ANALOGE FAXMODULE 500 Faxhandleiding
HP LaserJet analoog faxaccessoire 500 Faxhandleiding
Auteursrecht en licentiebepalingen Verantwoording van handelsmerken © 2013 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Microsoft®, Windows®, Windows® XP en Windows Vista® zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Verveelvoudiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande schriftelijke toestemming zijn verboden, behalve zoals toegestaan door het auteursrecht. De informatie in dit document kan zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
Inhoudsopgave 1 Overzicht .......................................................................................................................... 1 Inleiding ................................................................................................................................. 2 HP LaserJet analoog faxaccessoire 500 functies ........................................................................... 3 Onderdelen inbegrepen in de van de faxaccessoire ............................................
Bevestiging faxnummer activeren ................................................ 20 De modus JBIG-compressie inschakelen ........................................ 20 De scherpte-instellingen wijzigen ................................................. 21 De achtergrondinstelling wijzigen ............................................... 21 De instelling voor licht/donker wijzigen ....................................... 21 Overeengekomen faxsnelkiesnummer activeren .............................
Een fax verzenden via telefoonboeknummers ............................................... 40 Zoekopdracht DSS-telefoonlijst ................................................................... 41 Een fax annuleren ................................................................................................... 42 Snelkieslijsten maken of verwijderen .......................................................................... 42 Een snelkiesnummerlijst maken ...................................................
3 HP Color LaserJet CM 4540 MFP-serie, HP Color LaserJet Enterprise M4555 MFP-serie, HP LaserJet Enterprise 500 MFP-serie, HP LaserJet Enterprise 500 Color MFP-serie en HP LaserJet Enterprise M725 MFP-serie ............................................................................... 63 De faxmodule installeren ......................................................................................................... 64 De faxmodule installeren in de HP Color LaserJet CM4540 ................................
Afdrukstand .............................................................................. 97 Formaat origineel ...................................................................... 98 Beeldcorrectie ........................................................................... 98 Tekst/afbeelding optimaliseren ................................................... 99 Taak creëren ............................................................................ 99 Lege pagina's weglaten ..............................
Scherm met faxfuncties .......................................................................................... 115 Statusberichtenbalk ............................................................................................... 116 Een fax verzenden ................................................................................................ 116 Een fax verzenden door handmatig faxnummers in te voeren ...................... 117 Een fax verzenden met de functie voor snelkiezen ......................
Lijst met geblokkeerde faxberichten .......................................................... 142 Rapport met snelkieslijst .......................................................................... 143 Faxoproeprapport .................................................................................. 143 Het faxactiviteitenlogboek verwijderen ...................................................... 143 Instellingen service .....................................................................................
x NLWW
1 NLWW Overzicht ● Inleiding ● HP LaserJet analoog faxaccessoire 500 functies ● Onderdelen inbegrepen in de van de faxaccessoire 1
Inleiding Met de HP LaserJet analoog faxaccessoire 500 kunt u het HP multifunctionele product (MFP) gebruiken als een zelfstandig analoog faxapparaat. Zie www.hp.com/go/ljanalogfaxaccessory500_manuals voor meer informatie. Deze handleiding beschrijft de faxfuncties van dit product en bevat informatie over productspecificaties en regelgeving. Bewaar deze handleiding zodat u later de instructies voor specifieke faxfuncties kunt raadplegen.
HP LaserJet analoog faxaccessoire 500 functies Functies voor fax verzenden Functies voor fax ontvangen Geavanceerde faxfuncties Faxconfiguratie op afstand Beveiligingsfuncties NLWW ● Snelkiesnummers ● Adresboek fax ● Opties voor aanpassen resolutie en beeld ● Factuurcodes ● Voorbeeld ● Taak ● Ontvangen faxen stempelen ● Inkomende faxen blokkeren ● Faxpolling ● Instelbaar aantal belsignalen ● Waarschuwing van faxstatus ● JBIG-compressie ● Foutcorrectie ● Faxarchief ● Opgesl
Onderdelen inbegrepen in de van de faxaccessoire De verpakking van de faxmodule moet de volgende artikelen bevatten: ● Kaart voor faxmodule ● Faxhandleiding (dit document) (op cd) ● Het stuurprogramma Send Fax en handleiding voor het stuurprogramma Send Fax (op cd) ● Telefoonsnoer(en) (snoeren verschillen per land/regio.) OPMERKING: Met het stuurprogramma Send Fax kunt u een fax rechtstreeks verzenden van de pc naar een product dat op het netwerk is aangesloten.
2 NLWW HP Color LaserJet CM3530 MFPserie ● Het faxaccessoire installeren in de HP Color LaserJet CM3530 MFP-serie ● De faxaccessoire aansluiten op een telefoonlijn ● Werking van het faxapparaat controleren ● Vereiste faxinstellingen ● Faxconfiguratie op afstand ● Faxinstellingen ● Fax gebruiken ● Faxproblemen oplossen 5
Het faxaccessoire installeren in de HP Color LaserJet CM3530 MFP-serie 1. Schakel het apparaat uit. 2. Verwijder alle netsnoeren en interfacekabels. OPMERKING: 6 Deze illustratie toont mogelijk niet alle kabels.
3. Zoek de duimschroeven op de formatter-kaart aan de achterzijde van het apparaat. 4. Maak de duimschroeven los en trek de formatter vervolgens uit het apparaat. VOORZICHTIG: De controllerkaart en de faxmodulekaart bevatten onderdelen die gevoelig zijn voor elektrostatische ontlading. Gebruik bij het werken met de controllerkaart of de faxmodulekaart statische bescherming zoals: 1) Een geaard polsbandje dat verbonden is met het metalen frame van het product.
5. Verwijder eventueel het label dat de faxpoort op de formatter bedekt. 6. Haal de faxmodule uit de verpakking. VOORZICHTIG: De controllerkaart en de faxmodulekaart bevatten onderdelen die gevoelig zijn voor elektrostatische ontlading. Gebruik bij het werken met de controllerkaart of de faxmodulekaart statische bescherming zoals: 1) Een geaard polsbandje dat verbonden is met het metalen frame van het product. 2) Houd het metalen frame van de formatteereenheid in uw hand.
8. Sluit het draadharnas van de fax aan op het nieuwe faxaccessoire. Lijn de kleine bobbel op de kabelconnector met de sleuf op het faxkaart uit. Druk op de connector zodat deze volledig vastzit. 9. Lijn de formatter-kaart uit op de inkepingen aan de onderkant van de sleuf en schuif de kaart terug in het product. Draai de duimschroeven vast. OPMERKING: Om schade aan de formatter-kaart te voorkomen, dient u deze op een lijn te brengen met de sleuven aan de boven- en onderzijde van de opening.
10. Sluit het netsnoer en de interfacekabels opnieuw aan en zet het product aan.
De faxaccessoire aansluiten op een telefoonlijn Als u de faxeenheid op een telefoonlijn aansluit, moet die lijn een vaste telefoonlijn zijn die niet door andere apparaten wordt gebruikt. Het moet bovendien een analoge lijn zijn, omdat de fax niet goed werkt als deze op bepaalde digitale PBX-systemen wordt aangesloten. Als u niet zeker weet of u een analoge of digitale telefoonlijn hebt, neemt u contact op met de telefoonmaatschappij.
OPMERKING: In de Verenigde Staten en vele andere landen/regio's is het wettelijk verplicht de tijd, de datum, het land/de regio, het telefoonnummer en de bedrijfsnaam in te stellen. Faxconfiguratiewizard De faxconfiguratiewizard leidt u door een stapsgewijze procedure om faxinstellingen te configureren die nodig zijn voor het gebruik van de faxfunctie. Als de instellingen niet zijn geconfigureerd, is de faxfunctie uitgeschakeld.
4. Selecteer de datumnotatie en geef de datum op. 5. Selecteer de tijdnotatie en geef de tijd op. 6. Raak Opslaan aan om de instellingen te accepteren. Het land/de regio instellen, controleren of wijzigen Bij de land/regio-instelling geeft u het land/regio op waar het product of de faxmodule zich bevindt. Bij deze instelling geeft u tevens de datum- en tijdnotatie en het minimum- en maximumaantal belsignalen op voor het land/regio.
Faxconfiguratie op afstand Behalve op het bedieningspaneel van het product kunt u de faxmodule ook op afstand configureren met verschillende softwarehulpprogramma's. Omdat het product over een geïntegreerde webserver (EWS) beschikt, kunt u de faxmodule via het web configureren in een webbrowser of met het programma HP Web Jetadmin (WJA). U kunt de faxaccessoire tevens configureren via het netwerk met een netwerk-pc waarop het configuratieprogramma HP MFP Digital Sending Software (DSS) is geïnstalleerd.
Self Help and Documentation (Zelfstandige help en documentatie) op www.hp.com/go/ webjetadmin voor meer informatie over deze functie. HP MFP Digital Sending Software Configuration Utility U krijgt als volgt toegang tot de MFP-instellingen voor de analoge fax via het DSSconfiguratieprogramma. 1. Start het programma (op de computer of de server) om het hoofdscherm te openen. 2. Selecteer het product en klik op de knop Configure MFP (MFP configureren) in het hoofdscherm.
Faxinstellingen De volgende secties beschrijven de verschillende instellingen voor het verzenden en ontvangen van faxen. ● Instellingen fax verzenden ● Faxinstellingen ontvangen ● Faxen archiveren en doorsturen Instellingen fax verzenden In het menu Instellingen voor faxverzending kunt u de volgende functies instellen: ● Instellingen kiezen faxnummer ● Algemene instellingen faxverzending ● Standaard taakopties Instellingen kiezen faxnummer Het modemvolume instellen 1.
5. Raak kiesmodus aan om de kiesmodusinstellingen weer te geven. 6. Raak Toon (standaardinstelling) aan om het faxapparaat in te stellen op toonkiezen. Raak Puls aan om het faxapparaat in te stellen op pulskiezen. 7. Raak Opslaan aan. Kiesinterval instellen Bij de instelling voor opnieuw kiezen geeft u op hoeveel minuten er tussen de herkiespogingen moeten zitten als het gekozen nummer bezet is of als er niet wordt opgenomen. Bezet kan ook een communicatiefout aanduiden.
6. Voer de waarde in (0–9) en raak OK aan. 7. Raak Opslaan aan. Opnieuw kiezen bij geen antwoord instellen Met de instelling Opnieuw kiezen bij geen antwoord geeft u op hoe vaak de faxmodule een nummer opnieuw moet kiezen als er niet wordt opgenomen. Afhankelijk van de land/regio-instelling is het aantal herkiespogingen 0 tot 1 of 0 tot 2. Het interval tussen de herkiespogingen wordt bepaald door de instelling Interval opnieuw kiezen. 1.
1. Raak het pictogram Beheer op het bedieningspaneel aan om het beheermenu te openen. 2. Ga naar Standaard taakopties en raak dit aan. 3. Ga naar Standaardfaxopties en raak dit aan. 4. Ga naar Faxverzending en raak dit aan. 5. Raak Faxkopregel aan om de kopregelinstellingen weer te geven. 6. Raak Overlay aan om de kopregel af te drukken als een overlay. Raak Vooraan toevoegen (standaardinstelling) aan om de kopregel in te voegen boven aan de pagina. 7. Raak Opslaan aan.
● De scherpte-instellingen wijzigen ● De achtergrondinstelling wijzigen ● De instelling voor licht/donker wijzigen ● Overeengekomen faxsnelkiesnummer activeren ● De foutcorrectiemodus instellen ● Factuurcodes instellen Bevestiging faxnummer activeren Als Bevestiging faxnummer is ingeschakeld, moet het faxnummer tweemaal worden ingevoerd, zodat u kunt controleren of u het goed hebt getypt. De standaardinstelling voor deze functie is Uitgeschakeld. 1.
De scherpte-instellingen wijzigen Bij de scherpte-instelling geeft u op met welke scherpte het origineel door het product van de scanner moet worden gescand. Met scherpte verbetert u de randen van het origineel, zodat vage of dunne tekst en afbeeldingen scherper worden weergegeven. Door de scherpte te vergroten, wordt ook de resolutie vergroot. Dit leidt vervolgens weer tot een snellere verzendtijd. 1. Raak het pictogram Fax op het bedieningspaneel aan om het faxscherm weer te geven. 2.
Overeengekomen faxsnelkiesnummer activeren Als deze functie is ingeschakeld, probeert het product de ingevoerde faxnummers te laten overeenkomen met bestaande vermeldingen in de lijst Snelkiezen. Als er een overeenkomt wordt gevonden, kunt u deze bevestigen en het product de faxtaak automatisch laten voltooien. De standaardinstelling voor deze functie is Uitgeschakeld. 1. Raak het pictogram Beheer op het bedieningspaneel aan om het beheermenu te openen. 2.
5. Raak Aangepast aan om het gebruik van factuurcodes in te schakelen. OPMERKING: Als u factuurcodes wilt uitschakelen, raakt u Uit aan, vervolgens Opslaan en slaat u de overige stappen over. 6. Raak Opslaan aan om het factuurcode scherm te openen. 7. Raak het tekstvak aan om het toetsenbord weer te geven. 8. Toets het minimale aantal getallen in dat u in de factuurcode wilt opnemen, en raak OK aan. 9. Raak Opslaan aan.
1. Ga op het bedieningspaneel naar het pictogram Beheer en raak het aan om het beheermenu te openen. 2. Raak Standaard taakopties aan. 3. Raak Standaardfaxopties aan. 4. Ga naar Faxverzending en raak dit aan. 5. Raak Resolutie aan om de resolutie-instellingen weer te geven. 6. Raak Standaard (200 x 100 dpi, standaardinstelling), Fijn (200 x 200 dpi) of Zeer fijn (300 x 300 dpi) aan om de resolutie te selecteren. 7. Raak Opslaan aan. Originele kanten 1.
3. Selecteer een van de volgende waarschuwingsinstellingen: ● Niet waarschuwen (standaard) ● Waarschuwen als taak is voltooid ● Alleen waarschuwen als taak is mislukt 4. Selecteer de optie Afdrukken om een waarschuwingsbericht af te drukken of selecteer E-mail om een waarschuwingsbericht via e-mail te ontvangen. 5. Als u Afdrukken hebt geselecteerd, raakt u de knop Opslaan aan om de waarschuwingsconfiguratie te voltooien.
3. 4. ● Faxinstellingen ● Instellingen faxverzending ● Standaard taakopties ● Formaat origineel Selecteer een van de volgende opties: ● Elk formaat (standaard) ● Letter (8,5 x 11) ● Gemengd Letter/Legal ● Legal (8,5 x 14) ● Executive (7,25 x 10,5) ● Statement (8,5 x 5,5) ● Oficio (8,5 x 13) ● A4 (210 x 297 mm) ● A5 (148 x 210 mm) ● B5 (257 x 182 mm) ● 16k (197 x 273 mm) ● DPostcard JIS (148 x 200 mm) ● Oficio (216 x 340 mm) Raak de knop Opslaan aan.
4. Raak de knoppen Minder of Meer aan als u de instellingen Contrast, Achtergrond opruimen of Scherpte wilt aanpassen. 5. Raak de knop Opslaan aan. OPMERKING: Raak de knop Standaard aan als u de fabrieksinstelling voor scherpte wilt herstellen. Tekst/afbeelding optimaliseren Met de optie Tekst/afbeelding optimaliseren kunt u zorgen voor faxuitvoer die het best overeenkomt met het origineel. Wanneer u figuren en foto's verstuurt in tekstmodus, leidt dit tot afbeeldingen van een lagere kwaliteit. 1.
4. ● Taak creëren uit (standaard) ● Taak creëren aan Raak de knop Opslaan aan. Lege pagina's weglaten Met de functie Lege pagina's weglaten kunt u voorkomen dat lege pagina's in een fax worden afgedrukt. 1. Ga in het beginscherm naar de knop Beheer en raak deze aan. 2. Open de volgende menu's: 3. 4.
3. Raak Fax instellen aan om het menu met faxinstellingen te openen. 4. Raak Instellingen faxontvangst aan om het menu Instellingen faxontvangst te openen. 5. Raak Belvolume aan om het menu Belvolume te openen. 6. Raak Uit; Laag (standaardinstelling) of Hoog aan om het volume te wijzigen. 7. Raak Opslaan aan om de volume-instelling op te slaan.
Inkomende faxen blokkeren Met de instelling voor het blokkeren van faxen kunt u een lijst maken met telefoonnummers waarvan u geen faxen wilt ontvangen. Wanneer u vervolgens een fax ontvangt van een geblokkeerd telefoonnummer, wordt deze niet afgedrukt en wordt deze direct verwijderd uit het geheugen. OPMERKING: U kunt alleen nummers opgeven in de lijst met geblokkeerde faxnummers. Gebruik geen streepjes of spaties.
3. Raak Fax instellen aan. 4. Ga naar Instellingen faxontvangst en raak dit aan. 5. Ga verder en raak Geblokkeerde faxnummers aan om het menu voor geblokkeerde faxnummers te openen. 6. Raak Alle geblokkeerde nummers wissen aan om het toetsenbord beschikbaar te maken. 7. Raak Ja aan om alle nummers in de lijst te wissen. Raak Nee aan om af te sluiten en de nummers te bewaren.
Waarschuwingsinstellingen wijzigen Met de optie Waarschuwing geeft u op wanneer en hoe u op de hoogte wordt gesteld van de status van een uitgaande fax. Deze instelling is alleen van toepassing op de huidige fax. Als u de instelling permanent wilt wijzigen, moet u de standaardinstelling wijzigen. 1. Raak het pictogram Fax aan op het bedieningspaneel om het faxscherm weer te geven. 2. Raak Meer opties aan. 3. Raak Waarschuwing aan. 4.
paginaformaat, probeert het product de afbeelding zodanig te verkleinen dat deze op de pagina past. Als deze instelling niet is ingeschakeld, wordt een inkomende afbeelding die groter is dan de pagina, afgedrukt over meerdere pagina's. 1. Ga op het bedieningspaneel naar het pictogram Beheer en raak het aan om het beheermenu te openen. 2. Raak Standaard taakopties aan en vervolgens Standaardfaxopties. 3. Ga verder en raak Faxontvangst aan om de instellingen voor faxontvangst te bekijken. 4.
Faxen archiveren U kunt gearchiveerde kopieën van alle inkomende en/of uitgaande faxen opslaan. U kunt de kopieën naar een alternatief faxnummer of e-mailadres verzenden. Gebruik de ingesloten webserver om deze functie te configureren. OPMERKING: Om de functie Archief naar e-mailadres te kunnen gebruiken moet de SMTPserver op het product geconfigureerd zijn. Om een fax te verzenden of te ontvangen als deze functie is ingeschakeld, moet de SMTP-server antwoorden.
1. Ga op het bedieningspaneel naar het pictogram Beheer en raak het aan om het beheermenu te openen. 2. Raak Standaard taakopties aan om het menu met standaard taakopties weer te geven. 3. Raak Standaardfaxopties aan om het menu met standaardfaxopties weer te geven. 4. Raak Faxontvangst aan om het scherm Faxontvangst te openen. 5. Raak Faxen doorsturen aan om het pinscherm weer te geven. 6.
Fax gebruiken Scherm met faxfuncties Met het scherm Faxfuncties kunt u faxen verzenden. U opent dit scherm door in het startscherm van de MFP op het pictogram Fax te drukken.
17 Lijst met ontvangers 18 Tekstvak nummer ontvanger - Aanraken voor toetsenbord, of invoeren via toetsen bedieningspaneel1 Als u op Tekstvak nummer ontvanger drukt, wordt er een pop-upvenster weergegeven met de knop PIN-code. Hiermee kunt u speciale tekens tussen vierkante haken ([ ]) toevoegen om een pincode te verbergen. Verder bevat dit venster de knop Onderbreken om een komma toe te voegen voor een pauze van twee seconden.
OPMERKING: Een fax die wordt verzonden, wordt eerst gescand en opgeslagen in het geheugen. Nadat het document in zijn geheel is opgeslagen, wordt het document verzonden en vervolgens uit het geheugen gewist. Als opnieuw kiezen op nul staat, worden faxen die niet kunnen worden verzonden omdat het nummer bezet was of er niet werd opgenomen uit het geheugen gewist.
OPMERKING: Voer indien nodig een komma (,) in om een pauze van twee seconden in te lassen na een voorkiesnummer (bijvoorbeeld 9 of 0). In deze pauze kan het interne telefoonsysteem verbinding maken met een buitenlijn voordat de rest van het nummer wordt gekozen. Druk op de knop Onderbreken op het bedieningspaneel om een komma in te voeren. Als u een pincode wilt invoeren als onderdeel van het nummer van de ontvanger, gebruikt u het toetsenbord op het bedieningspaneel.
Zoek op naam naar een snelkieslijst Gebruik deze functie als u op naam wilt zoeken naar een bestaand snelkiesnummer. OPMERKING: Als u de unieke naam van het snelkiesnummer niet kent, typt u een letter in om een gedeelte van de lijst te selecteren. Om bijvoorbeeld snelkiesnamen te zien die beginnen met de letter N, typt u de letter N in. Als er geen overeenkomsten zijn, wordt er een bericht weergegeven voordat de zoekopdracht de vermelding laat zien die het dichtst bij de letter N zit. 1.
1. Raak het pictogram Fax op het bedieningspaneel aan om het faxscherm weer te geven. 2. Raak het pictogram Adresboek aan om het scherm Adresboek weer te geven. 3. Selecteer een telefoonlijstbron in de keuzelijst. 4. Raak de namen aan om deze te markeren en raak het pictogram Pijl naar rechts aan om de gemarkeerde namen naar de sectie Geadresseerden fax te verplaatsen. 5. Raak OK aan om terug te keren naar het faxscherm. 6. Raak Start aan om de fax te verzenden.
Een fax annuleren 1. Druk op de rode stopknop op het bedieningspaneel. Het scherm Taakstatus wordt weergegeven. OPMERKING: Er kan een kleine vertraging plaatsvinden voor de taak wordt weergegeven in de takenlijst in het scherm Taakstatus nadat de faxtaak klaar is met scannen. 2. Raak het keuzemenu aan en raak de optie Uitgaande faxen aan. 3. Selecteer ofwel het tabblad Huidige faxtaak of het tabblad Alle faxtaken en selecteer vervolgens de naam van de taak. Raak de knop Taak annuleren aan.
6. Raak Ja aan om de snelkieslijst te verwijderen. 7. Raak Ja weer aan om terug te keren naar het faxscherm. Eén nummer verwijderen uit de snelkieslijst 1. Raak het pictogram Fax op het bedieningspaneel aan om het faxscherm weer te geven. 2. Raak Snelkiesnummers aan om het snelkiesscherm te openen. 3. Raak het nummer voor Snelkiezen aan van de lijst die u wilt wijzigen. 4. Raak het vak Faxnummers aan om het toetsenbord weer te geven. 5.
Faxactiviteitenlog Gesprekken worden standaard niet opgenomen in het Faxactiviteitenlog. Alleen de laatste poging wordt weergegeven in het Faxactiviteitenlog. Zie Het faxactiviteitenlogboek afdrukken op pagina 57 voor meer informatie. T.30-rapport Gesprekken geven geen aanleiding tot het afdrukken van een T.30-rapport. Alle herkiespogingen zorgen ervoor dat er een T.30-rapport wordt afgedrukt. Zie Instellingen service op pagina 59 voor meer informatie.
9. Bevestig de nieuwe pincode (minimaal vier cijfers) met het toetsenbord en raak OK aan. 10. Raak OK nogmaals aan. Fax gebruiken via VoIP-netwerken Bij de VoIP-technologie wordt het analoge telefoonsignaal omgezet in digitale bits. Deze worden vervolgens verzameld in pakketjes, die via internet worden verstuurd. De pakketjes worden na overdracht op of in de buurt van de bestemming weer omgezet in analoge signalen. De overdracht van de gegevens via internet is in digitale vorm in plaats van analoge.
Faxproblemen oplossen Faxaccessoirestatus controleren Als de analoge faxmodule niet lijkt te werken, kunt u een faxmodulepagina afdrukken om de status van de module te controleren. 1. Ga op het bedieningspaneel naar het pictogram Beheer en raak het aan om het beheermenu te openen. 2. Ga naar Informatie en raak dit aan. 3. Ga naar Configuratie-/statuspagina's en raak dit aan. 4. Raak Configuratiepagina aan. De configuratiepagina wordt afgedrukt.
De faxmodule is geïnstalleerd maar op het hoofdscherm van het product wordt geen faxpictogram weergegeven. Oorzaak Oplossing De module werkt niet correct Controleer de status van de faxmodule. Als de status NIET IN WERKING is, moet mogelijk nieuwe firmware worden geïnstalleerd. Als de status BESCHADIGD wordt weergegeven en u de kaart net hebt geïnstalleerd, probeert u de kaart opnieuw te plaatsen en controleert u de kaart op verbogen pennen.
Probleem Oorzaak Oplossing De faxinstellingen in HP Web Jetadmin kunnen niet worden gevonden. De faxinstellingen in HP Web Jetadmin bevinden zich in de keuzelijst voor de apparaatstatus. Selecteer Digital Sending and Fax (Digitaal verzenden en Fax) in het vervolgkeuzemenu. Zie HP Web Jetadmin op pagina 14 voor meer informatie. Wanneer de overlay-functie is ingeschakeld, wordt de kopregel ingevoegd aan de bovenzijde van de pagina.
Probleem Oorzaak Oplossing Er is mogelijk een functie voor het in wacht plaatsen van oproepen actief Controleer dat functies voor het in wacht plaatsen van oproepen zijn uitgeschakeld op de faxtelefoonlijn. Het is mogelijk dat een faxoproep wordt onderbroken door een waarschuwing voor een oproep in wacht. Hierdoor treedt er een communicatiefout op Als de faxmodule is geïnstalleerd op een PBX-systeem, genereert het PBX-systeem een kiestoon die niet wordt herkend door de faxmodule.
Inkomende faxoproepen worden niet beantwoord door de faxmodule (geen fax herkend). Oorzaak Oplossing Mogelijk werkt de telefoonlijn niet. Koppel de faxmodule los van de telefoonaansluiting en sluit een telefoon aan. Probeer te bellen om te controleren of de telefoonlijn functioneert. Het kan zijn dat een voiceberichtenservice de beantwoording van gesprekken door de faxmodule onderbreekt. Voer een van de volgende handelingen uit: ● Sluit de berichtenservice af.
Er worden geen faxen afgedrukt op het product. Oorzaak Oplossing De toner in het product is bijna leeg of op. Het product stopt met afdrukken zodra de toner (bijna) op is. Alle ontvangen faxen worden opgeslagen in het geheugen en worden afgedrukt zodra de toner is vervangen. Raadpleeg voor overige afdrukproblemen de gebruikershandleiding van het product. De binnenkomende oproep is mogelijk een spraakoproep.
opgetreden, staat op het display van het bedieningspaneel Fax mislukt: Communicatiefout. Dezelfde fout staat in het veld Resultaat van het faxactiviteitenrapport vermeld als Communicatiefout (17). In dit voorbeeld is de cijfercode die hoort bij deze communicatiefout ‘17’. De cijfercode wordt gegenereerd door de faxmodem. Als de cijfercode (0) is, duidt dit gewoonlijk op een normale modemrespons.
Faxverzendberichten Tabel 2-1 Faxverzendberichten NLWW Bericht Foutnr. Omschrijving Actie(s) Geannuleerd 0 De fax is door de gebruiker geannuleerd op het bedieningspaneel. Geen. Geslaagd n.v.t. Fax verzonden. Geen. Mislukt, bezet 0 Het ontvangende faxapparaat is bezet. De verzenden van de fax wordt automatisch opnieuw geprobeerd (indien ingesteld); probeer anders de fax later nog eens te verzenden. Geen antwoord 0 Het ontvangende faxapparaat beantwoordt de oproep niet.
Tabel 2-1 Faxverzendberichten (vervolg) 54 Bericht Foutnr. Omschrijving Actie(s) Paginafout 0 Incompatibele paginabreedte of de pagina had te veel beschadigde lijnen. Verzend de fax opnieuw; als de fout aanhoudt, neemt u contact op met de klantenservice. Geheugenfout 0 Onvoldoende RAM op product. Als de fout aanhoudt, moet u wellicht RAM toevoegen aan het product. Taak mislukt Elke Faxfout; de faxtaak is niet voltooid.
Faxontvangstberichten Tabel 2-2 Faxontvangstberichten NLWW Bericht Foutnr. Omschrijving Actie(s) Geslaagd n.v.t. Fax goed ontvangen. Geen. Geblokkeerd n.v.t. De faxontvangst is geblokkeerd door het ontvangende faxapparaat met de functie voor nummerblokkering. Geen. Storing in modem Elke Onverwacht of ongeldig antwoord van de interne modem naar het product – er wordt bijvoorbeeld geprobeerd een fax te verzenden op het moment dat een fax binnenkomt.
Tabel 2-2 Faxontvangstberichten (vervolg) Bericht Foutnr. Omschrijving Actie(s) Poll Invalid 0 Met de polling-functie is geprobeerd een fax op te halen van een ander apparaat maar daar was geen fax beschikbaar. Neem contact op met de beheerder van het faxapparaat dat wordt gepolled en controleer of de fax beschikbaar is; probeer het opnieuw. Taak mislukt Elke Faxfout; dit omvat alle nietspecifieke fouten.
1. Ga op het bedieningspaneel naar het pictogram Beheer en raak het aan om het beheermenu te openen. 2. Raak Informatie aan en vervolgens Faxrapporten. 3. Raak Rapport Faxoproepen aan en vervolgens Wanneer rapport afdrukken. ● Raak Nooit automatisch afdrukken aan om nooit een Rapport Faxoproepen af te drukken.
1. Ga op het bedieningspaneel naar het pictogram Beheer en raak het aan om het beheermenu te openen. 2. Ga naar Informatie en raak dit aan. 3. Ga verder en raak Faxrapporten en vervolgens Faxactiviteitenlog aan. (Rapport wordt afgedrukt.) Het factuurcoderapport afdrukken Het rapport met factuurcodes bevat een overzicht van de 500 meest recente verzonden faxen, gesorteerd op factuurcode.
De lijst met geblokkeerde faxberichten afdrukken 1. Ga op het bedieningspaneel naar het pictogram Beheer en raak het aan om het beheermenu te openen. 2. Ga naar Informatie en raak dit aan. 3. Ga naar Faxrapporten en raak dit aan. 4. Raak Lijst met geblokkeerde faxen aan om het rapport af te drukken. Het rapport met snelkieslijst afdrukken Een rapport met snelkieslijsten bevat een overzicht van de faxnummers die aan namen van snelkiesnummers zijn toegewezen. 1.
TCF-verlenging: Deze instelling heeft een bereik van 0 tot 2.550 ms. Deze moet op de standaardwaarde 0 ms blijven staan. Gebruik deze instelling alleen als een medewerker van technische ondersteuning van HP daarom vraagt. De instellingsprocedures die daarmee samenhangen, voeren te ver voor deze handleiding. Instellingen Faxontvangst Beltooninterval: Deze instelling wordt gebruikt om bepaalde PBX-belsignalen aan te passen.
Instellingen in het menu Herstellen Open het menu Beheer en selecteer vervolgens het menu Herstellen. Instellingen voor het menu Herstellen fabriekstelecominstellingen herstellen: Hiermee kunt u verschillende menuwijzigingen terugzetten op de standaardwaarden. U kunt onder meer de instelling voor maximale modemsnelheid, beltoononderbrekingstijd, V.34, luidsprekermodus en verlies verzendsignaal terugzetten. Firmware bijwerken De firmware op de faxaccessoire kan bijgewerkt worden.
62 Hoofdstuk 2 HP Color LaserJet CM3530 MFP-serie NLWW
3 NLWW HP Color LaserJet CM 4540 MFPserie, HP Color LaserJet Enterprise M4555 MFP-serie, HP LaserJet Enterprise 500 MFP-serie, HP LaserJet Enterprise 500 Color MFP-serie en HP LaserJet Enterprise M725 MFP-serie 63
De faxmodule installeren De volgende secties beschrijven de installatieprocedure voor de volgende printers: ● De faxmodule installeren in de HP Color LaserJet CM4540 ● De faxmodule installeren in de HP Color LaserJet M4555 MFP-serie ● De faxmodule installeren in de HP LaserJet Enterprise 500 MFP-serie ● De faxmodule installeren in de HP LaserJet Enterprise 500 Color MFP-serie ● De faxmodule installeren in de HP LaserJet Enterprise M725 MFP-serie De faxmodule installeren in de HP Color LaserJet CM4
3. Zoek de duimschroeven op de formatter-kaart aan de achterzijde van het apparaat. 4. Maak de duimschroeven los en trek de formatter vervolgens uit het apparaat. VOORZICHTIG: De controllerkaart en de faxmodulekaart bevatten onderdelen die gevoelig zijn voor elektrostatische ontlading. Gebruik bij het werken met de controllerkaart of de faxmodulekaart statische bescherming zoals: 1) Een geaard polsbandje dat verbonden is met het metalen frame van het product.
7. Zoek de connectoropening op de faxmodule op de formatter. Richt de connector op de faxmodule uit met de opening op de formatter. De bovenste rand van de faxmodule past bij een correcte positionering in de gleuf op het metalen frame van de formatter (aanduiding 1). Richt de connector op de faxmodule uit met de connector op de formatter en duw stevig naar beneden (aanduiding 2). 1 2 8. Lijn de formatter-kaart uit op de inkepingen aan de onderkant van de sleuf en schuif de kaart terug in het product.
9. Sluit het netsnoer en de interfacekabels opnieuw aan en zet het product aan. De faxmodule installeren in de HP Color LaserJet M4555 MFP-serie 1. NLWW Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder alle netsnoeren en interfacekabels. 2 1 OPMERKING: 3. 68 Deze illustratie toont mogelijk niet alle kabels. Zoek de duimschroeven op de formatter-kaart aan de achterzijde van het apparaat.
4. Maak de duimschroeven los en trek de formatter vervolgens uit het apparaat. VOORZICHTIG: De controllerkaart en de faxmodulekaart bevatten onderdelen die gevoelig zijn voor elektrostatische ontlading. Gebruik bij het werken met de controllerkaart of de faxmodulekaart statische bescherming zoals: 1) Een geaard polsbandje dat verbonden is met het metalen frame van het product. 2) Houd het metalen frame van de formatteereenheid in uw hand. 5.
7. Zoek de connectoropening op de faxmodule op de formatter. Richt de connector op de faxmodule uit met de opening op de formatter. De bovenste rand van de faxmodule past bij een correcte positionering in de gleuf op het metalen frame van de formatter (aanduiding 1). Richt de connector op de faxmodule uit met de connector op de formatter en duw stevig naar beneden (aanduiding 2). 1 2 8. 70 Lijn de formatter-kaart uit op de inkepingen aan de onderkant van de sleuf en schuif de kaart terug in het product.
9. Sluit het netsnoer en de interfacekabels opnieuw aan en zet het product aan. 1 2 De faxmodule installeren in de HP LaserJet Enterprise 500 MFPserie NLWW 1. Schakel het product uit en koppel alle netsnoeren en interfacekabels los. 2. Verwijder de toegangsklep van de formatteereenheid aan de achterkant van het apparaat.
3. Open de toegangsklep van de kooi met de lipjes aan de linkerbovenkant van de toegangsklap van de kooi en haal de kooi uit zijn scharnieren. 4. Haal de faxmodule uit de verpakking. VOORZICHTIG: De controllerkaart en de faxmodulekaart bevatten onderdelen die gevoelig zijn voor elektrostatische ontlading. Gebruik bij het werken met de controllerkaart of de faxmodulekaart statische bescherming zoals: 1) Een geaard polsbandje dat verbonden is met het metalen frame van het product.
5. Zoek de connectoropeningen op de faxmodule op de formatteereenheid. Lijn de connectoren op de faxmodule uit met de openingen op de formatteereenheid en duw stevig naar beneden. OPMERKING: De faxmodule moet eerst uitgelijnd zijn achter het metalen lipje aan de rechterkant van de kooi. 6. NLWW Sluit de kabel van de faxmodule aan op het apparaat.
74 7. Plaats de toegangsklep van de kooi door de metalen scharnierlipjes uit te richten en sluit vervolgens de toegangsklep van de kooi. 8. Plaats de toegangsklep van de formatteereenheid. 9. Sluit het netsnoer en de interfacekabels opnieuw aan en zet het apparaat aan.
De faxmodule installeren in de HP LaserJet Enterprise 500 Color MFP-serie NLWW 1. Schakel het apparaat uit. 2. Verwijder alle netsnoeren en interfacekabels. 3. Zoek de duimschroeven op de formatteereenheid aan de achterzijde van het apparaat en schroef deze los.
76 4. Trek de formatteereenheid uit het apparaat. 5. Haal de faxmodule uit de verpakking. 6. Zoek de connectoropeningen op de faxmodule op de formatteereenheid. Lijn de connectoren op de faxmodule uit met de openingen op de formatteereenheid en duw stevig naar beneden.
7. Sluit de kabel van de faxmodule aan op het apparaat. OPMERKING: worden geleid. NLWW De kabel van de faxmodule moet onder het plastic lipje van de faxmodule door 8. Lijn de formatteereenheid uit op de sleuf aan de achterkant van het apparaat en schuif de kaart terug in het apparaat. 9. Draai de duimschroeven vast.
10. Sluit het netsnoer en de interfacekabels opnieuw aan en zet het apparaat aan. 11. Sluit een telefoonkabel voor modems aan op de faxsleuf. De faxmodule installeren in de HP LaserJet Enterprise M725 MFPserie 1. 78 Schakel het apparaat uit en haal vervolgens het snoer uit het stopcontact.
NLWW 2. Koppel de USB- of netwerkkabels los. 3. Maak de duimschroeven op de formatteereenheid los en schroef ze vervolgens los. 4. Trek de formatteereenheid uit het product om deze te verwijderen. 5. Haal de faxmodulekaart uit de verpakking.
80 6. Plaats het poortuiteinde van de fax-PCA (aanwijzing 1) in de opening van de bak van de formatter, draai de fax-PCA omlaag op de formatter (aanwijzing 2) en duw de PCS omlaag om de PCA te bevestigen op de aansluiting van de formatter (aanwijzing 3). 7. Lijn de formatteereenheid uit op de sleuf aan de achterkant van het apparaat en schuif de kaart terug in het apparaat. 8. Draai de duimschroeven vast.
9. Sluit de USB- en netwerkkabels aan op het product. 10. Sluit het snoer aan op het stopcontact en zet vervolgens het product aan. 11. Sluit een telefoonkabel voor modems aan op de faxsleuf.
De faxmodule verbinden met een telefoonlijn Als u de faxeenheid op een telefoonlijn aansluit, moet die lijn een vaste telefoonlijn zijn die niet door andere apparaten wordt gebruikt. Het moet bovendien een analoge lijn zijn, omdat de fax niet goed werkt als deze op bepaalde digitale PBX-systemen wordt aangesloten. Als u niet zeker weet of u een analoge of digitale telefoonlijn hebt, neemt u contact op met uw telecomprovider of telefoonmaatschappij.
Faxsetupwizard De wizard Fax instellen leidt u door een stapsgewijze procedure om faxinstellingen te configureren die nodig zijn voor het gebruik van de faxfunctie. Als de instellingen niet zijn geconfigureerd, is de faxfunctie uitgeschakeld. Wanneer het product voor het eerst wordt ingeschakeld nadat de faxmodule is geïnstalleerd, kunt u de wizard Fax instellen als volgt openen: 1. Raak in het beginscherm de knop Begininstellingen aan. 2. Raak het menu Wizard Fax instellen aan. 3.
OPMERKING: De instellingen die met de wizard Fax instellen zijn geconfigureerd via het bedieningspaneel, hebben voorrang op de instellingen die zijn opgegeven in de geïntegreerde webserver. OPMERKING: Als het instelmenu Fax instellen niet voorkomt in de lijst, is de LAN- of internetfax mogelijk ingeschakeld. Wanneer de LAN- of internetfax is ingeschakeld, is de analoge faxmodule uitgeschakeld en wordt het faxmenu niet weergegeven.
NLWW 3. Raak een optie voor de Datumindeling aan. 4. Raak een optie voor de Tijdsnotatie aan. 5. Raak de knop Opslaan aan om de instellingen op te slaan.
Faxconfiguratie op afstand Behalve op het bedieningspaneel van het product kunt u de faxmodule ook op afstand configureren met verschillende softwarehulpprogramma's. Omdat het product over een geïntegreerde webserver (EWS) beschikt, kunt u de faxmodule via het web configureren in een webbrowser of met het programma HP Web Jetadmin (WJA). U kunt de faxaccessoire tevens configureren via het netwerk met een netwerk-pc waarop het configuratieprogramma HP MFP Digital Sending Software (DSS) is geïnstalleerd.
Self Help and Documentation (Zelfstandige help en documentatie) op www.hp.com/go/ webjetadmin voor meer informatie over deze functie. HP MFP Digital Sending Software Configuration Utility U krijgt als volgt toegang tot de MFP-instellingen voor de analoge fax via het DSSconfiguratieprogramma. 1. Start het programma (op de computer of de server) om het hoofdscherm te openen. 2. Selecteer het product en klik op de knop Configure MFP (MFP configureren) in het hoofdscherm.
Faxinstellingen De volgende secties beschrijven de verschillende instellingen voor het verzenden en ontvangen van faxen.
Kiesmodus instellen Met de kiesmodus bepaalt u het type kiestoon dat wordt gebruikt: toonkiezen (telefoons met druktoetsen) of pulskiezen (telefoons met draaischijf). U stelt de kiesmodus als volgt in: 1. Ga in het beginscherm naar de knop Beheer en raak deze aan. 2. Open de volgende menu's: ● Faxinstellingen ● Instellingen faxverzending ● Faxverzending instellen ● Kiesinstellingen voor fax 3.
OPMERKING: Mogelijk verschijnt er een bericht op het bedieningpaneel dat het nummer opnieuw wordt gekozen, zelfs wanneer zowel Opnieuw kiezen bij bezet, Opnieuw kiezen bij geen antwoord als Opnieuw kiezen bij fout is uitgeschakeld. Dit gebeurt als de faxmodule een nummer kiest, verbinding maakt en de verbinding vervolgens onverwachts wordt afgebroken.
1. Ga in het beginscherm naar de knop Beheer en raak deze aan. 2. Open de volgende menu's: ● Faxinstellingen ● Instellingen faxverzending ● Faxverzending instellen ● Kiesinstellingen voor fax 3. Raak het tekstvak Opnieuw kiezen bij bezet aan om het toetsenblok weer te geven. 4. Voer een waarde in (0-9, standaard is 3) en raak vervolgens op de knop OK aan. 5. Raak de knop Opslaan aan.
● Faxverzending instellen ● Kiesinstellingen voor fax 3. Raak de instelling Kiestoon detecteren aan. Er verschijnt een vinkje naast de instelling Kiestoon detecteren als deze is ingeschakeld. De standaardinstelling is 'uitgeschakeld' (geen vinkje). 4. Raak de knop Opslaan aan om de optie voor het detecteren van de kiestoon in te schakelen.
1. Ga in het beginscherm naar de knop Beheer en raak deze aan. 2. Open de volgende menu's: ● Faxinstellingen ● Instellingen faxverzending ● Faxverzending instellen ● Algemene instellingen faxverzending 3. Raak het selectievakje Bevestiging faxnummer aan om de optie voor het bevestigen van het faxnummer in te schakelen. 4. Raak de knop Opslaan aan. Pc-faxverzending inschakelen Met de functie Pc-faxverzending kunt u faxen verzenden vanaf een computer. Deze functie is standaard ingeschakeld.
● Faxverzending instellen ● Algemene instellingen faxverzending 3. Raak in het gedeelte Faxkopregel de optie Vooraan toevoegen (standaard) of Overlay aan om de richting van het faxhoofd in te stellen. 4. Raak de knop Opslaan aan. De foutcorrectiemodus instellen Normaal gesproken worden de signalen op de telefoonlijn tijdens het verzenden of ontvangen van een fax gecontroleerd door de faxmodule.
● melding ● Afdrukstand inhoud ● Formaat origineel ● afbeelding aanpassen ● optimaliseren, tekst/afbeelding ● Taak creëren ● Lege pagina's overslaan OPMERKING: De standaardtaakopties gelden voor alle faxmethoden: analoog, LAN en internet. Voorbeeld van afbeelding 1. Ga in het beginscherm naar de knop Beheer en raak deze aan. 2. Open de volgende menu's: 3. 4.
OPMERKING: De resolutie-instellingen voor LAN-faxen verschillen per leverancier en kunnen afwijken van de instellingen hieronder. 1. Ga in het beginscherm naar de knop Beheer en raak deze aan. 2. Open de volgende menu's: 3. 4. ● Faxinstellingen ● Instellingen faxverzending ● Standaard taakopties ● Resolutie Selecteer een van de volgende resolutie-instellingen: ● Standaard (100 x 200 dpi) (standaard) ● Fijn (200 x 200 dpi) ● Extra fijn (300 x 300 dpi) Raak de knop Opslaan aan.
3. ● Faxinstellingen ● Instellingen faxverzending ● Standaard taakopties ● Waarschuwing Selecteer een van de volgende waarschuwingsinstellingen: ● Niet waarschuwen (standaard) ● Waarschuwen als taak is voltooid ● Alleen waarschuwen als taak is mislukt 4. Selecteer de optie Afdrukken om een waarschuwingsbericht af te drukken of selecteer E-mail om een waarschuwingsbericht via e-mail te ontvangen. 5.
Formaat origineel Met de functie Formaat origineel kunt u het formaat van de faxinhoud laten overeenkomen met het formaat van het originele document. 1. Ga in het beginscherm naar de knop Beheer en raak deze aan. 2. Open de volgende menu's: 3. 4.
● Faxinstellingen ● Instellingen faxverzending ● Standaard taakopties ● Afbeelding aanpassen 3. Raak de knoppen Lichter of Donker aan als u de instelling Donkerheid wilt aanpassen. 4. Raak de knoppen Minder of Meer aan als u de instellingen Contrast, Achtergrond opruimen of Scherpte wilt aanpassen. 5. Raak de knop Opslaan aan. OPMERKING: Raak de knop Standaard aan als u de fabrieksinstelling voor scherpte wilt herstellen.
3. 4. ● Faxinstellingen ● Instellingen faxverzending ● Standaard taakopties ● Taak creëren Selecteer een van de volgende opties: ● Taak creëren uit (standaard) ● Taak creëren aan Raak de knop Opslaan aan. Lege pagina's weglaten Met de functie Lege pagina's weglaten kunt u voorkomen dat lege pagina's in een fax worden afgedrukt. 1. Ga in het beginscherm naar de knop Beheer en raak deze aan. 2. Open de volgende menu's: 3. 4.
3. ● Faxinstellingen ● Instellingen faxverzending ● Faxverzending instellen ● Factuurcodes Raak de functie Verrekeningscodes inschakelen aan om factuurcodes in te schakelen. OPMERKING: Om het gebruik van factuurcodes uit te schakelen, schakelt u het selectievakje bij de functie Verrekeningscodes inschakelen uit. Vervolgens raakt u de knop Opslaan aan en slaat u de overige stappen over.
3. 4. ● Faxinstellingen ● Instellingen faxontvangst ● Faxontvangst instellen Raak de vervolgkeuzelijst Belvolume aan en selecteer een van de volgende instellingen voor het belvolume: ● Uit ● Laag (standaard) ● Hoog Raak de knop Opslaan aan om de instelling voor het belvolume op te slaan. Aantal belsignalen instellen Met de instelling voor het aantal belsignalen bepaalt u het aantal keren dat de telefoon overgaat voordat een gesprek wordt beantwoord door de faxmodule.
4. ● Snel — v.34/max. 33.600 bps (standaard) ● Gemiddeld — v.17/max. 14.400 bps ● Langzaam — v.29/max. 9600 bps Raak de knop Opslaan aan. Het beltooninterval instellen 1. Ga in het beginscherm naar de knop Beheer en raak deze aan. 2. Open de volgende menu's: ● Faxinstellingen ● Instellingen faxontvangst ● Faxontvangst instellen 3. Raak het tekstvak in het gedeelte Beltooninterval aan om het toetsenblok weer te geven. 4.
● Scherpte aanpassen ● Randen wissen ● Automatische kleurdetectie ● Pagina automatisch bijsnijden ● Automatische afdrukstand afbeelding ● Automatisch aanpassen toon Scherpte aanpassen Pas de instelling Scherpte aan om de afbeelding duidelijker te maken of te verzachten. Als u voor meer scherpte kiest, wordt de tekst bijvoorbeeld duidelijker weergegeven, en als u voor minder scherpte kiest, kunnen foto's vloeiender lijken. 1. Raak in het beginscherm de knop Fax aan. 2.
7. Raak de knop OK aan om de wijzigingen op te slaan. 8. Raak de knop Starten aan om te beginnen met scannen. Automatische kleurdetectie Met de functie Kleur/Zwart kunt u de kleurinstellingen instellen die het apparaat gebruikt voor scanafbeeldingen. De volgende opties zijn beschikbaar: Automatisch detecteren Het apparaat maakt voorbeelden van de afbeeldingen en bepaalt of de pagina's kleur bevatten. Als de pagina's kleur bevatten maakt het apparaat een kleurenafbeelding.
3. Raak onderaan de pagina de knop Meer opties aan. 4. Raak de knop Cropping options (Opties voor bijsnijden) aan. OPMERKING: Als de knop Cropping Options (Opties voor bijsnijden) niet op de eerste pagina met opties staat, raak dan de knop Meer opties aan om naar de volgende pagina te scrollen. 5. Selecteer de juiste optie voor bijsnijden: ● Bijsnijden naar papier: Het apparaat snijdt de afbeelding bij zodat deze overeenkomt met het papierformaat van het originele document.
3. Raak onderaan de pagina de knop Meer opties aan. 4. Raak de knop Afbeelding aanpassen aan. OPMERKING: Als de knop Afbeelding aanpassen niet op de eerste pagina met opties staat, raak dan de knop Meer opties aan om naar de volgende pagina te scrollen. 5. Raak het selectievak Automatic Tone (Automatische tint) aan om het te selecteren. 6. Raak de knop OK aan om de wijzigingen op te slaan. 7. Raak de knop Starten aan om te beginnen met scannen.
12. Raak de knop Opslaan aan om het faxafdrukschema op te slaan. 13. Raak de knop Opslaan aan om het faxafdrukschema in te schakelen. OPMERKING: Er kan slechts één faxafdrukschema per dag zijn ingeschakeld. Inkomende faxen blokkeren Met de instelling voor het blokkeren van faxen kunt u een lijst maken met telefoonnummers waarvan u geen faxen wilt ontvangen. Wanneer u vervolgens een fax ontvangt van een geblokkeerd telefoonnummer, wordt deze niet afgedrukt en wordt deze direct verwijderd uit het geheugen.
Standaard taakopties U kunt de volgende opties instellen: ● melding ● Ontvangen faxen stempelen ● Aanpassen aan pagina ● papierselectie ● Uitvoerbak ● Zijden OPMERKING: De standaardtaakopties gelden voor alle faxmethoden: analoog, LAN en internet. Waarschuwing Met deze instelling kunt u bepalen wanneer het faxbelrapport wordt afgedrukt voor ontvangen faxen. 1. Ga in het beginscherm naar de knop Beheer en raak deze aan. 2. Open de volgende menu's: 3.
Ontvangen faxen stempelen (inkomende faxen) Met de instelling voor het stempelen van ontvangen faxen kunt u opgeven of inkomende faxen moeten worden voorzien van een stempel of niet. Het stempel zorgt ervoor dat de datum en tijd van ontvangst, het telefoonnummer en het paginanummer worden afgedrukt op elke inkomende pagina. 1. Ga in het beginscherm naar de knop Beheer en raak deze aan. 2.
3. 4. ● Faxinstellingen ● Instellingen faxontvangst ● Standaard taakopties ● Papierselectie Selecteer een van de volgende opties: ● Automatisch (standaard) ● Lade 1 ● Lade 2 Raak de knop Opslaan aan. De functie Uitvoerlade instellen Met de functie Uitvoerlade kunt u instellen naar welke lade de fax wordt uitgevoerd. 1. Ga in het beginscherm naar de knop Beheer en raak deze aan. 2.
4. ● Enkelzijdige (standaard) ● Dubbelzijdige Raak de knop Opslaan aan. De papierlade instellen Met de instelling voor de papierlade selecteert u uit welke lade het papier moet worden gehaald voor het afdrukken van faxen. 1. Ga in het beginscherm naar de knop Beheer en raak deze aan. 2. Open de volgende menu's: ● Faxinstellingen ● Instellingen faxontvangst ● Standaard taakopties ● Papierselectie 3. Raak de naam aan van de lade die u wilt gebruiken voor ontvangen faxen. 4.
6. Selecteer een optie in de vervolgkeuzelijst Archive Destination (Archiefbestemming). OPMERKING: configureren. 7. Als u een e-mail wit archiveren moet u de informatie van de SMTP-server Klik onder aan de pagina op de knop Toepassen. Faxen doorsturen inschakelen 1. Open een webpagina en typ het IP-adres van het apparaat in de adresbalk. 2. Klik op het tabblad Fax wanneer de geïntegreerde webserver van HP opent. 3. Klik op de koppeling Archivering en doorsturen van faxen. 4.
114 3. Blader naar pagina 2. 4. Raak Faxpolling aan om het scherm Faxpolling te openen. 5. Raak het tekstvak aan om het toetsenbord weer te geven. 6. Voer het gewenste ontvangstnummer voor polling in met het toetsenblok en raak vervolgens Start aan. 7. Het opgegeven nummer wordt gekozen. Als er op het opgeroepen faxapparaat een fax wordt vastgehouden, wordt die fax naar het product gestuurd en afgedrukt.
Fax gebruiken Scherm met faxfuncties Met het scherm Faxfuncties kunt u faxen verzenden. U opent dit scherm door in het startscherm van de MFP op het pictogram Fax te drukken.
Als u Faxnummer aanraakt, wordt er een pop-upvenster weergegeven met de knop PIN-code. Hiermee kunt u speciale tekens tussen vierkante haken ([ ]) toevoegen om een pincode te verbergen. Verder bevat dit venster de knop Onderbreken om een komma toe te voegen voor een pauze van twee seconden. 1 OPMERKING: De PIN is voor het bellen van kaartnummers, niet voor de beveiliging van gefaxte documenten.
● [] ● () ● – ● + ● X ● P Als u een telefoonnummer invoert met het numerieke toetsenblok, moet u de Pauze-knop gebruiken om pauzes of andere benodigde nummers in te voegen, zoals een netnummer, een toegangsnummer voor nummers buiten een PBX-systeem (gewoonlijk een 9 of een 0) of een internationaal kengetal. U kunt een pauze van twee seconden invoegen door een komma (,) te typen. Als u hebt ingesteld dat het voorkiesnummer automatisch wordt gekozen, hoeft u het voorkiesnummer niet in te voeren.
3. Raak de knop Meer opties aan. Controleer of de instellingen overeenkomen met die van het origineel. Wanneer alle instellingen zijn voltooid, raakt u OK aan om terug te keren naar het scherm Fax. 4. Raak het vak Faxnummer aan om het toetsenblok weer te geven. 5. Gebruik het toetsenblok om een telefoonnummer in te voeren en raak vervolgens de knop OK aan. 6. Raak het pictogram Start aan om de fax te verzenden.
OPMERKING: Als u de unieke naam van het snelkiesnummer niet kent, typt u een letter in om een gedeelte van de lijst te selecteren. Om bijvoorbeeld snelkiesnamen te zien die beginnen met de letter N, typt u de letter N in. Als er geen overeenkomsten zijn, wordt er een bericht weergegeven voordat de zoekopdracht de vermelding laat zien die het dichtst bij de letter N zit. 1. Raak in het beginscherm de knop Fax aan. 2. Raak de knop Snelkiesnummers zoeken aan.
4. Raak de namen aan om deze te markeren en raak de pijl naar rechts aan om de gemarkeerde namen naar het gedeelte Faxontvangers te verplaatsen. 5. Raak knop OK aan om terug te keren naar het scherm Fax. 6. Raak de knop Start aan om de fax te verzenden. U kunt hiervoor de knop Start op het touchscreen aanraken of op de groene knop Start op het bedieningspaneel drukken. Een fax annuleren Verzending van huidige fax annuleren ▲ Raak in het scherm Status de knop Taak annuleren aan.
● Papierinvoerlade en uitvoerlade selecteren ● Faxen doorsturen naar een ander nummer ● Faxen van bepaalde nummers blokkeren ● Geplande faxafdrukken (geheugenblokkering) ● Meldingsinstellingen (HP Color LaserJet CM3530 MFP-serie) Snelkieslijsten maken of verwijderen Met de functie voor snelkiezen kunt u aan een nummer of een groep nummers een snelkiesnaam toekennen en vervolgens een fax verzenden naar het nummer of de groep nummers door de snelkiesnaam te selecteren.
6. Raak de pijl omlaag in het vak Snelkiesnaam aan om de vervolgkeuzelijst te openen. 7. Raak de optie Faxnummer aan. 8. Voer een faxnummer in voor het Snelkiesnaam. OPMERKING: Als u aanvullende faxnummers wilt invoeren voor een snelkiesnaam, raakt u het lege gedeelte van het scherm aan, rechts van het laatste faxnummer. Als de cursor wordt weergegeven, raakt u de toets aan om de cursor naar de volgende regel te verplaatsen. Herhaal deze stap voor alle nummers die u wilt invoeren voor de snelkiesnaam.
Een snelkiesnummerlijst verwijderen 1. Ga in het beginscherm naar de knop Fax en raak deze aan. 2. Raak de knop Snelkiesnummers aan om het scherm Snelkiezen te openen. 3. Selecteer een van de Snelkiesnummers in de lijst die u wilt verwijderen. 4. Raak de knop Verwijderen aan. 5. Raak de knop Ja aan om het verwijderen van de lijst met snelkiesnummers te bevestigen en terug te keren naar het scherm Fax.
Eén nummer verwijderen uit de snelkieslijst 1. Ga in het beginscherm naar de knop Fax en raak deze aan. 2. Raak de knop Snelkiesnummers aan om het scherm Snelkiezen te openen. 3. Raak het nummer voor Snelkiezen van de lijst aan om het toetsenbord weer te geven. 4. Raak de pijl omlaag in het vak Snelkiesnaam aan om de vervolgkeuzelijst te openen en raak vervolgens de optie Faxnummers aan. 5.
6. Raak knop OK aan om terug te keren naar het scherm Snelkiesnummers. 7. Raak knop OK aan om terug te keren naar het scherm Fax. Een nummer toevoegen aan een bestaande snelkieslijst 1. Ga in het beginscherm naar de knop Fax en raak deze aan. 2. Raak de knop Snelkiesnummers aan om het scherm Snelkiezen te openen. 3. Raak het nummer voor Snelkiezen aan van de lijst die u wilt wijzigen. 4. Raak de pijl omlaag in het vak Snelkiesnaam aan om de vervolgkeuzelijst te openen.
5. Raak de optie Faxnummers aan. 6. Als u een faxnummer wilt toevoegen voor een snelkiesnaam, raakt u het scherm rechts van het laatste getal van laatste faxnummer in de lijst aan. Als de cursor wordt weergegeven, raakt u de toets aan om de cursor naar de volgende regel te verplaatsen. Voer vervolgens het faxnummer in. 7. Raak knop OK aan om terug te keren naar het scherm Snelkiesnummers. 8. Raak knop OK aan om terug te keren naar het scherm Fax.
Faxactiviteitenlog Oproepen waarvan wordt aangenomen dat het gesprekken zijn worden standaard niet opgenomen in het faxactiviteitenlog. Alleen de laatste poging, als het maximale aantal herkiespogingen is uitgevoerd of de fax is verzonden, wordt opgenomen in het Faxactiviteitenlog. T.30-rapport Oproepen waarvan wordt aangenomen dat het gesprekken zijn geven geen aanleiding tot het afdrukken van een T.30-rapport. Alle herkiespogingen zorgen ervoor dat er een T.30-rapport wordt afgedrukt.
Fax gebruiken via VoIP-netwerken Bij de VoIP-technologie wordt het analoge telefoonsignaal omgezet in digitale bits. Deze worden vervolgens verzameld in pakketjes, die via internet worden verstuurd. De pakketjes worden na overdracht op of in de buurt van de bestemming weer omgezet in analoge signalen. De overdracht van de gegevens via internet is in digitale vorm in plaats van analoge.
Faxproblemen oplossen ● Is de fax juist ingesteld? ● Faxaccessoirestatus controleren ● De faxfunctie werkt niet ● Algemene faxproblemen ● Problemen bij het ontvangen van faxen ● Problemen met het verzenden van faxen ● Foutcodes ● Foutmeldingen op de fax ● Faxrapporten ● Instellingen service ● Firmware bijwerken Is de fax juist ingesteld? Gebruik de onderstaande controlelijst om de eventuele oorzaak van het faxprobleem te kunnen bepalen: ● Gebruikt u het telefoonsnoer van de faxmodule?
OPMERKING: De telefoonlijn moet worden gereserveerd voor faxgebruik door het product en mag niet met andere typen telefoonapparaten worden gedeeld. Denk bijvoorbeeld aan alarmsystemen die de telefoonlijn gebruiken om beveiligingsbedrijven te waarschuwen. ● PBX-systeem: een telefoonsysteem in een bedrijf. Standaardtelefoontoestellen voor thuis en de faxmodule maken gebruik van een analoog telefoonsignaal. Sommige PBX-systemen zijn digitaal en mogelijk niet geschikt voor de faxmodule.
Gebruikt u een berichtenservice van het telefoonbedrijf of een antwoordapparaat? Als de instelling voor het aantal beltonen voor de berichtenservice lager is dan voor de faxmodule, beantwoordt de berichtenservice het gesprek en de faxmodule kan geen faxberichten ontvangen. Als de instelling voor het aantal beltonen voor de faxmodule lager is dan voor de berichtenservice, beantwoordt de faxmodule alle gesprekken en worden er geen gesprekken doorgestuurd naar de berichtenservice.
De faxmodule heeft een storing. Plaats de faxmodulekaart opnieuw en controleer de kaart op verbogen pennen. Vervang de faxmodulekaart als de status BESCHADIGD blijft. Beschadigd/Aan/Uit1 1 AAN geeft aan dat de analoge faxmodule is ingeschakeld. UIT geeft aan dat de LAN-fax is ingeschakeld (en de analoge fax is uitgeschakeld). De faxfunctie werkt niet De faxmodule is geïnstalleerd maar op het hoofdscherm van het product wordt geen faxpictogram weergegeven.
Probleem Oorzaak Oplossing De afdrukkwaliteit van een foto is slecht of de foto wordt als een grijs vlak afgedrukt. De instelling bij de modus Inhoud pagina is onjuist. Probeer de optie Tekst/afbeelding optimaliseren in te stellen op Foto. De verzending van een fax kan niet worden geannuleerd door op de knop Annuleren te drukken.
Inkomende faxoproepen worden niet beantwoord door de faxmodule (geen fax herkend). Oorzaak Oplossing Mogelijk werkt de telefoonlijn niet. Koppel de faxmodule los van de telefoonaansluiting en sluit een telefoon aan. Probeer te bellen om te controleren of de telefoonlijn functioneert. Het kan zijn dat een voiceberichtenservice de beantwoording van gesprekken door de faxmodule onderbreekt. Voer een van de volgende handelingen uit: ● Sluit de berichtenservice af.
Er worden geen faxen afgedrukt op het product. Oorzaak Oplossing De toner in het product is bijna leeg of op. Het product stopt met afdrukken zodra de toner (bijna) op is. Alle ontvangen faxen worden opgeslagen in het geheugen en worden afgedrukt zodra de toner is vervangen. Raadpleeg voor overige afdrukproblemen de gebruikershandleiding van het product. De binnenkomende oproep is mogelijk een spraakoproep.
Probleem Oorzaak Oplossing Het ontvangende faxapparaat functioneert wellicht niet goed. Probeer de fax te verzenden naar een ander faxapparaat. Uw telefoonlijn is mogelijk buiten gebruik. Koppel de faxmodule los van de telefoonaansluiting en sluit een telefoon aan. Probeer te bellen om te controleren of de telefoonlijn functioneert. Uitgaande faxen worden steeds opnieuw gekozen.
Rapporten > Faxrapporten en Beheer > Probleemoplossing > Fax > Fax T.30-opsporing). De cijfercode wordt tussen haakjes weergegeven achter het tekstgedeelte van het bericht in de rapporten. Als er bijvoorbeeld een communicatiefout is opgetreden, staat op het display van het bedieningspaneel Fax mislukt: Communicatiefout. Dezelfde fout staat in het veld Resultaat van het faxactiviteitenrapport vermeld als Communicatiefout (17). In dit voorbeeld is de cijfercode die hoort bij deze communicatiefout ‘17’.
Faxverzendberichten Tabel 3-1 Faxverzendberichten Bericht Foutnr. Omschrijving Actie(s) Geannuleerd 0 De fax is door de gebruiker geannuleerd op het bedieningspaneel. Geen. Geslaagd n.v.t. Fax verzonden. Geen. Mislukt, bezet 0 Het ontvangende faxapparaat is bezet. De verzenden van de fax wordt automatisch opnieuw geprobeerd (indien ingesteld); probeer anders de fax later nog eens te verzenden. Geen antwoord 0 Het ontvangende faxapparaat beantwoordt de oproep niet.
Tabel 3-1 Faxverzendberichten (vervolg) NLWW Bericht Foutnr. Omschrijving Actie(s) Te weinig ruimte 0 Het faxbeeldbestand kan niet van/naar schijf worden gelezen/geschreven; wellicht is de schijf van het product beschadigd of is er geen ruimte meer op beschikbaar. Verzend de fax opnieuw; als de fout aanhoudt, neemt u contact op met de klantenservice. Paginafout 0 Incompatibele paginabreedte of de pagina had te veel beschadigde lijnen.
Faxontvangstberichten Tabel 3-2 Faxontvangstberichten 140 Bericht Foutnr. Omschrijving Actie(s) Geslaagd n.v.t. Fax goed ontvangen. Geen. Geblokkeerd n.v.t. De faxontvangst is geblokkeerd door het ontvangende faxapparaat met de functie voor nummerblokkering. Geen. Storing in modem Elke Onverwacht of ongeldig antwoord van de interne modem naar het product – er wordt bijvoorbeeld geprobeerd een fax te verzenden op het moment dat een fax binnenkomt.
Tabel 3-2 Faxontvangstberichten (vervolg) Bericht Foutnr. Omschrijving Actie(s) Poll Invalid 0 Met de polling-functie is geprobeerd een fax op te halen van een ander apparaat maar daar was geen fax beschikbaar. Neem contact op met de beheerder van het faxapparaat dat wordt gepolled en controleer of de fax beschikbaar is; probeer het opnieuw. Taak mislukt Elke Faxfout; dit omvat alle nietspecifieke fouten.
Faxactiviteitenlogboek Het Faxactiviteitenlog bevat de volgende gegevens: ● Informatie in het faxhoofd die is ingesteld op het product ● Taaknummers van alle faxtaken ● Datum en tijd van alle ontvangen, verzonden of mislukte faxen ● Het type faxtaak: verzenden of ontvangen ● Identificatiegegevens (telefoonnummer, indien beschikbaar) ● Duur (tijd dat telefoon van de haak is geweest) ● Aantal pagina's ● Resultaat (verzonden, in de wachtrij of mislukt, inclusief vermelding van het type fout en d
Rapport met snelkieslijst Een rapport met snelkieslijsten bevat een overzicht van de faxnummers die aan namen van snelkiesnummers zijn toegewezen. Faxoproeprapport Het Rapport Faxoproepen is een kort rapport waarin de status van de laatst ontvangen of verzonden fax wordt aangegeven. Het faxactiviteitenlogboek verwijderen U kunt het Faxactiviteitenlog als volgt wissen. 1. Raak op het bedieningspaneel het pictogram Beheer aan. 2. Open de volgende menu's: 3.
V34: Deze instelling heeft twee waarden (Normaal en Uit) die de modemsnelheid bepalen. Met de instelling Normaal kan de modem een keuze maken (onderhandelen met de andere modem) tussen een van de ondersteunde modemsnelheden tot maximaal 33.600 bps. Bij de instelling Uit wordt de maximale modemsnelheid op 14.400 bps ingesteld. Deze instelling blijft zo tenzij deze wordt gewijzigd. Luidsprekermodus: Deze service-instelling heeft twee modi, Normaal en Diagnostiek.
A NLWW Service en ondersteuning ● Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard ● Klantenondersteuning 145
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard HP PRODUCT DUUR VAN DE BEPERKTE GARANTIE HP LaserJet analoog faxaccessoire 500 1 jaar HP garandeert u, de eindgebruiker en klant, dat de HP-hardware en -accessoires vanaf de datum van aankoop voor de duur van bovengenoemde garantieperiode vrij zullen zijn van materiaal- en constructiefouten. Indien HP gedurende de garantieperiode van dergelijke defecten in kennis wordt gesteld, zal HP de defecte producten naar eigen goeddunken laten repareren of vervangen.
AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR HET KWIJTRAKEN VAN GEGEVENS, DIRECTE, SPECIALE OF INCIDENTELE SCHADE, GEVOLGSCHADE (WAARONDER INKOMSTENDERVING EN GEGEVENSVERLIES) NOCH VOOR ANDERE SCHADE, ONGEACHT OF DEZE SCHADE VOORTVLOEIT UIT EEN CONTRACT, ONRECHTMATIGE DAAD OF ANDERSZINS. Sommige landen/ regio's, staten of provincies staan beperking van een geïmpliceerde garantie niet toe, waardoor de bovenstaande beperking of uitsluiting misschien niet op u van toepassing is.
148 Bijlage A Service en ondersteuning NLWW
B NLWW Specificaties ● Productspecificaties faxmodule ● Vervangbare onderdelen en accessoires 149
Productspecificaties faxmodule Omgevingsspecificaties Bedrijfsomgeving ● Temperatuur: 10° C tot 32,5° C ● Relatieve vochtigheid: 20 tot 80 procent (zonder condensatie) ● Temperatuur: -20° C tot 40° C ● Relatieve vochtigheid: minder dan 95 procent (zonder condensatie) Faxcompatibiliteit ● CCIT/ITU-T groep 3, EIA/TIA klasse 1, klasse 2.1 Telefoonaansluiting ● RJ11 Compressiemethoden ● MH, MR, MMR en JBIG Ondersteunde overdrachtssnelheden en normen ● V.17 bij 14.400, 12.000, 9.600, 7.
Vervangbare onderdelen en accessoires Neem contact op met de verkoper of de Hewlett-Packard-dealer voor vervangbare onderdelen voor de faxmodule.
152 Bijlage B Specificaties NLWW
C NLWW Informatie over voorschriften ● Milieuvriendelijke producten ● Conformiteitsverklaring ● FCC-voorschriften ● Additional FCC statement for telecom products (US) ● Markering Japanse telecom ● Wet op de bescherming van de telefoongebruiker (VS) ● Canadese DOC-voorschriften ● Industry Canada CS-03 requirements ● EU-verklaring voor telecom ● New Zealand Telecom Statements ● EMI-verklaring (Taiwan) ● VCCI-verklaring (Japan) ● EMC-verklaring (China) ● EMC-verklaring (Korea) ●
Milieuvriendelijke producten Milieubescherming Hewlett-Packard Company spant zich in om op milieuvriendelijke wijze kwalitatief hoogstaande producten te leveren. Het ontwerp van dit product bevat dan ook diverse kenmerken die de effecten op het milieu beperken. Plastic onderdelen Plastic onderdelen van meer dan 25 gram zijn volgens internationale normen gemarkeerd, waardoor aan het einde van de levensduur van het product beter kan worden bepaald hoe de plastics moeten worden afgevoerd.
Conformiteitsverklaring Conformiteitsverklaring overeenkomstig ISO/IEC 17050–1 en EN 17050–1: DoC# BOISB-0703-00-rel.12.0 Naam fabrikant: Hewlett-Packard Company Adres fabrikant: 11311 Chinden Boulevard Boise, Idaho 83714-1021, V.S. verklaart dat het product Productnaam: HP Analoge faxmodule 500 Regelgevend modelnummer:2) BOISB-0703-00 Productopties: Alles Tonerpatronen/afbeeldingsdrum: N.v.t.
Conformiteitsverklaring overeenkomstig ISO/IEC 17050–1 en EN 17050–1: DoC# BOISB-0703-00-rel.12.0 Neem alleen voor onderwerpen met betrekking op regelgeving contact op met: Contactadres in Europa: Uw plaatselijke verkoop- en servicekantoor van Hewlett-Packard of Hewlett-Packard GmbH, HQ-TRE, Herrenberger Straße 140, 71034 Böblingen, Duitsland http://www.hp.
FCC-voorschriften Deze apparatuur is getest en in overeenstemming bevonden met de beperkingen voor een elektronisch apparaat van Klasse A, conform Deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze beperkingen zijn in het leven geroepen om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke storingen wanneer de apparatuur in een commerciële omgeving wordt gebruikt. Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentieenergie en kan deze uitstralen.
Additional FCC statement for telecom products (US) This equipment complies with Part 68 of the FCC rules and the requirements adopted by the ACTA. On the back of this equipment is a label that contains, among other information, a product identifier in the format US:AAAEQ##TXXXX. If requested, this number must be provided to the telephone company. The REN is used to determine the quantity of devices, which may be connected to the telephone line.
Wet op de bescherming van de telefoongebruiker (VS) The Telephone Consumer Protection Act of 1991 makes it unlawful for any person to use a computer or other electronic device, including fax machines, to send any message unless such message clearly contains, in a margin at the top or bottom of each transmitted page or on the first page of the transmission, the date and time it is sent and an identification of the business, other entity, or individual sending the message and the telephone number of the sendi
Canadese DOC-voorschriften Complies with Canadian EMC Class A requirements. « Conforme à la classe A des normes canadiennes de compatibilité électromagnétiques. « CEM ». » Industry Canada CS-03 requirements Notice: The Industry Canada label identifies certified equipment. This certification means the equipment meets certain telecommunications network protective, operational, and safety requirements as prescribed in the appropriate Terminal Equipment Technical Requirement document(s).
EU-verklaring voor telecom Dit product is bedoeld voor aansluiting op het analoge PSTN (publiek geschakelde telefoonnetwerk) van landen/regio’s in de EER (Europese Economische Ruimte). Het product voldoet aan de vereisten van de Europese R&TTE-richtlijn 1999/5/EC (Annex II) en is dienovereenkomstig voorzien van de CE-conformiteitsmarkering. Zie de conformiteitsverklaring van de fabrikant elders in deze handleiding voor meer bijzonderheden.
New Zealand Telecom Statements The grant of a Telepermit for any item of terminal equipment indicates only that Telecom has accepted that the item complies with minimum conditions for connection to its network. It indicates no endorsement of the product by Telecom, nor does it provide any sort of warranty.
EMI-verklaring (Taiwan) VCCI-verklaring (Japan) EMC-verklaring (China) NLWW EMI-verklaring (Taiwan) 163
EMC-verklaring (Korea) 164 Bijlage C Informatie over voorschriften NLWW
Tabel met chemicaliën (China) NLWW Tabel met chemicaliën (China) 165
166 Bijlage C Informatie over voorschriften NLWW
Index algemene instellingen faxverzending 19 archiveren faxen 33 B bedrijfsnaam 13 beeldcorrectie 26, 98 beveiligde instellingen 44 bevestiging faxnummer 20, 92 browser, web configuratie op afstand 14, 86 A aanbieden van afval 154 aan pagina aanpassen 32, 110 aantal belsignalen 102 accessoires 151 achtergrondinstelling gekleurd papier kopiëren 21 verwijderen van verzonden faxen 21 activiteitenlogboek 57, 142 afbeeldginsverwerking scherpte 104 afbeeldingsverwerking afdrukstand afbeelding 106 instellingen 1
faxinstellingen verzenden kiesvolume 88 faxinstellingen zijden instellen 111 faxkoptekst 13 faxmodule-installatie 64, 67, 71, 75 fax ontvangen 120 faxpolling 31, 113 faxwaarschuwing 24, 32 fax waarschuwing 96 FCC-voorschriften 157 firmware bijwerken 61, 144 formaat origineel 25, 98 foto's, lage kwaliteit 37, 116 fout codes 51, 136 foutcorrectiemodus instellingen 22, 94 functies, omschrijving 3 G garantie product 145, 146 geheugen, faxen opslaan en verwijderen 37, 116 geheugenvergrendeling inschakelen 127 pi
opnieuw kiezen bij bezet 90 opnieuw kiezen bij fout 90 opnieuw kiezen bij geen antwoord 91 snelheid 89 taak creëren 99 tekst/afbeelding 99 voorkiesnummer 92 instelling voor donker/licht voor verzonden faxen 21 instelling voor licht/donker voor verzonden faxen 21 invoerproblemen 47, 132 lijst met geblokkeerde faxberichten 59, 142 rapport met snelkieslijst 59, 143 log-/rapportgegevens verwijderen 58 log/rapport verwijderen 143 J JBIG compressie instelling 20 N niet geconfigureerd 11, 82 K kiesinterval, in
telefoonlijn, faxaccessoire aansluiten op 11 telefoonnummer 13 tip 2 trage ontvangst fax 49, 133 trage verzending fax 48, 135 V VCCI-verklaring voor Japan 163 verbinden met een modem 82 vereiste instellingen land/regio 11, 82 vergrendelde faxen afdrukken 127 vervangbare onderdelen 151 verwerken, einde van levensduur 154 verzendsnelheid fax 89 VoIP 45, 128 volume belsignaal 28 voorbeeld van afbeelding 95 voorkiesnummer 92 automatisch kiezen 19 instelling 19 voorzichtig 2 W waarschuwing 2 waarschuwingsinstell
© 2011 Hewlett-Packard Development Company, L.P. www.hp.