User manual - Ubuntu
U sluit als volgt een monitor of projector aan:
1. Sluit de VGA-kabel van de monitor of projector aan op de VGA-poort van de computer, zoals 
aangegeven in de afbeelding.
2. Druk op f4 om te schakelen tussen vier weergavestatussen:
OPMERKING: Afhankelijk van uw model kan de functietoets voor deze bewerking variëren.
●
Alleen laptopweergave: hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het beeldscherm 
van de computer.
●
De spiegel geeft weer: beeld gelijktijdig weergeven op 
zowel
 de computer als het externe 
apparaat.
●
Uitspreiden: beeld uitgespreid weergeven op 
zowel
 de computer als het externe apparaat;
●
Alleen externe monitor: hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het externe 
apparaat.
Telkens wanneer u op f4 drukt, verandert de weergavetoestand.
Als de externe monitor niet wordt gedetecteerd nadat u op f4 heeft gedrukt, gaat u als volgt te werk:
1. Klik op het pictogram System menu (Systeemmenu) aan de rechterkant van het bovenste 
paneel en klik vervolgens op Displays (Beeldschermen).
2. Klik op de knop Detect Displays (Beeldschermen detecteren).
3. Schuif de schuifknop On/Off (Aan/Uit) onder de beeldschermindeling naar On (Aan). Als de 
standaardmonitor niet wordt gedetecteerd, stelt u de resolutie en de vernieuwingsfrequentie in 
op basis van de specificaties van de externe monitor. Wijzig desgewenst de draaistand. Als het 
beeld op het beeldscherm in spiegelbeeld moet worden weergegeven, schakelt u het 
selectievakje Mirror Displays (Beeldschermen spiegelen) in.
4. Nadat de instellingen zijn geconfigureerd, klikt u op Apply (Toepassen) en vervolgens op OK.
12 Hoofdstuk 3 Entertainmentvoorzieningen gebruiken










