User Manual - Windows 7

Draaien (alleen bepaalde modellen)
U kunt met uw vingers items zoals foto's draaien.
Fixeer de wijsvinger van uw linkerhand in de TouchPad-zone. Gebruik vervolgens de wijsvinger
van uw rechterhand om een draaiende beweging te maken van twaalf uur naar drie uur. Voor
een omgekeerde draaiing beweegt u uw rechterwijsvinger van drie uur naar twaalf uur.
Toetsenbord gebruiken
Met het toetsenbord en de muis kunt u typen en dezelfde functies uitvoeren als bij het gebruik van
aanraakbewegingen. Via het toetsenbord kunt u met de actietoetsen en hotkeys ook specifieke
functies uitvoeren.
OPMERKING: Afhankelijk van het land of de regio waarin u woont, is het mogelijk dat uw
toetsenbord andere toetsen en toetsenbordfuncties heeft dan de toetsen en functies die in dit
gedeelte worden beschreven.
Sneltoetsen herkennen
Een hotkey is een combinatie van de fn-toets (1) en ofwel de esc-toets (2) of een van de
functietoetsen (3).
U gebruikt een hotkey als volgt:
Druk kort op fn en druk vervolgens kort op de tweede toets van de sneltoetscombinatie.
Sneltoetscombinatie Beschrijving
fn+esc Hiermee geeft u systeeminformatie weer.
fn+f2 Hiermee kunt u het touchpad in- en uitschakelen.
fn+f3 Activeert de slaapstand waarbij uw informatie in het systeemgeheugen wordt opgeslagen. Het
beeldscherm en andere systeemonderdelen worden uitgeschakeld en de energiebesparingsmodus
wordt geactiveerd.
Als u de slaapstand wilt beëindigen, drukt u kort op de aan/uit-knop.
VOORZICHTIG: sla uw werk op voordat u de slaapstand activeert, om het risico van
gegevensverlies te beperken.
fn+f4 Hiermee schakelt u tussen de weergaveapparaten die op het systeem zijn aangesloten. Als
bijvoorbeeld een monitor op de computer is aangesloten via het optionele dockingapparaat, wordt
de weergave iedere keer dat u op fn+f4 drukt, overgeschakeld tussen het scherm van de computer
en de monitor, en zowel het computerscherm als de monitor tegelijk.
24 Hoofdstuk 4 Navigeren met het toetsenbord, aanraakbewegingen en aanwijsapparaten