Naslaggids voor de hardware HP rp5800 Retail System
© Copyright 2011 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Microsoft, Windows en Windows Vista zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in Verenigde Staten en/of andere landen. De enige garanties die gelden voor HP producten en diensten zijn de garanties die worden beschreven in de garantievoorwaarden behorende bij deze producten en diensten.
Over deze handleiding Deze handleiding bevat algemene informatie voor het upgraden van dit model computer. WAARSCHUWING! Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of levensgevaar. VOORZICHTIG: Als u de aanwijzingen na dit kopje niet opvolgt, kan dit leiden tot beschadiging van de apparatuur of verlies van gegevens. OPMERKING: De tekst na dit kopje biedt belangrijke aanvullende informatie.
iv Over deze handleiding NLWW
Inhoudsopgave 1 Voorzieningen ................................................................................................................................................. 1 Voorzieningen van de standaardconfiguratie ....................................................................................... 1 Componenten van voorpaneel ............................................................................................................. 2 Onderdelen op het achterpaneel ...............................
Bijlage A Batterij vervangen ........................................................................................................................... 56 Bijlage B Externe beveiligingsapparaten ...................................................................................................... 58 Beveiligingsslot bevestigen ................................................................................................................ 58 HP-kabelslot aanbrengen ..........................................
1 Voorzieningen Voorzieningen van de standaardconfiguratie De voorzieningen kunnen per model verschillen. Voer het diagnostische hulpprogramma (alleen meegeleverd bij bepaalde computermodellen) uit voor een compleet overzicht van de hardware en software die op de computer is geïnstalleerd. Sommige modellen zijn voorzien van een optisch station, terwijl andere modellen een rand hebben die het lege vak voor het optische station afdekt.
Componenten van voorpaneel Schijfconfiguraties kunnen per model verschillen. Afbeelding 1-2 Componenten van voorpaneel Tabel 1-1 Onderdelen aan de voorkant 1 5,25-inch optische schijf-eenheid (optioneel) 5 NIC-verbindingsindicator 2 Aan/uit-lampje 6 USB-poorten (2) 3 Aan/uit-knop met twee standen 7 lampje van de NIC 4 Lampje van de vaste schijf OPMERKING: Sommige modellen zonder optisch station zijn voorzien van een schijfloze rand in plaats van de rand voor het optische station.
Onderdelen op het achterpaneel Tabel 1-2 Onderdelen aan de achterkant 1 USB-model met 24 V-voeding 9 Powered USB 12V (optioneel) 2 Seriële connector (COM3) (optioneel) 10 Aansluiting voor kassalade 3 RJ-45-netwerkconnector 11 DisplayPort 4 Seriële connector (COM4) (optioneel) 12 Seriële connector (COM2) 5 Seriële connector (COM1) 13 USB-poorten (5) 6 PS/2-muisconnector (groen) 14 VGA-connector 7 Linie-in audio-ingang (blauw) 15 PS/2-toetsenbordconnector (paars) 8 Netsnoerconnec
4. Leg de computer met de rechterkant omlaag en plaats de computer in de optionele standaard. Afbeelding 1-3 Desktopconfiguratie omzetten in torenconfiguratie OPMERKING: HP beveelt het gebruik van een torenstandaard aan om de computer te stabiliseren wanneer deze in een torenconfiguratie wordt gebruikt. 5. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en zet vervolgens de computer aan. OPMERKING: Zorg dat aan alle zijden van de computer een ruimte van ten minste 10,2 cm vrij blijft.
ruimte te maken voor een veiligheidsslot als dat op de achterkant van de computer is aangesloten. Zo installeert u de achterklep: 1. Als op de achterkant van de computer een beveiligingsslot is aangesloten, opent u de betreffende deur bovenop de achterklep en klikt u deze terug om ruimte te maken voor het beveiligingsslot. Afbeelding 1-4 De deuren voor het veiligheidsslot openen 2.
3. Draai de twee vastzetschroeven onderop de poortklep aan om deze vast te zetten. Afbeelding 1-6 De poortkap vastzetten 4. De poortkap is ontworpen om kabels horizontaal of verticaal vanuit de achterkant van de computer te geleiden. Afbeelding 1-7 Kabelgeleiding Locatie van serienummer Elke computer heeft een uniek serienummer en productidentificatienummer. Deze staan vermeld op de achterkant of de zijkant van de computer.
2 Hardware-upgrades Waarschuwingen en instructies Lees zorgvuldig alle instructies en waarschuwingen in deze handleiding voordat u een upgrade uitvoert. WAARSCHUWING! U beperkt als volgt het risico van persoonlijk letsel door elektrische schokken, warme oppervlakken of brand: Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en laat de interne systeemonderdelen afkoelen voordat u ze aanraakt. Sluit geen telecommunicatie- of telefoonconnectoren aan op de aansluitpunten van de netwerkadapter (NIC).
Toegangspaneel van de computer verwijderen Als u toegang wilt krijgen tot de interne onderdelen, verwijdert u het toegangspaneel: 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4.
Toegangspaneel terugplaatsen Schuif de rand aan de voorkant van het toegangspaneel onder de rand aan de voorkant van de behuizing (1) en druk de achterkant van het toegangspaneel tegen de computer aan totdat het vastklikt (2).
Het voorpaneel verwijderen 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4. Neem de stekker uit het stopcontact en ontkoppel eventuele externe apparaten.
2. Druk elk van de klemmen die het schijfloze deel van het paneel vastzetten op het voorpaneel in de afgebeelde richting om dit te verwijderen. Afbeelding 2-4 Het schijfloze voorpaneel verwijderen 3. Steek de klemmen op het voorpaneel voor de optische schijfeenheid in het voorpaneel en zorg er voor dat het goed vastklikt. Afbeelding 2-5 Voorpaneel voor optische schijfeenheid installeren Afdekplaatje verwijderen Bij sommige modellen wordt de interne schijfpositie bedekt door een afdekplaatje.
2. Duw de twee lipjes die het afdekplaatje op zijn plek houden naar buiten (1) en trek het afdekplaatje vervolgens naar binnen om het los te halen (2).
Het voorpaneel opnieuw bevestigen Steek de drie haken aan de onderkant van het paneel in de rechthoekige gaten op de behuizing (1) en draai de bovenkant van het paneel op de behuizing (2) totdat het vastklikt.
Extra geheugen installeren De computer wordt geleverd met DDR3-SDRAM (Double Data Rate 3 Synchronous Dynamic Random Access Memory) DIMM's (Dual Inline Memory Modules). DIMM’s De systeemkaart bevat geheugenmodulevoetjes voor maximaal vier industriestandaard DIMM's. In deze voetjes bevindt zich ten minste één vooraf geïnstalleerde DIMM. Voor een optimale geheugencapaciteit kunt u maximaal 16 GB geheugen op de systeemkaart installeren en configureren voor de snelle tweekanaalmodus.
DIMM-voetjes vullen De systeemkaart bevat vier DIMM-voetjes: twee voetjes per kanaal. De voetjes worden aangeduid met XMM1, XMM2, XMM3 en XMM4. De voetjes XMM1 en XMM2 werken in geheugenkanaal A. De voetjes XMM3 en XMM4 werken in geheugenkanaal B.
Als u bijvoorbeeld een 2-GB DIMM en drie 1-GB DIMM's in de voetjes plaatst, moet in kanaal A de 2-GB DIMM en een 1-GB DIMM worden geplaatst en in kanaal B de twee andere 1-GB DIMM's. In deze configuratie wordt 4 GB gebruikt in tweekanaalmodus en 1 GB in enkelkanaalmodus. ● De maximale bewerkingssnelheid wordt in elke modus bepaald door de traagste DIMM in het systeem.
7. Draai de interne schijfpositie omhoog om toegang te krijgen tot de geheugenmodulevoetjes op de systeemkaart. Afbeelding 2-9 Schijfhouder omhoog kantelen 8. Open beide vergrendelingen van het geheugenvoetje (1) en plaats de geheugenmodule in het voetje (2). Afbeelding 2-10 Een DIMM installeren OPMERKING: een geheugenmodule kan slechts in één stand worden geïnstalleerd. Zorg dat de uitsparing op de module aansluit op het lipje van het geheugenvoetje.
9. Duw de module in het voetje en zorg dat de module goed op zijn plaats zit. Zorg ervoor dat de vergrendelingen gesloten zijn (3). 10. Herhaal stappen 8 en 9 als u eventuele aanvullende modules wilt installeren. 11. Kantel de schijfhouder terug in de normale stand. VOORZICHTIG: Let erop dat er geen kabels of snoeren bekneld raken wanneer u de schijfhouder omlaag kantelt. Afbeelding 2-11 Schijfhouder omlaag kantelen 12. Plaats het toegangspaneel terug. 13. Monteer de eventuele standaard. 14.
Afbeelding 2-12 Locaties van uitbreidingssleuven op de systemkaart Tabel 2-2 Locaties van uitbreidingssleuven op de systemkaart Nr. Uitbreidingssleuf 1 Riserkaart (gevuld) 2 PCI Express x16 3 PCI Express x1 VOORZICHTIG: De uitbreidingssleuf voor de riserkaart is speciaal ontworpen voor een van de twee riserkaarten die voor dit product ontworpen zijn. Probeer NIET om een ander type kaart in deze sleuf te plaatsen.
Tabel 2-3 24-volt en 12-volt Powered USB connectoren Nr. Connector Kleur 1 24-volt Powered USB Rood 2 12-volt Powered USB Groenblauw Een halfhoge 12-volt Powered USB-uitbreidingskaart installeren: 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit.
9. Voordat u een uitbreidingskaart installeert, verwijdert u het afdekplaatje van het uitbreidingsslot of de geïnstalleerde uitbreidingskaart. OPMERKING: Voordat u een geïnstalleerde uitbreidingskaart verwijdert, ontkoppelt u alle kabels van de kaart. a. Als u een uitbreidingskaart in een leeg slot plaatst, verwijdert u op de achterkant van het chassis het bijbehorende afdekplaatje van het uitbreidingsslot. Trek het afdekplaatje recht omhoog en vervolgens van de binnenkant van het chassis af.
c. Als u een PCI Express x16-kaart verwijdert, beweegt u de borgbeugel aan de achterkant van het uitbreidingsslot van de kaart af en beweegt u vervolgens de kaart voorzichtig heen en weer totdat de kaart loskomt uit het slot. Trek de uitbreidingskaart recht omhoog uit het voetje en beweeg de kaart vervolgens van de binnenkant van het chassis af om de kaart los te maken van het chassis. Zorg dat u met de kaart geen andere onderdelen beschadigt.
10. Als u een nieuwe 12-volt Powered USB-uitbreidingskaart installeert, houdt u de kaart vlak boven de PCI Express uitbreidingssleuf op de systeemkaart. Vervolgens beweegt u de uitbreidingskaart in de richting van de achterkant van het chassis (1), zodat de onderkant van de uitbreidingskaart zich recht voor de open sleuf aan de achterkant van het chassis bevindt. Druk nu de uitbreidingskaart recht naar beneden in het voetje op de systeemkaart (2).
11. De met de kaart meegeleverde kabel bevat aan een einde een enkele connector en aan het andere einde twee connectoren. Sluit het enkele uiteinde van de USB-kabel aan op de achterkant van de kaart (1). Sluit de groene connector aan het andere einde van de kaart aan op de groene 12 volt USB-connector op de systeemkaart (2). De kabel kan slechts aan een kant van de groene connector worden aangesloten. Sluit de zwarte connector aan op een van de twee zwarte 12-volt USB-connectoren op de systeemkaart (3).
14. Monteer de eventuele standaard. 15. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en zet vervolgens de computer aan. 16. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel. 17. Configureer de computer opnieuw als dat nodig is. Een volle-hoogte uitbreidingskaart installeren Volle-hoogte uitbreidingskaarten kunnen geplaatst worden in de riserkaartsleuven van de computer.
OPMERKING: De volgende secties bevatten aanwijzingen voor de installatie van een Powered Serial Port-uitbreidingskaart. De procedure is echter in feite gelijk aan die voor de installatie van een volle-hoogte PCI-uitbreidingskaart of PC Express x1-uitbreidingskaart. Uitbreidingskaart met seriële poorten met eigen voeding installeren Twee seriële poorten met voeding, COM 1 en COM 2, zijn standaard aanwezig op de computer.
Afbeelding 2-22 Beschermkapjes van seriële poorten met eigen voeding verwijderen U installeert een Powered Serial Port-uitbreidingskaart als volgt: 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4.
7. Draai de voeding geheel weg om toegang te krijgen tot de borgbeugel van de volle-hoogte uitbreidingskaart. OPMERKING: Als u een PS/2-muis en/of een PS/2-toetsenbord gebruikt, moet controleren of ze ontkoppeld zijn van de achterkant van de computer zodat de connectoren niet verhinderen dat de voeding geheel teruggedraaid wordt. Afbeelding 2-23 Voedingseenheid rechtop zetten 8. Trek de groene tab op de borgbeugel van de volle-hoogte uitbreidingskaart terug om de beugel te openen.
9. Voordat u een uitbreidingskaart installeert, verwijdert u het afdekplaatje van de uitbreidingssleuf in de onderste sleuf. De Powered Serial Port-uitbreidingskaart moet in de onderste sleuf worden geïnstalleerd. Afbeelding 2-25 Afdekplaatje van een uitbreidingssleuf verwijderen 10. Installeer de Powered Serial Port-uitbreidingskaart in de onderste sleuf op de riserkaart.
11. Sluit de borgbeugel van de uitbreidingskaart. Afbeelding 2-27 De borgbeugel van de uitbreidingskaart sluiten 12. Kantel de voeding terug in de normale stand. Afbeelding 2-28 De voeding laten zakken 13. Plaats het toegangspaneel terug. 14. Monteer de eventuele standaard. 15. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en zet vervolgens de computer aan. 16. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel. 17.
Voeding van een seriële poort configureren De seriële poorten kunnen worden geconfigureerd als standaard (niet-gevoede) seriële poorten of gevoede seriële poorten. Sommige apparaten maken gebruik van een gevoede seriële poort. Als de seriële poort wordt geconfigureerd als een gevoede poort, hebben apparaten die een gevoede seriële interface ondersteunen, geen externe voedingsbron nodig.
7. Draai de voeding geheel weg om toegang te krijgen tot de borgbeugel van de volle-hoogte uitbreidingskaart. OPMERKING: Als u een PS/2-muis en/of een PS/2-toetsenbord gebruikt, moet controleren of ze ontkoppeld zijn van de achterkant van de computer zodat de connectoren niet verhinderen dat de voeding geheel teruggedraaid wordt. Afbeelding 2-29 Voedingseenheid rechtop zetten 8. Trek de groene tab op de borgbeugel van de volle-hoogte uitbreidingskaart terug om de beugel te openen.
9. Als in een van de sleuven voor de riserkaart een of twee uitbreidingskaarten geïnstalleerd zijn, moet u deze verwijderen. Afbeelding 2-31 Een volle-hoogte uitbreidingskaart verwijderen 10. Als over het onderste uitbreidingsslot een afdekplaatje is geplaatst, moet u deze verwijderen. VOORZICHTIG: U moet het afdekplaatje over de onderste uitbreidingssleuf verwijderen om schade aan de kaart te verkomen bij installeren of verwijderen.
11. Om de riserkaart te verwijderen, maakt u de kapsensorkabel los van de systeemkaart (1), trek de arm op de achterkant van de sleuf voor de riserkaart terug (2) en licht de riserkaart uit de sleuf (3). Afbeelding 2-33 De riserkaart verwijderen 12. Verwijder de twee schroeven waarmee de metalen beugel op de bovenkant van de kaart vast zit en verwijder de beugel. U hoeft de kapsensor niet van de beugel te verwijderen.
13. Plaats de metalen beugel op de nieuwe riserkaart met de twee schroeven die de beugel op zijn plaats houden. Afbeelding 2-35 De riserkaartbeugel installeren 14. Om de nieuwe riserkaart te installeren, drukt u deze stevig in de sleuf op de systeemkaart (1) en steekt u de kapsensorkabel in de aansluiting voor de kapsensor op de systeemkaart (2).
15. Als van de oude riserkaart uitbreidingskaarten zijn verwijderd, moet u de kaarten in de juiste sleuven op de nieuwe riserkaart installeren. Verplaats de kaart naar de achterkant van het chassis zodat de beugel op de kaart is uitgelijnd met de open sleuf in de achterkant van het chassis (1). Druk de kaart recht naar beneden in het voetje op de riserkaart (2). Afbeelding 2-37 Een uitbreidingskaart in de riserkaart installeren 16.
17. Sluit de borgbeugel van de uitbreidingskaart. Afbeelding 2-39 De borgbeugel van de uitbreidingskaart sluiten 18. Kantel de voeding terug in de normale stand. Afbeelding 2-40 De voeding laten zakken 19. Toegangspaneel terugplaatsen. 20. Monteer de eventuele standaard. 21. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en zet vervolgens de computer aan. 22. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel.
Schijfposities Afbeelding 2-41 Schijfposities Tabel 2-6 Schijfposities 1 Interne 3,5-inch positie voor primaire vaste schijf 2 Interne 3,5-inch positie voor tweede vaste schijf 3 vak voor 5,25-inch optische schijfeenheid OPMERKING: De schijfeenheidconfiguratie van uw computer verschilt mogelijk van de weergegeven schijfeenheidconfiguratie. Start Computer Setup (Computerinstellingen) om het type en de grootte van de geïnstalleerde schijfeenheden te controleren.
Schijfeenheden installeren en verwijderen Houd rekening met de volgende richtlijnen als u schijfeenheden installeert: ● De computer ondersteunt maximaal drie schijfeenheden in de volgende configuraties: ◦ Twee vaste schijven en een optische schijfeenheid ◦ Twee vaste schijven en een eSATA-schijf ◦ Een vaste schijf, een optische schijfeenheid en een eSATA-schijf ● Zorg ervoor dat de primaire vaste schijf van het type SATA (Serial ATA) is aangesloten op de donkerblauwe primaire SATA-connector op de sy
Tabel 2-7 Locaties van extra geleideschroeven Nr. Geleideschroef Apparaat 1 Zwarte M3 metrische schroeven Optische schijfeenheid 2 Zilverkleurige 6-32 standaardschroeven Secundaire vaste schijf Er zijn in totaal vijf extra zilverkleurige 6-32 standaardschroeven. Vier worden gebruikt als geleideschroeven voor een secundaire vaste schijf. De vijfde wordt gebruikt voor de beveiliging van het paneel (zie Beveiliging van voorpaneel op pagina 63 voor meer informatie).
Schijfeenheidconnectoren op de systeemkaart In de volgende illustratie en tabel wordt een overzicht gegeven van de schijfeenheidconnectoren van de systeemkaart. Afbeelding 2-43 Schijfeenheidconnectoren op de systeemkaart Tabel 2-8 Schijfeenheidconnectoren op de systeemkaart NLWW Nr.
5,25-inch schijfeenheid uit een schijfpositie verwijderen VOORZICHTIG: Haal alle verwisselbare opslagmedia uit een schijfeenheid voordat u deze uit de computer verwijdert. 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2. Verwijder alle verwisselbare media, zoals een cd of USB-flashdrive, uit de computer. 3. Sluit de computer via het besturingssysteem af en zet vervolgens alle externe apparatuur uit. 4.
8. Ontkoppel de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan de achterzijde van de optische schijfeenheid. VOORZICHTIG: Trek bij het verwijderen van kabels aan het lipje of de connector en niet aan de kabel zelf, om te voorkomen dat u de kabel beschadigt. Afbeelding 2-45 Gegevenskabel en voedingskabel loskoppelen 9. Kantel de schijfhouder terug in de normale stand. VOORZICHTIG: Let erop dat er geen kabels of snoeren bekneld raken wanneer u de schijfhouder omlaag kantelt.
10. Duw het groene vergrendelingslipje van de vaste schijf (op de linkerzijde van de schijf) omlaag om de schijf uit de schijfhouder los te maken (1). Houd de knop van de schijfhouder ingedrukt en schuif de schijf naar achteren totdat deze niet verder kan en til de schijf uit de schijfpositie (2). Afbeelding 2-47 5,25-inch schijfeenheid verwijderen 5,25-inch optische schijfeenheid in een schijfpositie installeren 1.
8. Installeer vier M3 metrische geleideschroeven in de onderste gaten aan elke kant van de schijfeenheid. HP levert vier extra M3 metrische geleideschroeven mee. Deze bevinden zich aan de voorkant van de behuizing, onder het voorpaneel. De M3 metrische geleideschroeven zijn zwart. Raadpleeg Schijfeenheden installeren en verwijderen op pagina 39 voor een afbeelding van de locatie van de extra M3 metrische geleideschroeven.
10. Kantel de schijfhouder recht omhoog. Afbeelding 2-50 Schijfhouder omhoog draaien 11. Sluit de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterzijde van de optischeschijfeenheid. OPMERKING: De voedingskabel voor de optische schijfeenheid is een driekoppige kabel die loopt van de systeemkaart naar de vaste schijf en vandaar naar de achterzijde van de optische schijfeenheid. Afbeelding 2-51 Gegevenskabel en voedingskabel aansluiten 12.
13. Leid de gegevenskabel door de kabelgeleiders. VOORZICHTIG: Er zijn twee kabelgeleiders die ervoor zorgen dat de gegevenskabel niet bekneld komt te zitten tegen de schijfhouder wanneer deze omhoog of omlaag wordt verschoven. Eén geleider is aan de onderkant van de schijfhouder geplaatst. De andere bevindt zich op het chassis onder de schijfhouder. Zorg er voor dat de gegevenskabel door deze geleiders wordt geleid. 14. Kantel de schijfhouder terug in de normale stand.
2. Ontkoppel de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan de achterzijde van de vaste schijf. Afbeelding 2-53 Gegevenskabel en voedingskabel van de tweede vaste schijf loskoppelen 3. Duw het groene vergrendelingslipje van de vaste schijf (op de linkerzijde van de schijf) omlaag om de schijf uit de schijfhouder los te maken (1). Houd de knop van de schijfhouder ingedrukt en schuif de schijf naar achteren totdat deze niet verder kan en til de schijf uit de schijfpositie (2).
2. Installeer vier 6-32 standaard geleideschroeven in de gaten aan elke kant van de schijf. HP levert vier extra 6-32 standaard geleideschroeven mee. Deze bevinden zich aan de voorkant van de behuizing, onder het voorpaneel. De 6-32 standaard geleideschroeven zijn zilverkleurig. Raadpleeg Schijfeenheden installeren en verwijderen op pagina 39 voor een afbeelding van de locatie van de extra 6-32 standaard geleideschroeven.
4. Sluit de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterzijde van de vaste schijf. Sluit het andere einde van de gegevenskabel aan op de lichtblauwe SATA-connector met de aanduiding SATA1 op de systeemkaart. Afbeelding 2-57 Voedingskabel en gegevenskabel van de tweede vaste schijf aansluiten OPMERKING: Raadpleeg Schijfeenheidconnectoren op de systeemkaart op pagina 41 voor een illustratie van de schijfeenheidconnectoren van de systeemkaart. 5. Leid de gegevenskabel door de kabelgeleiders.
Primaire 3,5-inch interne vaste schijf verwijderen en vervangen OPMERKING: Zorg ervoor dat u van tevoren een back-up maakt van de gegevens op de oude vaste schijf, zodat u deze gegevens later op de nieuwe vaste schijf kunt terugplaatsen. De voorgeïnstalleerde 3,5-inch primaire vaste schijf bevindt zich onder de voedingseenheid. Ga als volgt te werk om de primaire vaste schijf te verwijderen en te vervangen: 1.
8. Zet de voedingseenheid rechtop. De vaste schijf bevindt zich onder de voedingseenheid. OPMERKING: Als u een PS/2-muis en/of een PS/2-toetsenbord gebruikt, moet controleren of ze ontkoppeld zijn van de achterkant van de computer zodat de connectoren niet verhinderen dat de voeding geheel teruggedraaid wordt. Afbeelding 2-59 Voedingseenheid rechtop zetten 9. Ontkoppel de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan de achterzijde van de vaste schijf.
10. Druk op de groene ontgrendeling naast de vaste schijf (1). Houd de vergrendeling ingedrukt, schuif de schijfeenheid naar voren tot deze niet meer verder kan en til de eenheid uit de schijfpositie (2). Afbeelding 2-61 Vaste schijf verwijderen 11. Als u een vaste schijf installeert, verwijdert u de zilverkleurige en blauwe 6-32 geleideschroeven met isolatie van de oude vaste schijf en gebruikt u deze voor de nieuwe vaste schijf.
12. Lijn de geleideschroeven uit met de sleuven op de schijfhouder in het chassis, druk de vaste schijf omlaag in de schijfpositie en schuif deze zo ver mogelijk naar achteren tot deze vastklikt. Afbeelding 2-63 Vaste schijf installeren 13. Sluit de voedingskabel (1) en de gegevenskabel (2) aan op de achterzijde van de vaste schijf. OPMERKING: De gegevenskabel moet worden aangesloten op de donkerblauwe connector op de systeemkaart met de aanduiding SATA0. Hierdoor bent u verzekerd van optimale prestaties.
17. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en zet vervolgens de computer aan. 18. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel.
A Batterij vervangen De met de computer meegeleverde batterij voorziet de real-timeklok van elektriciteit. Gebruik bij vervanging een batterij die gelijkwaardig is aan de oorspronkelijke batterij. De computer wordt geleverd met een 3-volt lithium-knoopcelbatterij. WAARSCHUWING! De computer bevat een lithium-mangaandioxidebatterij. Als u niet op de juiste manier omgaat met de batterij, kan er brand ontstaan en kunt u brandwonden oplopen.
7. Knijp de metalen klem die boven één kant van de batterij uitsteekt, iets samen om de batterij te ontgrendelen. Verwijder de batterij wanneer deze omhoog komt (1). 8. Schuif één kant van de nieuwe batterij onder het palletje van de houder, met de pluspool naar boven. Duw de andere kant van de batterij omlaag totdat de klem vastklikt (2). Afbeelding A-1 Knoopcelbatterij verwijderen en vervangen 9. Plaats het toegangspaneel terug. 10.
B Externe beveiligingsapparaten Beveiligingsslot bevestigen De beveiligingsapparaten hieronder en op de volgende pagina's kunnen worden gebruikt om de computer te beveiligen.
Hangslot Afbeelding B-2 Hangslot aanbrengen beveiligingsslot voor HP zakelijke personal computers 1. Bevestig de beveiligingskabel met een lus rond een stationair object.
2. Steek het kabelslot in de bijbehorende sleuf aan de achterzijde van de monitor en vergrendel het slot op de monitor door de sleutel in het sleutelgat aan de achterkant van het slot te steken en 90 graden te draaien. Afbeelding B-4 Het kabelslot op de monitor plaatsen 3. Schuif de veiligheidskabel door het gat in het kabelslot aan de achterzijde van de monitor.
4. Bevestig andere randapparatuur met de beugel in de kit door de apparaatkabel langs het midden van de beugel te leggen (1) en de veiligheidskabel door een van de twee gaten van de beugel te steken (2). Gebruik het gat van de beugel waarmee de kabel van de randapparatuur het stevigst bevestigd kan worden. Afbeelding B-6 Randapparatuur bevestigen (Printer afgebeeld) 5. Voer de kabels van het toetsenbord en de muis door het slot.
6. Bevestig het slot met de meegeleverde schroef aan het chassis. Afbeelding B-8 Slot aan het chassis bevestigen 7. Plaats het uiteinde van de beveiligingskabel in het slot (1) en druk de knop in (2) om het slot te vergrendelen. Gebruik de meegeleverde sleutel om het slot te ontgrendelen.
8. Hierna zijn alle apparaten van uw werkstation bevestigd. Afbeelding B-10 HP-werkstation met aangesloten randapparatuur Beveiliging van voorpaneel Het voorpaneel kan worden vergrendeld door een door HP geleverde beveiligingsschroef te installeren. Ga als volgt te werk om de beveiligingsschroef te installeren: 1. Zorg dat alle beveiligingsapparaten die het openen van de computer verhinderen, zijn verwijderd of ontkoppeld. 2.
7. Verwijder een van de vijf zilverkleurige 6-32 standaardschroeven aan de voorkant van de behuizing achter het paneel. Afbeelding B-11 Beveiligingsschroef uit het voorpaneel halen 8. Plaats het voorpaneel terug. 9. Installeer de beveiligingsschroef naast het middelste ontgrendelingslipje van het voorpaneel om het voorpaneel op zijn plek te houden. Afbeelding B-12 Bevestigingsschroef van voorpaneel bevestigen 10. Plaats het toegangspaneel terug. 11. Monteer de eventuele standaard.
12. Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en zet vervolgens de computer aan. 13. Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het toegangspaneel.
C Optionele invoerlade en toebehoren De optionele integratielade en toebehoren zijn slechts voor een paar modellen leverbaar.
NLWW ● Hybride MICR kassabonprinter ● Hybride MICR/Imager kassabonprinter ● USB-barcodescanner 67
D Elektrostatische ontlading Een ontlading van statische elektriciteit via vingers of andere geleiders kan leiden tot beschadiging van de systeemkaart, uitbreidingskaarten of andere onderdelen die gevoelig zijn voor statische elektriciteit. Dit soort schade kan de levensduur van het apparaat bekorten.
E Richtlijnen voor gebruik, regelmatig onderhoud en voorbereiding voor transport Richtlijnen voor gebruik en regelmatig onderhoud Volg deze richtlijnen om de computer en de monitor op de juiste manier te installeren en te onderhouden: NLWW ● Plaats de computer niet in zeer vochtige ruimtes en stel de computer niet bloot aan direct zonlicht of zeer hoge of lage temperaturen. ● Plaats de computer op een stevig, vlak oppervlak.
Voorzorgsmaatregelen voor optischeschijfeenheden Neem de volgende richtlijnen in acht wanneer u een optischeschijfeenheid gebruikt of reinigt. Gebruik ● Verplaats de schijfeenheid niet terwijl deze in gebruik is. Dit kan namelijk leiden tot een storing tijdens het lezen. ● Stel de schijfeenheid niet bloot aan plotselinge temperatuurverschillen, aangezien hierdoor condensatie kan optreden.
Index A aansluiting voor kassalade accessoires 66 audioconnectors 3 paneel optische schijfeenheid 10 primaire vaste schijf 51 Riserkaart 31 tweede vaste schijf 48 voeding, uitbreidingskaart met seriële poorten met 26 volle-hoogte uitbreidingskaart 25 invoerlade 66 3 B Batterij vervangen 56 beveiliging beveiligingsslot voor HP zakelijke personal computers 59 hangslot 59 kabelslot 58 voorpaneel 63 C componenten van voorpaneel Computergebruik 69 L locatie van de geleideschroeven 39 2 D DIMM's.
V vaste schijf Kabelaansluitingen 39, 41 primaire installeren 51 primaire verwijderen 51 tweede installeren 48 tweede verwijderen 47 Ventilatierichtlijnen 69 verwijderen afdekplaatje 11 optische schijfeenheid 42 primaire vaste schijf 51 toegangspaneel van de computer 8 tweede vaste schijf 47 voorpaneel 10 Verwijderen batterij 56 VGA-aansluiting 3 voorpaneel afdekplaatje verwijderen 11 beveiliging 63 optische schijfeenheid 10 vervanging 13 verwijderen 10 72 Index NLWW