Troubleshooting and Maintenance Guide
Als de computer werkt en Windows 7 reageert, gebruikt u deze stappen om een Systeemherstel uit
te voeren.
1. Schakel de computer uit.
2. Koppel alle randapparaten los van de computer, behalve de monitor, het toetsenbord en de
muis.
3. Schakel de computer in.
4. Klik op Start, Alle programma's, Herstelbeheer en opnieuw op Herstelbeheer. Klik
desgevraagd op Ja om het programma voort te zetten.
5. Onder Ik heb meteen hulp nodig klikt u op Systeemherstel.
6. Selecteer Ja en klik dan op Volgende. De computer wordt opnieuw opgestart.
OPMERKING: Als het systeem
geen
herstelpartitie detecteert, wordt u gevraagd een
herstelmedium te plaatsen. Plaats de schijf of USB-flashstation, klik op Ja en klik op Volgende
om de opnieuw computerop te starten en Herstelbeheer uit te voeren vanaf de herstelschijf of
het USB-flashstation. Plaats als u schijven gebruikt de volgende herstelschijf als daarom wordt
gevraagd.
7. Wanneer de computer opnieuw opstart, wordt het welkomstscherm van Herstelbeheer weer op
het scherm weergegeven. Klik onder Ik heb meteen hulp nodig op Systeemherstel. Als wordt
gevraagd of u een back-up van uw bestanden wilt maken en u dat nog niet hebt gedaan,
selecteert u Eerst een back-up van bestanden maken (aanbevolen). Klik daarna op
Volgende. Selecteer anders Herstellen zonder back-up van bestanden te maken en klik op
Volgende.
8. Het systeemherstel wordt gestart. Nadat het systeemherstel is voltooid, klikt u op Voltooien om
de computer opnieuw op te starten.
9. Voer het registratieproces uit en wacht totdat u het bureaublad ziet.
10. Schakel de computer uit, sluit alle randapparaten weer aan en schakel de computer weer in.
Systeemherstel bij opstarten van het systeem
VOORZICHTIG: Bij het systeemherstel worden alle gegevens en programma's verwijderd die u
hebt gemaakt of geïnstalleerd. Maak een back-up op een verwijderbare schijf of USB-flashstation van
alle belangrijke gegevens.
Als Windows 7 niet reageert maar de computer wel werkt, volgt u deze stappen om een
Systeemherstel uit te voeren.
1. Zet de computer uit. Houd zo nodig de aan/uit-knop ingedrukt totdat de computer wordt
uitgeschakeld.
2. Koppel alle randapparaten los van de computer, behalve de monitor, het toetsenbord en de
muis.
3. Druk op de aan/uit-knop om de computer in te schakelen.
4. Op het moment dat u het bedrijfslogo op het scherm ziet verschijnen, drukt u herhaaldelijk op
F11 op uw toetsenbord totdat het bericht Bestanden laden… op het scherm verschijnt.
5. Onder Ik heb meteen hulp nodig klikt u op Systeemherstel.
6. Als wordt gevraagd of u een back-up van uw bestanden wilt maken en u dat nog niet hebt
gedaan, selecteert u Eerst een back-up van bestanden maken (aanbevolen). Klik daarna op
10 Hoofdstuk 3 Systeemherstel NLWW