HP PageWide XL 4000/4100 Printer and MFP User Guide

De volgende instellingen zijn beschikbaar:
Met Naam quickset kunt u de quickset waarmee u werkt een naam geven.
Met Uitvoerschaal kunt u het formaat van de afdruk op twee verschillende manieren wijzigen: naar
een percentage van zijn originele formaat, of om op een bepaald papierformaat te passen. De
standaardwaarde is 100% (het originele formaat).
Met Afdrukkwaliteit kunt u de afdrukkwaliteit instellen op Lijnen/snel, Uniforme gebieden of hoge
detail.
Met Kleuropties kunt u kiezen tussen kleur of grijstinten.
Met Papierbron kunt u speciceren of u op rol 1 of rol 2 wilt afdrukken, of u kunt Papier besparen
kiezen, waarmee u automatisch de smalste rol selecteert waar de afdruk op past (als er twee rollen
zijn geladen).
OPMERKING: De printerinstelling Rolbreedte selecteren heeft twee waarden: Alleen afdrukken op
dezelfde breedte en Afdrukken op dezelfde breedte of breder. Als u Alleen afdrukken op dezelfde
breedte hebt geselecteerd, wordt elke pagina uitsluitend afgedrukt op een rol die dezelfde breedte
heeft als de pagina.
Met Uitvoerbestemming kunt u uitvoer naar de stapelaar (de standaardinstelling) of de mand sturen.
Met Pagina-volgorde kunt u eerste pagina bovenop of laatste bovenop kiezen.
Met Sorteren kunt u sorteren aan- of uitzetten.
Met Draaien kunt u de afruk met een veelvoud van 90 graden draaien, of u kunt Automatisch kiezen,
waarmee de afdruk automatisch gedraaid wordt om papier te sparen.
Met Printermarges kunt u de standaardprintermarges wijzigen.
Opslagmodus biedt twee opties: printen en verwijderen (de taak wordt niet vastgehouden in de
wachtrij) en printen en opslaan (de taak wordt vastgehouden in de wachtrij).
Met Vouwstijl kunt u de vouwstijl selecteren wanneer de vouwer wordt geïnstalleerd. Om de map
gebruiken, moet u Vouwer selecteren in de instelling Uitvoerbestemming.
Met Snijder kunt u het snijden tussen twee kopieën of aan het einde van de taak uitschakelen. U kunt
het standaardgedrag wijzigen door te tikken op het pictogram
en vervolgens Taakbeheer >
Snijder uit.
Met Uitlijning kunt u de positie van de afbeelding op de rol bepalen.
OPMERKING: Als u een quickset bewerkt nadat u een taak hebt geselecteerd, worden de gewijzigde
instellingen alleen toegepast op de huidige taak en niet permanent opgeslagen. U kunt een of meer van uw
eigen quicksets permanent wijzigen door te tikken op het pictogram op het scherm met quicksets, of
door te tikken op het pictogram en vervolgens op Quicksets afdrukken, scannen en kopiëren >
Afdrukken vanuit USB-quicksets.
OPMERKING: De op de fabriek ingestelde quicksets kunnen niet worden gewijzigd.
5. Als u tevreden bent met de quickset-instellingen, tikt u op OK om verder te gaan.
102 Hoofdstuk 5 Het verzenden van een taak om af te drukken NLWW