Gebruikershandleiding
© Copyright 2013 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar en wordt door Hewlett-Packard Company onder licentie gebruikt. Intel is een handelsmerk van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Microsoft en Windows zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Het SD-logo is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Kennisgeving aangaande de veiligheid WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van oververhitting van de computer beperken door de computer niet op schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond.
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Inhoudsopgave 1 Direct aan de slag ........................................................................................................................................... 1 Beste praktijken .................................................................................................................................... 1 Leuk om te doen ................................................................................................................................... 1 Meer hulpmiddelen van HP ........
4 Entertainmentvoorzieningen gebruiken ..................................................................................................... 23 Webcam gebruiken (alleen bepaalde modellen) ................................................................................ 25 Audio gebruiken ................................................................................................................................. 25 Luidsprekers aansluiten ...................................................................
De toetsen gebruiken ......................................................................................................... 41 Actietoetsen gebruiken ...................................................................................... 41 Sneltoetsen van Microsoft Windows 8 gebruiken ............................................. 43 De hotkeys gebruiken (alleen bepaalde modellen) ........................................... 43 Geïntegreerd numeriek toetsenblok gebruiken ...................................
Computer onderhouden ............................................................................................................................... 57 Prestaties verbeteren ......................................................................................................................... 57 Omgaan met schijfeenheden ............................................................................................. 57 Vaste schijf vervangen .................................................................
11 Back-ups maken, herstellen en bestanden terugzetten .......................................................................... 75 Herstelmedia en back-ups maken ...................................................................................................... 75 HP-herstelmedia maken .................................................................................................... 76 Herstellen .........................................................................................................
x
1 Direct aan de slag Deze computer is een krachtig hulpmiddel dat ontworpen is om uw werk en plezier met de computer te verbeteren. Lees dit hoofdstuk voor meer informatie over wat u na de configuratie moet doen en waar u meer HP-bronnen kunt vinden. Hier leest u ook wat voor leuke dingen u allemaal met uw computer kunt doen.
Meer hulpmiddelen van HP U hebt Installatie-instructies al gebruikt om de computer in te schakelen en deze handleiding op te zoeken. Gebruik de volgende tabel voor productinformatie, instructies en meer. Bron Inhoud Installatie-instructies ● Overzicht van installatie en voorzieningen van de computer. Basishandleiding voor Windows 8 ● Overzicht van het gebruik van en de navigatie met Windows® 8.
Bron Inhoud Beperkte garantie* ● Specifieke garantiegegevens voor deze computer. Om deze handleiding te openen, typt u in het startscherm support, selecteert u de app HP Support Assistant, selecteert u Deze computer en selecteert u vervolgens Garantie en services, of u gaat naar http://www.hp.com/go/orderdocuments.
2 Vertrouwd raken met de computer Informatie over hardware en software zoeken Hardware vinden Ga als volgt te werk om te ontdekken welke hardware is geïnstalleerd op uw computer: 1. Typ e op het startscherm en selecteer daarna Configuratiescherm. 2. Selecteer Systeem en beveiliging en selecteer onder Systeem Apparaatbeheer. U ziet een lijst met alle apparaten die zijn geïnstalleerd op de computer.
Rechterkant Onderdeel (1) Beschrijving Audio-uitgang (hoofdtelefoonuitgang)/ Audio-ingang (microfooningang) Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een kabel van een televisietoestel aansluiten. Ook kunt u hierop de microfoon van een optionele headset aansluiten. Deze ingang biedt geen ondersteuning voor optionele apparaten met uitsluitend een microfoon.
Linkerkant Onderdeel (1) Beschrijving Bevestigingspunt voor de beveiligingskabel Hiermee sluit u een als optie verkrijgbare beveiligingskabel aan op de computer. OPMERKING: Van de beveiligingskabel moet in de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Deze voorziening kan echter niet voorkomen dat de computer verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen. (2) Ventilatieopeningen (2) Deze openingen zorgen voor luchtkoeling van de interne onderdelen.
Onderdeel (7) Beschrijving Lampje van de vaste schijf ● Wit knipperend: Er wordt geschreven naar of gelezen van de vaste schijf. ● Oranje: HP 3D DriveGuard heeft tijdelijk de vaste schijf geparkeerd. OPMERKING: Raadpleeg HP 3D DriveGuard gebruiken (alleen bepaalde modellen) op pagina 60voor informatie over HP 3D DriveGuard. (8) Aan/uit-lampje ● Wit: De computer is ingeschakeld. ● Wit knipperend: De computer staat in de slaapstand, een energiebesparingsmodus.
Onderdeel Beschrijving (1) Wanneer u het beeldscherm dichtdoet terwijl de computer aan staat, wordt deze schakelaar ingedrukt. Daardoor wordt het beeldscherm uitgeschakeld en de slaapstand geactiveerd. Interne beeldschermschakelaar OPMERKING: De interne beeldschermschakelaar is niet zichtbaar aan de buitenkant van de computer. (2) Interne microfoons (2) Hiermee neemt u geluid op. (3) Webcamlampje Aan: De webcam is in gebruik.
Bovenkant Touchpad Onderdeel (1) Beschrijving touchpad zone Hiermee kunt u de aanwijzer (cursor) op het scherm verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren. OPMERKING: Het touchpad ondersteunt ook randveegbewegingen. Zie Randveegbewegingen op pagina 34 voor meer informatie. (2) Linkerknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een externe muis. (3) Rechterknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een externe muis.
Lampjes Onderdeel (1) Beschrijving Aan/uit-lampje ● Wit: De computer is ingeschakeld. ● Wit knipperend: De computer staat in de slaapstand, een energiebesparingsmodus. Het beeldscherm en andere niet-benodigde onderdelen worden uitgeschakeld. ● Uit: De computer is uitgeschakeld of staat in de sluimerstand. De sluimerstand is een energiebesparingsmodus waarin zo min mogelijk energie wordt verbruikt.
Onderdeel Beschrijving (4) Caps Lock-lampje Aan: Caps Lock is ingeschakeld. Met het toetsenbord kunt u nu alleen hoofdletters typen. (5) Lampje van de vingerafdruklezer ● Wit: De vingerafdrukverificatie is gelukt. ● Oranje: De vingerafdrukverificatie is mislukt.
Onderdeel (1) Beschrijving Aan/uit-knop ● Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aan/ uit-knop om het tablet in te schakelen. ● Als de computer is ingeschakeld, drukt u kort op de aan/uit-knop om de slaapstand te activeren. ● Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de aan/uit-knop om de slaapstand te beëindigen. VOORZICHTIG: De aan/uit-knop ingedrukt houden, resulteert in het verlies van niet-opgeslagen gegevens.
Toetsen Onderdeel Beschrijving (1) Esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om systeeminformatie weer te geven. (2) fn-toets Druk op deze toets in combinatie met de b-toets, de spatiebalk of de esc-toets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. (3) Windows-toets Hiermee keert u terug naar het startscherm vanuit een geopende app of het Windows-bureaublad. OPMERKING: Als u nogmaals op de Windows-toets drukt, keert u terug naar het vorige scherm.
Onderkant Onderdeel (1) Beschrijving Onderpaneel Biedt toegang tot de vasteschijfruimte, WLANmoduleslot en de geheugenmoduleslots. VOORZICHTIG: Vervang de module voor draadloze communicatie alleen door een module die is goedgekeurd voor gebruik in de computer door de overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor de regelgeving met betrekking tot apparatuur voor draadloze communicatie in uw land. Zo voorkomt u dat het systeem niet meer reageert.
Onderdeel Beschrijving (5) HP Triple Bass Reflex subwoofer Produceert superieure bastonen. (6) Luidsprekers (2) Hiermee wordt het geluid van de computer weergegeven. Labels De labels die zijn aangebracht op de computer, bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u problemen met het systeem probeert op te lossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt. De labels bevinden zich op eenvoudig toegankelijke locaties.
3 Verbinding maken met een netwerk U kunt de computer meenemen waar u ook naar toe gaat. Maar ook thuis kunt u de wereld verkennen en de informatie van miljoenen websites ontsluiten met de computer en een bekabelde of draadloze netwerkverbinding. In dit hoofdstuk vindt u informatie over hoe u met die wereld in contact komt. Verbinding maken met een draadloos netwerk Met technologie voor draadloze communicatie worden gegevens niet via kabels maar via radiogolven doorgegeven.
OPMERKING: op sommige modellen brandt het lampje voor draadloze communicatie Oranje als alle apparaten voor draadloze communicatie zijn uitgeschakeld. Omdat alle apparaten voor draadloze communicatie standaard zijn ingeschakeld, kunt u de knop voor draadloze communicatie gebruiken om alle apparatuur voor draadloze communicatie tegelijk in of uit te schakelen.
WLAN gebruiken Met een WLAN-apparaat kunt u toegang krijgen tot een draadloos netwerk (WLAN), dat bestaat uit andere computers en accessoires die met elkaar zijn verbonden door een draadloze router of een draadloos toegangspunt. OPMERKING: de begrippen draadloze router en draadloos toegangspunt worden vaak door elkaar gebruikt.
Draadloos netwerk installeren Als u een draadloos netwerk wilt installeren en verbinding wilt maken met internet, heeft u de volgende apparatuur nodig: ● een breedbandmodem (DSL- of kabelmodem) (1) en een internetservice met hoge snelheid via een abonnement bij een internetprovider; ● een (afzonderlijk aan te schaffen) draadloze router (2); ● een computer met voorzieningen voor draadloze communicatie (3). OPMERKING: sommige modems hebben een ingebouwde draadloze router.
Draadloze radiosignalen hebben bereik tot buiten het netwerk, zodat andere WLAN-apparaten onbeveiligde signalen kunnen ontvangen. Tref de volgende voorzorgsmaatregelen om uw draadloze netwerk hiertegen te beschermen: ● Gebruik een firewall. Een firewall controleert zowel gegevens als verzoeken om gegevens die naar uw netwerk zijn verzonden, en verwijdert eventuele verdachte onderdelen. Er bestaan zowel softwarematige als hardwarematige firewalls.
Bluetooth-apparaten voor draadloze communicatie gebruiken (alleen bepaalde modellen) Een Bluetooth-apparaat maakt draadloze communicatie over korte afstanden mogelijk, ter vervanging van communicatie via de gebruikelijke fysieke kabels tussen elektronische apparaten zoals de volgende: ● computers (desktopcomputer, notebookcomputer, pda) ● telefoons (mobiele telefoons, draadloze telefoons, gecombineerde gsm/pda's (smartphones)) ● imagingapparaten (printers, camera's) ● geluidsapparatuur (hoofdtelefoon
2. Sluit het andere uiteinde van de netwerkkabel aan op een netwerkaansluiting in de wand (2) of op een router. OPMERKING: Als de netwerkkabel een ruisonderdrukkingscircuit (3) bevat (dat voorkomt dat de ontvangst van tv- en radiosignalen wordt gestoord), sluit u de kabel op de computer aan met het uiteinde waar zich het ruisonderdrukkingscircuit bevindt.
4 Entertainmentvoorzieningen gebruiken Gebruik uw HP-computer als entertainment-hub om via de webcam uw sociale contacten te onderhouden, geniet van en beheer uw muziek en download en bekijk films. Of sluit externe apparaten zoals een monitor, projector, tv, luidsprekers of een hoofdtelefoon aan om van de computer een nog krachtiger entertainmentcentrum te maken. Multimediavoorzieningen Hieronder vindt u enkele van de entertainmentvoorzieningen op uw computer.
Onderdeel (3) Beschrijving HP TrueVision HD-webcam Hiermee kunt u videobeelden vastleggen en foto's maken. Veeg vanaf de rechterrand van het touchpad of aanraakscherm (alleen bepaalde modellen) om de charms weer te geven en tik vervolgens op Zoeken en op het zoekvak. Typ c en selecteer Cyberlink YouCam in de lijst met toepassingen. – of – Typ c in het startscherm en selecteer CyberLink YouCam in de lijst met toepassingen. (4) USB-3.0-poorten (3) Hierop sluit u optionele USB 3.0-apparaten aan.
Onderdeel Beschrijving (8) USB 3.0-oplaadpoort Hierop kunt u een optioneel USB-apparaat aansluiten. Via de USB 3.0-oplaadpoort kunnen ook bepaalde types mobiele telefoons en MP3-spelers worden opgeladen, zelfs wanneer de computer uit staat. OPMERKING: Via een USB-oplaadpoort (ook wel een 'poort met USB-voeding' genoemd) kunnen aangesloten USB-apparaten worden opgeladen. Via standaard USB-poorten worden niet alle USBapparaten opgeladen of ze worden opgeladen met een lage bedrijfsstroom.
Volg de apparaatinstructies van de fabrikant om draadloze luidsprekers aan te sluiten op de computer. Zie Audio-instellingen voor HDMI configureren op pagina 29 voor informatie over het aansluiten van high-definition luidsprekers op de computer. Zet het geluid zachter voordat u de luidsprekers aansluit. Hoofdtelefoon aansluiten Op de hoofdtelefoonuitgang op de computer kunt u een bekabelde hoofdtelefoon aansluiten.
Modus Stappen 1. Veeg vanaf de rechterrand van het touchpad of aanraakscherm (alleen bepaalde modellen) om de charms weer te geven en tik vervolgens op Zoeken en op het zoekvak. 2. Druk op de fn-toets op het toetsenbord op het scherm in combinatie met de b-toets. 1. Typ c op het startscherm en selecteer Configuratiescherm, selecteer Hardware en geluiden, en selecteer daarna Beats Audio-configuratiescherm. 2. Volg de instructies op het scherm.
Modus Stappen 1. Veeg vanaf de rechterrand van het touchpad of aanraakscherm (alleen bepaalde modellen) om de charms weer te geven en tik vervolgens op Zoeken en op het zoekvak. 2. Typ c en selecteer Configuratiescherm in de lijst met applicaties. 3. Selecteer Hardware en geluiden en selecteer Geluid. 1. Typ c in het startscherm en selecteer Configuratiescherm in de lijst met apps. 2. Selecteer Hardware en geluiden en selecteer Geluid.
Als u het schermbeeld op een high-definition tv of een monitor wilt weergeven, sluit u het highdefinition apparaat aan de hand van de volgende instructies aan. 1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-poort van de computer. 2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de high-definition tv of de monitor. 3. Druk op f4 om het schermbeeld tussen 4 weergavestatussen te schakelen: ● Alleen computerscherm: Hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het beeldscherm van de computer.
Ga als volgt te werk om de audiostream weer via de luidsprekers van de computer weer te geven: 1. Tik op het Windows-bureaublad op het pictogram Luidsprekers in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk of klik er met de rechtermuisknop op. Selecteer vervolgens Afspeelapparaten. 2. Selecteer Luidsprekers en hoofdtelefoon op het tabblad Afspelen. 3. Selecteer Standaard en selecteer OK.
5 Navigeren met aanraakbewegingen, aanwijsapparaten en het toetsenbord Op de computer kunt u niet alleen gebruikmaken van het toetsenbord en de muis, maar ook navigeren met aanraakbewegingen (alleen bepaalde modellen). Aanraakbewegingen kunnen gebruikt worden op uw TouchPad of op een touchscreen (alleen bepaalde modellen). OPMERKING: een externe USB-muis (afzonderlijk aan te schaffen) kan worden aangesloten op een van de USB-poorten van de computer.
Tikken Als u een selectie wilt maken op het scherm, gebruikt u de de tikfunctie op de TouchPad. ● Wijs naar een item op het scherm en tik vervolgens met één vinger op de TouchPad om een selectie te maken. Dubbeltik op een item om het te openen. OPMERKING: Tik op het touchpad en houd vast om een Help-scherm met informatie over het geselecteerde item te openen. Schuiven Schuiven kan worden gebruikt om op een pagina of in een afbeelding omhoog, omlaag of opzij te bewegen.
Knijpen/zoomen Door te knijpen en te zoomen kunt u in- of uitzoomen op afbeeldingen of tekst. ● Zoom in door twee vingers bij elkaar te houden op de TouchPad en ze daarna van elkaar af te bewegen. ● Zoom uit door twee vingers uit elkaar te houden op de TouchPad en ze daarna naar elkaar toe te bewegen. Draaien (alleen bepaalde modellen) Met de draaifunctie kunt u items zoals foto's draaien. ● Wijs naar een object en zet de wijsvinger van uw linkerhand op de TouchPad.
Met twee vingers klikken (alleen bepaalde modellen) Door met twee vingers te klikken kunt u menuselecties maken voor een object op het scherm. ● Plaats twee vingers op de TouchPad en druk naar beneden om het optiemenu te openen voor het geselecteerde object. Snel bewegen (alleen bepaalde modellen) Met een snelle beweging kunt u door schermen navigeren of snel door documenten bladeren.
Rechterrandveegbeweging Met de rechterrandveegbeweging krijgt u toegang tot de charms, waarmee u kunt zoeken en delen, apps kunt starten, toegang kunt krijgen tot apparaten of instellingen kunt wijzigen. ● Veeg uw vinger zachtjes vanaf de rechterrand om de charms weer te geven. Bovenrandveegbeweging Met de bovenrandveegbeweging krijgt u toegang tot Alle apps op het startscherm. BELANGRIJK: Als een app actief is, varieert de bovenrandbeweging afhankelijk van de app.
Linkerrandveegbeweging Met de linkerrandveegbeweging krijgt u toegang tot de recent geopende apps, zodat u hier snel van kunt wisselen. ● Veeg uw vingers langzaam vanaf de linkerrand van het Touchpad om er snel tussen te schakelen. Bewegingen op het aanraakscherm gebruiken (alleen bepaalde modellen) Met een touchscreencomputer kunt u items op het scherm direct met uw vingers bedienen. TIP: Op computers met een aanraakscherm kunt u de bewegingen uitvoeren op het scherm op het touchpad.
Tikken Als u een selectie wilt maken op het scherm, gebruikt u de tikfunctie op het TouchPad. ● Gebruik één vinger om een object op het scherm aan te tikken om een selectie te maken. Dubbeltik op een item om het te openen. OPMERKING: Druk op een object en houd uw vinger erop om een helpscherm met informatie over het object te openen. Schuiven Schuiven kan worden gebruikt om de aanwijzer op een pagina of in een afbeelding omhoog, omlaag of opzij te bewegen.
Knijpen/uitrekken Door te knijpen en te zoomen kunt u in- of uitzoomen op afbeeldingen of tekst. ● Zoom in door twee vingers bij elkaar te houden op het scherm en de vingers daarna van elkaar af te bewegen. ● Zoom in door twee vingers bij elkaar te houden op het scherm en de vingers daarna van elkaar af te bewegen. Draaien (alleen bepaalde modellen) Met de draaifunctie kunt u items zoals foto's draaien. ● 38 Plaats uw linkerwijsvinger op het object dat u wilt draaien.
OPMERKING: Het draaien is bedoeld voor specifieke apps waar u een object of afbeelding kunt manipuleren of wijzigen. U kunt dit mogelijk niet voor alle apps gebruiken. Randveegbewegingen Met randveegbewegingen kunt u taken uitvoeren, zoals het wijzigen van instellingen en het vinden of gebruiken van apps. Rechterrandveegbeweging Met de rechterrandveegbeweging krijgt u toegang tot de charms, waarmee u kunt zoeken en delen, apps kunt starten, toegang kunt krijgen tot apparaten of instellingen kunt wijzigen.
Bovenrandveegbeweging en onderrandveegbeweging Met de bovenrand- of onderrandveegbeweging opent u een lijst met op de computer beschikbare apps. 40 1. Veeg met uw vinger vanaf de boven- of onderkant van de facetrand op het scherm. 2. Tik op Alle apps om beschikbare apps weer te geven.
Voorkeuren voor het aanraakscherm instellen (alleen bepaalde modellen) Modus Stappen 1. Veeg vanaf de rechterrand van het touchpad of aanraakscherm (alleen bepaalde modellen) om de charms weer te geven en tik vervolgens op Zoeken en op het zoekvak. 2. Typ c, tik op Configuratiescherm, tik op Hardware en geluiden, tik op Pen en aanraken en volg de aanwijzingen op het scherm. U maakt of wijzigt als volgt toewijzingen voor snelle veegbewegingen: 1. Typ c in het startscherm en tik op Configuratiescherm.
De actietoetsvoorziening is standaard ingeschakeld. U kunt deze voorziening uitschakelen in Setup Utility (BIOS). Zie Setup Utility (BIOS) en Systeemdiagnose gebruiken op pagina 72 voor instructies voor het openen van Setup Utility (BIOS), en volg daarna de instructies onder aan het scherm. Om de toegewezen functie te activeren nadat u de actietoetsvoorziening hebt uitgeschakeld, moet de fn-toets in combinatie met de juiste actietoets worden ingedrukt.
Sneltoetsen van Microsoft Windows 8 gebruiken Microsoft Windows 8 biedt sneltoetsen om handelingen snel uit te voeren. Druk tegelijkertijd op de en op de juiste toets om de actie uit te voeren. Windows-toets Sneltoets Toets Beschrijving Hiermee keert u terug naar het startscherm vanuit een geopende app of het Windows-bureaublad. OPMERKING: Als u nog eens op de toets drukt, keert u terug naar het vorige scherm. + c Hiermee worden de charms weergegeven.
Geïntegreerd numeriek toetsenblok gebruiken De computer heeft een geïntegreerd numeriek toetsenblok en ondersteunt tevens een optioneel extern numeriek toetsenblok of een optioneel extern toetsenbord met een numeriek toetsenblok. Onderdeel Num Lock -toets Beschrijving Hiermee regelt u de werking van het geïntegreerde numerieke toetsenblok.
6 Energiebeheer Uw computer werkt op accuvoeding of maakt gebruik van een externe voedingsbron. Wanneer de computer alleen op accuvoeding werkt en er geen externe voedingsbron beschikbaar is om de accu op te laden, is het belangrijk om de opgeladen accu te controleren en niet te gebruiken. De computer ondersteunt energiebeheerschema’s waarmee ingesteld kan worden hoeveel stroom de computer mag gebruiken en moet besparen. Op deze manier kunt u de computerprestaties instellen op het besparen van energie.
OPMERKING: U kunt Rapid Start Technology uitschakelen in Setup Utility (BIOS). Als u de sluimerstand handmatig wilt kunnen initiëren, moet deze door de gebruiker geactiveerde sluimerstand worden ingeschakeld via Energiebeheer. Zie De sluimerstand handmatig activeren en beëindigen op pagina 46. Slaapstand activeren en beëindigen Als de computer ingeschakeld is, kunt u als volgt de slaapstand activeren: ● Sluit het beeldscherm. ● Druk kort op de aan/uit-knop.
OPMERKING: Als u heeft ingesteld dat een wachtwoord nodig is om de slaapstand te beëindigen, moet uw Windows-wachtwoord worden ingevoerd voordat uw werk weer op het scherm verschijnt. Wachtwoordbeveiliging instellen voor beëindigen slaapstand Ga als volgt te werk om in te stellen dat een wachtwoord moet worden opgegeven bij het beëindigen van de slaapstand of de sluimerstand: 1. Typ energie op het startscherm, selecteer Instellingen en vervolgens Energiebeheer. 2.
WAARSCHUWING! Gebruik om veiligheidsredenen alleen de bij de computer geleverde door de gebruiker vervangbare accu, een door HP geleverde vervangende accu of een compatibele accu die als accessoire is aangeschaft bij HP. VOORZICHTIG: Bij het verwijderen van een door de gebruiker te vervangen accu die de enige beschikbare voedingsbron vormt, kunnen er gegevens verloren gaan. Sla uw werk op of schakel de computer uit voordat u een accu verwijdert die de enige voedingsbron is.
Een lage acculading herkennen Als een accu de enige voedingsbron van de computer is en een laag of kritiek laag niveau bereikt, gebeurt het volgende: ● Het acculampje (alleen bepaalde modellen) geeft een laag of kritiek laag niveau van de acculading aan. – of – ● Het energiemeterpictogram in het systeemvak geeft een lage of kritiek lage acculading aan. OPMERKING: Raadpleeg Energiemeter en instellingen voor energiebeheer gebruiken op pagina 47 voor meer informatie over de energiemeter.
Door de gebruiker vervangbare accu afvoeren WAARSCHUWING! Verminder het risico van brand of brandwonden: probeer de accu niet uit elkaar te halen, te pletten of te doorboren; veroorzaak geen kortsluiting tussen de externe contactpunten; laat de accu niet in aanraking komen met water of vuur. Zie Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor het correct afvoeren van afgedankte accu's.
Problemen met voeding oplossen Test de netvoedingsadapter als de computer een van de volgende symptomen vertoont nadat de computer op de netvoeding aangesloten is: ● De computer wordt niet ingeschakeld. ● Het display wordt niet ingeschakeld. ● De aan/uit-lampjes zijn uit. Ga als volgt te werk om de netvoedingsadapter te testen: 1. Schakel de computer uit. 2. Verwijder de accu uit de computer. 3.
Computer afsluiten (uitschakelen) VOORZICHTIG: Wanneer u de computer uitschakelt, gaat alle informatie verloren die u niet hebt opgeslagen. Zorg dat u uw werk opslaat voor u de computer uitschakelt. Met de opdracht Afsluiten worden alle geopende programma's gesloten, inclusief het besturingssysteem, en vervolgens het beeldscherm en de computer uitgeschakeld.
7 Gegevens beheren en delen Schijfeenheden zijn digitale opslagapparaten waarop u gegevens kunt opslaan, beheren, delen en openen. De computer heeft een interne vaste schijf of een solid-state drive waarop de software en het besturingssysteem staan en waarop al uw persoonlijke bestanden worden opgeslagen. Sommige computers beschikken over een optischeschijfeenheid waarmee u cd's, dvd's of Blu-ray-schijven (bd) (op bepaalde modellen) kunt lezen of erop kunt schrijven.
USB-apparaat aansluiten VOORZICHTIG: Oefen zo min mogelijk kracht uit bij het aansluiten van het apparaat om beschadiging van een USB-connector te voorkomen. ▲ Sluit de USB-kabel voor het apparaat aan op de USB-poort. OPMERKING: De USB-poort op de computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde USB-poort. Wanneer het apparaat is gedetecteerd, geeft het systeem dit aan met een geluidssignaal.
Als u een extern apparaat zonder eigen netvoedingsaansluiting wilt verwijderen, schakelt u het apparaat uit en koppelt u het vervolgens los van de computer. Als u een extern apparaat met een eigen netvoedingsaansluiting wilt verwijderen, schakelt u het apparaat uit, koppelt u het los van de computer en haalt u vervolgens de stekker uit het stopcontact.
OPMERKING: Als de kaart niet uitgeworpen wordt, trek de kaart dan uit het slot.
8 Computer onderhouden Het is zeer belangrijk om de computer regelmatig te onderhouden, zodat deze optimaal blijft functioneren. Dit hoofdstuk bevat informatie over het verbeteren van de prestaties van de computer door de uitvoering van hulpprogramma's zoals Schijfdefragmentie en Schijfopruiming. Het biedt ook informatie over het updaten van programma's en stuurprogramma's, instructies voor het reinigen van de computer en tips voor het reizen met de computer.
Vaste schijf vervangen VOORZICHTIG: Schijfeenheden zijn kwetsbare computeronderdelen, die voorzichtig moeten worden behandeld. Laat de schijfeenheid niet vallen, zet er niets op en stel de schijfeenheid niet bloot aan vloeistoffen, hoge temperaturen of een hoge vochtigheidsgraad. Raadpleeg Omgaan met schijfeenheden op pagina 57 voor de specifieke voorzorgsmaatregelen bij het omgaan met schijfeenheden.
2. Koppel de kabel van de vaste schijf (1) los van de computer. 3. Trek het lipje van de vaste schijf (2) omhoog en schuif de vaste schijf uit de vaste-schijfruimte. OPMERKING: Na het verwijderen van de vaste schijf uit de computer verwijdert u de houder van de vaste schijf om toegang te krijgen tot de vaste schijf. 4. Verwijder de vasteschijfhouder (1) en koppel vervolgens de connector (2) los van de vaste schijf. Voer deze procedure in omgekeerde volgorde uit om een vaste schijf te installeren.
HP 3D DriveGuard gebruiken (alleen bepaalde modellen) HP 3D DriveGuard beschermt een vaste schijf door deze te parkeren en gegevensverzoeken tegen te houden wanneer zich de volgende gebeurtenissen voordoen: ● U laat de computer vallen. ● U verplaatst de computer met het beeldscherm gesloten terwijl de computer op accuvoeding werkt. Kort na deze gebeurtenissen wordt de normale werking van de vaste schijf door HP 3D DriveGuard hersteld.
Geheugenmodules toevoegen of vervangen Het toevoegen van geheugen zorgt ervoor dat de computerprestaties verbeteren. De computer is te vergelijken met uw fysieke werkplek. De vaste schijf is het archief waarin u uw werk opslaat en het geheugen is het bureau waaraan u werkt. Als het geheugen van de computer niet groot genoeg meer is om al uw werk op te slaan, zoals een bureau waar het werk vanaf valt, daalt uw productiviteit.
b. Pak de geheugenmodule aan de rand vast (2) en trek de module voorzichtig uit het geheugenmoduleslot. VOORZICHTIG: Houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, om schade aan de module te voorkomen. Raak de onderdelen van de geheugenmodule niet aan. OPMERKING: Bewaar verwijderde geheugenmodules in een antistatische verpakking om de module te beschermen. 8. Plaats als volgt een nieuwe geheugenmodule: VOORZICHTIG: Houd de geheugenmodule alleen vast aan de randen, om schade aan de module te voorkomen.
9. Plaats het onderpaneel terug. 10. Plaats de accu terug. 11. Keer de computer weer om en sluit de externe voeding en de externe apparaten weer aan. 12. Schakel de computer in. Programma's en stuurprogramma's bijwerken U wordt aangeraden regelmatig een update uit te voeren van uw programma's en stuurprogramma's, zodat u steeds over de recentste versie beschikt. Met updates kunnen problemen worden opgelost, en updates voegen nieuwe voorzieningen en opties toe aan de computer.
VOORZICHTIG: Vermijd de volgende schoonmaakproducten voor het schoonmaken van de computer: Sterke oplosmiddelen, zoals alcohol, aceton, ammoniumchloride, methyleenchloride en koolwaterstoffen. Deze kunnen het oppervlak van de computer onherstelbaar beschadigen. Beeldscherm, zijkanten en beeldschermdeksel schoonmaken Veeg het beeldscherm voorzichtig schoon met een zachte, pluisvrije doek die is bevochtigd met een alcoholvrij glasreinigingsmiddel.
VOORZICHTIG: Stel schijfeenheden niet bloot aan magnetische velden. Voorbeelden van beveiligingsapparatuur met magnetische velden zijn detectiepoortjes op vliegvelden en detectorstaven. In beveiligingsapparatuur waarmee handbagage wordt gescand, worden röntgenstralen gebruikt in plaats van magnetische velden. Deze beveiligingsapparatuur brengt geen schade toe aan schijfeenheden.
9 Computer en gegevens beveiligen Computerbeveiliging is essentieel om de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van uw gegevens te waarborgen. Standaardbeveiligingsvoorzieningen die worden geboden door het besturingssysteem Windows, applicaties van HP en Setup Utility (BIOS), dat geen deel uitmaakt van Windows, kunnen de computer beschermen tegen uiteenlopende risico's, zoals virussen, wormen en andere types schadelijke code.
Als u meer informatie wilt over Windows-wachtwoorden, bijvoorbeeld een wachtwoord voor schermbeveiliging, typt u support in het startscherm en selecteert u vervolgens de app HP Support Assistant. Windows-wachtwoorden instellen Wachtwoord Functie Gebruikerswachtwoord Beveiligt de toegang tot een Windows-gebruikersaccount. Beheerderswachtwoord Beveiligt de toegang tot de inhoud van de computer op beheerdersniveau.
Vingerafdruklezer gebruiken Op bepaalde computermodellen zijn geïntegreerde vingerafdruklezers beschikbaar. Als u de vingerafdruklezer wilt gebruiken, moet u op de computer een gebruikersaccount en een wachtwoord instellen, en vervolgens met de HP SimplePass-software één of meer vingerafdrukken registreren. Raadpleeg 'Vertrouwd raken met de computer' voor de locatie van de vingerafdruklezer op de computer.
en firewallvoorzieningen. Deze software wordt dan aangeboden als proefversie. Het is noodzakelijk om beveiligingssoftware regelmatig bij te werken, zodat deze ook bescherming biedt tegen pas ontdekte virussen en andere veiligheidsrisico's. Wij raden u dringend aan de proefaanbieding te upgraden of de door u gewenste software aan te schaffen om de computer volledig te beveiligen.
Software-updates van HP en derden installeren Het verdient aanbeveling periodiek een update uit te voeren van de software en stuurprogramma's die oorspronkelijk op de computer waren geïnstalleerd. Ga naar http://www.hp.com/support om de recentste versies te downloaden. Hier kunt u zich ook aanmelden voor het ontvangen van automatische updateberichten wanneer nieuwe updates beschikbaar komen.
3. Steek het beveiligingskabelslot in het bevestigingspunt voor de beveiligingskabel op de computer (3) en vergrendel het kabelslot met de sleutel. 4. Haal de sleutel uit het slot en bewaar deze op een veilige plaats.
10 Setup Utility (BIOS) en Systeemdiagnose gebruiken Setup Utility, ook wel Basic Input/Output System (BIOS) genoemd, regelt de communicatie tussen alle invoer- en uitvoerapparaten in het systeem (zoals schijfeenheden, het beeldscherm, het toetsenbord, de muis en de printer). Setup Utility (BIOS) bevat instellingen voor de soorten apparaten die zijn geïnstalleerd, voor de opstartvolgorde van de computer en voor de hoeveelheid systeemgeheugen en uitbreidingsgeheugen.
BIOS-update downloaden VOORZICHTIG: Om het risico van schade aan de computer of een mislukte installatie te beperken, downloadt en installeert u een BIOS-update alleen terwijl de computer met de netvoedingsadapter is aangesloten op een betrouwbare externe voedingsbron. Download of installeer een BIOS-update niet wanneer de computer op accuvoeding werkt of wanneer de computer is aangesloten op een optioneel dockingapparaat of een optionele voedingsbron.
Systeemdiagnose gebruiken Met Systeemdiagnose kunt u diagnostische tests uitvoeren om vast te stellen of de hardware van de computer correct functioneert. U start Systeemdiagnose als volgt: 1. Schakel de computer in of start de computer opnieuw op, druk snel op esc en druk vervolgens op f2. 2. Klik op de diagnosetest die u wilt uitvoeren en volg de instructies op het scherm. OPMERKING: Als u een diagnosetest wilt stoppen, drukt u op esc.
11 Back-ups maken, herstellen en bestanden terugzetten De computer is voorzien van hulpmiddelen die HP en het besturingssysteem bieden om u te helpen uw informatie te beschermen en indien nodig te herstellen. Met deze hulpmiddelen kunt u de computer terugbrengen naar een goede werkende toestand of zelfs naar de oorspronkelijke fabriekstoestand. Dit alles met eenvoudige stappen.
Zie HP-herstelmedia maken op pagina 76. 2. Maak systeemherstelpunten wanneer u hardware en softwareapplicaties toevoegt. Een systeemherstelpunt is een 'momentopname' van de vaste schijf dat op een bepaald tijdstip door Windows Systeemherstel wordt opgeslagen. Een systeemherstelpunt bevat informatie die Windows gebruikt, zoals registerinstellingen.
computer; het station kan niet worden aangesloten op een USB-poort op een extern apparaat, zoals een USB-hub. ● Zorg ervoor dat de computer is aangesloten op een netvoedingsbron voordat u de herstelmedia maakt. ● Dit proces kan een uur of langer duren. Onderbreek het proces niet. ● U kunt het programma eventueel afsluiten voordat u klaar bent met het maken van alle hersteldvd's. HP Recovery Manager zal de huidige dvd branden.
● Als u uw computer opnieuw wilt instellen met een geminimaliseerde afbeelding, kunt u de optie HP Minimized Image Recovery kiezen uit de HP Recovery-partitie (alleen bepaalde modellen) of HP Recovery-media. Met herstel van geminimaliseerde kopieën worden alleen stuurprogramma's en hardware activerende toepassingen geïnstalleerd. Andere toepassingen in de kopie blijven beschikbaar voor installatie via de optie Stuurprogramma's en toepassingen opnieuw installeren in HP Recovery Manager.
BELANGRIJK: Deze optie biedt geen back-ups van uw gegevens. Maak voor u deze optie gebruikt back-ups van persoonlijke gegevens die u wilt behouden. U kunt deze optie initiëren door gebruik te maken van de toets f11 of via het startscherm. U gebruikt de toest f11 als volgt: 1. Druk op f11 terwijl de computer wordt opgestart. – of – Houd f11 ingedrukt als u op de aan/uit-knop drukt. 2. Selecteer Probleemoplossing in het menu opstartopties. 3.
● Om gebruik te maken van de opties Fabrieksinstellingen of Systeemherstel moet u HP Recovery-media gebruiken. ● Als de HR Recovery-media niet werken, kunt u herstelmedia voor uw systeem aanvragen op de website van HP. Voor ondersteuning in de VS gaat u naar http://www.hp.com/go/contactHP. Voor wereldwijde ondersteuning gaat u naar http://welcome.hp.com/country/us/en/ wwcontact_us.html. BELANGRIJK: HP Recovery Manager maakt niet automatisch back-ups van uw persoonlijke gegevens.
Voor het wijzigen van de opstartvolgorde: 1. Plaats de HP Recovery-media die u hebt gemaakt. 2. Start de computer opnieuw op. 3. Druk op esc en houd deze knop ingedrukt terwijl de computer opnieuw opstart en druk vervolgens op f9 voor de opstartopties. 4. Selecteer de optische schijf of de USB-flashdrive waar u vanaf wilt opstarten. 5. Volg de instructies op het scherm.
12 Specificaties Ingangsvermogen De gegevens over elektrische voeding in dit gedeelte kunnen van pas komen als u internationaal wilt reizen met de computer. De computer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een voedingsbron voor gelijkstroom. De netvoedingsbron moet 100-240 V, 50-60 Hz als nominale specificaties hebben.
In bedrijf -15 m tot 3.048 m -50 ft tot 10.000 ft Buiten bedrijf -15 m tot 12.192 m -50 ft tot 40.
13 Elektrostatische ontlading Elektrostatische ontlading is het vrijkomen van statische elektriciteit wanneer twee objecten met elkaar in aanraking komen, bijvoorbeeld de schok die u krijgt wanneer u over tapijt loopt en vervolgens een metalen deurklink aanraakt. Elektronische onderdelen kunnen beschadigd raken door een ontlading van statische elektriciteit via vingers of andere elektrostatische geleiders.
Index A aan/uit-knop, herkennen 12 aan/uit-lampjes, herkennen 7, 10 Aanraakscherm, gebruiken 36 accu afvoeren 50 lage acculading 49 ontladen 48 opbergen 49 vervangen 50 accu, temperatuur 49 Accuhendel, herkennen 14 Accu-informatie zoeken 48 Accuvoeding 47 actietoetsen afspelen, pauzeren, hervatten 42 draadloze communicatie 42 geluid harder 42 geluid uit 42 geluid zachter 42 helderheid van beeldscherm verhogen 42 helderheid van beeldscherm verlagen 42 Help en ondersteuning 42 herkennen 13 schakelen tussen be
geheugenkaartlezer, herkennen 6 Geheugenmodule herkennen 14 plaatsen 62 vervangen 61 verwijderen 61 Geheugenmodule, Onderpaneel, verwijderen 61 Geïntegreerde webcam, herkennen 8, 24 geïntegreerd numeriek toetsenblok, herkennen 13 geïntegreerd numeriek toetsenblok herkennen 44 geluid uit, lampje, herkennen 10 geminimaliseerde image herstel 80 maken 79 H harde schijf herkennen 14 Lampje 7 HDMI configureren, audio 29 HDMI-poort herkennen 25 verbinding maken 28 HDMI-poort herkennen 6 herstel 77, 78 HP Recovery
netwerkconnector herkennen 5 Num Lock-toets, herkennen 44 O Omgevingsvereisten 82 Onderdelen beeldscherm 7 bovenkant 9 linkerkant 6 Onderkant 14 rechterkant 5 Onderhoud Schijfdefragmentatie 60 Schijfopruiming 60 Onderhoud van computer 63 Onderkant 15 ondersteunde schijven, herstel 76 Ontgrendeling accuafdekplaatje 14 oorspronkelijk systeem herstellen 79 Opbergen, accu 49 Openbaar WLAN, verbinding 20 opnieuw instellen computer 77, 78 procedure 78 opstartvolgorde wijzigen, HP Recovery Manager 80 Optionele ext
Windows alles verwijderen en opnieuw installeren, optie 78 back-up 76 bestanden terugzetten 77 Bestandsgeschiedenis 76, 77 opnieuw installeren 77, 78 opnieuw instellen 78 systeemherstelpunt 76, 77 vernieuwen 77, 78 Windows-toets, herkennen 13 Windows-wachtwoorden 67 Wireless Assistant (Assistent voor draadloze communicatie), software 16 WLAN, label 15 WLAN-antennes, herkennen 8 WLAN-apparaat 15, 18 88 Index