Gebruikershandleiding
© Copyright 2015 HP Development Company, L.P. AMD is een handelsmerk van Advanced Micro Devices, Inc. Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar en wordt door Hewlett-Packard Company onder licentie gebruikt. Intel en Celeron zijn handelsmerken van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van de groep bedrijven onder de naam Microsoft. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Kennisgeving aangaande de veiligheid WAARSCHUWING! U kunt het risico van letsel door verbranding of van oververhitting van de computer beperken door de computer niet op schoot te nemen en de ventilatieopeningen van de computer niet te blokkeren. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond.
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Configuratie-instelling van de processor (alleen bepaalde producten) BELANGRIJK: Bepaalde computermodellen zijn geconfigureerd met een Intel® Celeron® N28xx/N29xx/ N30xx/N31xx-processor en een Windows ®-besturingssysteem. Als uw computer geconfigureerd is zoals hierboven is beschreven, wijzigt u de configuratie-instelling van de processor in msconfig.exe niet van 4 of 2 processoren naar 1 processor. Als u dat wel doet, start uw computer niet opnieuw op.
vi Configuratie-instelling van de processor (alleen bepaalde producten)
Inhoudsopgave 1 Welkom ........................................................................................................................................................ 1 Informatie zoeken ................................................................................................................................................. 2 2 Onderdelen ...................................................................................................................................................
4 Schermnavigatie ......................................................................................................................................... 28 Bewegingen voor het touchpad en het aanraakscherm gebruiken ................................................................... 28 Tikken ................................................................................................................................................ 28 Knijpbeweging met twee vingers om te zoomen .......................
Accuvoeding gebruiken ..................................................................................................................... 41 Aanvullende informatie over de accu opzoeken ............................................................ 41 HP Accucontrole gebruiken ............................................................................................ 42 Acculading weergeven ....................................................................................................
8 Onderhoud .................................................................................................................................................. 60 Prestaties verbeteren .......................................................................................................................................... 60 Schijfdefragmentatie gebruiken ....................................................................................................... 60 Schijfopruiming gebruiken ......................
12 Specificaties ............................................................................................................................................. 77 Ingangsvermogen ................................................................................................................................................ 77 Omgevingsvereisten ............................................................................................................................................
xii
1 Welkom Nadat u de computer hebt geconfigureerd en geregistreerd, wordt u aangeraden de volgende stappen uit te voeren om optimaal te profiteren van uw slimme investering: ● Maak verbinding met internet: configureer een bekabeld of draadloos netwerk waarmee u verbinding kunt maken met internet. Zie Netwerkverbindingen op pagina 23 voor meer informatie. ● Werk uw antivirussoftware bij: bescherm uw computer tegen schade door virussen. De software is vooraf geïnstalleerd op de computer.
Informatie zoeken Gebruik de volgende tabel voor informatiebronnen met productinformatie, instructies en meer. Bron Inhoud Installatie-instructies ● Overzicht van computerinstallatie en -functies De app Aan de slag ● Een breed aanbod van informatie over procedures en tips voor het oplossen van problemen HP ondersteuning ● Online chatten met een technicus van HP Voor ondersteuning in de VS gaat u naar http://www.hp.com/go/contactHP. Voor wereldwijde ondersteuning gaat u naar http://welcome.hp.
Bron Inhoud – of – Ga naar http://www.hp.com/go/orderdocuments. *U kunt de HP garantie vinden bij de gebruikershandleidingen op het product en/of op de cd/dvd die is meegeleverd in de doos. In sommige landen of regio's wordt door HP een gedrukte versie van de garantie meegeleverd in de doos. In landen of regio's waar de garantie niet in drukvorm wordt verstrekt, kunt u via http://www.hp.com/go/orderdocuments een exemplaar aanvragen.
2 Onderdelen Hardware opzoeken Ga als volgt te werk om de op uw computer geïnstalleerde hardware weer te geven: ▲ Typ apparaatbeheer in het zoekvak van de taakbalk en selecteer de app Apparaatbeheer. U ziet een lijst met alle apparaten die op uw computer zijn geïnstalleerd. Druk voor informatie over de hardwareonderdelen van het systeem en het versienummer van het systeemBIOS op fn+esc (alleen bepaalde producten).
Naar rechts OPMERKING: Uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer. Onderdeel (1) Beschrijving Audio-uitgang (hoofdtelefoon)/Audio-ingang (microfoon) Hierop kunt u een audioapparaat aansluiten, zoals optionele stereoluidsprekers met eigen voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon, een headset of een televisietoestel, om het computergeluid via dat apparaat weer te geven. Ook kunt u hierop de microfoon van een optionele headset aansluiten.
Onderdeel Beschrijving OPMERKING: De ventilator van de computer start automatisch om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen. Het is normaal dat de interne ventilator automatisch aan- en uitgaat wanneer u de computer gebruikt. (6) Bevestigingspunt voor de beveiligingskabel Hiermee sluit u een als optie verkrijgbare beveiligingskabel aan op de computer. OPMERKING: Van de beveiligingskabel moet in de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan.
Linkerkant OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Onderdeel Beschrijving (1) Netvoedingsconnector Hierop kunt u een netvoedingsadapter aansluiten. (2) Lampjes van de RJ-45-netwerkconnector (2) Hierop sluit u een netwerkkabel aan. ● Oranje (links): er is netwerkactiviteit. ● Groen (rechts): Het netwerk is aangesloten. (3) USB 3.0-oplaadpoort Hierop sluit u optionele USB 3.0-apparaten aan. Deze poort zorgt voor hogere USB-prestaties.
Onderdeel 8 Beschrijving (1) Netvoedingsconnector Hierop kunt u een netvoedingsadapter aansluiten. (2) Lampjes van de RJ-45-netwerkconnector (2) Hierop sluit u een netwerkkabel aan. ● Oranje (links): er is netwerkactiviteit. ● Groen (rechts): Het netwerk is aangesloten. (3) USB 3.0-oplaadpoort Hierop sluit u optionele USB 3.0-apparaten aan. Deze poort zorgt voor hogere USB-prestaties.
Beeldscherm OPMERKING: Uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer. Onderdeel Beschrijving (1) WLAN-antennes (2)* Met deze antennes worden draadloze signalen verzonden en ontvangen binnen een draadloos lokaal netwerk (WLAN). (2) WWAN-antennes (2)* (alleen bepaalde producten) Via deze antennes worden draadloze signalen verzonden en ontvangen om te communiceren met draadloze WWAN's (wireless wide area networks).
Onderdeel 1. Beschrijving Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant. – of – Klik op het pictogram met het vraagteken op de taakbalk. 2. Selecteer Mijn pc, selecteer het tabblad Specificaties en selecteer vervolgens Gebruikershandleidingen. Bovenkant Touchpad Onderdeel 10 Beschrijving (1) EasyPoint-muisbesturing (alleen bepaalde producten) Hiermee kunt u de aanwijzer (cursor) verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren.
Lampjes OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Onderdeel (1) Beschrijving Aan/uit-lampje ● Aan: De computer is ingeschakeld. ● Knipperend: de computer staat in de slaapstand. ● Uit: de computer is uitgeschakeld. (2) Caps Lock-lampje Aan: Caps Lock is ingeschakeld. (3) Touchpadlampje ● Oranje: het touchpad is uitgeschakeld. ● Uit: het touchpad is ingeschakeld. ● Oranje: Microfoongeluid is uitgeschakeld. ● Uit: Microfoongeluid is ingeschakeld.
Onderdeel (1) (2) Aan/uit-lampje Lampje Geluid uit van microfoon ● Aan: De computer is ingeschakeld. ● Knipperend: de computer staat in de slaapstand. ● Uit: de computer is uitgeschakeld. ● Oranje: Microfoongeluid is uitgeschakeld. ● Uit: Microfoongeluid is ingeschakeld. (3) Num Lock-lampje Aan: Num Lock is ingeschakeld.
Knoppen en vingerafdruklezer (alleen bepaalde producten) OPMERKING: Uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer. Onderdeel (1) Beschrijving Aan/uit-knop ● Als de computer is uitgeschakeld, drukt u op de aan/uitknop om de computer in te schakelen. ● Als de computer is ingeschakeld, drukt u kort op de aan/uitknop om de slaapstand te activeren. ● Als de computer in de slaapstand staat, drukt u kort op de aan/uit-knop om de slaapstand te beëindigen.
Onderdeel 14 Beschrijving (4) Knop Geluid dempen Hiermee schakelt u de geluidsweergave uit (en weer in). (5) Vingerafdruklezer (alleen bepaalde producten) Hiermee kunt u zich met een vingerafdruk bij Windows aanmelden, in plaats van met een wachtwoord.
Toetsen OPMERKING: Raadpleeg de afbeelding die het meest overeenkomt met uw computer. Onderdeel Beschrijving (1) esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om systeeminformatie weer te geven. (2) fn -toets Druk op deze toets in combinatie met een functietoets, de num lock-toets of de esc-toets of de b-toets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. (3) Windows-knoppen Ga naar het Startmenu.
Onderdeel 16 Beschrijving (1) esc-toets Druk op deze toets in combinatie met de fn-toets om systeeminformatie weer te geven. (2) fn -toets Druk op deze toets in combinatie met een functietoets, de num lock-toets of de esc-toets of de b-toets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. (3) Windows-knoppen Ga naar het Startmenu. (4) Functietoetsen Druk op een van deze toetsen in combinatie met de fn-toets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren.
Onderkant Onderdeel (1) Beschrijving Onderpaneel Biedt toegang tot de vasteschijfruimte, het slot voor de WLAN-module, het slot voor de WWAN-module en de geheugenmoduleslots. VOORZICHTIG: Vervang de module voor draadloze communicatie alleen door een module die is goedgekeurd voor gebruik in de computer door de overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor de regelgeving met betrekking tot apparatuur voor draadloze communicatie in uw land.
Onderdeel Beschrijving (5) Vergrendeling van onderhoudsklep Hiermee vergrendelt u de onderhoudsklep (6) Ontgrendeling voor onderhoudsklep Hiermee ontgrendelt u de onderhoudsklep op de computer. (7) Accuruimte Hierin bevindt zich de accu. (8) Ventilatieopeningen (4) Deze openingen zorgen voor luchtkoeling van de interne onderdelen. OPMERKING: De ventilator van de computer start automatisch om interne onderdelen te koelen en oververhitting te voorkomen.
Voorkant Onderdeel (1) (2) (3) (4) Beschrijving Lampje voor draadloze communicatie Aan/uit-lampje Lampje van de netvoedingsadapter/accu Lampje van de vaste schijf ● Wit: Een geïntegreerd apparaat voor draadloze communicatie, zoals een draadloosnetwerkmodule en/of een Bluetooth®-apparaat, is ingeschakeld. ● Oranje: Alle apparatuur voor draadloze communicatie is uitgeschakeld. ● Aan: De computer is ingeschakeld. ● Knipperend: de computer staat in de slaapstand.
Achterkant (alleen bepaalde producten) Onderdeel Beschrijving (1) RJ-11-modemconnector (alleen bepaalde producten) Hierop kunt u een modemkabel aansluiten. (2) Seriële poort Hierop sluit u een optioneel serieel apparaat aan, zoals een modem, muis of printer. Labels De labels die zijn aangebracht op de computer, bieden informatie die u nodig kunt hebben wanneer u problemen met het systeem probeert op te lossen of wanneer u de computer in het buitenland gebruikt.
Onderdeel (1) Modelnaam (alleen bepaalde producten) (2) Productnummer (3) Serienummer (4) Garantieperiode ● Label(s) met kennisgevingen: bevat kennisgevingen betreffende het gebruik van de computer. ● Label(s) met keurmerken voor apparatuur voor draadloze communicatie: Deze labels bevatten informatie over optionele apparaten voor draadloze communicatie en de keurmerken van de landen/ regio's waarin deze apparaten zijn goedgekeurd voor gebruik.
7. Plaats de SIM-kaart in het SIM-kaartslot en druk de SIM-kaart aan totdat deze stevig vastzit. OPMERKING: gedeelte. De SIM-kaart in uw computer kan er iets anders uitzien dan op de afbeelding in dit OPMERKING: Bekijk de afbeelding in de accuruimte om te bepalen hoe de SIM-kaart in de computer moet worden geplaatst. Als u een SIM-kaart wilt verwijderen, drukt u de SIM-kaart iets naar binnen en verwijdert u deze vervolgens uit de sleuf.
3 Netwerkverbindingen U kunt de computer meenemen waarnaar u maar wilt. Maar ook thuis kunt u met de computer en een bekabelde of draadloze netwerkverbinding de wereld verkennen en u toegang verschaffen tot miljoenen websites. In dit hoofdstuk vindt u informatie over hoe u zich met die wereld in verbinding kunt stellen.
U gebruikt de voorzieningen van het besturingssysteem als volgt: 1. Typ configuratiescherm in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens Configuratiescherm. 2. Selecteer Netwerk en internet en selecteer vervolgens Netwerkcentrum. Verbinding maken met een WLAN OPMERKING: Als u bij u thuis een internetverbinding wilt instellen, moet u een account bij een internetprovider hebben. Neem contact op met een lokale internetprovider voor het aanschaffen van een internetservice en een modem.
U kunt het nummer ook als volgt vinden: 1. Selecteer het pictogram voor de netwerkstatus op de taakbalk. 2. Selecteer Verbindingsinstellingen weergeven. 3. Selecteer het pictogram voor de netwerkstatus in het gedeelte Mobiel breedband. Sommige aanbieders van mobiele netwerkdiensten vereisen het gebruik van een SIM-kaart. Een SIM-kaart bevat basisgegevens over u, zoals een persoonlijk identificatienummer (PIN), en over het netwerk. Op sommige computers is een SIM-kaart vooraf geïnstalleerd.
Verbinding maken met een bekabeld netwerk Bij bepaalde producten zijn bekabelde verbindingen mogelijk: lokaal netwerk (LAN) en modemverbinding. Een LAN-verbinding maakt gebruik van een netwerkkabel en is veel sneller dan een modem, dat gebruikmaakt van een telefoonkabel. Beide kabels zijn afzonderlijk verkrijgbaar. WAARSCHUWING! Om de kans op elektrische schokken, brand of beschadiging van de apparatuur te beperken, mag u geen modemkabel of telefoonkabel in de RJ-45-netwerkconnector steken.
2. Steek de modemkabel in de RJ-11-telefoonaansluiting in de muur (2). OPMERKING: Als de modemkabel een ruisonderdrukkingscircuit (3) bevat (dat voorkomt dat de ontvangst van tv- en radiosignalen wordt gestoord), sluit u de kabel op de computer aan met het uiteinde waar zich het ruisonderdrukkingscircuit bevindt. Modemkabeladapter voor specifieke landen/regio's aansluiten Telefoonconnectoren verschillen per land/regio.
4 Schermnavigatie U kunt op de volgende manieren op het computerscherm navigeren: ● Aanraakbewegingen rechtstreeks op het computerscherm gebruiken (alleen bepaalde producten) ● Aanraakbewegingen op het touchpad gebruiken ● Het toetsenbord en de optionele muis gebruiken (de muis moet afzonderlijk worden aangeschaft) ● EasyPoint-muisbesturing gebruiken (alleen bepaalde producten) Bewegingen voor het touchpad en het aanraakscherm gebruiken Met het touchpad kunt u met eenvoudige vingerbewegingen op het
Knijpbeweging met twee vingers om te zoomen Gebruik de knijpbeweging met twee vingers om op afbeeldingen of tekst in en uit te zoomen. ● Zoom uit door twee vingers uit elkaar te houden in de touchpadzone of op het aanraakscherm en beweeg ze daarna naar elkaar toe. ● Zoom in door twee vingers bij elkaar te houden in de touchpadzone of op het aanraakscherm en beweeg ze daarna van elkaar af.
Schuiven met één vinger (alleen aanraakscherm) Schuif met één vinger om te pannen of te schuiven door lijsten en pagina's, of om een object te verplaatsen. 30 ● Als u over het scherm wilt schuiven, schuift u één vinger langzaam over het scherm in de richting waarin u wilt bewegen. ● Om een object te verplaatsen, blijft u met uw vinger op een object drukken en sleept u met uw vinger om het object te verplaatsen.
5 Entertainmentvoorzieningen Gebruik uw HP computer voor zaken of plezier om anderen te spreken via de webcam, audio en video te mengen of externe apparaten zoals een projector, monitor, tv of luidsprekers aan te sluiten. Zie Onderdelen op pagina 4 om de audio-, video- en cameravoorzieningen op uw computer te vinden. Een webcam gebruiken (alleen bepaalde producten) Uw computer heeft een webcam (geïntegreerde camera) die video opneemt en foto's maakt.
Een microfoon aansluiten Sluit een microfoon aan op de microfoonaansluiting op de computer om audio op te nemen. Voor optimale resultaten tijdens het opnemen spreekt u rechtstreeks in de microfoon en neemt u geluid op in een omgeving zonder achtergrondgeluiden. Headsets aansluiten WAARSCHUWING! Zet het volume laag voordat u de hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u het risico van gehoorbeschadiging.
Video gebruiken Uw computer is een krachtig videoapparaat waarmee u streaming video van uw favoriete websites kunt bekijken en video en films kunt downloaden om deze op uw computer te bekijken als u geen verbinding hebt met een netwerk. Om uw kijkgenot te verbeteren, gebruikt u een van de videopoorten op de computer om een externe monitor, projector of tv aan te sluiten. BELANGRIJK: Zorg ervoor dat het externe apparaat met de juiste kabel is aangesloten op de juiste poort van de computer.
OPMERKING: Als u de optie Uitbreiden kiest, moet u voor de beste resultaten de schermresolutie van het externe apparaat als volgt verhogen. Typ configuratiescherm in het zoekvak van de taakbalk, selecteer Configuratiescherm en selecteer vervolgens Vormgeving en persoonlijke instellingen. Selecteer onder Weergave Resolutie aanpassen.
HDMI-audio configureren HDMI is de enige video-interface die high-definition video en audio ondersteunt. Ga als volgt te werk om HDMI-audio in te schakelen nadat u een HDMI-tv op de computer heeft aangesloten: 1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Luidsprekers in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk en selecteer daarna Afspeelapparaten. 2. Selecteer op het tabblad Afspelen de naam van het digitale uitvoerapparaat. 3. Klik op Als standaard instellen en daarna op OK.
OPMERKING: als u de apparaatkabel wilt verwijderen, drukt u de connectorontgrendelknop omlaag om de kabel los te maken van de computer. Bekabelde beeldschermen zoeken en aansluiten met behulp van MultiStream Transport Met MultiStream Transport (MST) kunt u meerdere bekabelde weergaveapparaten aansluiten op de VGA- of DisplayPort-poorten van de computer en ook op de VGA- of DisplayPort-poorten op een hub of extern dockingstation.
OPMERKING: Als dit dialoogvenster niet wordt weergegeven, controleert u of elk extern weergaveapparaat op de juiste poort van de hub is aangesloten. Typ voor meer informatie configuratiescherm in het zoekvak van de taakbalk, selecteer Configuratiescherm en selecteer vervolgens Vormgeving en persoonlijke instellingen. Selecteer onder Weergave Resolutie aanpassen.
U maakt op de volgende manier verbinding met Intel WiDi-gecertificeerde beeldschermen: ▲ Typ project in het zoekvak van de taakbalk en klik op Projecteren op een tweede scherm. Klik op Verbinding maken met een draadloos beeldscherm en volg de instructies op het scherm. Intel WiDi openen: ▲ 38 Typ Intel WiDi in het zoekvak van de taakbalk en klik vervolgens op Intel WiDi.
6 Energiebeheer OPMERKING: Een computer kan een aan/uit-knop of een aan/uit-schakelaar hebben. De term aan/uit-knop verwijst in deze handleiding naar de twee typen aan/uit-knoppen. Computer afsluiten (uitschakelen) VOORZICHTIG: opgeslagen. Wanneer u de computer uitschakelt, gaat alle informatie verloren die u niet hebt Met de opdracht Afsluiten worden alle geopende programma's gesloten, inclusief het besturingssysteem, en worden vervolgens het beeldscherm en de computer uitgeschakeld.
Slaapstand activeren en beëindigen Als de computer is ingeschakeld, kunt u als volgt de slaapstand activeren: ● Druk kort op de aan/uit-knop. ● Selecteer de knop Start, selecteer het pictogram Energie en daarna Slaapstand. Als u de slaapstand wilt beëindigen, drukt u kort op de aan/uit-knop. Wanneer de slaapstand wordt beëindigd, gaan de aan/uit-lampjes branden en wordt het scherm weergegeven zoals dit was toen u stopte met werken.
Aan de verschillende pictogrammen kunt u zien of de computer op accuvoeding of op externe netvoeding werkt. Als de accu een laag of kritiek laag ladingsniveau heeft bereikt, geeft het pictogram ook een bericht weer. Wachtwoordbeveiliging instellen voor beëindigen slaapstand Ga als volgt te werk om een wachtwoord in te stellen dat moet worden opgegeven om de slaapstand of de sluimerstand te beëindigen: 1. Typ energie-opties in het zoekvak op de taakbalk en selecteer vervolgens Energie-opties.
Klik op het pictogram met het vraagteken op de taakbalk. 2. Selecteer achtereenvolgens Mijn computer, het tabblad Diagnoseprogramma's en hulpprogramma's en HP Accucontrole. Als in HP Accucontrole wordt aangegeven dat de accu moet worden vervangen, neemt u contact op met de ondersteuning. HP Support Assistant biedt de volgende hulpprogramma’s en informatie over de accu.
Omgaan met een lage acculading In dit gedeelte worden de waarschuwingen en systeemreacties beschreven die standaard zijn ingesteld. Sommige waarschuwingen voor een lage acculading en de manier waarop het systeem daarop reageert, kunt u wijzigen in het onderdeel Energiebeheer. Voorkeuren die u in Energiebeheer instelt, zijn niet van invloed op de werking van de lampjes. Typ energie-opties in het zoekvak op de taakbalk en selecteer vervolgens Energie-opties.
3. Verwijder de accu uit de computer (2). – of – 1. Leg de computer ondersteboven op een vlakke ondergrond, met de accuruimte naar u toegekeerd. 2. Verschuif de accuontgrendeling(1) om de accu te ontgrendelen en vervolgens de andere accuontgrendeling (2) om de accu uit te werpen. OPMERKING: 3. De accuvergrendeling keert automatisch terug naar haar oorspronkelijke stand. Verwijder de accu uit de computer (3). – of – 1.
3. Kantel de accu (3) omhoog en verwijder de accu (4) uit de computer. Accuvoeding besparen ● Typ energie-opties in het zoekvak op de taakbalk en selecteer vervolgens Energie-opties. – of – ● Open het onderdeel Energiebeheer en selecteer instellingen voor een lager energieverbruik. ● Schakel draadloze verbindingen en LAN-verbindingen uit en sluit modemapplicaties af wanneer u deze niet gebruikt.
Afvoeren van een afgedankte accu WAARSCHUWING! Verminder het risico van brand of brandwonden: probeer de accu niet uit elkaar te halen, te pletten of te doorboren; veroorzaak geen kortsluiting tussen de externe contactpunten; laat de accu niet in aanraking komen met water of vuur. Zie Informatie over voorschriften, veiligheid en milieu voor het correct afvoeren van afgedankte accu's. U krijgt als volgt toegang tot deze handleiding: 1.
Netvoedingsadapter testen Test de netvoedingsadapter als de computer een van de volgende symptomen vertoont nadat deze is aangesloten op de netvoeding: ● De computer wordt niet ingeschakeld. ● Het display wordt niet ingeschakeld. ● De aan/uit-lampjes zijn uit. Ga als volgt te werk om de netvoedingsadapter te testen: 1. Zet de computer uit. 2. Verwijder de accu uit de computer. 3. Sluit de netvoedingsadapter aan op de computer en steek de stekker van de adapter in het stopcontact. 4.
7 Beveiliging De computer beveiligen Standaardbeveiligingsvoorzieningen van het Windows-besturingssysteem en het onafhankelijk van Windows-computers draaiende Setup-hulpprogramma (BIOS) kunnen uw persoonlijke instellingen en gegevens tegen diverse risico's beschermen. OPMERKING: Van beveiligingsvoorzieningen moet op de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Dergelijke maatregelen kunnen echter niet altijd voorkomen dat een product verkeerd wordt gebruikt of gestolen.
Wachtwoorden gebruiken Een wachtwoord is een groep tekens die u kiest om uw computergegevens te beveiligen. U kunt verscheidene typen wachtwoorden instellen, afhankelijk van hoe u de toegang tot uw informatie wilt beveiligen. Wachtwoorden kunnen worden ingesteld in Windows of in Computer Setup dat vooraf is geïnstalleerd op de computer. ● De BIOS-beheerder en DriveLock-wachtwoorden worden in Computer Setup ingesteld en worden beheerd door het systeem-BIOS.
Wachtwoorden instellen in Computer Setup Wachtwoord Functie BIOS-beheerderswachtwoord* Beveiligt de toegang tot Computer Setup. OPMERKING: Als er functies ingeschakeld zijn die voorkomen dat het BIOS-beheerderswachtwoord wordt verwijderd, kunt u het BIOS-beheerderswachtwoord pas verwijderen zodra deze functies worden uitgeschakeld. DriveLock-hoofdwachtwoord* Beveiligt de toegang tot de interne harde schijf die wordt beschermd door DriveLock. Wordt ook gebruikt om DriveLockbeveiliging te verwijderen.
Een BIOS-beheerderswachtwoord wijzigen 1. Start Computer Setup. ● Computers of tablets met een toetsenbord: ▲ ● Schakel de computer in of start de computer opnieuw op en druk als het HP logo wordt weergegeven op f10 om Computer Setup te openen. Tablets zonder toetsenbord: ▲ Zet de tablet uit. Druk op de aan/uit-knop in combinatie met de knop volume omlaag tot het opstartmenu wordt weergegeven en tik vervolgens op F10 om Computer Setup te openen. 2.
BIOS-beheerderswachtwoord opgeven Typ bij de prompt BIOS administrator password (BIOS-beheerderswachtwoord) uw wachtwoord (met behulp van dezelfde soort toetsen die u gebruikt hebt om het wachtwoord in te stellen). Druk vervolgens op enter. Na twee mislukte pogingen om het BIOS-beheerderswachtwoord op te geven moet u de computer opnieuw opstarten en het opnieuw proberen.
2. 1. Zet de tablet uit. 2. Druk op de aan/uit-knop in combinatie met de knop volume omlaag tot het opstartmenu wordt weergegeven en tik vervolgens op F10 om Computer Setup te openen. Selecteer Beveiliging, maak de selectie voor Hulpprogramma's voor harde schijf of Hulpmiddelen voor vaste schijf (alleen bepaalde producten), selecteer DriveLock en druk op enter. OPMERKING: Voor bepaalde producten moet u mogelijk een DriveLock-wachtwoord instellen en het BIOS-beheerderswachtwoord invoeren. 3.
● ● 2. Computers of tablets met een toetsenbord: 1. Schakel de computer uit. 2. Druk op de aan/uit-knop en druk als het HP logo wordt weergegeven op f10 om Computer Setup te openen. Tablets zonder toetsenbord: 1. Zet de tablet uit. 2. Druk op de aan/uit-knop in combinatie met de knop volume omlaag tot het opstartmenu wordt weergegeven en tik vervolgens op F10 om Computer Setup te openen.
OPMERKING: De optie DriveLock-hoofdwachtwoord wijzigen is alleen zichtbaar als het hoofdwachtwoord is opgegeven bij de prompt DriveLock Password in stap 3. 7. Als u uw wijzigingen wilt opslaan en wilt afsluiten, selecteert u Main (Hoofdmenu), selecteert u Save Changes and Exit (Wijzigingen opslaan en afsluiten) en volgt u de aanwijzingen op het scherm.
6. Selecteer Disable protection (Beveiliging uitschakelen). 7. Als u uw wijzigingen wilt opslaan en Computer Setup wilt afsluiten, selecteert u het pictogram Opslaan en volgt u de instructies op het scherm. – of – Selecteer Main (Hoofdmenu), selecteer Save Changes and Exit (Wijzigingen opslaan en afsluiten) en druk vervolgens op enter. Antivirussoftware gebruiken Wanneer u de computer gebruikt voor toegang tot e-mail, een netwerk of internet, wordt de computer mogelijk blootgesteld aan computervirussen.
Selecteer achtereenvolgens Systeem en beveiliging, Windows Update en Instellingen wijzigen en volg de instructies op het scherm. HP Client Security gebruiken (alleen bepaalde producten) HP Client Security software is vooraf geïnstalleerd op uw computer. Deze software kan worden geopend via het pictogram van HP Client Security helemaal rechts op de taakbalk of via het Configuratiescherm van Windows.
Een optionele beveiligingskabel plaatsen (alleen bepaalde producten) OPMERKING: Er is een beveiligingskabel ontworpen waarvan op de eerste plaats een ontmoedigingseffect moet uitgaan. Deze voorziening kan echter niet voorkomen dat de computer verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen. OPMERKING: Het bevestigingspunt voor de beveiligingskabel op de computer kan er iets anders uitzien dan op de afbeelding in dit gedeelte. 1. Leg de beveiligingskabel om een stevig verankerd voorwerp heen. 2.
Al naargelang uw product kan de lezer horizontaal of verticaal zijn geplaatst. In beide gevallen geldt dat u met uw vinger loodrecht over de metalen sensor moet vegen.
8 Onderhoud Voer regelmatig onderhoud uit aan uw computer zodat deze optimaal blijft functioneren. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u hulpprogramma's zoals Schijfdefragmentatie en Schijfopruiming gebruikt. Dit hoofdstuk bevat ook instructies voor het bijwerken van programma's en stuurprogramma's, het opschonen van de computer en tips voor het reizen met (of verzenden van) de computer.
OPMERKING: Alleen interne vaste schijven worden beschermd door HP 3D DriveGuard. Een vaste schijf die is geplaatst in een optioneel dockingapparaat of is aangesloten op een USB-poort, wordt niet beschermd door HP 3D DriveGuard. OPMERKING: Omdat solid-state drives (SSD's) geen bewegende onderdelen bevatten, is HP 3D DriveGuard niet nodig voor deze schijfeenheden. Zie de helpfunctie van de software HP 3D DriveGuard voor meer informatie.
Materiaal met vezels, zoals papieren doekjes, kan krassen achterlaten op de computer. In de loop der tijd kunnen in deze krassen vuildeeltjes en reinigingsmiddelen achterblijven. Reinigingsprocedures Volg de in dit gedeelte beschreven procedures voor het veilig reinigen en desinfecteren van uw computer. WAARSCHUWING! Voorkom elektrische schokken of schade aan onderdelen en maak de computer niet schoon terwijl deze is ingeschakeld. 1. Schakel de computer uit. 2. Koppel de netvoeding los. 3.
◦ Maak een back-up van uw gegevens op een externe schijfeenheid. ◦ Verwijder alle schijven en alle externe mediakaarten, zoals geheugenkaarten. ◦ Schakel alle externe apparaten uit en koppel ze vervolgens los. ◦ Schakel de computer uit. ● Neem een back-up van uw gegevens mee. Bewaar de back-up niet bij de computer. ● Als u moet vliegen, neem de computer dan mee als handbagage; geef de computer niet af met uw overige bagage. VOORZICHTIG: stel schijfeenheden niet bloot aan magnetische velden.
9 Back-up en herstel Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende processen. Voor de meeste producten zijn dit standaardprocedures. ● Herstelmedia en back-ups maken ● Het systeem herstellen Raadpleeg de app HP Support Assistant voor meer informatie. ▲ Typ support in het zoekvak van de taakbalk en selecteer vervolgens de app HP Support Assistant. – of – Klik op het pictogram met het vraagteken op de taakbalk.
U kunt de hulpprogramma's van Windows gebruiken voor het maken van systeemherstelpunten en back-ups van persoonlijke gegevens. Zie Hulpprogramma's van Windows gebruiken op pagina 65. ● Als uw computer geen herstelpartitie en Windows-partitie bevat, gebruikt u HP Recovery Manager om herstelmedia te maken nadat u de computer hebt geconfigureerd. Met HP Herstelmedia kunt u een systeemherstelprocedure uitvoeren als de vaste schijf beschadigd raakt.
OPMERKING: Als de opslag 32 GB of minder is, is Microsoft Systeemherstel standaard uitgeschakeld. Voor meer informatie en stappen raadpleegt u de app Aan de slag. ▲ Selecteer de knop Start en selecteer vervolgens de app Aan de slag. Herstellen Er zijn verschillende opties om uw systeem te herstellen.
BELANGRIJK: Gebruik HP Recovery Manager alleen als laatste redmiddel voor het oplossen van problemen met uw computer. ● Gebruik HP Herstelmedia als de vaste schijf van de computer vastloopt. Zie HP Herstelmedia maken (alleen bepaalde producten) op pagina 64 als u nog geen herstelmedia hebt gemaakt. ● Voor de optie Fabrieksinstellingen herstellen (alleen op bepaalde producten) moet u HP Herstelmedia gebruiken.
Zet de tablet aan of start deze opnieuw op, druk snel op de Windows-knop en houd deze knop ingedrukt. Selecteer vervolgens f11. 2. Selecteer Probleemoplossing in het menu opstartopties. 3. Selecteer HP Recovery Manager en volg de instructies op het scherm. HP Herstelmedia gebruiken om te herstellen U kunt HP Recovery-media gebruiken om het originele systeem te herstellen. Deze methode kan gebruikt worden als uw systeem geen HP Recovery-partitie heeft of als de harde schijf niet goed werkt. 1.
BELANGRIJK: Nadat u de HP Herstelpartitie hebt verwijderd, kunt u geen systeemherstel uitvoeren of HP Herstelmedia maken vanaf de HP Herstelpartitie. Maak daarom HP Herstelmedia voordat u de herstelpartitie verwijdert. Zie HP Herstelmedia maken (alleen bepaalde producten) op pagina 64. OPMERKING: De optie Herstelpartitie verwijderen is alleen beschikbaar op producten die deze functie ondersteunen. Ga als volgt te werk om de HP Herstelpartitie te verwijderen: 1.
10 Computer Setup (BIOS), TPM en HP Sure Start Computer Setup gebruiken Computer Setup ofwel het BIOS (Basic Input/Output System) bevat instellingen voor de communicatie tussen alle invoer- en uitvoerapparaten in het systeem (zoals schijfeenheden, beeldscherm, toetsenbord, muis en printer). Computer Setup bevat ook instellingen voor de types geïnstalleerde apparaten, de opstartvolgorde van de computer en de hoeveelheid systeemgeheugen en uitgebreid geheugen.
Gebruik een van de volgende methoden om de menu's van Computer Setup af te sluiten: ● U sluit de menu's van Computer Setup als volgt af zonder de wijzigingen op te slaan: Selecteer het pictogram Exit (Afsluiten) rechtsonder in het scherm en volg de instructies op het scherm. – of – Selecteer Main (Hoofdmenu), selecteer Ignore Changes and Exit (Wijzigingen negeren en afsluiten) en druk vervolgens op enter.
BIOS-update uitvoeren Bijgewerkte versies van het BIOS zijn beschikbaar via de website van HP. De meeste BIOS-updates op de website van HP zijn verpakt in gecomprimeerde bestanden die SoftPaq's worden genoemd. Sommige downloadpakketten bevatten een bestand met de naam Readme.txt. Dit bestand bevat informatie over de installatie en het oplossen van problemen.
a. Zoek de BIOS-update die recenter is dan de BIOS-versie die momenteel op de computer is geïnstalleerd en vergelijk ze. Noteer de datum, naam of andere informatie waaraan u de update kunt herkennen. Aan de hand van deze gegevens kunt u de update terugvinden nadat deze naar de vaste schijf is gedownload. b. Volg de instructies op het scherm om uw selectie te downloaden naar de vaste schijf. Noteer het pad naar de locatie op de harde schijf waarnaar de BIOS-update wordt gedownload.
TPM BIOS-instellingen (alleen bepaalde producten) BELANGRIJK: Voordat u de TMP-functionaliteit (Trusted Platform Module) op dit systeem inschakelt, moet u ervoor zorgen dat uw beoogde gebruik van TPM aan relevante lokale wetgeving, regelgeving en beleid voldoet en er goedkeuringen of licenties worden verkregen, indien van toepassing.
11 HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) HP PC Hardware Diagnostics is een Unified Extensible Firmware Interface (UEFI) waarmee u diagnostische tests kunt uitvoeren om te bepalen of de computerhardware goed werkt. Het hulpprogramma wordt buiten het besturingssysteem uitgevoerd om hardwareproblemen te kunnen isoleren van problemen die worden veroorzaakt door het besturingssysteem of andere softwarecomponenten.
HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) naar een USB-apparaat downloaden Er zijn twee opties voor het downloaden van HP PC Hardware Diagnostics naar een USB-apparaat: Download de nieuwste UEFI-versie: 1. Ga naar http://www.hp.com/go/techcenter/pcdiags. De startpagina van HP PC Diagnostics wordt weergegeven. 2. Klik op de koppeling downloaden in het gedeelte HP PC Hardware Diagnostics en selecteer vervolgens Uitvoeren. Download een bepaalde versie van UEFI voor een specifiek product: 1. Ga naar http://www.hp.
12 Specificaties Ingangsvermogen De gegevens over elektrische voeding in dit gedeelte kunnen van pas komen als u met de computer naar het buitenland wilt reizen. De computer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een voedingsbron voor gelijkstroom. De netvoedingsbron moet 100-240 V, 50-60 Hz als nominale specificaties hebben.
13 Elektrostatische ontlading Elektrostatische ontlading is het vrijkomen van statische elektriciteit wanneer twee objecten met elkaar in aanraking komen, bijvoorbeeld de schok die u krijgt wanneer u over tapijt loopt en vervolgens een metalen deurklink aanraakt. Elektronische onderdelen kunnen worden beschadigd door de ontlading van statische elektriciteit vanaf vingers of andere elektrostatische geleiders.
14 Toegankelijkheid HP ontwerpt, vervaardigt en verhandelt producten en apparaten die door iedereen gebruikt kunnen worden, waaronder ook mensen met een handicap. Dit kan op basis van een autonoom systeem zijn of met behulp van de juiste assistieve apparaten.
Index A aan/uit Accu 41 besparen 45 opties 39 aan/uit-knop 39 aan/uit-knop herkennen 13 aan/uit-lampjes 11, 12, 19 aan/uit-schakelaar 39 accu afvoeren 46 bewaren 45 lage acculading 43 ontladen 42 resterende lading weergeven 42 vervangen 46 verwijderen 43 voeding besparen 45 accu, temperatuur 45 Accucontrole 42 Accu-informatie zoeken 41 Accuruimte, herkennen 18 accuvergrendeling 17 Accuvoeding 41 afsluiten 39 Antivirussoftware 56 Audio 32 Audio-ingang (microfooningang) herkennen 5 Audio-uitgang (hoofdtelefoo
Geheugenkaartlezer, herkennen 7, 8 Geheugenmodule herkennen 17 Geïntegreerde webcam, lampje herkennen 9 geïntegreerd numeriek toetsenblok, herkennen 16 Geïntegreerd numeriek toetsenblok herkennen 15 geluidsinstellingen gebruiken 32 geminimaliseerde image maken 66 geminimaliseerde image terugzetten 67 GPS 25 H HDMI, audio configureren 35 HDMI-poort verbinding maken 34 headsets aansluiten 32 herstel media 68 met HP herstelmedia 65 schijven 68 USB-flashdrive 68 herstellen HP Recovery Manager 66 Ondersteunde sc
rechterkant 5 voorkant 19 onderhoud HP 3D DriveGuard 60 programma's en stuurprogramma's bijwerken 61 Onderhoud Schijfdefragmentatie 60 Schijfopruiming 60 Onderhoud van computer 61 onderkant 21 Onderpaneel, ontgrendeling 18 ondersteunde schijven, herstel 65 Ontgrendelingen, onderpaneel 18 oorspronkelijk systeem, herstellen 66 Openbaar WLAN, verbinding 24 Opstartvolgorde wijzigen 68 Opties voor energiebeheer instellen 39 optischeschijfeenheid, uitwerpknop herkennen 7, 8 Oudere systemen, USBondersteuning 70 P
Vingerafdruklezer herkennen 14 W Wachtwoordbeveiliging instellen voor beëindigen slaapstand 41 wachtwoorden DriveLock 52 Wachtwoorden beheerder 49 BIOS-beheerder 50 gebruiker 49 webcam 9 gebruiken 31 Webcam, herkennen 9 webcamlampje, herkennen 9 Windows systeemherstelpunt 64, 65 Windows-applicatietoets herkennen 15 Windows-hulpprogramma's gebruiken 65 Windows-knop, herkennen 15, 16 WLAN-antennes, herkennen 9 WLAN-apparaat 21 WLAN-label 21 WWAN-antennes herkennen 9 WWAN-apparaat 23, 24 Z zoomen door met tw