Gebruikershandleiding
© Copyright 2012 - 2014 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Bluetooth is een handelsmerk van de desbetreffende eigenaar en wordt door Hewlett-Packard Company onder licentie gebruikt. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend.
Kennisgeving aangaande de veiligheid WAARSCHUWING! Werk niet met de computer op uw schoot en blokkeer de ventilatieopeningen van de computer niet, om de kans op brandwonden of oververhitting van de computer te verkleinen. Gebruik de computer alleen op een stevige, vlakke ondergrond. Zorg dat de luchtcirculatie niet wordt geblokkeerd door een voorwerp van hard materiaal, zoals een optionele printer naast de computer, of een voorwerp van zacht materiaal, zoals een kussen, een kleed of kleding.
iv Kennisgeving aangaande de veiligheid
Inhoudsopgave 1 Direct aan de slag ............................................................................................................................................. 1 Aanbevolen procedures ....................................................................................................................... 1 Leuk om te doen ................................................................................................................................... 1 Meer hulpmiddelen van HP ..............
4 Toetsenbord en aanwijsapparaten gebruiken ................................................................................................. 16 Actietoetsen gebruiken ....................................................................................................................... 16 Touchpad gebruiken ........................................................................................................................... 17 Navigeren .................................................................
6 Gegevens beheren en delen .......................................................................................................................... 29 USB-apparaat gebruiken .................................................................................................................... 29 USB-apparaat aansluiten ................................................................................................... 30 USB-apparaat verwijderen ...............................................................
9 Het gebruik van de Setup Utility (BIOS) en HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) ......................................... 44 Setup Utility starten ............................................................................................................................ 44 Setup Utility gebruiken ....................................................................................................................... 44 Taal van Setup Utility wijzigen ...........................................................
1 Direct aan de slag BELANGRIJK: Enkele functies die op andere besturingssystemen beschikbaar zijn, worden niet ondersteund door het op deze computer geïnstalleerde Ubuntu-besturingssysteem. Ubuntu ondersteunt bijvoorbeeld mogelijk niet omschakelbare of duale afbeeldingen, aanraakschermen, WWAN, vingerafdruklezers, Blu-ray, Trusted Platform Module, GPS en stations als M.2 SSD en mSATA. Ubuntu ondersteunt Bluetooth ook niet volledig.
Meer hulpmiddelen van HP U heeft Installatie-instructies al gebruikt om de computer in te schakelen en deze handleiding op te zoeken. Gebruik de volgende tabel voor productinformatie, instructies en meer. Bron Inhoud Installatie-instructies ● Overzicht van installatie en voorzieningen van de computer. Handleiding Ubuntu-bureaublad ● Een breed aanbod van informatie over procedures en tips voor het oplossen van problemen.
Hardware- en softwaregegevens opzoeken 1. Klik op het pictogram System menu (Systeemmenu) aan de rechterkant van het bovenste paneel en klik vervolgens op System Settings (Systeeminstellingen). 2. Selecteer het pictogram Details in het gedeelte System (Systeem). In het overzicht worden alle apparaten weergegeven die op uw computer zijn geïnstalleerd, waaronder de optische-schijfeenheden, SSD's (Solid-State Drives) of een secundaire vaste schijf.
2 Verbinding maken met een netwerk U kunt de computer meenemen waar u ook naar toe gaat. Maar ook thuis kunt u de wereld verkennen en de informatie van miljoenen websites ontsluiten met de computer en een bekabelde of draadloze netwerkverbinding. In dit hoofdstuk vindt u informatie over hoe u met die wereld in contact komt. Verbinding maken met een draadloos netwerk Met technologie voor draadloze communicatie worden gegevens niet via kabels maar via radiogolven doorgegeven.
Knop voor draadloze communicatie gebruiken Afhankelijk van uw model kan de computer beschikken over een knop voor draadloze communicatie, een of meer apparaten voor draadloze communicatie en één of meer lampjes voor draadloze communicatie. Standaard zijn alle apparaten voor draadloze communicatie geactiveerd en brandt het lampje voor draadloze communicatie (wit) wanneer u de computer aanzet.
Gebruikmaken van een internetprovider Als u thuis verbinding wilt maken met internet, is een account bij een internetprovider vereist. Neem contact op met een lokale internetprovider voor het aanschaffen van een internetservice en een modem. De internetprovider helpt u bij het instellen van het modem, het installeren van een netwerkkabel waarmee u de computer met voorzieningen voor draadloze communicatie aansluit op het modem, en het testen van de internetservice.
Draadloos netwerk installeren Als u een draadloos netwerk wilt installeren en verbinding wilt maken met internet, heeft u de volgende apparatuur nodig: ● een breedbandmodem (DSL- of kabelmodem) (1) en een internetservice met hoge snelheid via een abonnement bij een internetprovider; ● een (afzonderlijk aan te schaffen) draadloze router (2); ● een computer met voorzieningen voor draadloze communicatie (3). OPMERKING: sommige modems hebben een ingebouwde draadloze router.
types. Ubuntu omvat geen firewallsoftware, maar u kunt Gufw downloaden, een gratis firewallprogramma dat Ubuntu biedt. Voor informatie over het downloaden en installeren van Gufw raadpleegt u Firewallsoftware gebruiken op pagina 42. ● Gebruik codering voor draadloze communicatie. Codering voor draadloze communicatie maakt gebruik van beveiligingsinstellingen om gegevens die via het netwerk worden verzonden te versleutelen en ontsleutelen.
Bluetooth-apparaten maken peer-to-peer-communicatie mogelijk, waardoor u een PAN (Personal Area Network - persoonlijk netwerk) van Bluetooth-apparaten kunt instellen. Voor meer informatie over de configuratie en het gebruik van Bluetooth-apparaten raadpleegt u de helpfunctie bij de Bluetooth-software. Verbinding maken met een bekabeld netwerk Voor aansluiting op een bekabeld lokaal netwerk heeft u een 8-pins RJ-45-netwerkkabel nodig.
3 Entertainmentvoorzieningen gebruiken Gebruik uw HP computer als entertainmentcentrum voor het leggen van sociale contacten met uw webcam, het genieten en beheren van uw muziek en het downloaden en bekijken van films. Of sluit externe apparaten zoals monitoren, projectoren, televisietoestellen, luidsprekers, hoofdtelefoons en op bepaalde modellen high-definitionapparaten aan om van uw computer een nog krachtiger entertainmentcentrum te maken.
Geluid controleren U controleert het systeemgeluid van de computer als volgt: 1. Klik op het pictogram System menu (Systeemmenu) aan de rechterkant van de bovenkant van het paneel en klik vervolgens op het pictogram System Settings (Systeeminstellingen) > Sound (Geluid). 2. Klik op het tabblad Sound Effects (Geluidseffecten) en selecteer een van de geluidsopties onder Choose an alert sound (Kies een waarschuwingsgeluid) om elk geluid te testen.
U sluit als volgt een monitor of projector aan: 1. Sluit de VGA-kabel van de monitor of projector aan op de VGA-poort van de computer, zoals aangegeven in de afbeelding. 2. Druk op f4 om te schakelen tussen vier weergavestatussen: OPMERKING: Afhankelijk van uw model kan de functietoets voor deze bewerking variëren. ● Alleen laptopweergave: hiermee wordt het beeld alleen weergegeven op het beeldscherm van de computer.
DisplayPort Via de DisplayPort sluit u de computer aan op een video- of audioapparaat, zoals een high-definition televisietoestel of op andere compatibele digitale apparatuur of audioapparatuur. De DisplayPort levert betere prestaties dan de VGA-externemonitorpoort en zorgt voor betere digitale aansluitmogelijkheden. OPMERKING: als u video- en/of audiosignalen wilt verzenden via de DisplayPort, heeft u een (afzonderlijk aan te schaffen) DisplayPort-kabel nodig.
HDMI-tv of -monitor aansluiten Om het computerbeeld weer te geven op een high-definition-tv of -monitor, sluit u het highdefinitionapparaat aan volgens de onderstaande instructies. Om een HDMI-apparaat op de computer aan te sluiten, hebt u een apart aan te schaffen HDMI-kabel nodig. OPMERKING: Pas de schermresolutie van het externe apparaat aan, vooral als u kiest voor de optie “Uitspreiden”.
1. Klik op het pictogram Sound menu (Geluidmenu) aan de rechterkant van het bovenste paneel en klik vervolgens op Sound Settings (Geluidsinstellingen). 2. Klik op het tabblad Output (Uitvoer) op Internal Audio Digital Stereo (HDMI) (Interne audio digitale stereo (HDMI)). 3. Sluit het venster Geluid. Ga als volgt te werk om de audiostream weer via de luidsprekers van de computer af te spelen: 1.
4 Toetsenbord en aanwijsapparaten gebruiken Op uw computer kunt u met een toetsenbord en een aanwijsapparaat gemakkelijk navigeren op het scherm. Bepaalde modellen hebben tevens actietoetsen of hotkeys voor de uitvoering van veelvoorkomende taken. Met het touchpad voert u functies op het scherm uit op dezelfde manier als u zou doen met een externe muis. De voorzieningen voor het aanwijsapparaat bekijken en voorkeursinstellingen selecteren. 1.
Pictogram Beschrijving Zolang u deze toets ingedrukt houdt, wordt de helderheid van het scherm steeds verder verhoogd. Hiermee schakelt u tussen de weergaveapparaten die op het systeem zijn aangesloten. Als bijvoorbeeld een monitor op de computer is aangesloten, wordt iedere keer dat u op deze toets drukt, geschakeld tussen weergave op het scherm van de computer, weergave op de monitor en gelijktijdige weergave op het computerscherm en de monitor.
Navigeren Als u de schermaanwijzer wilt verplaatsen, schuift u een vinger over het touchpad in de richting waarin u de aanwijzer wilt bewegen. Klikken op, dubbelklikken op en slepen met uw TouchPad: 1. Klik op het pictogram System menu (Systeemmenu) aan de rechterkant van de bovenkant van het paneel en klik vervolgens op het tabblad System Settings (Systeeminstellingen) > Mouse and Touchpad (Muis en Touchpad). 2. Selecteer de beweging die u wilt in- of uitschakelen. 3.
Touchpadbewegingen gebruiken Om bewegingen met het TouchPad te gebruiken, plaatst u twee vingers gelijktijdig op het TouchPad of gebruikt u de randen van het TouchPad. OPMERKING: Bewegingen met het TouchPad worden niet in alle programma's ondersteund.
Horizontaal schuiven Horizontaal schuiven kan worden gebruikt om op een pagina of in een afbeelding omhoog, omlaag of opzij te bewegen. U schuift als volgt: plaats twee vingers iets uit elkaar op het touchpad en schuif ze over het touchpad in een beweging omhoog, omlaag, naar links of naar rechts. Langs de rand schuiven Met langs de rand schuiven kunt u met de rand van het touchpad schuiven.
5 Energiebeheer De computer kan werken op accuvoeding of een externe netvoedingsbron. Wanneer de computer op accuvoeding werkt en er geen netvoedingsbron is om de accu op te laden, is het van belang om de acculading te bewaken en op peil te houden. Computer uitschakelen VOORZICHTIG: Wanneer u de computer uitschakelt, gaat alle informatie verloren die u niet heeft opgeslagen.
of als de acculading een kritiek laag niveau bereikt terwijl de pauzestand is geactiveerd, wordt de slaapstand geactiveerd. Als de slaapstand is geactiveerd, wordt uw werk opgeslagen in een slaapstandbestand op de vaste schijf en wordt de computer uitgeschakeld. Als de hybride slaapstand is geactiveerd, wordt de status van uw computer, inclusief uw werk, tegelijkertijd in het geheugen en op de vaste schijf opgeslagen. Als u de hybride slaapstand afsluit, hervat de computer de vorige status.
U beëindigt de sluimerstand als volgt: ▲ Druk kort op de aan/uit-knop. Als de slaapstand wordt beëindigd, gaan de aan/uit-lampjes branden en verschijnt uw werk op het punt waar u was gestopt met werken. Pictogram Voeding gebruiken Het pictogram Power (Voeding) bevindt zich in de map Systeeminstellingen. Via het pictogram Power (Voeding) heeft u toegang tot de instellingen voor energiebeheer, kunt u de acculading bekijken en kunt u een ander energiebeheerschema selecteren.
automatisch verlaagd om accuvoeding te besparen. Een accu in de computer wordt langzaam ontladen wanneer de computer is uitgeschakeld en niet is aangesloten op een externe voedingsbron. De werktijd van de accu van een computer kan verschillen, afhankelijk van de instellingen voor energiebeheer, geopende programma's, de helderheid van het beeldscherm, externe apparatuur die op de computer is aangesloten en andere factoren.
OPMERKING: als de computer is ingeschakeld wanneer de accu wordt opgeladen, is het mogelijk dat de accumeter in het systeemvak aangeeft dat de accu voor 100 procent is opgeladen, terwijl dit nog niet het geval is. ● Laad de accu pas op wanneer deze door normaal gebruik is ontladen tot ongeveer vijf procent van de volledige lading. ● Als de accu één maand of langer niet is gebruikt, is het noodzakelijk de accu te kalibreren in plaats van op te laden.
Problemen met lage acculading verhelpen Problemen met lage acculading verhelpen wanneer een externe voedingsbron beschikbaar is ▲ Sluit een van de volgende apparaten aan: ● netvoedingsadapter; ● optionele netvoedingsadapter die als accessoire bij HP is aangeschaft. Problemen met lage acculading verhelpen wanneer een opgeladen accu beschikbaar is 1. Schakel de computer uit. 2. Vervang de lege accu door een opgeladen accu. 3. Schakel de computer in.
Accu vervangen De werktijd van de accu van een computer kan verschillen, afhankelijk van de instellingen voor energiebeheer, geopende programma's, de helderheid van het beeldscherm, externe apparatuur die op de computer is aangesloten en andere factoren. Voor informatie over de accu klikt u op het pictogram Battery menu (Accumenu) aan de rechterkant van het bovenste paneel.
U test de netvoedingsadapter als volgt: 1. Schakel de computer uit. 2. Verwijder de accu uit de computer. 3. Sluit de netvoedingsadapter aan op de computer en steek de stekker van de adapter in een stopcontact. 4. Schakel de computer in. ● Als de aan/uit-lampjes aan gaan, werkt de netvoedingsadapter naar behoren. ● Als de aan/uit-lampjes uit blijven, controleert u of de netvoedingsadapter op de juiste wijze is aangesloten op de computer en op het stopcontact.
6 Gegevens beheren en delen Schijfeenheden zijn digitale opslagapparaten of SSD's (solid-state drives) waarop u gegevens kunt opslaan, beheren, delen en openen. De computer heeft een interne vaste schijf waarop de software en het besturingssysteem staan en waarop al uw persoonlijke bestanden worden opgeslagen. Sommige computers hebben ook een geïntegreerde optischeschijfeenheid waarmee u kunt lezen van en schrijven naar cd's of dvd's.
USB-apparaat aansluiten VOORZICHTIG: oefen zo min mogelijk kracht uit bij het aansluiten van het apparaat, om beschadiging van een USB-connector zoveel mogelijk te voorkomen. ▲ Sluit de USB-kabel aan op de USB-poort van de computer. OPMERKING: de USB-poort van uw computer kan er iets anders uitzien dan de poort op de afbeelding in dit gedeelte.
Digitale opslagkaart plaatsen en verwijderen U plaatst een digitale opslagkaart als volgt: VOORZICHTIG: oefen zo min mogelijk kracht uit bij het plaatsen van een digitale kaart, om beschadiging van de connectoren van de digitale kaart zoveel mogelijk te voorkomen. 1. Houd de kaart met het label naar boven en de connectoren naar de computer gericht. 2. Plaats de kaart in het slot voor digitale opslagkaarten en druk de kaart vervolgens aan totdat deze goed op zijn plaats zit.
OPMERKING: als de kaart niet vanzelf naar buiten komt, trekt u deze uit het slot. Optischeschijfeenheden gebruiken Een optischeschijfeenheid maakt gebruik van laserlicht voor het lezen of opslaan van grote hoeveelheden gegevens. Sommige types schijven staan alleen het lezen van gegevens toe, bij andere types kunt u ook gegevens op een lege schijf schrijven (branden).
Optische schijf plaatsen Optischeschijfeenheid met lade 1. Schakel de computer in. 2. Druk op de ejectknop (1) op het voorpaneel van de schijfeenheid om de lade te openen. 3. Trek de lade uit (2). 4. Houd de schijf bij de randen vast om te voorkomen dat u het oppervlak aanraakt en plaats de schijf op de as in de lade met het label naar boven. OPMERKING: als de lade niet volledig kan worden uitgetrokken, houdt u de schijf enigszins schuin zodat u deze voorzichtig op de as kunt plaatsen. 5.
3. Plaats de schijf voorzichtig in de optischeschijfeenheid met sleuf. Optische schijf verwijderen Optischeschijfeenheid met lade Er zijn twee manieren om een schijf te verwijderen, afhankelijk van of de lade normaal opengaat of niet. Als de lade normaal opengaat 1. Druk op de ejectknop (1) op de schijfeenheid om de lade te ontgrendelen en trek de lade voorzichtig zo ver mogelijk uit (2). 2.
Als de lade niet op de normale wijze opengaat 1. Steek het uiteinde van een paperclip (1) in de ontgrendelingsopening in het voorpaneel van de schijfeenheid. 2. Druk voorzichtig op de paperclip om de lade te ontgrendelen en trek de lade vervolgens zo ver mogelijk uit (2). 3. Verwijder de schijf (3) uit de lade door voorzichtig op de as te drukken terwijl u de schijf aan de randen optilt. Houd de schijf bij de randen vast en raak het oppervlak niet aan.
7 Computer onderhouden Programma's en stuurprogramma's bijwerken U wordt aangeraden regelmatig een update uit te voeren van uw programma's en stuurprogramma's, zodat u steeds over de recentste versie beschikt. Met updates kunnen problemen worden opgelost, en updates voegen nieuwe voorzieningen en opties toe aan de computer. De technologie verandert continu. Door programma's en stuurprogramma's te updaten, maakt de computer gebruik van de nieuwste technologie.
Schoonmaakprocedures Volg de in dit gedeelte beschreven procedures voor het veilig reinigen en desinfecteren van uw computer. WAARSCHUWING! Probeer de computer niet schoon te maken terwijl die is ingeschakeld, om het risico van elektrische schokken of schade aan onderdelen te beperken. ● Schakel de computer uit. ● Koppel de computer los van de netvoeding. ● Koppel alle externe apparaten met eigen voeding los.
◦ Schakel alle externe apparaten uit en koppel ze vervolgens los. ◦ Verwijder een eventueel medium uit de schijfeenheid voordat u de schijfeenheid uit een schijfruimte verwijdert. VOORZICHTIG: voer deze handeling uit voordat u de schijfeenheid transporteert, opbergt of op reis meeneemt. Op deze manier beperkt u schade aan de computer, schade aan een schijfeenheid of verlies van gegevens. ◦ Schakel de computer uit. ● Neem een back-up van uw gegevens mee. Bewaar de back-up niet bij de computer.
8 Computer en gegevens beveiligen Computer beveiligen OPMERKING: van beveiligingsvoorzieningen moet op de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Deze voorzieningen zijn niet altijd afdoende om softwareaanvallen te voorkomen en kunnen niet voorkomen dat de computer verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen. De beveiligingsvoorzieningen van uw computer beschermen uw computer, persoonlijke informatie en gegevens tegen diverse gevaren.
Wachtwoorden instellen in het besturingssysteem Wachtwoorden voor het besturingssysteem Functie Hoofdwachtwoord Beveiligt de toegang tot een account op het hoofdniveau van het besturingssysteem. Gebruikerswachtwoord Beveiligt de toegang tot een gebruikersaccount van het besturingssysteem. Setup Utility (BIOS)-wachtwoorden instellen en Computer Setup Wachtwoordtype Functie Beheerderswachtwoord of BIOS-beheerderswachtwoord ● Beveiligt de toegang tot Setup Utility of Computer Setup.
1. Open Setup Utility of Computer Setup door de computer in te schakelen of opnieuw op te starten. Druk op esc terwijl het bericht "Press the ESC key for Startup Menu" (Druk op de ESCtoets voor menu Opstarten) linksonder op het scherm wordt weergegeven. Wanneer het menu Startup (Opstarten) verschijnt, drukt u op f10. 2. Druk op Beveiliging, en volg de instructies op het scherm. De voorkeursinstellingen zijn van kracht zodra de computer opnieuw is opgestart.
Antivirussoftware gebruiken Computervirussen kunnen programma's, hulpprogramma's of het besturingssysteem buiten werking stellen of de werking ervan verstoren. Met antivirussoftware kunnen de meeste virussen worden opgespoord en vernietigd. In de meeste gevallen kan ook schade die door virussen is aangericht, worden hersteld. Firewallsoftware gebruiken Firewalls zijn bedoeld om ongeoorloofde toegang tot een systeem of netwerk te voorkomen. Het Ubuntu-besturingssysteem wordt zonder open poorten geleverd.
Optioneel beveiligingskabelslot gebruiken Van een beveiligingskabelslot, dat afzonderlijk moet worden aangeschaft, moet op de eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Deze voorziening kan echter niet voorkomen dat de computer verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen. Beveiligingskabelsloten vormen slechts één onderdeel van een volledige beveiligingsoplossing die moet worden geïmplementeerd om de kans op diefstal te minimaliseren.
9 Het gebruik van de Setup Utility (BIOS) en HP PC Hardware Diagnostics (UEFI) Setup Utility, ook wel Basic Input/Output System (BIOS) genoemd, regelt de communicatie tussen alle invoer- en uitvoerapparaten in het systeem (zoals schijfeenheden, het beeldscherm, het toetsenbord, de muis en de printer). Setup Utility bevat ook instellingen voor de types geïnstalleerde randapparaten, de opstartvolgorde van de computer en de hoeveelheid systeemgeheugen en uitgebreid geheugen.
Systeeminformatie weergeven 1. Start Setup Utility. 2. Selecteer het menu Main (Hoofdmenu). Vervolgens wordt systeeminformatie, zoals de systeemtijd en –datum en identificatie-informatie over de computer, weergegeven. 3. Om Setup Utility af te sluiten zonder instellingen te wijzigen, doet u het volgende: ● Selecteer met de pijltoetsen Afsluiten > Wijzigingen negeren en afsluiten en druk daarna op enter. - of - ● Selecteer met de pijltoetsen Afsluiten > Afsluiten en wijzigingen niet opslaan.
isoleren van problemen die worden veroorzaakt door het besturingssysteem of andere softwarecomponenten. U kunt HP PC Hardware Diagnostics UEFI als volgt starten: 1. Schakel de computer in of start deze opnieuw op, druk snel op esc, en druk daarna op f2. Het BIOS zoekt op twee plaatsen naar diagnoseprogramma's in de onderstaande volgorde: a.
10 Back-ups maken, herstellen en bestanden terugzetten Bij een systeemfout kunt u het systeem herstellen in de staat van de recentste back-up. Als u nieuwe software en gegevensbestanden toevoegt, moet u periodiek back-ups van het systeem blijven maken om altijd een redelijk actuele back-up achter de hand te hebben. Een fabrieksimage maken Met de Recovery Media Creator herstelt u de computer in de oorspronkelijke fabriekstoestand. U kunt fabrieksimage-dvd's maken met de dvd±rw-optischeschijfeenheden.
3. Selecteer Overview (Overzicht) in het paneel aan de linkerkant van het venster en klik op Back Up Now (Nu een back-up maken). 4. Volg de instructies op het scherm. Fabrieksimage maken op een USB-apparaat OPMERKING: netvoeding. Controleer voordat u met deze procedure begint of de computer is aangesloten op U kunt Recovery Media Creator of de software voor het maken van herstelmedia gebruiken om een systeemfabrieksimage te maken op een USB-apparaat.
5. Wanneer het systeem opstart, drukt u op F9 om het opstartapparaat op te geven en selecteert u daarna het apparaat dat de terugzetten-kopie bevat. 6. Klik achtereenvolgens op Restore entire hard drive (Volledige vaste schijf herstellen) en op Continue (Doorgaan). 7. Volg de instructies op het scherm. OPMERKING: Als u de computer niet kunt opstarten en u geen systeemherstelschijf hebt gemaakt, moet u een dvd met het Ubuntu-besturingssysteem aanschaffen om het besturingssysteem opnieuw te installeren.
Gegevens herstellen van uw back-upbestanden: 50 1. Klik op het pictogram System menu (Systeemmenu) aan de rechterkant van het bovenste paneel en klik vervolgens op het pictogram System Settings (Systeeminstellingen) > Backup. 2. Klik op Restore (Herstellen), selecteer de locatie van de back-upbestanden en de mapnaam en klik vervolgens op Forward (Vooruit). 3. Selecteer onder Restore from When? (Herstellen van wanneer?) de datum van de te herstellen bestanden en klik vervolgens op Forward (Vooruit).
11 Ondersteuning Contact opnemen met de ondersteuning OPMERKING: Voor toegang tot de Handleiding Ubuntu-bureaublad drukt u op de f1 -toets. Als de informatie in deze gebruikershandleiding of in de Handleiding Ubuntu-bureaublad geen uitsluitsel geeft over uw vragen, kunt u contact opnemen met de ondersteuning. Voor ondersteuning in de VS gaat u naar http://www.hp.com/go/contactHP. Voor wereldwijde ondersteuning gaat u naar http://welcome.hp.com/country/us/en/wwcontact_us.html.
Onderdeel 52 (1) Serienummer (2) Productnummer (3) Garantieperiode (4) Modelnummer (alleen bepaalde modellen) ● Label(s) met kennisgevingen: bevat kennisgevingen betreffende het gebruik van de computer. ● Labels met certificering voor draadloze communicatie—Deze labels bevatten informatie over optionele apparaten voor draadloze communicatie en de keurmerken voor de landen of regio's waarin deze apparaten zijn goedgekeurd voor gebruik.
12 Specificaties Ingangsvermogen De gegevens over elektrische voeding in dit gedeelte kunnen van pas komen als u internationaal wilt reizen met de computer. De computer werkt op gelijkstroom, die kan worden geleverd via netvoeding of via een voedingsbron voor gelijkstroom. De netvoedingsbron moet 100-240 V, 50-60 Hz als nominale specificaties hebben.
Omgevingsvereisten Factor Metrisch VS In bedrijf 5°C tot 35°C 41°F tot 95°F Buiten bedrijf -20°C tot 60°C -4°F tot 140°F Temperatuur Relatieve luchtvochtigheid (zonder condensatie) In bedrijf 10% tot 90% 10% tot 90% Buiten bedrijf 5% tot 95% 5% tot 95% In bedrijf -15 m tot 3.048 m -50 ft tot 10.000 ft Buiten bedrijf -15 m tot 12.192 m -50 ft tot 40.
13 Elektrostatische ontlading Elektrostatische ontlading is het vrijkomen van statische elektriciteit wanneer twee objecten met elkaar in aanraking komen, bijvoorbeeld de schok die u krijgt wanneer u over tapijt loopt en vervolgens een metalen deurklink aanraakt. Elektronische onderdelen kunnen beschadigd raken door een ontlading van statische elektriciteit via vingers of andere elektrostatische geleiders.
14 Toegankelijkheid HP ontwerpt, produceert en distribueert producten en diensten die door iedereen kunnen worden gebruikt, inclusief door personen met een handicap, zowel op een zelfstandige basis of met de juiste hulpapparaten. Ondersteunde technologie die ondersteund wordt HP-producten ondersteunen een breed scala aan besturingssystemen van ondersteunde technologieën en kunnen worden geconfigureerd voor gebruik met aanvullende ondersteunende technologieën.
Index A Aanbevolen procedures 1 accu opladen 24 Accu afvoeren 26 lage acculading 25 opbergen 26 temperatuur 26 Voeding 24 voeding besparen 26 werktijd 25 Afsluiten 21 Antivirussoftware, gebruiken 42 Audio configureren, voor HDMI 14 Audiofuncties, controleren 11 B Back-up maken, van software en gegevens 42 Back-ups 47 Bedrijfs-WLAN, verbinding 8 Beheerderswachtwoord beheren 40 maken 40 opgeven 41 Beheren, beheerderswachtwoord 40 Beheren, opstartwachtwoord 41 Beschrijfbare media 22 Besparen, accuvoeding 26 Be
M Muis, externe voorkeuren instellen N Netwerkverbinding, pictogrammen 4 Niet-reagerend systeem 16 21 O Omgevingsvereisten 54 Onderhoud van computer 36 onderkant 52 Opbergen, accu 26 Openbaar WLAN, verbinding 8 Opgeven, beheerderswachtwoord 41 Opgeven, opstartwachtwoord 41 Opladen, accu 24 Opstartwachtwoord beheren 41 maken 41 opgeven 41 Optische schijf plaatsen 33 verwijderen 34 Optischeschijfeenheid met lade 33 Optischeschijfeenheid met sleuf 33 P Pauzestand activeren 22 beëindigen 22 Pictogrammen beka