HP PageWide XL 4000/4100-printer en MFP Gebruikershandleiding
© Copyright 2015, 2018 HP Development Company, L.P. Uitgave 7 Wettelijke kennisgevingen Handelsmerken De informatie in dit document kan zonder vooraankondiging worden gewijzigd. Adobe®, Acrobat®, Adobe Photoshop® en PostScript® zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. De enige garanties voor HP producten en diensten worden vermeld in de specifieke garantieverklaring bij dergelijke producten en diensten. Niets in dit document mag worden opgevat als aanvullende garantie.
Inhoudsopgave 1 Inleiding ...................................................................................................................................................................................................... 1 Welkom bij uw printer .............................................................................................................................................................. 2 Veiligheidsmaatregelen ..............................................................................
Configuratie netwerkprotocollen ......................................................................................................................................... 87 Menu-items van het voorpaneel ......................................................................................................................................... 88 Verbindingsconfiguratiemethoden .....................................................................................................................................
De printer verplaatsen of opslaan .................................................................................................................................... 161 De vouwer verplaatsen of opslaan ................................................................................................................................... 162 De glasplaat van de scanner reinigen (alleen MFP) ........................................................................................................
vi NLWW
1 NLWW Inleiding ● Welkom bij uw printer ● Veiligheidsmaatregelen ● Belangrijkste onderdelen ● Voorpaneel ● Hulpprogramma van HP ● Geïntegreerde webserver ● In- en uitschakelen van printer ● Interne afdrukken ● De printer voorbereiden ● Toegankelijkheid ● Andere informatiebronnen 1
Welkom bij uw printer Uw printer is een kleureninkjetprinter die is ontworpen voor snel, geconsolideerd afdrukken in monochroom en kleur; en ook scannen en kopiëren als u het MFP-model hebt. Enkele belangrijke eigenschappen: ● HP PageWide XL 4000-printerserie: Tot 8 D/A1 pagina's/min monochroom en kleur afdrukken; eerste pagina gereed in 20 sec. ● HP PageWide XL 4100-printerserie: Tot 10 D/A1 pagina's/min monochroom en kleur afdrukken; eerste pagina gereed in 20 sec.
Algemene veiligheidsrichtlijnen ● Er zijn geen door de bediener te onderhouden onderdelen in de printer behalve die aan de orde komen in het reparatieprogramma voor klanten van HP (zie http://www.hp.com/go/selfrepair/). Raadpleeg voor onderhoud aan andere onderdelen gekwalificeerde onderhoudsmedewerkers. ● Schakel de printer uit en neem contact op met de servicevertegenwoordiger in de volgende gevallen: ● ● – Het netsnoer of de stekker is beschadigd.
Hittegevaar (alleen Pacifisch Azië en Japan) Het droogsubsysteem van de printer werkt met hoge temperaturen en kan bij aanraking brandwonden veroorzaken. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om persoonlijk letsel te voorkomen. ● Laat de printer afkoelen voordat u het papieruitvoergebied opent in geval van een papierstoring. ● Laat de printer afkoelen alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te voeren.
Gevaar van lichtstraling Lichtstraling wordt uitgezonden vanuit het baken, kwaliteitsniveau-indicatoren, inktniveau-indicatoren, papierlade-indicatoren en formatter-statusindicatoren. Het afgegeven licht is in overeenstemming met de eisen van de risicogroep IEC 62471:2006: Fotobiologische veiligheid van lampen en lampsystemen. Wijzig deze modules niet. Gevaar van zware papier Speciale aandacht is vereist om persoonlijk letsel te voorkomen bij het hanteren van zware papierrollen.
Waarschuwingslabels Label Toelichting Gevaar van elektrische schok. Verwarmingsmodules werken met gevaarlijke spanningen. Ontkoppel het netsnoer alvorens onderhoud uit te voeren. VOORZICHTIG: Tweepolig. Neutrale zekering. Voordat u begint, leest en volgt u de bedienings- en veiligheidsinstructies. Gevaar van pletting. Blijf uit de buurt van de bewegende onderhoudswagen. Dit label bevindt zich bij de toegang tot de onderhoudswagen, op de gasveren en in de vouwer.
Belangrijkste onderdelen De basisonderdelen worden weergegeven op het volgende voor- en achteraanzicht van de printer. Vooraanzicht 1. Afdrukbalk 2. Voorpaneel 3. Inktpatronen 4. Voorste kap van de papiertoevoer 5. Lade 6. Onderhoudspatroon Achteraanzicht NLWW 1. Uitvoermodule 2. Papieruitvoer 3.
4. LAN-verbindingen 5. Reinigingscontainer Voorpaneel Het voorpaneel is een aanraakgevoelig scherm met een grafische gebruikersinterface dat zich aan de rechtervoorkant van de printer bevindt. Dit kan horizontaal 360 graden draaien zodat u deze vanaf de voorkant of de achterkant van de printer kunt gebruiken. U kunt het ook kantelen om reflecties te beperken.
Vaste pictogrammen die u links en rechts hebt vastgezet ● Tik op het pictogram om terug te gaan naar het beginscherm. ● Tik op het pictogram ● Tik op het pictogram om terug naar het vorige scherm te gaan. Hierdoor worden wijzigingen die zijn aangebracht in het huidige scherm niet verwijderd. ● Tik op het pictogram om de helpfunctie voor het huidige scherm te bekijken. om het huidige proces te annuleren.
● De volledige-app scherm toont een lijst van alle applicaties beschikbaar in de printer en de status van elk. ● Met het widget-scherm kunt u in een oogopslag supplies controleren, zoals inkt en papier, de taak die momenteel wordt afgedrukt en de afdrukwachtrij. Printermeldingen De printer heeft een baken dat zich aan de bovenkant van het voorpaneel bevindt; het geeft een samenvatting van de status van de printer die van een afstand kan worden waargenomen.
Wit bewegend licht Geel eindlicht De printer drukt af of is aan het voorbereiden op afdrukken. De printer heeft binnenkort aandacht nodig: inkt of papier is bijvoorbeeld bijna op. Bij het afdrukken blijft het gele lampje aan de linkerkant en verschijnt een wit bewegend licht. Geel lampje De printer kan afdrukken, maar er is iets mis. Als het probleem blijft bestaan, neem dan contact op met uw ondersteuningsvertegenwoordiger. Tijdens het afdrukken ziet u een geel in plaats van een wit lampje.
● Door een afdruktaak te verzenden ● Door een pagina in de scanner te plaatsen (alleen MFP) De printer wordt binnen enkele seconden wakker. Dit duurt korter dan bij een uitgeschakelde printer. In de slaapmodus knippert de aan/uit-knop. Zie voor het wijzigen van de tijd die voor de slaapmodus verstrijkt Systeemopties wijzigen op pagina 12. Printermonitoring (met de afdrukspoeler) en printerbeheer op afstand met de HP Utility en Web JetAdmin blijven beschikbaar tijdens de slaapstand.
● Eenheidselectie om de maateenheden op het voorpaneel te wijzigen. Selecteer Engels of Metrisch. Maateenheden zijn standaard ingesteld op Metrisch. ● Fabrieksinstellingen herstellen om de printerinstellingen terug te zetten naar de oorspronkelijke fabriekswaarden. Met deze optie worden alle printerinstellingen hersteld, behalve de Gigabit Ethernet- en de papiervoorinstellingen. Hulpprogramma van HP Met de HP Utility kunt u uw printer beheren vanaf een computer met een TCP/IP-verbinding.
U kunt de geïntegreerde webserver op afstand openen via een gewone webbrowser die op een computer aanwezig is. De volgende browsers zijn getest op compatibiliteit met de geïntegreerde webserver: ● Internet Explorer 8 of nieuwer voor Windows 7 en nieuwer ● Apple Safari 6 voor Mac OS X 10.8 en later ● Mozilla Firefox 36 en hoger ● Google Chrome 41 of later Noteer het IP-adres van uw printer, dat u ziet op het voorpaneel door te tikken op het pictogram en vervolgens op Netwerk.
In- en uitschakelen van printer De normale en aanbevolen manier om de printer in en uit te schakelen, is met de aan/uit-knop op het front panel. Als u echter van plan bent om de printer voor langere tijd op te bergen of als de aan/uit-knop niet werkt, raden we u aan de stroom uit te schakelen met de aan/uit-knop aan de achterkant. U schakelt deze weer in via de Aan-uitschakelaar aan de achterkant.
Interne afdrukken De interne afdrukken bieden verschillende soorten informatie over de printer. Ze kunnen op het voorpaneel worden opgevraagd. Controleer voordat u een interne print opvraagt of de printer en het papier klaar zijn om af te drukken. ● Het geladen papier moet ten minste 420 mm (16.53 in) (liggende A3) breed zijn, anders wordt de afdruk mogelijk afgesneden. ● Het voorpaneel moet het bericht Gereed weergeven.
De printer voorbereiden De printer met het netwerk verbinden De printer kan zichzelf voor de meeste netwerken configureren op een manier die vergelijkbaar is met elke andere computer op hetzelfde netwerk. De eerste keer dat u verbinding maakt kan het proces enkele minuten in beslag nemen. Zodra de printer een werkende netwerkconfiguratie heeft, kunt u het netwerkadres controleren vanaf het voorpaneel: tik op het pictogram .
Controleer de apparatuur voordat u begint: ● De printer moet zijn geconfigureerd en ingeschakeld. ● De Ethernet-switch of router moet aanstaan en correct werken. ● De printer en de computer moeten zijn aangesloten op het netwerk (zie De printer met het netwerk verbinden op pagina 17). U kunt nu de printersoftware installeren en de printer verbinden. Installatie van printersoftware 1. Noteer de hostnaam en het IP-adres van de printer vanaf het voorpaneel (zie Geïntegreerde webserver op pagina 13). 2.
1. Ga naar het voorpaneel en tik op het pictogram . Noteer de mDNS-servicenaam van uw printer. 2. Open het installatiepakket vanaf de website van HP: http://www.hp.com/go/pagewidexlseries/support/ drivers. Selecteer uw printer in de lijst als hierom wordt gevraagd. 3. Wanneer het venster PageWide Printer op uw scherm verschijnt, klik dan op Software en stuurprogramma's en vervolgens op Installeren. 4.
Als u deel uitmaakt van de HP Partner Link 'betalen op basis van gebruik'-service, denk er dan aan om naar de app Connectiviteit te gaan en op Printerservices > Nieuwe service registreren te tikken om de printerservice te registreren. Tijdens de aanvankelijke printerconfiguratie wordt u gevraagd of u deze services wilt inschakelen. Die beslissing kunt u later wijzigen door te tikken op het pictogram en vervolgens op Connectiviteit > Connectiviteitsovereenkomst terugzetten.
Om de configuratie van afdrukken per e-mail te configureren, tikt u op het pictogram het pictogram en vervolgens op , waarna de unieke printercode van de printer en het e-mailadres dat kan worden gebruikt om taken naar de printer te versturen, worden weergegeven. U moet ook http://www.hpconnected.com bezoeken om u en uw printer (met de printercode) te registreren.
Configureer een scannen-naar-netwerk- of scannen-naar-FTP-map (alleen MFP) Een gescande afbeelding kan worden opgeslagen op een USB-flashstation in een netwerkmap of een FTP-map. De optie USB-flashstation vereist geen voorbereiding, maar de andere opties functioneren alleen wanneer deze op de volgende manier zijn ingesteld. OPMERKING: De printer krijgt toegang tot gedeelde naar-netwerk-scannen mappen (zoals een client) via NTLMv1- en NHLMv2-verificatie. Scan-naar-FTP-map verificatie gebruikt leesbare tekst.
● Protocol kan FTP of CIFS zijn (scan-naar-netwerk). ● Type map kan openbaar of privé zijn. Het type map wordt zowel in de geïntegreerde webserver als op het voorpaneel weergegeven door middel van een pictogram. Wanneer u een persoonlijke map selecteert, moet u een wachtwoord invoeren op het voorpaneel. ● Aliasnaam wordt weergegeven op het voorpaneel wanneer u de scanbestemming kiest. Deze kan afwijken van de netwerk- of FTP-mapnaam. ● Stel deze netwerkbestemming in als standaard.
Voorbeeld: een scan-naar-netwerkmap maken onder Windows 24 1. Maak een nieuwe gebruikersaccount voor de 'scannergebruiker' op de externe computer. U kunt voor dit doel een bestaande gebruikersaccount gebruiken, maar dit wordt niet aangeraden. 2. Maak een nieuwe map op de externe computer, tenzij u een bestaande map wilt gebruiken. 3. Klik met de rechtermuisknop op de map en klik vervolgens op Eigenschappen. 4. Klik op het tabblad Delen op de knop Geavanceerd delen. 5.
6. Controleer of de 'scannergebruiker' volledige lees-/schrijfbevoegdheden heeft voor de gedeelde map. Hiervoor klikt u op Machtigingen en verleent u Volledig beheer aan de gebruiker (of aan de betreffende groep waar de gebruiker deel van uitmaakt). 7. Als het venster Eigenschappen voor uw map een tabblad Beveiliging bevat, moet u dezelfde gebruiker ook Volledig beheer toekennen voor de map in het tabblad Beveiliging. Slechts enkele bestandssystemen zoals NTFS vereisen dit.
Voorbeeld: een scan-naar-netwerkmap maken onder Mac OS 26 1. Maak een nieuwe gebruikersaccount voor de 'scannergebruiker' op de externe computer. U kunt voor dit doel een bestaande gebruikersaccount gebruiken, maar dit wordt niet aangeraden. 2. Maak of kies een map op de externe computer. Standaard hebben Mac OS-gebruikers een map Public die gemakkelijk voor dit doel kan worden gebruikt. 3. Open de toepassing Systeemvoorkeuren en klik op het pictogram Delen. 4.
7. Klik op Gereed: u ziet nu dat het delen van bestanden en Windows delen zijn ingeschakeld. De 'scannergebruiker' heeft nu toegang tot de map en kan bestanden in de map opslaan. Vervolgens moet u de printer configureren om scans naar de map te verzenden.
E-mails opzoeken Wanneer de printer LDAP gebruikt om te scannen-naar-e-mail, zoekt deze in een database van e-mailadressen. Wanneer u het e-mailadres invoert en op de knop Zoeken klikt, zoekt LDAP in een lijst met e-mailadressen op overeenkomende tekens. U kunt de zoekresultaten verfijnen door extra tekens te typen en een nieuwe zoekopdracht uit te voeren.
5. Klik op de knop Toevoegen om door te gaan naar de LDAP-configuratiepagina. 6. In het vak LDAP-serveradres voert u de naam van de LDAP-server in (bijvoorbeeld ldap.mycompany.com). Als u de LDAP-server niet kent, neemt u contact op met de serverbeheerder om het netwerkadres en de te gebruiken kenmerkcodes te verkrijgen. 7. Om een beveiligde (SSL)-verbinding in te schakelen, klikt u op Een beveiligde verbinding (SSL) gebruiken. 8.
Gebruiksinformatie in- en uitschakelen De printer kan periodiek gebruiksinformatie versturen per e-mail. U kunt dit op de volgende manieren aanvragen: ● In HP DesignJet Utility voor Windows: op het tabblad Beheerder klikt u op Printerinstellingen > Telgegevens. ● In de HP Utility voor Mac OS X: klik op Printerinstellingen > Telgegevens. ● In de geïntegreerde webserver: klik op Instellen > Printerinstellingen > Telgegevens.
Als er een beheerderswachtwoord is ingesteld, moet dit worden ingevoerd om de volgende bewerkingen uit te voeren: ● De beveiligingsinstellingen wijzigen (inclusief het beheerderswachtwoord zelf) ● De configuratie van de internetverbinding wijzigen ● De configuratie van automatische firmware-updates wijzigen ● Het automatisch downloaden en/of installeren van automatische firmware-updates in- of uitschakelen ● Een eerdere versie van de firmware herstellen ● Fabrieksinstellingen herstellen OPMERKIN
De volgende opties zijn beschikbaar: ● Ontgrendelen: onbeperkte toegang tot het voorpaneel. ● Minimale vergrendeling: onbeperkte toegang tot het voorpaneel. ● Gematigde vergrendeling: naast de opties van Minimale vergrendeling blokkeert deze optie de toegang tot alle printerinstellingen, de taakwachtrij, informatie- en serviceafdrukken en het printerlogboek.
Aanmeldmethoden De enig beschikbare aanmeldmethode is momenteel Lokaal apparaat, hetgeen verwijst naar de lokale accounts die toegangscodes met een lengte tussen 4 en 8 cijfers hebben en die zijn opgeslagen op de vaste schijf van de printer. Gebruikersaccounts apparaat Er zijn vier acties beschikbaar: ● Nieuw: een nieuw gebruikersaccount toevoegen. ● Bewerken: het geselecteerde gebruikersaccount bewerken. ● Verwijderen: het geselecteerde gebruikersaccount verwijderen.
Aanmeld- en permissiebeleid U kunt de permissies voor apparaat- en gastgebruikers hier wijzigen en op Toepassen klikken om de wijzigingen door te voeren. OPMERKING: Om bepaalde functies gebruiken, moet u in staat zijn om de bovenliggende functie te gebruiken: afdrukken vanaf USB, bijvoorbeeld, vereist Afdrukken. OPMERKING: Alle gebruikers hebben ten minste gastpermissies. OPMERKING: De functie van firmware-updates houdt in deze context in: automatische firmware-updates.
Account-id vereisen Als u records van uw printergebruik door verschillende gebruikersaccounts wilt bijhouden, kunt u uw printer instellen om een account-id te vereisen voor elke taak. ● In HP DesignJet Utility voor Windows: op het tabblad Beheerder klikt u op Printerinstellingen > Telgegevens > Account-id vereisen. ● In de HP Utility voor Mac OS X: klik op Printerinstellingen > Telgegevens > Account-id vereisen.
Universeel Windows-stuurprogramma Het universele Windows-stuurprogramma wordt aangeraden als u een reeks HP DesignJet- en PageWide XLprinters gebruikt: dit zorgt voor installatie en wachtrijbeheer. Het stuurprogramma bevat HP-GL/2- en PostScript-opties. Configuratiehulpprogramma voor het universele Windows-stuurprogramma Het configuratiehulpprogramma voor het universele Windows-stuurprogramma is een hulpprogramma om .
Toegankelijkheid Voorpaneel Indien nodig kunnen de schermhelderheid en het luidsprekervolume worden gewijzigd (zie Systeemopties wijzigen op pagina 12) . Geïntegreerde webserver U kunt vanuit de geïntegreerde webserver de status van de printer zien en andere acties uitvoeren zonder het voorpaneel te gebruiken.
2 38 Papiertoevoer ● Algemene informatie en tips ● Ondersteunde papiersoorten ● Papierstatus ● Papier laden ● Papier verwijderen ● Papieropties ● Papier opslaan ● Papier wordt niet geladen ● Een papiersoort beschermen ● Papierstoring Hoofdstuk 2 Papiertoevoer NLWW
Algemene informatie en tips ● Alle papierbreedtes moeten tussen 279 mm en 1016 mm zijn en de rolkern moet een diameter van 76 mm hebben. ● Draag voor fotopapier katoenen handschoenen om te voorkomen dat er vet op het papier komt. ● Elke lade kan worden geladen met twee papierrollen (voor- en achterkant). Uw printer heeft een of twee laden: de tweede kan worden aangeschaft als accessoire. De posities van de rollen zijn genummerd 1 en 2 in de bovenste lade, 3 en 4 in de onderste lade.
– Rood: de rol is leeg Licht ladeslot – Uit: u kunt de lade openen. – Aan: open de lade niet. Het papier beweegt en u kunt een papierstoring veroorzaken. ● Met behulp van de juiste instellingen kunt u papier besparen. ● De printer schat automatisch de resterende lengte van de rol. Ondersteunde papiersoorten De volgende papiersoorten zijn compatibel met uw printer.
Naam Breedte Lengte Productnummer HP Universal Heavyweight Coated Paper, met een kern van 3 inch 33,1 in (841 mm) 300 ft (91 m) L5C79A 36 in (914 mm) 300 ft (91 m) L5C80A 40 in (1016 mm) 300 ft (91 m) L5C81A 24 in (610 mm) 150 ft (46 m) N2V71A 24 in (610 mm) 300 ft (91 m) L5P96A 36 in (914 mm) 150 ft (46 m) N2V72A 36 in (914 mm) 300 ft (91 m) L5P97A 40 in (1016 mm) 150 ft (46 m) N2V73A 40 in (1016 mm) 300 ft (91 m) L5P98A 24 in (610 mm) 150 ft (46 m) N2V75A 24 in (610 mm)
Posterpapier ● Mat posterpapier ● Satijn posterpapier ● Glanzend posterpapier ● Halfglanzend fotopapier ● Blueback papier Voor banners en signalering ● Polypropyleen ● Tyvek 135 g/m² ● Blauwdruk Blauwdruk Papierstatus De papierbron geeft de lade in de printer, en één van de volgende statusberichten voor elke rol: 42 ● Papier bijna op ● Het papier is op ● Papier niet geladen ● In afwachting van kalibratie ● In afwachting van controle ● Laden mislukt ● Storing bij laden ● Ger
Papier laden 1. Start de app Papier om toegang te krijgen tot het papiermenu en tik op Laden. TIP: 2. U kunt deze stap overslaan als de printer niet afdrukt en het vergrendellampje op de lade niet brandt. Open de lade. WAARSCHUWING! VOORZICHTIG: 3. NLWW Niet op de lade staan: de printer kan omvallen. Alleen MFP: laat de rol niet achter op de bovenkant van de scanner. TIP: U kunt meer dan één rol op hetzelfde moment laden.
4. Verplaats de hubs naar buiten (ze zijn aangesloten) om ruimte voor de rol te maken. 5. Plaats de rol in de lade tussen de rolklemmen, met de papierrand in de richting die hierboven wordt weergegeven. Laad de rol niet onder een hoek, zoals dit: 6. 44 Schuif de rolklemmen terug naar het midden zodat deze de rol vergrendelen.
7. Zorg ervoor dat de rolklemmen stevig aan beide zijden op de rol zijn aangebracht. 8. Belangrijk: sluit de vergendelingshendels van de linker- en rechterrolklem. 9. Laad het papier in de juiste sleuf: de voorste sleuf voor de voorste rol, de achterste sleuf voor de achterste rol. TIP: De achterste rol heeft mogelijk extra rol-ups nodig om de automatische invoer te vergemakkelijken. Stop het doorvoeren niet totdat het papier automatisch wordt doorgevoerd. 10.
11. Als de rand van het papier niet recht en schoon is, kunt u deze afsnijden met de daarvoor bestemde knop (er is een knop voor elke rol in de lade). Als u op de knop drukt, wordt het papier doorgevoerd; Als u de knop laat, wordt het papier afgesneden. Vergeet niet om de afgesneden reep papier te verwijderen. 12. Sluit de lade wanneer u klaar bent met het laden van de rollen. 13. Selecteer de papiersoort op het voorpaneel.
Papier verwijderen 1. Zorg ervoor dat de printer niet afdrukt en dat het vergrendelingslampje op de lade niet brandt. 2. Open de lade. WAARSCHUWING! Niet op de lade staan: de printer kan omvallen. 3. Verwijder het papier uit de toevoersleuf. 4. Open de vergendelingshendels van de linker en rechter rol-hubs. 5. Schuif de hubs naar de zijkant zodat u de rol kunt verwijderen. 6. Verwijder de rol (of de kern, als alleen de kern is overgebleven). 7.
Papier opslaan Volg om de papierkwaliteit te behouden deze aanbevelingen op. ● Bewaar rollen in de verpakking van het origineel in het bereik voor temperatuur en luchtvochtigheid dat op het etiket is vermeld. ● Wanneer natuurlijk overtrekpapier is opgeslagen in een vochtige omgeving, kan de breedte bij het laden variëren en het kan zelfs vast komen te zitten in de printer. Om dit te voorkomen, slaat u dit type papier onder vochtige omstandigheden in de verpakking op.
TIP: Bij het laden van de achterste rollen moet u meer papier handmatig invoeren (ongeveer 40 cm of 16 inch) dan met rollen vooraan. Een papiersoort beschermen U kunt de geselecteerde papiersoorten beschermen om te voorkomen dat u er per ongeluk op afdrukt. Op een beschermde papiersoort wordt alleen afgedrukt als de papiersoort specifiek is opgegeven in de taak. Om een papiersoort te beschermen, gaat u naar de app Papier, tikt u op ...
Papierstoring in een lade. 1. Open de lade waarin de papierstoring is opgetreden. 2. Snijd het papier indien nodig af. 3. Open de voorklep van de lade.
4. Verplaats de snijder naar de rechterkant, tenzij deze daar al is. VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat u niet uzelf snijdt bij het verplaatsen van de snijder. VOORZICHTIG: De snijdereenheid niet demonteren: raadpleeg gekwalificeerde onderhoudsmedewerkers voor het repareren. NLWW 5. Verwijder het papier en snijd het handmatig indien nodig. 6. Controleer dat er geen losse stukken papier in de lade zijn achtergebleven. 7. Sluit de voorklep van de lade.
8. Spoel het papier terug. 9. Snijd de voorste rand van het papier af als dit is beschadigd. 10. Spoel weer terug en voer het papier in de sleuf. 11. Gebruik de knop papier afsnijden om de voorste rand opnieuw af te snijden. 12. Sluit de lade. 13. Wacht totdat de printer klaar voor papier is. 14. De printer hervat de taak en drukt automatisch verloren pagina's opnieuw af. U moet echter controleren of alle pagina's van de taak zijn afgedrukt.
Papierstoring in de voorklep van de papiertoegang 1. Open de voorklep. 2. Trek het papier naar buiten. VOORZICHTIG: printer. 3. Snijd het papier indien nodig af. BELANGRIJK: NLWW Wees voorzichtig zodat u alleen het papier naar buiten trekt en niet de steunen van de Gebruik een schaar voor dit doel, niet een enkel mes. 4. Zorg ervoor dat er geen stukken papier overblijven. 5. Sluit de voorklep.
6. Wacht totdat de printer klaar voor papier is. 7. De printer hervat de taak en drukt automatisch verloren pagina's opnieuw af. U moet echter controleren of alle pagina's van de taak zijn afgedrukt. Papierstoring in de riemen 54 1. Zoek de klep van de bovenste stapelaar. 2. Open de klep van de bovenste stapelaar.
NLWW 3. Maak de bovenste stapelaar leeg. 4. Zoek en trek aan de linkse hendel om de klep van de afdrukbalk te openen. 5. Verwijder al het papier uit het gebied waar de riemen zich bevinden. 6. Sluit de klep van de afdrukbalk.
7. Sluit de klep van bovenste stapelaar. 8. Controleer of er geen papier zit in het uitvoergebied aan de achterkant van de printer. Wees voorzichtig met de knijpwielen. 9. Controleer of er geen stukken papier in de printer zijn achtergebleven. Papierstoring in de bovenste stapelaar 1. 56 Zoek de klep van de bovenste stapelaar.
NLWW 2. Open klep van bovenste stapelaar en verwijder het papier. 3. Sluit de klep van bovenste stapelaar.
58 4. Zoek de achterklep van de bovenste stapelaar. 5. Open de achterklep van bovenste stapelaar en verwijder het papier. 6. Sluit de achterklep van de bovenste stapelaar.
7. Controleer of er geen papier in het uitvoergebied zit. Wees voorzichtig met de knijpwielen. 8. Controleer of er geen stukken papier in de printer zijn achtergebleven. Papierstoring in de invoer van de vouwer (HP F60-, HP F70- en HP PageWide XLvouwers) NLWW 1. Til de vouwerlade op. 2. Verwijder het papier uit de lade.
3. Trek aan het papier om het uit de printer te verwijderen. Wees voorzichtig met de knijpwielen. 4. Controleer of er geen stukken papier in de printer zijn achtergebleven. 5. Sluit de vouwerlade.
BELANGRIJK: Deze bewerking moet worden uitgevoerd door een servicemonteur of door iemand anders met de juiste opleiding. 1. Open de bovenklep van de lade. 2. Snijd het papier tussen de printer en de vouwer, indien nodig. 3. Verwijder het papier. 4. Sluit de klep. VOORZICHTIG: Let erop waar u uw handen plaatst. 5. Wacht totdat de printer klaar voor papier is. 6. De printer hervat de taak en drukt automatisch verloren pagina's opnieuw af.
2. Open de klep van de waaiervouwer. 3. Trek het papier naar buiten. OPMERKING: Mogelijk ziet u papier bij de waaier-vouwlade of aan de achterkant van de vouwer. Probeer het er uit te trekken waar u het ziet. 4. Verwijder alle resterende stukken papier. 5. Zorg ervoor dat de metalen kogels op hun plaats blijven. 6. Sluit de klep. 7. Wacht totdat de printer klaar voor papier is. 8. De printer hervat de taak en drukt automatisch verloren pagina's opnieuw af.
2. Verwijder het papier. VOORZICHTIG: Zorg dat u letsel voorkomt. 3. Sluit de afdekplaat. 4. Wacht totdat de printer klaar is voor papier. 5. De printer hervat de taak en drukt automatisch verloren pagina's opnieuw af. U moet echter controleren of alle pagina's van de taak zijn afgedrukt. Papierstoring in stapelaar met hoge capaciteit 1. NLWW Druk op de knop uitvoer om de uitvoermodule omhoog te brengen.
64 2. Verwijder de stapelaar met hoge capaciteit. U kunt aan de stapelaar trekken aan de wagenbalk op de achterkant van de lade. 3. Snijd het papier tussen de printer en de stapelaar met hoge capaciteit, indien nodig. 4. Verwijder het papier uit de stapelaar met hoge capaciteit. 5. Verwijder het paier uit de printer.
6. Sluit de papieruitvoermodule. 7. Sluit de stapelaar met hoge capaciteit weer aan. 8. Wacht totdat de printer klaar voor papier is. 9. De printer hervat de taak en drukt automatisch verloren pagina's opnieuw af. U moet echter controleren of alle pagina's van de taak zijn afgedrukt. Papierstoring in de scanner (alleen MFP) NLWW 1. Maak de bovenste stapelaar leeg. 2. Trek de bovenste stapelaar naar buiten.
66 3. Er bevindt zich een kleine hendel links aan de achterzijde van de scanner. Schuif de hendel omhoog en open de scannerklep. 4. Verwijder het papier. 5. Controleer dat er zich geen papier in de scanner bevindt (steek uw hand naar binnen). 6. Sluit de klep. 7. Sluit de bovenste stapelaar. 8. De printer hervat de taak en drukt automatisch verloren pagina's opnieuw af. U moet echter controleren of alle pagina's van de taak zijn afgedrukt.
3 NLWW Inktsysteem ● Inktpatronen ● Afdrukbalk ● Reinigingscontainer ● Onderhoudspatroon ● Veilige modus 67
Inktpatronen De printer heeft een set van vier inktpatronen in de volgorde CKYM, met een capaciteit van 400 ml elk. Onder elke inktpatroon heeft de printer twee LED indicatoren: een handslot en een inktddruppel. ● De hangslot-LED licht op als de patroon gebruikt wordt. BELANGRIJK: ● Probeer een patroon niet te verwijderen als de hangslot-LED oplicht. De inktdruppel-LED wordt geel als de patroon bijna leeg is en rood als de inktpatroon leeg of defect is.
Onderdeelnummers inktpatronen PageWide-printer 400 ml C1Q57A HP 843A zwarte inktpatroon, 400 ml C1Q58A HP 843A cyaan inktpatroon, 400 ml C1Q59A HP 843A magenta inktpatroon, 400 ml C1Q60A HP 843A gele inktpatroon, 400 ml C1Q61A HP 843B zwarte inktpatroon, 400 ml C1Q62A HP 843B cyaan inktpatroon, 400 ml C1Q63A HP 843B magenta inktpatroon, 400 ml C1Q64A HP 843B gele inktpatroon, 400 ml C1Q65A HP 843C zwarte inktpatroon, 400 ml C1Q66A HP 843C cyaan inktpatroon, 400 ml C1Q67A HP 843C magent
3. Schud de nieuwe patroon zes keer. 4. Plaats de onderhoudspatroon en druk hem zo ver mogelijk naar binnen. 5. Volg de instructies op het voorpaneel. 6. Als u alle cartridges hebt vervangen die u wilt vervangen, tikt u op Voltooien en controleren. 7. Zorg ervoor dat u voldoet aan alle toepasselijke landelijke en plaatselijke wet- en regelgeving bij het afvoeren van verbruiksgoederen uit het inktsysteem.
Er kleven meerdere nadelen aan het gebruik van opnieuw gevulde of gewijzigde inktcartridges. ● De printer kan beschadigd raken. In dat geval geldt de printergarantie niet voor de reparatie van schade die is veroorzaakt door de inktcartridge of voor problemen vanwege inktvervuiling. ● U verliest hiermee de aanspraak op garantie voor alle printkoppen van dezelfde kleur die in de printer worden gebruikt. ● Mogelijk vermindert de afdrukkwaliteit.
De printkoppen zijn uiterst duurzaam en hoeven niet te worden vervangen telkens wanneer u een inktpatroon vervangt. Ze zorgen voor uitmuntende resultaten ook wanneer de inktpatronen bijna leeg zijn. Voor het behoud van optimale afdrukkwaliteit worden de printkoppen automatisch met regelmatige intervallen getest. Indien nodig wordt automatisch onderhoud uitgevoerd. Dit duurt even en kan het afdrukken tijdelijk vertragen.
● Verwijderen: de printkop moet worden verwijderd. ● Vervanging printkop niet voltooid. Start het opnieuw op. De printkop heeft de procedure voor het vervangen niet volledig uitgevoerd. U moet het vervangen opnieuw starten en het volledig voltooien. ● Als de garantiestatus buiten de garantie is, betekent dit dat de garantievoorwaarden zijn vervallen (bijvoorbeeld inktverbruik overschrijdt de gegarandeerde limiet).
1. Zorg ervoor dat alle inktpatronen ten minste 25% vol zijn. 2. Start het vervangen van de printkop via het voorpaneel: tik op het pictogram , vervolgens op het tabblad Printkop en daarna op Vervangen. 74 3. Zoek de klep van de bovenste stapelaar. 4. Open de klep van de bovenste stapelaar.
NLWW 5. Zoek en trek aan de linkse hendel om de klep van de afdrukbalk te openen. 6. Open de interne klep. 7. Trek aan de blauwe hendel om de vergrendeling te openen.
8. Trek de vergrendeling omhoog en plaats deze tegen de klep. 9. Verwijder de printkop door aan de hendel te trekken. 10. Verwijder de beschermdoppen langzaam van de nieuwe printkop in de volgorde die hieronder is afgebeeld.
11. Plaats de nieuwe printkop in de juiste richting en klik deze op zijn plaats. 12. Sluit de vergrendeling.
13. Sluit de blauwe hendel. 14. Sluit de interne klep. 15. Sluit de klep van de afdrukbalk.
16. Sluit de klep van bovenste stapelaar. 17. Maak de bovenste stapelaar leeg. 18. Tik op Doorgaan en wacht ongeveer 32 minuten terwijl de printer automatische kalibraties en controles uitvoert. 19. Zorg ervoor dat u voldoet aan alle toepasselijke landelijke en plaatselijke wet- en regelgeving bij het afvoeren van verbruiksgoederen uit het inktsysteem. Printkoponderhoud De printer en de onderhoudspatroon reinigen de printkoppen automatisch. Voorkomen onnodig verwijderen van printkoppen.
Reinigingscontainer De reinigingscontainer is een vervangbaar onderdeel dat afvalinkt verzamelt in vloeibare vorm, met een capaciteit van ongeveer 2 liter. De reinigingscontainer is ontworpen om te verhinderen dat de afvalinkt van de printer schade aanricht aan de printer en de omgeving vuil maakt. Om deze doelen te bereiken, moet u zorgen dat hij correct wordt geïnstalleerd en onderhouden, en hem vervangen wanneer hierom wordt gevraagd door het voorpaneel.
1. Tik op het voorpaneel op het pictogram , vervolgens op het pictogram en daarna op Reinigingscontainer > Vervangen. 2. Zoek de reinigingscontainer. 3. Pak de reinigingscontainer uit: til hem enigszins op en trek hem naar buiten. TIP: Als u de printer lang laat staan zonder reinigingscontainer, kunnen een paar druppels vloeistof lekken en vlekken op de vloer veroorzaken. Probeer hem snel te vervangen. 4. Verwijder het verpakkingsmateriaal van de nieuwe reinigingscontainer. 5.
Onderhoudspatroon De onderhoudspatroon reinigt en onderhoudt de printkoppen en slaat de waste inkt. De patroon bevat een rolletje doek dat wordt gebruikt om de printkoppen te reinigen. Het heeft een totale capaciteit van 500 wipes (reinigingsbewerkingen). Een zware gebruiker moet hem om de twee maanden vervangen. De printer zal weigeren een afdruktaak te starten als het einde van de reinigingsrol wordt gedetecteerd. U moet de onderhoudspatroon dan door een nieuwe vervangen.
3. Open de deur van de onderhoudspatroon wanneer hierom wordt gevraagd door het voorpaneel. BELANGRIJK: Wanneer u een onderhoudspatroon verwijdert, mag u niet vergeten dat deze vol inkt zit. Draag daarom handschoenen en houd de patroon bij de hendel vast. NLWW 4. Til de greep van de onderhoudspatroon op om deze uit de sleuf te verwijderen en schuif hem eruit. 5.
6. Plaats de nieuwe onderhoudspatroon in de sleuf. BELANGRIJK: 7. Let erop dat u de onderhoudspatroon correct plaatst. Druk de onderhoudspatroon op zijn plaats; gebruik niet te veel kracht. OPMERKING: gesloten. De nieuwe onderhoudspatroon wordt pas op het frontpaneel weergegeven nadat de deur is 8. Sluit de deur. 9. Zorg ervoor dat u voldoet aan alle toepasselijke landelijke en plaatselijke wet- en regelgeving bij het afvoeren van verbruiksgoederen uit het inktsysteem.
Veilige modus Onder bepaalde omstandigheden, inclusief gebruik van de printer buiten de omgevingsspecificaties en wanneer een gebruikte, opnieuw gevulde of vervalste inktpatroon is gedetecteerd, zal de printer werken in 'veilige' modus. HP is niet in staat om de prestaties van het afdruksysteem te garanderen wanneer het buiten omgevingsspecificaties wordt gebruikt of wanneer gebruikte, opnieuw gevulde of vervalste inktpatronen worden gebruikt.
4 86 Netwerken ● Inleiding ● Configuratie netwerkprotocollen ● Menu-items van het voorpaneel ● Verbindingsconfiguratiemethoden ● Probleemoplossing Hoofdstuk 4 Netwerken NLWW
Inleiding De printer heeft een enkele RJ-45-verbindingspoort voor een netwerkverbinding. Om te voldoen aan de Class Blimieten is het gebruik van beschermde I/O-kabels vereist. De geïntegreerde Jetdirect-printserver ondersteunt verbinding met netwerken compatibel met IEEE 802.3 10Base-T Ethernet-, IEEE 802.3u 100Base-TX Fast Ethernet en 802.3ab 1000Base-T Gigabit Ethernet.
Menu-items van het voorpaneel Om de netwerkconfiguratie-instellingen van de printer te openen, tikt u op het voorpaneel op het pictogram , vervolgens op het pictogram Menu-item Submenu-item Informatie Sec-rapport afdrukken en daarna op Gigabit Ethernet. Submenu-item Waarden en beschrijving Ja : Drukt een rapport af. Nee (Standaard): Drukt een rapport niet af.
Menu-item Submenu-item Submenu-item Waarden en beschrijving Handmatige instellingen (Alleen beschikbaar als Configuratiemethode is ingesteld op Handmatig ) Parameters rechtstreeks configureren vanaf het configuratiescherm van de printer: IP-adres : Het unieke IP-adres van de printer (n.n.n.n). Subnetmasker : Het subnetmasker voor de printer (n.n.n.n). Syslog-server : Het IP-adres van de syslog-server (n.n.n.n) wordt gebruikt voor de ontvangst en de opslag van syslogberichten.
Menu-item Submenu-item Submenu-item Waarden en beschrijving DHCPv6-beleid Opgegeven router : De door de printserver te gebruiken stateful-autoconfiguratiemethode wordt bepaald door een router. De router specificeert of de printserver het adres, de configuratiegegevens of beide verkrijgt van een DHCPv6server. Router niet beschikbaar : Als er geen router beschikbaar is, moet de printserver proberen de stateful-configuratie van een DHCPv6-server te krijgen.
Menu-item Submenu-item Beveiligd web Submenu-item Waarden en beschrijving Geef voor het configuratiebeheer op of de geïntegreerde webserver voor communicatie alleen HTTPS (veilige HTTP) of zowel HTTP als HTTPS accepteert. HTTPS Vereist: Voor veilige, gecodeerde communicatie wordt alleen HTTPS-toegang geaccepteerd. De printserver wordt weergegeven als een beveiligde site. HTTP/HTTPS optioneel: Toegang via HTTP of HTTPS is toegestaan.
Verbindingsconfiguratiemethoden De printer ondersteunt 10-, 100- of 1000 Mbps-netwerkverbindingssnelheid via full- of half-duplexcommunicatiemodi (een 1000T-half-duplex- selectie wordt niet ondersteund). Er wordt standaard geprobeerd om automatisch te onderhandelen over de verbinding met het netwerk. Wanneer u verbinding maakt met netwerkhubs en -schakelaars die automatisch verbinding maken niet ondersteunen, configureert de printer zichzelf voor 10 Mbps- of 100 Mbps-werking met half-duplex.
Netwerkparameters opnieuw instellen Als u de netwerkinstellingen van de printer per ongeluk verkeerd instelt, kunt u de fabriekswaarden herstellen door te tikken op het pictogram , vervolgens op het pictogram , daarna op het pictogram en ten slotte op Fabrieksinstellingen herstellen. VOORZICHTIG: Een in de fabriek geïnstalleerd HP Jetdirect X. 509-certificaat blijft opgeslagen tijdens het terugzetten van de fabrieksstandaardwaarden.
Item Beschrijving Poortconfiguratie Als de printer juist is gekoppeld, heeft dit item een van de volgende waarden: ● 10BASE-T HALF: 10 Mbps, half-duplex ● 10BASE-T VOLLEDIG: 10 Mbps, full-duplex ● 100TX-HALF: 100 Mbps, half-duplex ● 100TX VOLLEDIG: 100 Mbps, full-duplex ● 1000TX VOLLEDIG Als de printer niet goed is aangesloten, wordt één van de volgende berichten weergegeven: Automatische onderhandeling 6. ● ONBEKEND: de printer bevindt zich in een initialisatiestatus.
Geen toegang tot geïntegreerde webserver 1. Lees Geïntegreerde webserver op pagina 13 als u dat nog niet hebt gedaan. 2. Zorg ervoor dat de functie Geïntegreerde webserver in de printer is ingeschakeld: tik op het voorpaneel op het pictogram en vervolgens op Beveiliging > Connectiviteit > Geïntegreerde webserver (EWS) > Aan . 3. Controleer de proxyconfiguratie in uw webbrowser voor het geval deze de communicatie met de printer blokkeert. 4.
96 ● Probeer de fabrieksinstellingen van de netwerkconfiguratie te herstellen om standaardinstellingen te verkrijgen die geschikt zijn voor de meeste standaard netwerkomgevingen. Zie Netwerkparameters opnieuw instellen op pagina 93. ● Het kan ook handig zijn om te proberen de computer direct op de printer aan te sluiten met behulp van een normale Ethernet (Cat5e of Cat6) kabel, zonder door een Ethernet-switch of router te gaan.
5 Het verzenden van een taak om af te drukken Er zijn verschillende manieren waarop u kunt afdrukken, afhankelijk van uw omstandigheden en voorkeuren. NLWW ● Vanuit HP SmartStream: zie de documentatie voor HP SmartStream op http://www.hp.com/go/ smartstreampagewidexl/manuals/.
Afdrukken vanaf het stuurprogramma Dit is de traditionele manier van afdrukken vanaf een computer. het juiste printerstuurprogramma moet op de computer zijn geïnstalleerd en de computer moet via het netwerk met de printer zijn verbonden. Wanneer het printerstuurprogramma is geïnstalleerd en de computer is verbonden met de printer, kunt u vanuit een softwaretoepassing afdrukken door de opdracht Afdrukken van de printer te gebruiken en de juiste printer te selecteren.
TIP: Over het algemeen wordt aanbevolen dat u de standaardinstellingen gebruikt, tenzij u weet dat deze niet voldoen aan uw vereisten. De printer zal zijn eigen beleid met betrekking tot rol en papier toepassen om de meest geschikte voor uw taak te kiezen. TIP: Alleen Windows: Als u van plan bent een bepaalde groep instellingen herhaaldelijk te gebruiken, kunt u deze instellingen opslaan onder een naam van uw keuze en ze later opnieuw oproepen.
De printerstuurprogramma's ondersteunen alle accessoires zoals een stapelaar of vouwer die verbonden is met uw printer. De standaarduitvoer van de printer is ook de standaarduitvoer van het stuurprogramma. In het stuurprogramma kunt u echter de bestemming van de uitvoer wijzigen evenals andere opties zoals de vouwstijl, collatie en eerste of laatste pagina bovenop.
● Ophalen van voorpaneel (Persoonlijke taak): gebruik de persoonlijke taakafdrukfunctie om te specificeren dat een taak niet kan worden afgedrukt totdat u deze vrijgeeft via het voorpaneel van de printer. Om een voorbeeld ervan te zien in de geïntegreerde webserver moet u een pincode invoeren. ● Ophalen van voorpaneel (privétaak): gebruik de private taakafdrukfunctie om een taak te specificeren die niet kan worden afgedrukt totdat u deze vrijgeeft via het voorpaneel van de printer.
De volgende instellingen zijn beschikbaar: ● Met Naam quickset kunt u de quickset waarmee u werkt een naam geven. ● Met Uitvoerschaal kunt u het formaat van de afdruk op twee verschillende manieren wijzigen: naar een percentage van zijn originele formaat, of om op een bepaald papierformaat te passen. De standaardwaarde is 100% (het originele formaat). ● Met Afdrukkwaliteit kunt u de afdrukkwaliteit instellen op Lijnen/snel, Uniforme gebieden of hoge detail.
6. Er verschijnt een scherm met de volgende instellingen: Kopieën, Paginavolgorde en Sorteren. U kunt ze nu controleren en wijzigen, ongeacht de instellingen in de quickset. Tik op Afdrukken om door te gaan. 7. U kunt na het afdrukken ervoor kiezen om nog een bestand af te drukken of naar de taakwachtrij te gaan. Als u direct nog een bestand afdrukt zonder terug te gaan naar het startscherm, worden de tijdelijke instellingen van het eerder afgedrukte bestand opnieuw gebruikt.
Als de inhoud van de afbeelding is... A B C Monochrome of gekleurde lijnen en tekst Alle Inhoud als maximale productiviteit vereist is Grote gebieden met uniforme kleuren Tekst of lijnen bovenop gekleurde achtergronden Sterk complexe tekeningen met veel details Aanbevolen afdrukmodus U verkrijgt...
6 NLWW Beheer afdrukwachtrij ● Inleiding taakwachtrij ● Acties taakwachtrij ● Opties taakwachtrij ● Standaard afdrukvoorkeuren instellen ● Taakverwijdering ● Taakwachtrij in de geïntegreerde webserver 105
Inleiding taakwachtrij Tik op het pictogram op het beginscherm om de taakwachtrij op het voorpaneel te bekijken. U kunt de taakwachtrij ook weergeven in de geïntegreerde webserver: zie Taakwachtrij in de geïntegreerde webserver op pagina 112. Alleen MFP: u kunt kiezen uit Wachtrij afdrukken en kopiëren of Scanwachtrij uit de tabbladen links op het scherm. De taakwachtrijpagina geeft alle taken weer die beschikbaar zijn in de geselecteerde taakwachtrij.
In de wacht De taak kan niet worden afgedrukt totdat u actie onderneemt. U moet op één van de volgende manieren reageren: ● In de wacht: Privétaak: voer de PIN-code in die nodig is om af te drukken. De taak wordt verwijderd uit de wachtrij na het afdrukken. ● In de wacht: Persoonlijke taak: de taak wordt niet automatisch afgedrukt: u moet deze in de wachtrij selecteren. Er zijn geen gegevens zichtbaar.
Opnieuw afdrukken Selecteer in de sectie Geschiedenis de taak die u opnieuw wilt afdrukken en tik op Opnieuw afdrukken. In het volgende scherm kunt u het aantal kopieën selecteren, gesorteerd of niet, de paginavolgorde, bron en bestemming. Volgende afdrukken Als u een taak in de wachtrij wilt opwaarderen om direct af te drukken na de afdruktaak die momenteel wordt afgedrukt, selecteert u de gewenste taak en tikt u op de knop Volgende afdrukken.
– ● Automatisch draaien van de taak: de printer kan automatisch een taak roteren om papier te besparen. Automatische rol selecteren: als de taak wordt ingesteld zonder dat de rol is gedefinieerd, selecteert de printer de rollen volgens de volgende instellingen. – Rolbreedte selecteren: de printer kan meer of minder beperkend worden bij het selecteren van de breedte van de rol waarop wordt afgedrukt.
● Taak aanhouden en met de volgende doorgaan: plaats taken met een conflict in de wacht tot het juiste papier is geladen en ga door met het afdrukken van de rest van de wachtrij. De printer geeft een melding wanneer een afdruktaak in de wacht komt te staan. Deze optie wordt aanbevolen wanneer de printer zonder toezicht is, ook al kan de integriteit van een taak worden verstoord, om te voorkomen dat de wachtrij stopt.
Standaard afdrukvoorkeuren instellen Tik op het voorpaneel op het pictogram en vervolgens op Standaard afdrukinstellingen om de standaardeigenschappen te definiëren van taken die verstuurd zijn naar uw printer vanaf externe locaties. U kunt de instellingen voor de volgende gebieden definiëren: Afdrukkwaliteit, kleur, papier, marges, HP-GL/2, PostScript, afdrukken ophalen. OPMERKING: In de papier-opties kunt u instellingen als het standaardformaat en de rotatie definiëren.
Taakwachtrij in de geïntegreerde webserver U kunt de geïntegreerde webserver openen vanaf elke computer met een internetverbinding door het IP-adres van de printer in te voeren in uw webbrowser; de taakwachtrij wordt standaard weergegeven in het eerste venster dat wordt getoond. De geïntegreerde webserver kan maximaal 32 taken weergeven. De bestandsnaam, de status en het aanmaaktijdstip worden weergegeven voor iedere taak; er is geen afdrukvoorbeeld.
7 NLWW Scannen en kopiëren (alleen MFP) ● Quicksets ● Bezig met scannen ● Kopiëren ● Scannervoorkeuren ● Scannerproblemen oplossen ● Diagnostische tekening scanner 113
Quicksets Gebruik quicksets om te scannen en kopiëren. Een quickset is een benoemde groep van instellingen met gedefinieerde standaardwaarden, die u helpt efficiënter te zijn en die handig is voor onervaren gebruikers. In de fabriek ingestelde quicksets De printer wordt geleverd met een aantal reeds in de fabriek ingestelde quicksets, die zijn ontworpen voor ondersteuning van kenmerkende gebruikerseisen. Quicksets kunnen worden gebruikt voor scan-, kopieer- en afdruktaken.
2. 3. Selecteer de scanbestemming. ● Scannen naar USB-flashstation ● Scannen naar netwerkmap (als er een netwerkmap is toegevoegd) ● Scannen naar HP SmartStream-map (indien geïnstalleerd) ● Scannen naar e-mail (als er een e-mailserver is geconfigureerd) Selecteer een geschikte quickset voor uw scantaak. U kunt een quickset wijzigen door te tikken op het . U kunt de bestandsindeling en één of meerdere pagina's selecteren en de pictogram standaardbestandsnaam wijzigen.
4. Plaats het origineel, met de voorkant naar boven. 5. Pak het origineel op als de scanner deze vrijgeeft. TIP: Om de pagina te ontgrendelen, kunt u Automatisch vrijgeven selecteren in de quickset-instellingen, of het origineel in de wacht houden tot u tikt op Pagina vrijgeven of tot u een nieuw origineel plaatst. 6. Een van de handigste opties is die om een document met meerdere of met één pagina te scannen. ● Meerdere pagina's: het resultaat is een enkel bestand met alle gescande pagina's.
● Eén pagina: het resultaat is een bestand van één pagina voor elke gescande pagina. Bij het scannen van een enkel pagina wordt het document automatisch opgeslagen. Als u een andere pagina plaatst, wordt een nieuwe document gemaakt. OPMERKING: Door te tikken op kunt u de werkbalk weergeven of verbergen, de instelling voor het verwijderen van de achtergrond weergeven of verbergen en de scaninstellingen voor de volgende pagina's wijzigen. Wijzig de instellingen naar eigen inzicht en tik op OK.
● Met Invoerformaat kunt u het pagina-invoerformaat instellen op Automatisch, Aangepast formaat, een lijst met de beschikbare geladen rollen (Rolbreedte) of een vaste lijst met standaard papierformaten, op breedte en op lengte (Standaardformaat). Als u Aangepast formaat selecteert, worden twee nieuwe instellingen weergegeven: – Met Aangepaste breedte kunt u de breedte van een specifiek scangebied instellen, of u voert 0 (nul) in voor automatische breedtedetectie.
● U kunt Intelligente en gedetailleerde achtergrondverwijdering gebruiken als u een origineel hebt met een achtergrond die niet volledig wit is of een origineel op doorschijnend papier. Met intelligente achtergrondverwijdering kunt u de inhoud van het gescande origineel analyseren, automatisch de achtergrond verwijderen en deze zuiver wit maken zonder de inhoud (lijnen en gebieden) te verwijderen.
● Met Rechtzetten kunt u de digitale scheefheidscorrectie in- en uitschakelen. ● Met Scansnelheid verlagen om kwaliteit te verbeteren kunt u de scansnelheid beperken om betere scanresultaten te verkrijgen bij het scannen op 200 en 300 dpi. ● Met Indeling kunt u de bestandsindeling instellen op PDF met één pagina, PDF met meerdere pagina's, JPG, TIFF met één paginaof TIFF met meerdere pagina's. OPMERKING: Het uitvoeren van een PDF-bestand is alleen mogelijk met de juiste licentie.
3. U kunt het aantal kopieën en de paginavolgorde (eerste of vorige pagina bovenop) selecteren en aangeven of u wilt sorteren. De rechterkant van het scherm toont een weergave van hoe de taak wordt afgedrukt (afhankelijk van het aantal exemplaren, sorteren, volgorde en het uitvoerapparaat). 4. U kunt de kopieermodus wijzigen door te tikken op en vervolgens op Kopieermodus kiezen.
7. In het volgende scherm kunt u een voorbeeld bekijken van alle gekopieerde pagina's en kunt u door de miniaturen bladeren. OPMERKING: Door te tikken op kunt u de werkbalk weergeven of verbergen, de instelling voor het verwijderen van de achtergrond weergeven of verbergen en de kopieerinstellingen voor de volgende pagina's wijzigen. Wijzig de instellingen naar eigen inzicht en tik op OK. OPMERKING: Met de werkbalkknoppen kunt u in- en uitzoomen en scannerinformatie bekijken over de geselecteerde pagina.
Als u Aangepast formaat selecteert, worden twee nieuwe instellingen weergegeven: – Met Aangepaste breedte kunt u de breedte van een specifiek scangebied instellen, of u voert 0 (nul) in voor automatische breedtedetectie. – Met Aangepaste lengte kunt u de lengte van een specifiek scangebied instellen, of u voert 0 (nul) in voor automatische lengtedetectie.
● U kunt Intelligente en gedetailleerde achtergrondverwijdering gebruiken als u een origineel hebt met een achtergrond die niet volledig wit is of een origineel op doorschijnend papier. Met intelligente achtergrondverwijdering kunt u de inhoud van het gescande origineel analyseren, automatisch de achtergrond verwijderen en deze zuiver wit maken zonder de inhoud (lijnen en gebieden) te verwijderen.
● Met Contrast kunt u het contrastniveau instellen. ● Met Rechtzetten kunt u de digitale scheefheidscorrectie in- en uitschakelen. ● Met Scansnelheid verlagen om kwaliteit te verbeteren kunt u de scansnelheid beperken om betere scanresultaten te verkrijgen bij het scannen op 200 en 300 dpi. ● Met Afdrukkwaliteit kunt u de afdrukkwaliteit instellen op Lijnen/snel, Uniforme gebieden of hoge detail. ● Met Uitvoerschaal kunt u het uitvoerformaat van de pagina selecteren.
een willekeurige CIS-scanner. Deze zijn te wijten aan onjuiste instellingen, productbeperkingen, of gemakkelijk oplosbare fouten. Een foutmodus is te wijten aan een storing van bepaalde scanneronderdelen. Sommige van de herstelacties die hier worden voorgesteld, vereisen het gebruik van de diagnostische scannerplot, die u kunt afdrukken en scannen zoals beschreven in Diagnostische tekening scanner op pagina 137.
volkomen vlak tegen de glasplaat bevindt. Wanneer het origineel echter kreukels of vouwen bevat, zijn deze defecten duidelijk zichtbaar op de gescande afbeelding (zoals in het volgende voorbeeld wordt getoond). Acties 1. Scan het origineel opnieuw, stel het inhoudstype in op Afbeelding, en stel het contrast en het opschonen van de achtergrond in op nul. 2.
3. Als er geen sprake is van een schuinte of scheeftrekken maar het probleem aanhoudt, reinig en kalibreer de scanner dan zoals beschreven in Onderhoud op pagina 160. Zorg ervoor dat u de printer niet verplaatst tijdens de kalibratie (de printer mag niet afdrukken tijdens het kalibreren van de scanner), en controleer of het onderhoudsvel goed is geplaatst voordat de kalibratie wordt gestart.
Soms kan het kleurverschil tussen aangrenzende modules enorm zijn, wat duidt op een ernstige scannerstoring, zoals in het volgende voorbeeld. Acties 1. Herhaal het scannen of kopiëren, stel het inhoudstype in op Afbeelding, stel het opschonen van de achtergrond in op 0 of draai het origineel 90 graden voordat u dit opnieuw scant. 2. Als het probleem aanhoudt, reinig en kalibreer de scanner dan zoals beschreven in Onderhoud op pagina 160.
Onnauwkeurig gereproduceerde kleuren U krijgt te maken met verschillende variabelen als u een perfecte kleurovereenkomst wilt bereiken tussen het origineel dat u scant en de kopie of het gescande bestand dat u als resultaat wilt verkrijgen. Als u ongewenste kleuren aantreft zoals in het voorbeeld hieronder (origineel links, de gescande afbeelding rechts), dan kunt u deze richtlijnen volgen. Acties 1. Zorg ervoor dat u de juiste papiersoort kiest in de scaninstellingen voordat u gaat scannen. 2.
Acties 1. Herhaal de scan nadat u de scannerresolutie hebt verhoogd (kies Maximaal voor scannen, Beste voor kopiëren). Draai uw origineel indien mogelijk 90 graden, voordat u dit opnieuw scant. 2. Als het probleem aanhoudt, reinig en kalibreer de scanner dan zoals beschreven in Onderhoud op pagina 160. Herhaal het scannen met een hoge resolutie (Maximaal voor scannen, Beste voor kopiëren) en controleer of het probleem is opgelost. 3.
Als enkele van de papierrollers niet goed werken, ziet u kleine horizontale kreukels op de gescande afbeelding die worden veroorzaakt doordat het papier op sommige plaatsen vastloopt en op andere niet. Acties 1. Draai het origineel 90 graden en herhaal uw scan. 2. Als het probleem aanhoudt, open dan de klep van de scanner. Reinig de motorwieltjes (kleine zwarte rubberen wieltjes) en de aandrukrollen (brede witte plastic rollen). Controleer of alle aandrukrollen vrij kunnen bewegen.
Acties 1. Open de klep van de scanner en controleer of de vijf CIS-modules afwisselend rood, groen en blauw knipperen. Als een module een storing vertoont, neem dan contact op met uw ondersteuningsvertegenwoordiger en meld een fout met de 'verlichting CIS-module'. 2. Als alle modules in de vorige stap correct brandden, start de scanner dan opnieuw door deze uit te schakelen en weer in te schakelen.
Acties 1. Start de printer opnieuw. Kalibreer de scanner vervolgens zoals aangegeven in De scanner kalibreren (alleen MFP) op pagina 167 en herhaal uw scan. Draai indien mogelijk het origineel 90 graden voordat u opnieuw scant. 2. Als het probleem aanhoudt, analyseer dan patroon 3, modules A tot E, van de diagnostische plot. Neem contact op met uw ondersteuningsvertegenwoordiger en meld een probleem met 'objectreplicatie' als u een fout waarneemt zoals rechts is weergegeven.
Een gekopieerde of gescande afbeelding is zeer scheef Originelen worden vaak ietwat scheef in de scanner geplaatst. Om dit onvermijdelijke probleem te corrigeren, heeft de scanner een ingebouwde, automatische correctie van schuintes, die de schuinte van het origineel meet en de gescande afbeelding draait zodat het resultaat volkomen recht is. In sommige gevallen kan de automatische correctie van schuintes de schuinte echter verergeren in plaats van deze te corrigeren.
1. Gebruik het voorpaneel om de status van de scantaak te controleren. Als deze taak onnodig veel tijd vergt, kunt u de taak selecteren en annuleren. 2. Controleer of de instelling Resolutie geschikt is voor de taak. Niet alle scantaken vereisen een hoge resolutie. Als u de resolutie lager instelt, wordt het scanproces versneld. Voor JPEG- en PDF-scantaken, kunt u ook de instelling Kwaliteit aanpassen. Door een lagere kwaliteit te kiezen, wordt een kleiner bestand gecreëerd. 3.
Kopie ● Achtergrondkleur verwijderen: 2 ● Zwart versterken: 6 ● Contrast: 0 Diagnostische tekening scanner De printer en het papier voorbereiden voor het afdrukken van het diagnostische vel Schakel uw printer in en wacht totdat deze klaar is voor gebruik. Selecteer vervolgens het papier waarop de diagnostische plot moet worden afgedrukt (u kunt de diagnostische plot op elk gewenst moment in de toekomst opnieuw gebruiken, wanneer u deze zorgvuldig bewaart).
De diagnostische plot scannen of kopiëren Er zijn twee mogelijkheden voor evaluatie van de diagnostische plot: scannen naar een JPEG-bestand of kopiëren op papier. We raden u aan de scanoptie te gebruiken, zodat het gegenereerde bestand indien nodig gemakkelijker kan worden geanalyseerd door een externe support-medewerker. Als u de plot besluit te scannen, pas dan eerst uw computermonitor aan zoals is beschreven in Monitorkalibratie op pagina 139.
Monitorkalibratie De monitor waarop de plot wordt geëvalueerd moet idealiter worden gekalibreerd. Aangezien dit niet altijd kan worden gerealiseerd, adviseren wij u een eenvoudige procedure te volgen voor het aanpassen van de helderheid en het contrast van de monitor om de patronen goed te kunnen zien. Pas de helderheid en het contrast van uw monitor aan tot u een verschil ziet in lichtheid tussen deze twee vierkantjes: Nu kunt u elk patroon afzonderlijk controleren.
8 Verzamelen en voltooien Als u geen specifieke taakbestemming hebt gekozen, zijn afdrukken naar de standaard uitvoerbestemming gezonden, die kan worden gewijzigd op het voorpaneel. Tik op het beginscherm op het pictogram en vervolgens op Uitvoerbestemming.
Bovenste stapelaar De printer wordt geleverd met een bovenste stapelaar om de pagina's van de taak automatisch te stapelen. Deze kan tot 100 bladen papier verwerken, afhankelijk van de papiersoort en -formaat. Bij het laden van natuurlijk overtrekpapier gebruikt u de steunen die aan de bovenste stapelaar zijn bevestigd (niet aanbevolen bij andere papiertypen). Standaard snijdt de printer het papier na elke afgedrukte pagina en de resulterende vellen papier worden netjes gestapeld door de stapelaar.
De afgedrukte taak wordt automatisch opgevangen door de bovenste stapelaar. Wacht totdat de taak is voltooid, en haal dan de uitvoer op. OPMERKING: Tijdens het normale gebruik hoeft u niets te doen met de stapelaar behalve de stapel afgedrukt papier te verwijderen.
3. De lade niet-vouwen wordt gebruikt voor het stapelen van niet-gevouwen pagina's, tot ongeveer 10 bladen. Het kan werken met A1 liggend of A0 bladen; maximale breedte 914 mm. Afdrukken die niet gevouwen moeten worden, worden op de bovenkant van de lade niet-vouwen geplaatst. Een taak naar de vouwer verzenden OPMERKING: Als de vouwer is geïnstalleerd, is deze het standaard uitvoerapparaat van de printer. Als u een taak verzendt zonder een vouwstijl op te geven, wordt de standaardstijl toegepast.
Uitvoerbestemming > Afdrukken vanuit stuurprogramma; daar kunt u een vouwstijl toewijzen voor elke vooraf gedefinieerde waarde. Daarom kunt u vervolgens in het dialoogvenster Afdrukken elke vooraf gedefinieerde of de standaardinstelling selecteren. Aanbevolen instellingen voor vouwtaken: ● Inhoud afsnijden op marge: om te voorkomen dat er in de marge wordt afgedrukt en om juist te vouwen. In het tabblad Papier/kwaliteit klikt u op Marges/lay-out > Inhoud afsnijden op marge.
● HP SmartStream: stel in het deelvenster taakvoorbereiding of in het deelvenster instellingen de bestemming in op Vouwer. U kunt ook de vouwstijl selecteren. U kunt in de voorkeuren van de toepassing opgeven of u de afmetingen van het gevouwen papier groen wilt zien aangegeven in het voorbeeld. OPMERKING: zijn.
De groene rechthoek in het voorbeeld geeft aan welk deel van de pagina bovenop ligt na het vouwen. Als de pagina een kop of samenvatting bevat waarin de inhoud wordt beschreven, wilt u er mogelijk voor zorgen dat deze in de groene rechthoek komt, zodat deze gemakkelijk zichtbaar is nadat de pagina is gevouwen. U kunt draaien, uitlijning en/of de marge-opties (tussen de opties voor de papierbron in het deelvenster instellingen) gebruiken om de inhoud van de pagina te verschuiven.
Vouwstijlen De vouwer kan pagina's op twee verschillende manieren vouwen: ● Waaier gevouwen, waarbij de vouwen loodrecht op de afdrukrichting staan ● Kruislings gevouwen, waarbij de vouwen parallel zijn aan de afdrukrichting Vouwstijlen worden meestal gebaseerd op de DIN B- of DIN C-stijl: DIN B De bovenste en onderste vouwen bevinden zich steeds tegenover elkaar. Als u dit wilt, selecteert u hieronder een vouwstijl met een sterretje, omdat deze zijn gebaseerd op de DIN B-stijl.
● DIN B 198 × 297 mm TAB* 198 mm breed, 297 mm hoog, met etiketten ● DIN B 210 × 297 mm TAB* 210 mm breed, 297 mm hoog, met etiketten ● DIN C 210 × 297 mm (compact voordelen) 210 mm breed, 297 mm hoog ● DIN B 210 × 305 mm* 210 mm breed, 305 mm hoog AFNOR (alleen HP F60, HP F70 en HP PageWide XL-vouwers) Gebruik rollen van het DIN-formaat voor de AFNOR-stijl. Taken moeten worden verzonden als A0 staand, A1 liggend of A3 liggend.
ANSI ● ANSI 7.5 + 1 × 11 in 7,5 in breed, marge van 1 in, 11 in hoog ● ANSI 8.
● Mailer 7,5 × 10 in 7,5 in breed, 10 in hoog ● Omgekeerd DIN (210 × 297 mm) 210 mm breed, 297 mm hoog Het titelblok geeft het volgende weer als het vel wordt uitgevouwen: Voor de volledige lijst gaat u naar de selectie van de standaard vouwstijl op het voorpaneelmenu. TIP: De vouwer probeert automatisch te compenseren als de velbreedte wordt overschreden. Als de compensatie niet succesvol is, probeert u de vouwstijl 210 × 305 mm te kiezen. Er zijn andere mogelijkheden verkrijgbaar.
Bloktitel Het diagram hieronder geeft weer waar de bloktitel zou moeten worden geplaatst volgens het papierformaat, de vouwstijl en de afdrukrichting.
4. Verplaats de lade naar het midden. De invoerrail op de tafel kan in de beste positie worden geschoven voor het document dat u invoert. 5. Ga naar de taakwachtrij en geef deze vrij. Probleemoplossing ● Papierstoring: als een papierstoring wordt gedetecteerd, verschijnt er een bericht op het voorpaneel. Zie Papierstoring op pagina 49.
9 NLWW Afdrukkwaliteit ● Algemeen advies bij afdrukken ● App Afdrukkwaliteit optimaliseren ● Diagnostische plot afdrukken ● Geavanceerde opties ● Uitgebreid printkopherstel ● Nauwkeurigheid van paginalengte ● Handmatig printkoppen uitlijnen 153
Algemeen advies bij afdrukken Wanneer u problemen hebt met de afdrukkwaliteit, doet u het volgende: ● Voor de beste printerprestaties mag u alleen originele benodigdheden en accessoires van de fabrikant gebruiken, waarvan de betrouwbaarheid en prestaties grondig zijn getest voor probleemloos afdrukken en de hoogst mogelijke kwaliteit. ● Zorg dat de papiersoort die op het voorpaneel is geselecteerd, overeenkomt met het type dat in de printer is geladen.
Diagnostische plot afdrukken Tik op de knop Diagnostische plot afdrukken voor de identificatie van mogelijke problemen. Gebruik dezelfde papiersoort die u gebruikte toen u een probleem detecteerde en controleer of de geselecteerde papiersoort overeenkomt met de papiersoort die in de printer is geladen. De afdruk is verdeeld in drie delen.
onderaan het bovenste deel. Om alleen die printkop te reinigen, tikt u op Uitgebreid printkopherstel (zie Uitgebreid printkopherstel op pagina 158). Printbalk kalibreren Kleurvariatie in de strepen in het bovenste deel van de plot duidt op een mogelijk probleem van de kleurkalibratie. Het midden van de plot geeft aan of de printbalk juist is gekalibreerd. De verticale lijnen geven de grenzen van de verschillende afdrukelementen in een printkop aan (kleurgrenzen).
Kalibratieprocedure 1. Tik op Afdrukbalk kalibreren en vervolgens op Doorgaan. 2. Zorg ervoor dat u een rol HP productie mat polypropyleen, 1016 mm (40 in) breed, hebt geladen voor de beste resultaten en het minste afval. OPMERKING: U wordt sterk aanbevolen om HP productie mat polypropyleen, 1016 mm (40 in) breed, te gebruiken voor het kalibreren van de printbalk.
Geavanceerde opties U kunt naar Geavanceerde opties gaan om specifieke aangepaste kalibraties uit te voeren om specifieke problemen op te lossen. Uitgebreid printkopherstel Deze procedure probeert een printkop te herstellen die is verminderd door zwaar gebruik, of als andere manieren zijn mislukt. Dit is een intensive procedure om printkoppen te herstellen met ernstige degradatie, zoals meerdere spuitmonden defect, of kleurenvermenging.
Handmatig printkoppen uitlijnen Handmatige printkopuitlijning is een kalibratie die tijdens het kalibreren van de afdrukbalk direct volgt na de automatische uitlijning (menu Afdrukkwaliteit optimaliseren). Het doel van deze kalibratie is het verfijnen van de overlapping tussen de verschillende printkoppen en afdrukgebieden om witte/donkere lijnen te verwijderen. TIP: Sommige defecten doen zich mogelijk alleen voor op bepaalde specifieke papiersoorten.
10 Onderhoud ● Printerstatus controleren ● De buitenkant van de printer reinigen ● De printer verplaatsen of opslaan ● De vouwer verplaatsen of opslaan ● De glasplaat van de scanner reinigen (alleen MFP) ● De glasplaat van de scanner vervangen (alleen MFP) ● De scanner kalibreren (alleen MFP) ● Vervangen van de tabspoel van de vouwer ● De firmware bijwerken ● Bestanden veilig verwijderen ● Schijf wissen 160 Hoofdstuk 10 Onderhoud NLWW
Printerstatus controleren U kunt de actuele status van de printer op verschillende manieren controleren: ● Als u de HP Utility start en uw printer selecteert, dan ziet u een pagina met informatie waarin de status van de printer en de papier- en inkttoebehoren daarvan worden beschreven. ● Als u de geïntegreerde webserver opvraagt, ziet u informatie over de algemene status van de printer. De pagina Toebehoren in het tabblad Main beschrijft de status van het papier en de inkt.
6. Ontkoppel alle kabels waarmee de printer met een netwerk, computer, scanner of een andere accessoire is verbonden. 7. Zet de printer nooit ondersteboven of op zijn kant. 8. Ga voor de juiste omgevingsomstandigheden naar Milieuspecificaties op pagina 189. OPMERKING: De printkoppen hebben hun eigen milieuspecificaties, los van die van de printer. Ze kunnen echter het beste worden opgeslagen in de printer.
2. Er bevindt zich een kleine hendel links aan de achterzijde van de scanner. Schuif de hendel omhoog en open de scannerklep. WAARSCHUWING! Beweeg de scanner niet omhoog terwijl de scannerklep is geopend. Uw vingers of hand kunnen hierdoor ingeklemd raken.
3. Veeg de glasplaat en het omringende gebied voorzichtig schoon met een niet-pluizende doek die licht vochtig is gemaakt met water en vervolgens is uitgewrongen. Er is een geschikte doek meegeleverd bij de printer. VOORZICHTIG: Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, benzeen of vloeistoffen die dergelijke chemicaliën bevatten. Spuit geen vloeistoffen rechtstreeks op de glasplaat van de scanner of op andere onderdelen van het apparaat.
6. Reinig het gebied direct voor de scanner, waar de te scannen vellen liggen voordat ze worden gescand. 7. Sluit het netsnoer weer aan, schakel de Aan/uit-schakelaar aan de achterkant in en schakel vervolgens de printer in met de Aan/uit-toets. De glasplaat van de scanner vervangen (alleen MFP) Na verloop van tijd kan de conditie van de glasplaat verslechteren. Kleine krassen op het oppervlak van het glas kunnen de beeldkwaliteit verminderen.
3. Schroef 4 schroeven los van het bovenste gedeelte als u een van de drie bovenste glasplaten wilt vervangen; of schroef de 4 schroeven van het onderste gedeelte los voor de twee onderste glasplaten. 4. Verwijder het zwart metalen gedeelte (boven of onder, afhankelijk wat van toepassing is), en de plastic lipjes naast de glasplaat die u wilt verwijderen. 5. Schuif de glasplaat zijwaarts om deze te verwijderen.
6. Schuif de nieuwe glasplaat op zijn plaats. 7. Plaats de plastic lipjes terug die u eerder hebt verwijderd. 8. Plaats het zwart metalen gedeelte dat u eerder hebt verwijderd weer terug en schroef het vast. 9. Sluit de scannerklep en duw deze zachtjes omlaag om hem te vergrendelen. 10. Sluit het netsnoer weer aan, schakel de Aan/uit-schakelaar aan de achterkant in en schakel vervolgens de printer in met de Aan/uit-toets.
Plaats het onderhoudsvel in de scanner met de bedrukte zijde omhoog, gecentreerd en zo recht mogelijk. Zodra de kalibratie is voltooid, moet het onderhoudsvel zorgvuldig worden opgeborgen in de stevige opberghoes, en worden bewaard op een schone en droge plaats. Anders kan het beschadigen, waardoor de werking van de scanner in de toekomst kan worden beïnvloed. Controleer of het onderhoudsvel niet vuil, gekreukt, bekrast of gevouwen is voordat de scanner wordt gekalibreerd.
2. Trek aan de onderste hendel. Afbeelding van een vouwer met onderdeelnummer L3M58A 3. Draai de tabbeschermer om deze te verwijderen. Afbeelding van een vouwer met onderdeelnummer L3M58A 4. NLWW Afbeelding van een vouwer met onderdeelnummer L3M58B Afbeelding van een vouwer met onderdeelnummer L3M58B Verwijder de lege tabs.
Afbeelding van een vouwer met onderdeelnummer L3M58A 5. Plaats de nieuwe tabspoel. Afbeelding van een vouwer met onderdeelnummer L3M58A 6. Afbeelding van een vouwer met onderdeelnummer L3M58B Plaats de tabbeveiliger terug. Afbeelding van een vouwer met onderdeelnummer L3M58A 7. Afbeelding van een vouwer met onderdeelnummer L3M58B Afbeelding van een vouwer met onderdeelnummer L3M58B Trek aan de bovenste hendel.
Afbeelding van een vouwer met onderdeelnummer L3M58A 8. Draai aan de etiketspoel. Afbeelding van een vouwer met onderdeelnummer L3M58A Open de twee delen zoals afgebeeld zodat u aan de etiketspoel kunt draaien 9. Afbeelding van een vouwer met onderdeelnummer L3M58B Plaats het etiket tussen de wieltjes Geef de tabspoel door langs het pad dat wordt weergegeven in de afbeelding.
10. Alleen vouwer met onderdeelnummer L3M58A: Sluit de twee delen die u in stap 8 hebt geopend. 11. Druk de twee hendels terug.
12. Sluit de deur. OPMERKING: Als u om etiketten hebt gevraagd, maar deze niet op de gevouwen taken verschijnen, opent u de klep en controleert u of deze juist zijn geïnstalleerd en of er geen probleem is opgetreden. De firmware bijwerken De diverse functies van de printer worden bediend door firmware die zich in de printer bevindt. Van tijd tot tijd stelt HP firmware-updates beschikbaar. Deze updates verhogen de functionaliteit van de printer, verbeteren de functies en kunnen kleine problemen oplossen.
Handmatige firmware-updates Handmatige firmware-updates kunnen op de volgende manieren worden uitgevoerd: ● In de geïntegreerde webserver klikt u op het tabblad Installeren en vervolgens op Firmware-update. Klik op Bladeren om een firmwarebestand (.fmw) te selecteren dat u al hebt gedownload naar uw eigen computer. ● In de HP DesignJet Utility voor Windows klikt u op het tabblad Beheerder en vervolgens op Firmwareupdate. ● In de HP Utility voor Mac OS X klikt u op Firmware-update.
Bestanden veilig verwijderen is een van de mogelijkheden van Web JetAdmin, HP's gratis web-gebaseerde afdrukbeheersoftware: zie http://www.hp.com/go/webjetadmin. Mocht u moeite hebben met Bestanden veilig verwijderen van Web JetAdmin, neem dan contact op met uw ondersteuningsvertegenwoordiger: zie Als u hulp nodig hebt op pagina 178. De Bestanden veilig verwijderen kan worden gewijzigd vanaf Web JetAdmin of de geïntegreerde webserver (Instellen > Beveiliging).
11 Accessoires Bestellen Neem contact op met uw ondersteuningsvertegenwoordiger (zie Als u hulp nodig hebt op pagina 178) en controleer of wat u wilt, leverbaar is in uw gebied. In de rest van dit hoofdstuk vindt u de beschikbare benodigdheden en accessoires en de onderdeelnummers.
Niet-HP-accessoires Installatie Als u een niet-HP-accessoire wilt installeren, tik dan op het pictogram en vervolgens op Uitvoerbestemming > Niet-HP-accessoire installeren. OPMERKING: Zorg dat een niet-HP-accessoire is verbonden met de printer (met de kabel en de haken) en is ingeschakeld voordat u het installeert. Configuratie De volgende instellingen zijn beschikbaar: NLWW ● Minimale ruimte tussen twee vellen. Bereik van 100 tot 3000 milliseconden. ● Maximaal ondersteunde snelheid.
12 Als u hulp nodig hebt ● Ondersteuning aanvragen ● Customer Self-Repair ● Service-informatie 178 Hoofdstuk 12 Als u hulp nodig hebt NLWW
Ondersteuning aanvragen Ondersteuning wordt geleverd door uw ondersteuningsvertegenwoordiger: meestal vanuit het bedrijf waar u de printer hebt aangeschaft. Als dit niet het geval is, neem dan contact op met HP Support op het web: http://www.hp.com/go/pagewidexlseries/support/. Voordat u uw ondersteuningsvertegenwoordiger belt, moet u het gesprek als volgt voorbereiden: ● Raadpleeg de probleemoplossingstips in deze handleiding. ● Raadpleeg de documentatie van de software, als dit relevant kan zijn.
Service-informatie Op verzoek kan de printer een lijst afdrukken met vele aspecten van de actuele status, waarvan enkele van nut kunnen zijn voor een onderhoudstechnicus die een probleem probeert te verhelpen. Deze lijst kunt u op twee manieren laten afdrukken: ● Klik in de geïntegreerde webserver (zie Geïntegreerde webserver op pagina 13) op het tabblad Ondersteuning en vervolgens op Service-ondersteuning > Printerinformatie. Wij raden u aan om de hele lijst af te drukken (klik op Alle pagina's).
13 Printergebruiksgegevens ophalen NLWW ● Gegevens over het printergebruik en de telgegevens verkrijgen ● Gebruiksinformatie verkrijgen ● Gedetailleerde telgegevens van de taak verkrijgen 181
Gegevens over het printergebruik en de telgegevens verkrijgen Er zijn twee soorten informatie die u over het printergebruik kunt krijgen: ● Geaccumuleerde gebruiksinformatie: informatie over printergebruik (papier- en inktverbruik) en scannergebruik (scannen en kopiëren) voor de hele levensduur van de printer.
NLWW – Afbeelding met lage dichtheid: tussen de 10% en 50% van de pixeldekking afgedrukt op standaardpapier – Afbeelding met hoge dichtheid: meer dan 50% van de pixeldekking afgedrukt op standaardpapier – Beste kwaliteit afbeelding: elk type inhoud afgedrukt op premium papier ● Scan-gebruik: het gebruik kopieerder en scanner in m² en de totale hoeveelheid. ● Inktverbruik: de inkt verbruikt door elke patroon in ml, en de totale hoeveelheid verbruikte inkt.
● Papierverbruik: de hoeveelheid papier die wordt gebruikt en het totaal bovenaan, verdeeld in papiercategorieën of papiergroepen. Het gebruik is voor elk niveau zichtbaar. Wanneer u tikt op de knop Gebruiksrapport afdrukken, wordt een bericht weergegeven: Het gebruiksrapport is verzonden naar de taakwachtrij en wordt binnenkort afgedrukt. Alle waarden kunnen in Engelse of metrieke eenheden worden weergegeven.
Gebruiksinformatie en telgegevens via e-mail verkrijgen 1. Vraag het IP-adres van de uitgaande-mailserve (SMTP) bij uw IT-afdeling; dit adres is vereist voor het verzenden van e-mailberichten. 2. Zorg ervoor dat de uitgaande e-mailserver is geconfigureerd om e-mailberichten door te geven die de printer verzendt. 3. Open uw webbrowser en maak verbinding met de geïntegreerde webserver van het printer. 4. Klik op het tabblad Instellen. 5.
14 Printerspecificaties ● Functionele specificaties ● Fysieke specificaties ● Geheugenspecificaties ● Voedingsspecificaties ● Milieuspecificaties ● Akoestische specificaties ● Specificaties van de snelheid (lijnen/snelle modus) 186 Hoofdstuk 14 Printerspecificaties NLWW
Functionele specificaties Inktbenodigdheden van HP Printkoppen Acht CMYK printkoppen, elk met 25344 spuitmondjes verdeeld op 1200 spuitmondjes per inch Inktpatronen Inktpatronen met 400 ml inkt: zwart, cyaan, magenta, geel Papierformaten Rolbreedte Minimaal Maximaal 11 in (279 mm) 40 in (1016 mm) Roldiameter 7 in (177 mm) * Diameter rolkern 3 in (76 mm) Gewicht rol 18 kg Velbreedte (scanner) 36 in (914 mm) Vellengte (scanner) Maximaal 15 m (49,21 ft), afhankelijk van het bestandstype Dik
Ondersteuning voor grafische talen Printer Talen PostScript PostScript, PDF, TIFF en JPEG Niet-PostScript HP-GL/2, PCL 3 Win Fysieke specificaties Fysieke specificaties van de printer Breedte 1960 mm Diepte 800 mm Diepte met de mand gevouwen 991 mm Diepte met de mand uitgevouwen 1266 mm Hoogte met voorpaneel: 1303 mm Geheugenspecificaties Geheugenspecificaties (niet-MFP) Fysieke DRAM 8 GB Vaste schijf 500 GB Geheugenspecificaties (MFP) Fysieke DRAM 8 GB Vaste schijf 500 GB Voedingssp
Milieuspecificaties Omgevingsspecificaties voor de printkop Opslagtemperatuur 5 tot 40°C Opslagvochtigheid 20 tot 80% relatieve luchtvochtigheid (afhankelijk van het mediatype) Milieuspecificaties voor de printer Gebruikstemperatuur 5 tot 40°C Aanbevolen bedrijfstemperatuur voor de beste prestaties 15 tot 35°C, afhankelijk van papiersoort Opslagtemperatuur –25 tot 55°C Aanbevolen luchtvochtigheid, in bedrijf 20 tot 80% relatieve luchtvochtigheid (afhankelijk van het mediatype) Opslagvochtigheid
15 Foutmeldingen op het voorpaneel De printer kan in sommige gevallen een systeemfout weergeven, bestaande uit een numerieke code van 12 cijfers, gevolgd door de aanbevolen actie die u moet ondernemen. In de meeste gevallen wordt u gevraagd om de printer te herstarten, omdat als de printer start, deze het probleem beter kan diagnosticeren en dit mogelijk automatisch kan oplossen.
Woordenlijst Bonjour De handelsnaam van Apple Computer voor de implementatie van het IETF Zeroconf-specificatieframework. Dit is de computernetwerktechnologie die werd gebruikt in Apple's Mac OS X vanaf versie 10.2. Dit wordt gebruikt om services te ontdekken die beschikbaar zijn op een LAN (local area network). Het werd oorspronkelijk Rendezvous genoemd. ESD Elektrostatische ontlading Statische elektriciteit komt in het dagelijks leven vaak voor.
ICC Het International Color Consortium, een groep bedrijven die een gemeenschappelijke standaard voor kleurprofielen zijn overeengekomen. inktpatroon Een verwijderbaar printeronderdeel waarin een bepaalde inktkleur is opgeslagen die wordt doorgegeven naar de printkop. IP-adres Is hoogstwaarschijnlijk een IPv4-adres of misschien een IPv6-adres.
Printerstuurprogramma Software die een afdruktaak in een algemene indeling omzet in gegevens die bruikbaar zijn voor een specifieke printer. Printkop Een verwisselbaar printeronderdeel dat inkt van een of meer kleuren opneemt van de bijbehorende inktpatronen en dit op het substraat afzet door een groep spuitstukken. Snijder Een printercomponent dat heen en weer over de plaat schuift om het substraat te snijden.
Index A accessoires 176 account-id vereisen 35 achteraanzicht 7 acties taakwachtrij 107 afdrukbalk 71 afdrukken per e-mail 103 configureren 20 afdrukken vanaf een USBflashstation 101 afdrukken vanaf stuurprogramma 98 afdrukkwaliteit 153 afdrukmodi 103 afdrukresolutie 187 afdrukvoorkeuren standaard 111 akoestische specificaties 189 B baken 10 beheer afdrukwachtrij 105 belangrijkste printeronderdelen 7 bestanden veilig verwijderen 174 bestand verwijderen, veilig 174 beveiliging 30 netwerkinstellingen 90 bezi
onderhoudspatroon 82 ondersteuning 178 opslag printer 161 vouwer 162 opties taakwachtrij 110 optie voorpaneel afdrukken en beheer 95 baken 12 eenheidselectie 13 Geïntegreerde webserver 95 luidsprekervolume 12 schermhelderheid 12 Slaapstand printer 12 taal 12 Waarschuwingsmeldingen 12 P papier beschermen 49 formaten (max en min) 187 laden lukt niet 48 ondersteunde typen 40 opslag 48 opties 47 plaatsen 43 status 42 storing 49 verwijderen 47 papierconflict 109 papier laden algemeen advies 39 patronen 68 per e-
W waarschuwing 5 waarschuwingslabels 196 Index 6 NLWW