User Manual - Linux
Table Of Contents
- Welkom
- Vertrouwd raken met de computer
- Netwerk
- Toetsenbord en aanwijsapparaten
- Multimedia
- Energiebeheer
- Computer uitschakelen
- Opties voor energiebeheer instellen
- Accuvoeding gebruiken
- Externe netvoeding gebruiken
- Schijfeenheden
- Externe kaarten en apparaten
- Geheugenmodules
- Beveiliging
- Back-up en herstel
- Computer Setup (BIOS) en Advanced System Diagnostics
- MultiBoot
- Problemen oplossen en ondersteuning
- Computer schoonmaken
- Specificaties
- Elektrostatische ontlading
- Index

OPMERKING: wanneer de computer in de pauzestand of de slaapstand staat, is het niet mogelijk
om netwerkverbindingen tot stand te brengen of de computer te gebruiken.
Pauzestand activeren en beëindigen
Standaard is het systeem zo ingesteld dat de pauzestand wordt geactiveerd als de computer enige
tijd inactief is geweest en op accuvoeding of een externe voedingsbron werkt.
U kunt de instellingen voor energiebeheer en de wachttijden wijzigen in het onderdeel Energiebeheer
van het Controlecentrum.
Als de computer is ingeschakeld, kunt u op elk van de volgende manieren de pauzestand activeren:
●
Druk kort op de aan/uit-knop.
●
Sluit het beeldscherm.
OPMERKING: dit werkt alleen als de computer op accuvoeding werkt.
●
Selecteer Computer > Shutdown (Afsluiten) > Suspend (Pauzestand).
●
Klik op het pictogram Power (Voeding) rechtsonder op de taakbalk en vervolgens op Suspend
(Pauzestand).
U beëindigt de pauzestand als volgt:
▲
Druk kort op de aan/uit-knop.
Als de pauzestand wordt beëindigd, gaan de aan/uit-lampjes branden en verschijnt uw werk op het
punt waar u was gestopt met werken.
Slaapstand activeren en beëindigen
Standaard is het systeem zo ingesteld dat de slaapstand wordt geactiveerd als de computer enige tijd
inactief is geweest en op accuvoeding of netvoeding werkt of wanneer de acculading een kritiek laag
niveau bereikt.
U kunt de instellingen voor energiebeheer en de wachttijden wijzigen in het onderdeel Energiebeheer
van het Controlecentrum.
Als de computer is ingeschakeld, kunt u op elk van de volgende manieren de slaapstand activeren:
●
Druk kort op de aan/uit-knop.
●
Selecteer Computer > Shutdown (Afsluiten) > Hibernate (Slaapstand).
●
Klik op het pictogram Voeding aan de rechterkant van de taakbalk en klik daarna op Hibernate
(Slaapstand).
U beëindigt de slaapstand als volgt:
▲
Druk kort op de aan/uit-knop.
Als de slaapstand wordt beëindigd, gaan de aan/uit-lampjes branden en verschijnt uw werk op het
punt waar u was gestopt met werken.
Opties voor energiebeheer instellen 31