HP PageWide XL 4000/4100 Printer and MFP User Guide
● Protocol kan FTP of CIFS zijn (scan-naar-netwerk).
● Type map kan openbaar of privé zijn. Het type map wordt zowel in de geïntegreerde webserver als op
het voorpaneel weergegeven door middel van een pictogram. Wanneer u een persoonlijke map
selecteert, moet u een wachtwoord invoeren op het voorpaneel.
● Aliasnaam wordt weergegeven op het voorpaneel wanneer u de scanbestemming kiest. Deze kan
afwijken van de netwerk- of FTP-mapnaam.
● Stel deze netwerkbestemming in als standaard. Als u HP SmartStream hebt geïnstalleerd, verschijnt
de optie voor het instellen als een bestemming.
● Servernaam moet de netwerknaam van de externe computer bevatten.
● Mapnaam moet de sharenaam van de map bevatten.
● Gebruikersnaam moet de naam van de 'scannergebruiker' bevatten.
● Gebruikerswachtwoord moet het wachtwoord van de 'scannergebruiker' bevatten.
● Domeinnaam moet de naam van het domein bevatten waarin de gebruikersnaam bestaat. Als de
'scannergebruiker' niet tot een domein behoort, laat u dit veld leeg.
De server- en mapnamen worden gebruikt om verbinding te maken met de gedeelde map, door op de
volgende manier een pad te maken naar de netwerkmap: \\servernaam\mapnaam
Voor een netwerkmap voert u de naam of het IP-adres in van de externe computer, de naam van de
gedeelde map en de gebruikersnaam en het wachtwoord van de 'scannergebruiker' die u al heeft gemaakt
op de externe computer. Laat het gebruikersdomein-veld leeg, tenzij de gebruiker lid is van een Windows-
domein. Als de gebruiker alleen een lokale gebruiker is van de externe computer, laat u het veld leeg. Het is
alleen mogelijk de naam (in plaats van het IP-adres) in het veld Servernaam te gebruiken als de gedeelde
map zich op een Windows-computer in hetzelfde lokale netwerk bevindt.
Voor een FTP-map, voert u de servernaam, mapnaam, gebruikersnaam en het wachtwoord in. Laat het
gebruikersdomein leeg.
3. Klik op Toevoegen om de conguratie op te slaan.
OPMERKING: Als het product reeds is gecongureerd voor scannen naar het netwerk en u wilt nu een
andere gedeelde map gebruiken, klik dan op Wijzigen.
4. De printer controleert automatisch of er toegang is tot de netwerkmap. Zo niet, zie Geen toegang tot de
netwerkmap of HP Smartstream (indien als accessoire geïnstalleerd) op pagina 135.
U kunt later op elk gewent moment controleren of de gedeelde map nog altijd toegankelijk is, door te
klikken op Controleren in de geïntegreerde webserver. Een correct gecongureerde gedeelde map kan
ontoegankelijk worden als het gebruikerswachtwoord wordt gewijzigd, of als de gedeelde map wordt
verplaatst of verwijderd.
NLWW De printer voorbereiden 23










