User Manual - Linux
Table Of Contents
- Welkom
- Vertrouwd raken met de computer
- Netwerk
- Toetsenbord en aanwijsapparaten
- Multimedia
- Energiebeheer
- Computer uitschakelen
- Opties voor energiebeheer instellen
- Accuvoeding gebruiken
- Externe netvoeding gebruiken
- Schijfeenheden
- Externe kaarten en apparaten
- Geheugenmodules
- Beveiliging
- Back-up en herstel
- Computer Setup (BIOS) en Advanced System Diagnostics
- MultiBoot
- Problemen oplossen en ondersteuning
- Computer schoonmaken
- Specificaties
- Elektrostatische ontlading
- Index

3Netwerk
De computer ondersteunt een van de volgende types internettoegang of beide:
●
Draadloos: voor mobiele toegang tot internet gebruikt u een draadloze verbinding. Ga naar
Verbinding maken met een bestaand WLAN op pagina 15 of Nieuw draadloos netwerk
installeren op pagina 16.
●
Bekabeld: u krijgt toegang tot internet door verbinding te maken met een bekabeld netwerk. Zie
Verbinding maken met een bekabeld netwerk op pagina 18 voor informatie over verbinding
maken met een bekabeld netwerk.
OPMERKING: de voorzieningen van internethardware en -software variëren, afhankelijk van het
computermodel en uw locatie.
Gebruikmaken van een internetprovider
Voor toegang tot internet is een account bij een internetprovider vereist. Neem contact op met een
lokale internetprovider voor het aanschaffen van een internetservice en een modem. De
internetprovider kan u helpen bij het instellen van het modem, het installeren van een netwerkkabel
waarmee u de computer met voorzieningen voor draadloze communicatie aansluit op het modem, en
het testen van de internetservice.
OPMERKING: van uw internetprovider ontvangt u een gebruikersnaam en wachtwoord voor
toegang tot internet. Noteer deze gegevens en bewaar ze op een veilige plek.
Pictogrammen voor draadloze communicatie en
netwerkstatus
Pictogram Naam Beschrijving
Draadloze communicatie
(ingeschakeld)
Geeft aan dat een of meer apparaten voor draadloze
communicatie zijn ingeschakeld.
Netwerkverbinding
(verbonden)
Geeft aan dat er verbinding is met het bekabelde netwerk en dat
de verbinding actief is. Als zowel de bekabelde als de draadloze
verbinding actief is, wordt de bekabelde verbinding gebruikt
omdat die sneller is.
Netwerkverbinding (niet
verbonden)
Geeft aan dat er geen verbinding is met het bekabelde en het
draadloze netwerk.
Draadloze verbinding tot stand brengen
De computer kan zijn voorzien van een of meer van de volgende apparaten voor draadloze
communicatie:
●
WLAN-apparaat voor een draadloos lokaal netwerk
●
HP module voor mobiel breedband, een WWAN-apparaat (WWAN: wireless wide area network)
14 Hoofdstuk 3 Netwerk