetjes bevindt zich ten minste één vooraf geïnstalleerde DIMM. De voetjes zijn voorzien van een label met DIMM1 en DIMM2. Voor een optimale geheugencapaciteit kunt u maximaal 2 GB (2 x 1 GB) geheugen op de systeemkaart installeren.
DIMM's installeren VOORZICHTIG: Koppel het netsnoer los en wacht ongeveer 30 seconden om de spanning uit het systeem te laten wegvloeien, voordat u geheugenmodules toevoegt of verwijdert.
5. Open beide vergrendelingen van het geheugenvoetje (1) en plaats de geheugenmodule in het voetje (2). Afbeelding 2-5 DIMM installeren OPMERKING: Een geheugenmodule kan slechts in één stand worden geïnstalleerd. Zorg dat de uitsparing op de module aansluit op het lipje van het geheugenvoetje. NLWW 6. Duw de module in het voetje en zorg dat de module goed op zijn plaats zit. Zorg ervoor dat de vergrendelingen gesloten zijn (3). 7. Plaats het toegangspaneel terug. 8.
Uitbreidingskaart installeren De computer heeft twee standaard PCI-uitbreidingsslots, waarin ruimte is voor een uitbreidingskaart met een lengte van maximaal 17,46 cm. De computer beschikt tevens over een PCI Express x1uitbreidingsslot en een PCI Express x16-uitbreidingsslot. 1. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 2. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel de voedingskabel en eventuele externe apparatuur van de computer. 3.
6. Houd de kaart vlak boven het uitbreidingsvoetje op de systeemkaart. Vervolgens beweegt u de uitbreidingskaart in de richting van de achterkant van het chassis, zodat de onderkant van de uitbreidingskaart in het kleine slot op het chassis schuift. Druk nu de uitbreidingskaart recht naar beneden in het voetje op de systeemkaart. Afbeelding 2-7 Uitbreidingskaart installeren OPMERKING: Druk de uitbreidingskaart stevig aan, zodat de connector over de gehele lengte goed in het uitbreidingsslot vastzit. 7.
Schijfeenheid vervangen of upgraden De computer ondersteunt maximaal vijf schijfeenheden, die in verschillende configuraties kunnen worden geïnstalleerd. In dit gedeelte vindt u de procedure voor het vervangen of upgraden van de opslag-schijfeenheden. U heeft een Torx T-15 schroevendraaier nodig om de geleideschroeven en de borgschroeven van een schijfeenheid te verwijderen en te monteren. Schijfposities herkennen OPMERKING: Mogelijk wijkt onderstaande schijfconfiguratie af van uw computermodel.
Schijfeenheidconnectoren op de systeemkaart Volg de richtlijnen in onderstaande afbeelding en tabel om schijfeenheden aan te sluiten op de systeemkaart.
5,25-inch optische-schijfeenheid verwijderen 1. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 2. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel de voedingskabel en eventuele externe apparatuur van de computer. 3. Verwijder het toegangspaneel en het voorpaneel. Raadpleeg Voorpaneel en toegangspaneel van de computer verwijderen op pagina 3. 4. Ontkoppel de gegevenskabel en de voedingskabel aan de achterkant van de schijfeenheid. 5.
3,5-inch mediakaartlezer of diskettedrive verwijderen In de externe 3,5-inch schijfpositie kunt u een diskettedrive of mediakaartlezer plaatsen. Voor beide apparaten is de verwijderprocedure gelijk. 1. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 2. Haal de stekker uit het stopcontact en ontkoppel de voedingskabel en eventuele externe apparatuur van de computer. 3. Verwijder het toegangspaneel en het voorpaneel.
OPMERKING: Als u voor het eerst een schijfeenheid in de externe 3,5-inch schijfpositie plaatst, gebruikt u een standaardschroevendraaier om het metalen plaatje op het achterpaneel te verwijderen dat de schijfpositie bedekt. Er bevinden zich in totaal acht extra geleideschroeven/borgschroeven aan de voorkant van het chassis, achter het voorpaneel. Vier van deze schroeven zijn voorzien van 6-32 schroefdraad en vier schroeven zijn voorzien van M3 metrische schroefdraad.
Beveiligingsslot bevestigen Aan de achterkant van de computer kan een optioneel beveiligingsslot worden bevestigd voor de fysieke beveiliging van de computer. Afbeelding 2-13 Beveiligingsslot bevestigen OPMERKING: Mogelijk wijkt de locatie van het onderstaande slot voor het beveiligingsslot af van uw computermodel.
3 Batterij vervangen De bij de computer geleverde batterij voorziet de real-timeklok van elektriciteit. Gebruik bij vervanging een batterij die gelijkwaardig is aan de oorspronkelijke batterij. De computer wordt geleverd met een 3volt lithium-knoopcelbatterij. WAARSCHUWING! De computer bevat een lithium-mangaandioxidebatterij. Als u niet op de juiste manier omgaat met de batterij, kan er brand ontstaan en kunt u brandwonden oplopen.
VOORZICHTIG: Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de computer te voorkomen. 5. Verwijder het toegangspaneel van de computer. 6. Bepaal de plaats van de batterij en de batterijhouder op de systeemkaart.
b. Schuif één kant van de nieuwe batterij onder het palletje van de houder, met de pluspool naar boven. Duw de andere kant van de batterij omlaag totdat de klem vastklikt (2). Afbeelding 3-2 Knoopcelbatterij verwijderen en vervangen (type 2) Type 3 a. Trek de batterijklem naar achteren (1) en verwijder de batterij (2). b. Plaats de nieuwe batterij en breng de klem weer in de oorspronkelijke stand.
10. Stel de datum en de tijd, de wachtwoorden en eventuele andere speciale systeeminstellingen opnieuw in met behulp van Computer Setup (Computerinstellingen). Raadpleeg voor meer informatie de Computer Setup (F10) Handleiding op de documentatie- en diagnose-cd Documentation and Diagnostics. 11. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel.
4 Richtlijnen voor gebruik, regelmatig onderhoud en voorbereiding voor transport Richtlijnen voor gebruik en regelmatig onderhoud Volg deze richtlijnen om de computer en de monitor op de juiste manier te installeren en te onderhouden: 22 ● Plaats de computer niet in zeer vochtige ruimtes en stel de computer niet bloot aan direct zonlicht of zeer hoge of lage temperaturen. ● Plaats de computer op een stabiele, vlakke ondergrond.
Voorzorgsmaatregelen voor optische schijfeenheden Neem de volgende richtlijnen in acht wanneer u een optische-schijfeenheid gebruikt of reinigt. Gebruik ● Verplaats de schijfeenheid niet terwijl deze in gebruik is. Dit kan namelijk leiden tot een storing tijdens het lezen. ● Stel de schijfeenheid niet bloot aan plotselinge temperatuurverschillen, aangezien hierdoor condensatie kan optreden.
OPMERKING: Zorg dat alle uitbreidingskaarten goed en veilig vastzitten in de uitbreidingsslots voordat u de computer vervoert. 7. 24 Verpak de systeemonderdelen en externe apparatuur in de originele of een soortgelijke verpakking en gebruik voldoende opvulmateriaal om de apparatuur te beschermen.
5 Elektrostatische ontlading Een ontlading van statische elektriciteit via vingers of andere geleiders kan leiden tot beschadiging van de systeemkaart, uitbreidingskaarten of andere onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit. Dit soort schade kan de levensduur van het apparaat bekorten.