User manual
Onderdeel Beschrijving
(1)
Audio-uit (hoofdtelefoon)/audio-ingang
(microfooningang)
Hierop kunt u optionele stereoluidsprekers met eigen
voeding, een hoofdtelefoon, een oortelefoon of een
headset aansluiten. Ook kunt u hierop de microfoon van
een optionele headset aansluiten. Deze ingang biedt geen
ondersteuning voor optionele apparaten met uitsluitend
een microfoon.
WAARSCHUWING! Zet het geluid zacht voordat u de
hoofdtelefoon, oortelefoon of headset opzet. Zo beperkt u
het risico van gehoorbeschadiging. Raadpleeg
Informatie
over voorschriften, veiligheid en milieu
voor aanvullende
informatie over veiligheid. Als u toegang wilt krijgen tot
deze gebruikershandleidingen, selecteert u Start > Help en
ondersteuning > Gebruikershandleidingen.
OPMERKING: wanneer u een apparaat aansluit op deze
uitgang, worden de computerluidsprekers uitgeschakeld.
OPMERKING: zorg dat de apparaatkabel een connector
met vier pinnen heeft die zowel audio-uit (hoofdtelefoon)
als audio-in (microfoon) ondersteunt.
(2)
USB 2.0-poorten (2) Hiermee kunt u een optioneel USB-apparaat aansluiten,
zoals een toetsenbord, muis, externe schijf, printer,
scanner of USB-hub.
OPMERKING: zie
USB-apparaat gebruiken
op pagina 58 voor informatie over de verschillende types
USB-poorten.
(3) Optische-schijfeenheden (alleen bepaalde
modellen)
Leest een optische schijf of leest en schrijft naar een
optische schijf, afhankelijk van uw computermodel.
(4) Uitvoerknop van de optische-schijfeenheid
(alleen bepaalde modellen)
Hiermee ontgrendelt u de schijflade van de optische-
schijfeenheid.
(5)
Bevestigingspunt voor beveiligingskabel Hiermee bevestigt u een als optie verkrijgbare
beveiligingskabel aan de computer.
OPMERKING: Van de beveiligingskabel moet in de
eerste plaats een ontmoedigingseffect uitgaan. Deze
voorziening kan echter niet voorkomen dat de computer
verkeerd wordt gebruikt of wordt gestolen.
6 Hoofdstuk 2 Vertrouwd raken met de computer










