HP Werkstation Gebruikershandleiding
Copyrightinformatie Garantie Handelsmerken © Copyright 2013, 2014 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Hewlett-Packard Company is niet aansprakelijk voor technische of redactionele fouten of omissies in dit document, of voor incidentele of vervolgschade is ontstaan uit of verband houdt met de levering, de werking of het gebruik van dit materiaal.
Informatie over deze handleiding Deze handleiding bevat informatie over de installatie van en het oplossen van problemen voor uw werkstation.
iv Informatie over deze handleiding
Inhoudsopgave 1 HP resources zoeken ........................................................................................................................................ 1 Productinformatie ................................................................................................................................. 1 Ondersteuning ...................................................................................................................................... 2 Productdocumentatie ................
Bestanden en instellingen overzetten ................................................................................ 17 Back-ups maken, herstellen en terugzetten van Windows 7 .............................................................. 17 Een back-up maken van uw gegevens .............................................................................. 18 Systeemherstel (Microsoft) ................................................................................................ 19 Systeemherstel ...........
8 Diagnoseprogramma's en problemen oplossen ............................................................................................. 36 Het bellen naar ondersteuning ........................................................................................................... 36 Locatie van identificatielabels ............................................................................................................. 36 Garantie-informatie zoeken ..........................................................
viii
1 HP resources zoeken Dit gedeelte biedt informatie over de volgende informatiebronnen voor uw HP werkstation: Onderwerpen Productinformatie op pagina 1 ● Technische specificaties ● HP Cool Tools ● Informatie over regelgeving ● Accessoires ● Systeemkaart ● Serienummer, Certificaat van Echtheid (COA) en origineel label van Microsoft (GML) Ondersteuning op pagina 2 ● Productondersteuning ● Garantie-informatie Productdocumentatie op pagina 3 ● HP-documentatie, documentatie van externe leveran
Onderwerp Plaats die niet automatisch geïnstalleerd wordt bij het opstarten voor de eerste keer. Om deze applicaties te openen: ● Klik op het pictogram HP Cool Tools op het bureaublad of ● Open de map HP Cool Tools door Start > All programma's > HP > HP Cool Tools te selecteren.. Voor meer informatie over deze toepassingen klikt u op HP Cool Tools—Learn More. Als u de applicaties wilt installeren of starten, klikt u op het pictogram voor de gewenste applicatie.
Onderwerp Plaats Voor het verlengen van de standaardproductgarantie raadpleegt u http://h20219.www2.hp.com/ services/us/en/warranty/carepack-overview.html. HP Care Pack Services bieden upgrades van het serviceniveau waarmee u de standaardproductgarantie uitbreidt of verlengt.
Productdiagnose Onderwerp HP PC Hardware Diagnostics UEFI Plaats Het diagnosehulpmiddel HP PC Hardware Diagnostics wordt op systemen met het Windows-besturingssysteem vooraf geïnstalleerd. Meer informatie is te vinden in de Maintenance and Service Guide (Referentiegids voor onderhoud en service) voor uw werkstation op het internet op: http://www.hp.com/support/workstation_manuals/.
2 Functies van de werkstations Raadpleeg voor volledige en actuele informatie over ondersteunde accessoires en onderdelen voor uw werkstation http://partsurfer.hp.com. Onderwerpen Componenten van klein formaat werkstation op pagina 5 Onderdelen van het torenwerkstation op pagina 6 Productspecificaties op pagina 8 Componenten van klein formaat werkstation In dit gedeelte worden onderdelen van uw klein formaat (SFF) werkstation beschreven.
Achterpaneel 1 PS/2-muisconnector 8 Netsnoerconnector 2 RJ-45 Ethernet-connector 9 PS/2-toetsenbordconnector 3 Dual-Mode DisplayPort (3) 10 USB 2.0-poorten (2) 4 Bevestigingspunt voor kabelslot 11 Seriële poort (monitor) 5 USB 2.0-poorten (2) 12 USB 3.0-poorten (2) 6 Hangslotlus voor vergrendeling 13 7 Audio-ingang Audio-uitgangsconnector OPMERKING: Op de labels voor de connectoren op het achterpaneel worden industriestandaard pictogrammen en kleuren gebruikt.
1 Optische schijf 6 USB 2.0 (laadt altijd op)-poort (1) 2 Tweede optischeschijfeenheid of optioneel component 7 USB 2.0-poort (1) 3 Dunne optischeschijfeenheid 8 USB 3.
OPMERKING: Gelijktijdig gebruik van de ingebouwde Intel HD- en aparte videokaarten (om meer dan twee schermen aan te sturen) is mogelijk met Setup Utility van de computer (f10). HP raad echter aan om uitsluitend aparte videokaarten te gebruiken voor de aansturing van meer dan twee beeldschermen.
3 Het workstation installeren In dit gedeelte wordt beschreven hoe u uw werkstation instelt. Onderwerpen Goede ventilatie waarborgen op pagina 9 Installatieprocedures op pagina 10 Monitoren toevoegen op pagina 11 Goede ventilatie waarborgen Een goede ventilatie van het systeem is belangrijk voor de werking van het werkstation. Volg deze richtlijnen: ● Plaats het werkstation op een stevige, vlakke ondergrond. ● Zorg voor ten minste 15 centimeter ruimte aan de voor- en achterkant van het werkstation.
OPMERKING: De bovengrens van 35 °C is slechts geldig tot een hoogte van 1.524 m. Voor locaties die zich boven 1.524 m bevinden, moet deze waarde voor elke 304,8 m met 1°C worden verlaagd. Op 3.048 m hoogte is de maximaal toegestane temperatuur van de omgevingslucht dus 30 °C. ● Zorg bij installatie in een kast voor voldoende ventilatie in de kast en zorg ervoor dat de temperatuur in de kast niet hoger is dan de gespecificeerde limiet.
5. Verbind een ethernetkabel met de computer en met een netwerkrouter of LAN-toestel. Monitoren toevoegen Planning voor extra monitoren Alle videokaarten die met uw werkstations worden geleverd, ondersteunen twee gelijktijdige weergavemonitoren (raadpleeg Monitoren aansluiten en instellen op pagina 14). Er zijn ook kaarten leverbaar die meer dan twee monitoren ondersteunen.
OPMERKING: Voor monitoren met een resolutie hoger dan 1920 x 1200 pixels bij 60 Hz hebt u een videokaart met een Dual Link DVI-(DL-DVI) of Display Port-uitgang nodig. Om met DVI de optimale resolutie te kunnen realiseren, moet u een DL-DVI-kabel gebruiken, geen standaard-DVI-I- of DVI-D-kabel. Computers van HP ondersteunen niet alle videokaarten. Voor u een nieuwe videokaart aanschaft, moet u controleren of deze wordt ondersteund. Zie Ondersteunde videokaarten vinden op pagina 12.
3. Kies uw model om de specificaties te bekijken. 4. Klik op de link Technical Specifications-Graphics. Deze toont uitgebreide technische informatie voor ondersteunde grafische kaarten, waaronder het aantal monitoren dat de kaart ondersteunt, connectoren, opgenomen energie, stuurprogramma's en andere details. Videokaarten aansluiten op monitorconnectoren OPMERKING: aangegeven.
● Videokaart met DisplayPort-uitgang — Als het werkstation een videokaart bevat met vier DisplayPort-uitgangsconnectoren, kunt u op elke connector een monitor aansluiten. Gebruik zo nodig geschikte adapters. ● Videokaart met DVI-uitgang — Als het werkstation een PCIe-videokaart bevat met twee DVIuitgangsconnectoren, kunt u op elke DVI-connector een monitor aansluiten. Gebruik zo nodig geschikte adapters.
3. Sluit het ene uiteinde van het monitornetsnoer aan op de monitor en het andere uiteinde op een geaard stopcontact. 4. De monitor instellen. Zie voor details de Microsoft Help of http://www.microsoft.com, of uw Linux Help of website. Een configuratieprogramma van een andere fabrikant gebruiken Grafische kaarten van andere fabrikanten worden mogelijk geleverd inclusief een monitorconfiguratieprogramma. Bij installatie wordt dit programma geïntegreerd in Windows.
Beveiliging Sommige HP workstations hebben een slot op het zijpaneel. De sleutel voor dit slot wordt meegeleverd en is bevestigd aan het achterpaneel van de workstationbehuizing. Aanvullende beveiligingsvoorzieningen verminderen het risico van diefstal en waarschuwen bij inbraak in de behuizing. Raadpleeg de Maintenance and Service Guide (Referentiegids voor onderhoud en service) voor uw werkstation op http://www.hp.
4 Instellen, back-ups maken, herstellen en terugzetten van Windows 7 Dit hoofdstuk biedt informatie over installatie en updates van het besturingssysteem Microsoft Windows 7. Het bevat de volgende onderwerpen: ● Het besturingssysteem Windows 7 installeren ● Back-ups maken, herstellen en terugzetten van Windows 7 VOORZICHTIG: Sluit geen optionele hardware of apparaten van derden aan op het HP werkstation voordat de installatie van het besturingssysteem is voltooid.
De volgende onderwerpen komen in dit gedeelte aan bod: ● Back-ups maken ● Uw systeem herstellen OPMERKING: Raadpleeg voor meer informatie over de hulpprogramma's, de Help en Ondersteuning. Om toegang te krijgen tot Help en ondersteuning selecteer Start en vervolgens Help en ondersteuning. Als u een herstelbewerking uitvoert na een systeemfout, wordt de meeste recente back-up hersteld. 1. Nadat u het werkstation hebt ingesteld, gebruikt u de hulpmiddelen van Windows om herstelmedia te maken.
● Sla persoonlijke bestanden op in de bibliotheek Documenten en maak daar regelmatig een back-up van. ● Maak een back-up van sjablonen die in hun bijbehorende mappen zijn opgeslagen. ● Sla aangepaste instellingen op die in een venster, werkbalk of menubalk verschijnen door een schermafbeelding van de instellingen te maken. De schermafbeelding kan veel tijd besparen als u de voorkeuren opnieuw moet instellen.
U moet een van de volgende methoden kiezen voor het uitvoeren van volledig systeemherstel: ● Herstelkopie — Voer het systeemherstel uit met een herstelkopie die is opgeslagen op de vaste schijf. De herstelkopie is een bestand dat een kopie van de originele software bevat zoals die in de fabriek op de computer werd geïnstalleerd. Als u het systeemherstel wilt uitvoeren met een herstelkopie, raadpleegt u Systeemherstel vanaf een herstelpartitie-image op pagina 20.
1. Maak back-ups van alle persoonlijke bestanden. 2. Start het werkstation opnieuw op en plaats de dvd met het besturingssysteem Windows 7 in de optischeschijfeenheid. OPMERKING: Als het werkstation niet opstart met de dvd, start u het werkstation opnieuw op en drukt u op esc tijdens het opstarten om het opstartmenu weer te geven. Gebruik de pijltoetsen om het opstartmenu te selecteren en druk op enter.
5 Instellen, back-ups maken, herstellen en terugzetten van Windows 8 Dit hoofdstuk biedt informatie over installatie en updates van het besturingssysteem Microsoft Windows 8. Het bevat de volgende onderwerpen: Onderwerpen Windows 8-besturingssysteem installeren op pagina 22 Back-ups maken, herstellen en terugzetten van Windows 7 op pagina 23 VOORZICHTIG: Sluit geen optionele hardware of apparaten van derden aan op het HP werkstation voordat de installatie van het besturingssysteem is voltooid.
Windows 8 updates downloaden Microsoft kan updates voor het besturingssysteem uitbrengen. Om de computer optimaal te laten werken, adviseert HP om tijdens de eerste installatie op de nieuwste updates te controleren en dit regelmatig te herhalen. Voer Windows Update zo snel mogelijk uit nadat u uw computer hebt ingesteld. 1. Wijs naar de rechter bovenhoek of benedenhoek van het startscherm om de charms weer te geven. 2. Klik op Instellingen > PC-instellingen wijzigen > Windows Update.
● Sla persoonlijke bestanden op in de bibliotheek Documenten en maak daar regelmatig een back-up van. ● Maak een back-up van sjablonen die bij hun programma's zijn opgeslagen. ● Sla aangepaste instellingen op die in een venster, werkbalk of menubalk verschijnen door een schermafbeelding van de instellingen te maken. De schermafbeelding kan veel tijd besparen als u de voorkeuren opnieuw moet instellen.
Voor het maken van de herstelmedia via het startscherm, typt u herstelschijfeenheid, klikt u op Instellingen en klikt u vervolgens op Een herstelschijfeenheid maken. Volg de aanwijzingen op het scherm om door te gaan. 2. Maak systeemherstelpunten wanneer u hardware en softwareprogramma's toevoegt. Een systeemherstelpunt is een momentopname van de harde schijfinhoud die op een bepaalde tijdstip wordt opgeslagen door Windows Systeemherstel.
geïnstalleerd. Software die niet in de fabriek is geïnstalleerd, moet opnieuw worden geïnstalleerd. Persoonlijke bestanden moeten worden hersteld vanaf door u gemaakte backups. Zie Het gebruik van Windows 8-Opnieuw instellen op pagina 27. ● Als de computer niet kan opstarten, kunt u met de door u gemaakte Windows USBherstelflashdrive het systeem herstellen. Zie Herstellen met behulp van Windows 8 USBherstelflashdrive op pagina 27.
7. Selecteer Refresh (Vernieuwen). 8. Volg de aanwijzingen op het scherm om door te gaan. Het gebruik van Windows 8-Opnieuw instellen BELANGRIJK: Met Opnieuw instellen worden geen back-ups van uw gegevens gemaakt. Maak een back-up van alle persoonlijke gegevens die u wilt behouden voordat u Opnieuw instellen gebruikt.
Voor het herstellen van uw systeem met de USB-herstelflashdrive die u eerder hebt gemaakt, doet u het volgende: OPMERKING: Als u geen USB-herstelflashdrive hebt gemaakt of hij werkt niet, raadpleeg dan Herstellen met behulp van Windows 8-herstelmedia op pagina 28. 1. Maak zo mogelijk een back-up van alle persoonlijke bestanden. 2. Sluit de USB-herstelflashdrive aan op een USB-poort op de computer. 3.
1. Verwijder de Windows 8-besturingssysteemschijf en plaats de stuurprogrammaschijf. OPMERKING: De stuurprogrammaschijf laadt de nodige software, waarna u stuurprogramma's en applicaties kunt installeren. 2. Installeer eerst de Stuurprogramma's voor hardware en daarna de Aanbevolen toepassingen. 3. Installeer de aanbevolen applicaties die u wilt hebben. Op de stuurprogrammaschijf bevinden zich alleen de applicaties die niet beschikbaar zijn voor downloaden vanaf http://www.hp.com.
6 Het installeren en herstellen van Linux Dit hoofdstuk beschrijft de installatie en het herstel van het besturingssysteem Linux®.
1. Zie http://www.hp.com/support/workstation_swdrivers. 2. Selecteer het model van uw werkstation. 3. Selecteer het gewenste besturingssysteem. 4. Selecteer de taal van uw software/stuurprogramma's en klik op de koppeling Software. 5. Klik op de koppeling Obtain Software (Software ophalen), voor het juiste pakket (normaal gesproken de nieuwste versie). 6. Klik op I Agree (Ik ga akkoord) om de licentieovereenkomst te accepteren. 7. Download de software ISO image en sla deze op een schijf op.
3. Als u voor uw besturingssysteem een Red Hat driver disk hebt, voer dan in het installatiescherm linux dd in en druk dan op enter. 4. Wanneer u gevraagd wordt of u een stuurprogramma-cd hebt, selecteer dan Ja. Plaats de Red Hat stuurprogramma-cd in de schijfeenheid en selecteer de juiste schijf:hd[abcd]. Ga verder met de installatie. 5. Start na de installatie van het besturingssysteem het werkstation opnieuw op. ● RHEL 5: de Red Hat Setup Agent (ook first-boot genoemd) start automatisch.
1. Klik in het bureaublad op het pictogram SUSE ISO om de map /iso weer te geven. De map bevat alle iso-images die zijn gebruikt om het werkstation vooraf te laden. 2. Volg de aanwijzingen van het bestand readme in deze map en kopieer het ISO-imagebestand naar optische media. 3. Bewaar de media op een veilige plaats. In het geval van een storing op de vaste schijf van uw werkstation, kunt u met de ISO-images voor herstel uw besturingssysteem herstellen.
7 Het werkstation bijwerken HP werkt voortdurend aan verbetering van uw gebruikservaring met het werkstation. Om er zeker van te zijn dat het werkstation altijd is voorzien van de nieuwste verbeteringen, adviseert HP om regelmatig de nieuwste updates van het BIOS, stuurprogramma's en andere software te installeren.
4. Als het BIOS op de website dezelfde is als de versie op uw systeem, hoeft u verder niets te doen. 5. Als het BIOS op de website een nieuwere versie is dan die op uw systeem, downloadt u de versie voor uw werkstation. Volg de instructies in de release notes om de installatie te voltooien. Stuurprogramma's upgraden Wanneer u een randapparaat (bijvoorbeeld een printer, schermadapter of netwerkadapter) installeert, moet u controleren of de nieuwste stuurprogramma's voor het apparaat zijn geladen.
8 Diagnoseprogramma's en problemen oplossen Het bellen naar ondersteuning Soms treedt er een probleem op waarvoor ondersteuning nodig is. Als u naar ondersteuning belt: ● Zorg ervoor dat u makkelijk toegang heeft tot het workstation. ● Noteer de serienummers, artikelnummers, modelnamen en modelnummers van uw werkstation en zorg ervoor dat u deze bij de hand heeft. ● Noteer eventuele foutberichten. ● Noteer de geïnstalleerde uitbreidingskaarten. ● Noteer het besturingssysteem.
In het algemeen kunnen deze labels worden gevonden aan de boven-, achter- of onderkant van het chassis (toren- en desktopconfiguratie) (uw computer kan er anders uitzien). Garantie-informatie zoeken Voor basisinformatie over garantie raadpleegt u http://www.hp.com/support/warranty-lookuptool. Raadpleeg http://www.hp.com/go/lookuptool om een bestaand Care Pack te zoeken. Ga naar http://www.hp.com/hps/carepack om een standaard productgarantie te verlengen.
Problemen oplossen Voor ondersteuning bij het oplossen van problemen met uw systeem, biedt HP u toegang tot het Business Support Center (BSC). Het BSC is een portal dat toegang verschaft tot een uitgebreide reeks online tools. Voer de volgende stappen uit om toegang te krijgen tot BSC en problemen met uw workstation op te lossen: 1. Ga naar http://www.hp.com/go/workstationsupport. 2. Selecteer Troubleshoot a problem (Probleem oplossen) onder het menu Business Support Center aan de linkerkant. 3.
Bij het opstarten ● Controleer of het workstation en de monitor op een goed werkend stopcontact zijn aangesloten. ● Verwijder alle optische schijven en USB-sleutels uit de stations, voordat u het werkstation aanzet. ● Controleer of het werkstation is ingeschakeld en of het lampje brandt. ● Als u een ander besturingssysteem heeft geïnstalleerd dan het vooraf geïnstalleerde, raadpleegt u http://www.hp.com/go/quickspecs om te controleren of dit besturingssysteem door uw systeem wordt ondersteund.
◦ Sluit de monitor dan aan op een andere monitoraansluiting op de computer (indien beschikbaar). U kunt de monitor ook vervangen door een andere monitor, waarvan u weet dat deze goed functioneert. ◦ Controleer of de computer en de monitor op een goed werkend stopcontact zijn aangesloten. ◦ Controleer of de monitor is ingeschakeld en of het groene aan/uit-lampje van de monitor brandt. ◦ Zet de helderheid en het contrast van de monitorm hoger als het scherm te donker is.
9 Regelmatig onderhoud Algemene veiligheidsvoorschriften bij het schoonmaken ● Gebruik nooit oplosmiddelen of brandbare schoonmaakmiddelen voor het schoonmaken van de computer. ● Stop onderdelen nooit in water of schoonmaakmiddelen; breng de vloeistof op een schone doek aan en maak het onderdeel met de doek schoon. ● Haal de stekker van de computer altijd uit het stopcontact voordat u het toetsenbord, de muis of luchtventilatoren schoonmaakt.
● Wrijf de computer na het schoonmaken altijd na met een schone en pluisvrije doek. ● Maak af en toe de luchtventilatoren van de computer schoon. Deze openingen kunnen verstopt raken door stof en ander materiaal, waardoor de luchtcirculatie kan worden gehinderd. Het schoonmaken van het toetsenbord ● Als het toetsenbord een aan/uit-knop heeft, schakel het toetsenbord dan uit.
● Laser of led: gebruik een met schoonmaakmiddel bevochtigde katoenen doek voor het voorzichtig verwijderen van stof rond de laser of led en wrijf dan weer met een droge doek na. Wrijf niet direct over de laser of led. ● Bladerwieltje: spuit met een luchtdrukspuit in de openingen tussen het wieltje en de knoppen. Spuit niet te lang op een plaats, om de vorming van condensatie te voorkomen.