Quick Setup & Getting Started Guide

Stap 3: externe apparaten aansluiten
Sluit de monitor, de muis, het toetsenbord en de netwerkkabels aan.
OPMERKING: Aantal en indeling van de connectoren kunnen per model verschillen.
1 Netsnoerconnector 7 Parallelle connector
2 Spanningsschakelaar 8 Monitorconnector
3 PS/2-muisconnector
(groen)
9 Microfoonconnector (roze)
4 PS/2-
toetsenbordconnector
(paars)
10 Uitgang voor
audioapparaten met
netvoeding (groen)
5 Universal Serial Bus (USB) 11 Audio-ingang (blauw)
6 Seriële poort 12 RJ-45-netwerkconnector
OPMERKING: Als een PCI-videokaart is geïnstalleerd, kunnen de
monitorconnector op de grafische kaart en de monitorconnector op de
systeemkaart tegelijkertijd worden gebruikt. Als u beide connectoren wilt
gebruiken, kan het noodzakelijk zijn eerst bepaalde instellingen in het
hulpprogramma Computer Setup (Computerinstellingen) te wijzigen.
Raadpleeg voor meer informatie over de opstartvolgorde de
handleiding Computerinstellingen op de documentatie- en diagnose-
cd Documentation and Diagnostics.
VOORZICHTIG: Voeg geen optionele hardware of apparatuur van andere leveranciers aan de
computer toe voordat het besturingssysteem volledig is geïnstalleerd. Als u dit wel doet, kan dit
leiden tot fouten en een onjuiste installatie van het besturingssysteem.
4 Hoofdstuk 1 Snel aan de slag NLWW