HP LaserJet 2100 2100 M 2100 TN Gebruikershandleiding
HP LaserJet 2100, 2100 M en 2100 TN printers Gebruikershandleiding _______
© Copyright Hewlett-Packard Company 1998 Alle rechten voorbehouden. Verveelvuldiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande schriftelijke toestemming zijn verboden, behalve zoals toegestaan door het auteursrecht. Publicatienr.: C4170-90906 Eerste uitgave, november 1998 Garantie Handelsmerken De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden veranderd.
Ondersteuning van HP Online diensten: voor toegang tot informatie 24-uur/dag via uw modem worden de volgende diensten aanbevolen: World Wide Web URL - printerdrivers, bijgewerkte printersoftware van HP en product- en ondersteuningsinformatie zijn verkrijgbaar via de volgende URL's: in de V.S.: http://www.hp.com in Europa: http://www2.hp.com America Online - America Online/Bertelsmann is beschikbaar in de V.S., Frankrijk, Duitsland en de V.K.
Wereldwijde klantenondersteuning Klantenondersteuning en reparatiedienst in de V.S. Bel (208) 323-2551 van maandag tot vrijdag van en Canada: 06:00 tot 22:00 MST (Mountain Standard Time) en op zaterdag van 09:00 tot 16:00 MST voor gratis (Zie het hoofdstuk over Service en ondersteuning service tijdens de garantieperiode. Er worden in deze gebruikershandleiding voor meer echter kosten voor het interlokaal gesprek in informatie over reparatie.) rekening gebracht worden. Houd de computer en het serienummer a.
Inhoud 1 Basisinformatie over uw printer De printer leren kennen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Functies van de printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Printersoftware . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Installatie voor Windows . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Software voor Windows . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Papierformaat veranderen in lade 2 of de optionele lade 3. . . . . . . Afdruktaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afdrukken op enveloppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afdrukken op etiketten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afdrukken op transparanten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat of kaarten . . . . . . . . . . . . . . . . .
4 Problemen oplossen Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77 Problemen oplossen: Checklist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78 Problemen oplossen: Algemene afdrukproblemen . . . . . . . . . . . . . 80 Speciale pagina's afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85 Demopagina . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85 Configuratiepagina . . . . . . . . . . . .
Bijlage A Specificaties Printerspecificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Milieuvriendelijke producten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Milieubescherming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . MSDS (chemiekaart). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Verklaringen i.v.m. overheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . Conformiteitsverklaring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1 Basisinformatie over uw printer De printer leren kennen In dit hoofdstuk wordt informatie geboden over de volgende onderwerpen: DU z Functies van de printer z Printersoftware z Bedieningspaneel z Afdrukken met de infrarode poort (draadloos afdrukken) z Interface-poorten z Accessoires en bestelinformatie Hoofdstuk 1 Basisinformatie over uw printer 1
Functies van de printer Hoge afdruksnelheid z 10 pagina's per minuut afdrukken (met een Intel 80960JD op RISC gebaseerde formatter). Uitstekende afdrukkwaliteit z Tekst en illustraties op echte 1200 x 1200 dpi (dots-per-inch). Resolution Enhancement technology (REt) past de omvang en plaatsing aan van iedere stip op de pagina voor het afdrukken van gelijkmatig lopende hoeken, kromme lijnen en randen (alleen 600 dpi). Veranderbare instellingen voor het optimaliseren van de afdrukkwaliteit.
Automatische taalinstelling z Wanneer er een optioneel verkrijgbare printertaal (zoals PSemulatie) geïnstalleerd is, is de printer automatisch in staat om naar de gewenste printertaal voor de afdruktaak over te schakelen. Draadloos infraroodafdrukken z Snel infrarood-afdrukken met behulp van apparaten die voldoen aan de IrDA-normen, zoals bv. een laptop-, een notebook- of een PDA-computer (Personal Digital Assistant). Door JetSend IR bestuurde apparaten kunnen eveneens de infraroodpoort gebruiken.
Printersoftware De printer wordt geleverd met behulpzame software, waaronder printerstuurprogramma's en optionele software. De bijgeleverde printerstuurprogramma's (Windows) en PPD's (Macintosh en Windows) moeten geïnstalleerd worden om de functies van de printer volledig te kunnen benutten.
Installatie voor Windows 1. Draai het installatieprogramma door de instructies voor uw versie van Windows te volgen. Windows-versie Windows 9x/NT 4.0 Ga als volgt te werk om met installeren te beginnen: a. Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station. Het installeren wordt automatisch gestart. b. Volg de instructies op het scherm. Als de CD-ROM niet automatisch gestart wordt: Selecteer Uitvoeren in het menu Start en typ x:\setup in het vak Openen (waarbij x de letter is van het CD-ROM-station).
• Aangepast (voor gevorderde gebruikers en netwerkbeheerders): met deze optie kunt u bepalen welke onderdelen geïnstalleerd worden. Het installatieprogramma vraagt u om de onderdelen te selecteren die u wilt installeren. U dient ten minste één printerstuurprogramma te installeren om de printer te gebruiken. 3. Registreer de printer bij HP. Als u toegang hebt tot het World Wide Web, wordt u verzocht om uw HP LaserJet 2100 te registreren bij de volgende Website: http://www.hp.
Leder printerstuurprogramma is voorzien van hulpschermen die d.m.v. de Help-knop (knop F1) of via het vraagteken in de hoek rechtsboven van de printerstuurprogramma's geactiveerd kunnen worden (afhankelijk van het Windows-besturingssysteem dat gebruikt wordt). De Help-schermen bieden gedetailleerde informatie over het specifieke stuurprogramma. De Help voor het printerstuurprogramma staat los van de Help voor de applicatie.
HP JetAdmin (alleen voor de CD-ROM) HP JetAdmin is voornamelijk bestemd voor netwerkbeheerders die verantwoordelijk zijn voor het installeren, configureren en onderhouden van printers en andere netwerkapparaten en voor het oplossen van problemen. Daarnaast kunnen gebruikers ook de statusberichten van HP JetAdmin gebruiken voor het oplossen van normaal-voorkomende problemen (papierstoringen, lege papierladen, etc.) en het controleren van de huidige status van de printer op het netwerk.
Installatie voor de Macintosh 1. Draai het installatieprogramma door de CD-ROM in het CDROM-station te plaatsen. Het installatievenster verschijnt op het scherm. Selecteer de gewenste taal en dubbelklik op het installatiesymbool. Opmerking Schakel alvorens het installeren te starten eventuele virusprogramma's uit. De CD-ROM bevat software voor een groot aantal internationale locaties.
Software voor Macintosh-computers PPD-bestanden (PostScript Printer Description) De PPD's activeren, in combinatie met het LaserWriter-stuurprogramma, de functies van de printer en verzorgen de communicatie met de printer. Op de CD-ROM vindt u een installatieprogramma voor het PPD's, LaserWriter-stuurprogramma, en de overige software. HP LaserJet-hulpprogramma Het HP LaserJet-hulpprogramma biedt instelling van functies die niet in het stuurprogramma beschikbaar zijn.
Installatie voor DOS DOS-afstandsbedieningspaneel 1. Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station. 2. Typ achter de DOS-prompt x: (waarbij x de letter van het CD-ROM-station is) en druk op Enter. 3. Ga naar de directory voor de gewenste taal (bijvoorbeeld cd\english). 4. Typ install en druk op Enter. Als er DOS-programma's met de printer gebruikt worden en het DOSafstandsbedieningspaneel niet geïnstalleerd werd, moet het AUTOEXEC.BAT-bestand worden aangepast om communicatie-timeoutfouten te voorkomen.
Wenken voor het installeren van de software Ik heb geen CD-ROM-station. Als u tijdelijk een andere computer kunt gebruiken die wel een CD-ROM-station heeft, kunt u de Windows-functie "MakeDisk" gebruiken om de diskettes te maken die u voor het installeren nodig hebt. Volg de eerste stap van de installatie-instructies en kies MakeDisk om de diskettes te maken. Als u over toegang tot Internet beschikt, kunt u stuurprogramma's van het World Wide Web of de FTP-servers van HP downloaden.
Welke software is verder beschikbaar? Zie "Printersoftware" op pagina 4 voor beschrijvingen van de optionele software voor het afdruksysteem die voor installatie beschikbaar is. Opmerking Raadpleeg het LeesMij-bestand op de CD-ROM voor verdere bijgesloten software en ondersteunde printertalen. De meerst recente stuurprogramma's, extra stuurprogramma's en overige software zijn verkrijgbaar via Internet en andere bronnen.
Bedieningspaneel Taak annuleren knop Attentie-lichtje ! Klaar-lichtje Start-lichtje en knop Gebruik van de knoppen De printer heeft twee knoppen: TAAK ANNULEREN en START. Taak annuleren Druk op TAAK ANNULEREN om de taak waar de printer op een bepaald moment mee bezig is te annuleren. De lichtjes op het bedieningspaneel gaan aan en uit terwijl de afdruktaak uit de printer en de computer verwijderd wordt, waarna ze naar Klaar terugkeren.
Lichtpatronen De lichtpatronen bieden zowel status- als foutberichten. De lichtjes kunnen op de volgende manieren branden: Uit Aan Knipperen Berichten van de lichtjes op het bedieningspaneel De volgende statusberichten van het bedieningspaneel duiden op diverse condities van de printer tijdens het voorbereiden van het afdrukken of tijdens het afdrukken. Als het Attentie-lichtje brandt, heeft zich in de printer een fout voorgedaan. Zie "Problemen oplossen: Foutberichten" op pagina 101.
Bezig met verwerken De printer is bezig met het ontvangen of verwerken van data. Door op TAAK ANNULEREN te drukken wordt de huidige taak geannuleerd. Er kunnen nog een of twee pagina's worden afgedrukt terwijl de taak door de printer gewist wordt. Na het annuleren keert de printer naar de Klaar-modus terug. Gegevens Het Klaar-lichtje knippert en het Start-lichtje brandt. Er zijn data in het printergeheugen klaar om afgedrukt te worden.
Papier op Het Attentie-lichtje brandt. Het papier in de printer is op. Het Attentie-lichtje blijft branden tot er papier is bijgevuld. Het drukken op START of TAAK ANNULEREN heeft geen effect. Papier op (verzochte lade) Het Start-lichtje brandt. Het papier in de verzochte lade is op. Wanneer papier in de verzochte lade wordt bijgevuld wordt de afdruktaak door de printer uit de betreffende lade gestart. Wanneer op de START-knop wordt gedrukt, wordt uit een andere lade afgedrukt.
Verwijderbare fout Door op START te drukken zal de printer proberen om van de fout te herstellen en zoveel mogelijk af te drukken. Als het herstellen niet lukt, zal de printer terugkeren naar de status van de verwijderbare fout. Zie "Verwijderbare fout" op pagina 102. Servicefout Er is in de printer een fout opgetreden waarvan de printer niet kan herstellen. Alle lichtjes branden. Zie "Servicefout" op pagina 102.
Afdrukken met de infrarode poort (draadloos afdrukken) De infrarode (IR-) poort bevindt zich in de hoek linksonder van de printer. Deze poort voldoet aan specificaties van de Infrared Data Association (IrDA). Rechts naast de poort is een statuslichtje dat aangeeft wanneer de poort in gebruik is. De IR-poort werkt met een overdrachtsnelheid van maximaal 4 MB per seconde. Als de IRverbinding tot stand is gebracht, gaat het statuslichtje branden.
Instructies voor het afdrukken 1. Zorg dat de printer in de KLAAR-modus staat (het Klaar-lichtje brandt). 2. Breng een computer die aan de IrDA-normen voldoet in lijn met de printer binnen een afstand van 1 meter van de IR-Port. Zorg dat de poorten naar elkaar toegekeerd zijn en naar links/rechts en boven/onder binnen een hoek van 15 graden op elkaar gericht zijn. Stuur de afdruktaak naar de printer. Het statuslichtje van de IR-poort gaat branden wanneer de verbinding tot stand is gebracht.
Interface-poorten De HP LaserJet 2100 en de 2100 M printer zijn voorzien van twee interface-poorten: een parallelle poort (IEEE-1284) en een LocalTalk-poort. De HP LaserJet 2100 TN printer is eveneens voorzien van een HP JetDirect 600 N-printserverkaart die een 10Base-T (RJ-45) poort bevat.
Accessoires en bestelinformatie De onderstaande lijst van accessoires was bijgewerkt ten tijde van deze druk. Bestelinformatie en de verkrijgbaarheid van de accessoires kan veranderen gedurende de levensduur van de printers.
Accessoires (vervolg) Optie Omschrijving of gebruik Onderdeelnummer Kabels en interface-accessoires HP JetDirect 600 N EIOprintservers Ethernet (10Base-T) Ethernet (10Base-T,10Base2 LocalTalk) TokenRing (RJ-45 and DB9) Fast Ethernet (10/100Base-TX, RJ-45) J3110A J3111A J3112A J3113A Parallelle kabels (IEEE-1284) A=host-computerconnector (type A) 2 meter A tot B C2950A B=grote connector van de printer (type B) 3 meter A tot B C2951A LocalTalk-netwerkkit voor de Macintosh Aansluiten op een LocalTalk-
Accessoires (vervolg) Optie Omschrijving of gebruik Onderdeelnummer Transparanten Letter-formaat (8,5 x 11 inch) transparanten A4-formaat (210 x 297 mm) transparanten 92296T Een handleiding voor het gebruik van papier en ander afdrukmateriaal met HP LaserJet printers 5040-9092 92296U Aanvullende documentatie HP LaserJet Printer Family Paper Specification Guide Gebruikershandleiding voor Een extra exemplaar van deze de HP LaserJet 2100, 2100 M handleiding en 2100 TN printers C4170-90906 Zie voor
2 Afdruktaken Overzicht In dit hoofdstuk worden de afdrukopties uitgelegd en worden veelvoorkomende afdruktaken verklaard: DU z Het afdrukken voorbereiden z Invoeropties voor het afdrukmateriaal z Afdrukmateriaal laden in lade 1 z Afdrukmateriaal bijvullen in lade 2 of de optionele lade 3 z Papierformaat veranderen in lade 2 of de optionele lade 3 z Afdruktaken z Een afdruktaak annuleren z Softwaretaken Hoofdstuk 2 Afdruktaken 25
Het afdrukken voorbereiden Papier en ander afdrukmateriaal aanschaffen HP LaserJet printers produceren documenten met een uitstekende afdrukkwaliteit. U kunt afdrukken op een verscheidenheid aan afdrukmateriaal: papier (met inbegrip van kringlooppapier), enveloppen, etiketten, transparanten voor overhead-projectors en afdrukmateriaal van speciale afmetingen.
Invoeropties voor het afdrukmateriaal De printer wordt geleverd met twee papierladen. Als standaard instelling zal de printer eerst papier uit lade 1 opnemen. Als lade 1 leeg is, wordt papier uit lade 2 opgenomen (of uit de optionele lade 3, indien deze geïnstalleerd is). Lade 1 Lade 2 Optionele lade 3 Formaten van het afdrukmateriaal voor lade 1 Lade 1 kan worden ingesteld voor afmetingen van 76 x 127 mm tot een vel van Legal-formaat (216 x 356 mm).
Papierformaten voor lade 2 en de optionele lade 3 Lade 2 en de optionele lade 3 hebben instellingen voor de volgende papierformaten: z A4 z A5 z B5 (ISO en JIS) z Letter z Legal z Executive z 8,5 x 13 inch Zie "Papierformaat veranderen in lade 2 of de optionele lade 3" op pagina 31 voor het veranderen van het papierformaat. Zie "Ondersteunde papierformaten" op pagina 138 voor specifieke afmetingen. VOORZICHTIG Vanuit lade 2 of optionele lade 3 mag alleen op papier worden afgedrukt.
Afdrukmateriaal laden in lade 1 1 Lade 1 (multipurpose) kan maximaal 100 vel papier of 10 enveloppen bevatten. 1 Open lade 1 door de voorklep naar beneden te trekken. 2 Schuif het plastic uitschuifstuk naar buiten. Als het te laden afdrukmateriaal langer is dan 229 mm, draait u tevens het verlengstuk van de lade naar buiten. 3 Stel de papierbreedtegeleiders ietsje breder in dan de breedte van het afdrukmateriaal.
Afdrukmateriaal bijvullen in lade 2 of de optionele lade 3 1 1 Trek de gewenste lade uit de printer. 2 Druk de metalen plaat voor het papier naar beneden om hem te vergrendelen. 3 Vul het papier bij en zorg dat het in alle vier hoeken van de lade plat ligt. Zorg dat het papier beneden de lipjes op de papierlengtegeleider in de achterkant van de lade blijft. 4 Schuif de lade terug in de printer.
Papierformaat veranderen in lade 2 of de optionele lade 3 1 2 1 Trek de gewenste lade uit de printer en verwijder al het papier. 2 Druk op het blauwe lipje op de achterkant van de papierlengtegeleider om die op de lengte van het papier in te stellen. 3 Stel de lengtegeleider in op de pijl die overeenkomt met het gewenste papierformaat. 4 Schuif de breedtegeleiders aan de zijkant zover mogelijk naar buiten. 5 Druk de metalen plaat voor het papier naar beneden om hem te vergrendelen.
6 6 In deze lade kan maximaal 250 vel papier geladen worden. Zorg dat het papier in alle vier hoeken van de lade plat ligt. Zorg dat het papier beneden de lipjes op de papierlengtegeleider in de achterkant van de lade blijft. 7 Schuif de papierbreedtegeleiders naar binnen zodat ze aan beide kanten tegen het afdrukmateriaal liggen. De papierbreedtegeleiders klikken vast voor alle papierformaten die door de lade ondersteund worden. 8 Schuif de lade terug in de printer.
Afdruktaken 1 2 Afdrukken op enveloppen VOORZICHTIG Voor u enveloppen in lade 1 aanbrengt, dient u te zorgen dat ze niet beschadigd zijn en niet aan elkaar plakken. Gebruik nooit enveloppen met klemmetjes, drukkers, vensters, gecoate voeringen, zelfplakkende etiketten of ander synthetisch materiaal. Zie Bijlage B voor afdrukmateriaalspecificaties. 1 Open lade 1 door de voorklep naar beneden te trekken. 2 Open de achteruitvoerbak door het bovenste gedeelte van de bak naar beneden te trekken.
4 5 4 Leg de enveloppen in de lade met de korte zijde naar binnen en de afdrukkant naar boven. De frankeerzijde moet eerst de printer in gaan. 5 Schuif de breedtegeleiders lichtjes tegen de stapel enveloppen zonder deze op te bollen. De enveloppen moeten in het midden tussen de papiergeleiders en onder de lipjes van de geleiders worden geplaatst. Opmerking Als de envelop aan de korte zijde van een flap voorzien is, moet deze kant het eerst in de printer gaan.
Afdrukken op etiketten Gebruik alleen etiketten die zijn goedgekeurd voor gebruik in laserprinters, zoals bv. etiketten voor HP LaserJet printers. Zie "Etiketten" op pagina 146 voor specificaties. z Etiketten afdrukken vanuit lade 1. z Breng de etiketten met de afdrukkant naar boven aan. z Gebruik de achteruitvoerbak voor het afdrukken van de etiketten. z Verwijder na het afdrukken het vel met de etiketten uit de uitvoerbak om aan elkaar plakken van de vellen te voorkomen.
Afdrukken op transparanten Gebruik alleen transparanten die zijn goedgekeurd voor het gebruik in laserprinters, zoals overhead-transparanten van HP. Bestelinformatie treft u aan op pagina 24, specificaties in Bijlage B op pagina 147. z Transparanten moeten vanuit lade 1 afgedrukt worden. z Gebruik de bovenlade om het krullen tegen te gaan (dit geldt alleen voor transparanten; voor ander afdrukmateriaal gebruikt u de achteruitvoerlade om krullen te reduceren).
Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat of kaarten Ansichtkaarten, indexkaarten (3 x 5 inch) en ander afdrukmateriaal van speciale afmetingen kunnen vanuit lade 1 afgedrukt worden. Het minimumformaat voor afdrukmateriaal is 76 x 127 mm (3 x 5 inch) en het maximumformaat is 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch). Opmerking Er kunnen papierstoringen optreden wanneer u afdrukmateriaal gebruikt dat minder dan 178 mm (7 inch) lang is.
Afdrukken op beide zijden van het afdrukmateriaal (handmatig duplex-afdrukken) Opmerking z Druk de eerste kant van de pagina af, zoals u dat normaal doet. z Om de tweede kant vanuit lade 1 af te drukken legt u de afgedrukte kant naar beneden met de bovenrand naar de printer. z Het PS Windows 9x- en het Windows NT 4.0-printerstuurprogramma en bepaalde softwareprogramma's hebben de mogelijkheid "oneven pagina's" en "even pagina's" af te drukken.
Handmatig duplex-afdrukken aan de lange of korte zijde Er zijn twee manieren voor het handmatig duplex-afdrukken: binden aan de lange of aan de korte zijde. Bij het handmatig duplex-afdrukken aan de lange zijde worden de vellen aan beide zijden bedrukt en worden de pagina's aan de lange zijde gebonden. Bij handmatig duplex-afdrukken aan de korte zijde worden de pagina's aan de korte zijde gebonden.
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal Oriëntatie van briefhoofdpapier en voorbedrukte formulieren Oriëntatie van briefhoofdpapier voor lade 1: afdrukkant naar boven, bovenrand naar de printer. Oriëntatie van briefhoofdpapier voor lade 2 of de optionele lade 3: afdrukkant naar beneden en de bovenrand naar u toe gekeerd.
Een afdruktaak annuleren Een afdruktaak kan gestopt worden via het softwareprogramma, in de wachtrij of wanneer op de knop TAAK ANNULEREN gedrukt wordt. z Als de afdruktaak nog niet door de printer wordt afgedrukt, probeert u eerst om de taak te stoppen vanuit het softwareprogramma waardoor de afdruktaak naar de printer gestuurd is. z Als de afdruktaak in een afdrukwachtrij of de printspooler is opgeslagen, zoals Afdrukbeheer in Windows 3.
Softwaretaken In dit gedeelte worden de veelvoorkomende afdruktaken beschreven die via de printersoftware geregeld worden. Niet alle printerfuncties worden door alle printerstuurprogramma's ondersteund.
Toegang tot het stuurprogramma Instellingen tijdelijk veranderen (vanuit een softwareprogramma) Standaard instellingen veranderen (voor alle applicaties) Windows 9x/NT 4.0 Klik in het menu Bestand op Afdrukken en vervolgens op Eigenschappen. (De daadwerkelijke stappen kunnen variëren; dit is de meest voorkomende methode.) Klik op de knop Start, vervolgens op Instellingen en tenslotte op Printers. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en vervolgens op Eigenschappen.
Watermerken maken en gebruiken Met de optie Watermerk kunt u de tekst aangeven die "onder" (op de achtergrond van) een bestaand document aangebracht moet worden. U kunt bijvoorbeeld met grote, grijze letters "ontwerp" of "vertrouwelijk" diagonaal op de eerste of alle pagina's van een document aangeven. Opmerking Watermerken zijn alleen beschikbaar in het HP PCL 6-printerstuurprogramma voor Windows, het PS-stuurprogramma voor Windows NT 4.0 en LaserWriter-printerstuurprogramma's.
Watermerken (vervolg) Printerstuurprogramma Procedure PCL 6 (Windows NT 4.0) Een bestaand watermerk gebruiken 1. Klik op de knop Start, vervolgens op Instellingen en tenslotte op Printers. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies "Standaardwaarden document". 2. Ga naar de tab Effecten en klik op de keuzelijst Watermerken. 3. Klik op het gewenste watermerk. 4. Klik eventueel op "Alleen eerste pagina". 5. Klik op OK.
Watermerken (vervolg) Printerstuurprogramma Procedure Windows NT 4.0 PS Een bestaand watermerk gebruiken 1. Ga naar het printerstuurprogramma. 2. Ga naar de tab Geavanceerd, klik op Documentopties en vervolgens op Printerfuncties om alle keuzemogelijkheden te zien. 3. Klik op de gewenste Watermerkoptie (Watermerk, Watermerklettertype, Watermerkformaat, Watermerkhoek, Watermerkstijl en Watermerk afdrukken) en selecteer voor iedere optie de gewenste instelling. 4. Klik op OK.
Watermerken (vervolg) Printerstuurprogramma Procedure Macintosh LaserWriter 8.3 1. Selecteer Pagina-instelling uit het menu Archief. 2. Selecteer Opties. 3. Klik op de verschillende watermerkopties en selecteer de gewenste instelling. 4. Klik op OK. Om het afdrukken van watermerken te stoppen, selecteert u "Geen" of “Standaardwaarden printer” in de pop-up Watermerk/Overlay. Macintosh LaserWriter 8.4 en hoger 1. Selecteer Pagina-instelling uit het menu Archief. 2.
Meerdere pagina's op een enkel vel papier afdrukken (N-per-vel afdrukken) Het aantal pagina's dat u op een enkel vel papier wilt afdrukken kan door u ingesteld worden. Als u meer dan één pagina kiest, worden de pagina's verkleind weergegeven en op het vel gerangschikt. U kunt maximaal 9 pagina's aangeven. N-per-vel afdrukken Printerstuurprogramma Procedure PCL 6 (Windows 3.1/9x) 1. Ga naar de printerstuurprogramma. 2. Ga naar de tab "Wordt voltooid" en klik op "Pagina's per vel". 3.
N-per-vel afdrukken (vervolg) Printerstuurprogramma Procedure Windows NT 4.0 PS 1. Ga naar de printerstuurprogramma. 2. Ga naar de tab Geavanceerd, klik op Documentopties en vervolgens op Printerfuncties om alle keuzemogelijkheden te zien. 3. Klik op "Pagina's per vel". 4. Selecteer de gewenste optie (1, 2, 4, 6, 9 of 16) in het keuzevak "Pagina's per vel veranderen". Selecteer de oriëntatie voor "Pagina's per vel" zodat deze overeenkomt met de oriëntatie van het document. Zo wordt b.v.
Speciaal papierformaat instellen Gebruik de functie "Speciaal papierformaat" voor het afdrukken van papier dat afwijkt van de standaard formaten. Speciaal papierformaat Printerstuurprogramma Procedure PCL 6 (Windows 3.1/9x) 1. Ga naar het printerstuurprogramma. 2. Ga naar de tab Papier en klik op Aangepast. 3. Typ in het venster "Speciaal papierformaat" de naam van het speciale papierformaat. 4. Klik op de gewenste maateenheid (millimeter of inches).
Speciaal papierformaat (vervolg) Printerstuurprogramma Procedure Windows 9x PS 1. Ga naar het printerstuurprogramma. 2. Ga naar de tab Papier en schuif naar rechts in het vak Papierformaat en klik op "Aangepaste pagina". 3. Klik op de knop Aangepast. 4. Typ in het venster "Speciaal papierformaat" de naam van het speciale papierformaat. 5. Klik op de gewenste maateenheid (millimeter of inches). 6. Geef de lengte en de breedte van het speciale papierformaat aan. 7. Klik op OK.
Snel-instellingen maken en gebruiken Met behulp van Snel-instellingen kunt u de huidige instellingen voor het printerstuurprogramma (b.v. de pagina-oriëntatie, N-per-vel afdrukken en de papierbron) opslaan, zodat deze later opnieuw gebruikt kunnen worden. De Snel-instellingen kunnen voor het gemak vanuit de meeste tabs van het printerstuurprogramma opgeslagen en geselecteerd worden.
Snel-instellingen (vervolg) Printerstuurprogramma Procedure PCL 6 (Windows NT 4.0) Snel-instellingen maken Als het printerstuurprogramma via een server gedraaid wordt, moet u over beheerdersrechten beschikken voor het opslaan van Snel-instellingen. 1. Klik op de knop Start, vervolgens op Instellingen en tenslotte op Printers. Klik met de rechter muisknop op het pictogram van de printer en kies "Standaardwaarden document". De Snel-instellingen kunnen vanuit iedere tab opgeslagen worden. 2.
EconoMode gebruiken Met EconoMode (Toner-besparing) gebruikt de printer minder toner op iedere pagina. Door deze optie te selecteren gaat de tonercassette langer mee en worden de kosten per pagina verminderd, hoewel eveneens de afdrukkwaliteit enigszins minder is. Deze instelling is niet beschikbaar met 1200 dpi. EconoMode Printerstuurprogramma Procedure PCL 6 (Windows 3.1/9x) 1. Ga naar het printerstuurprogramma. 2. Ga naar de tab "Wordt voltooid" en klik op EconoMode (Toner besparen).
EconoMode (vervolg) Printerstuurprogramma Procedure Windows NT 4.0 PS 1. Ga naar het printerstuurprogramma. 2. Ga naar de tab Geavanceerd, klik op Documentopties en vervolgens op Printerfuncties om alle keuzemogelijkheden te zien. 3. Klik op EconoMode. 4. Selecteer de gewenste EconoMode-optie in de keuzelijst EconoMode door op "Instelling veranderen" te klikken. 5. Klik op OK. 1. Kies Print (Afdrukken) in het menu Archief. 2. Klik op Opties. 3. Selecteer de gewenste EconoMode-instelling.
Instellingen voor de afdrukkwaliteit kiezen De standaard printerinstelling voor afdrukkwaliteit is "Beste kwaliteit" waardoor 1200 dpi wordt toegepast voor de beste combinatie van afdruksnelheid en afdrukkwaliteit. Als geavanceerde afdrukkwaliteit nodig is, kunt u aangepaste instellingen kiezen. Opties voor de resolutie: Opmerking z Beste kwaliteit (standaard instelling) - 1200 dpi voor de beste afdrukkwaliteit.
Kies de instellingen voor de afdrukkwaliteit (vervolg) Printerstuurprogramma Procedure Windows 9x PS 1. Ga naar het printerstuurprogramma. 2. Selecteer in de tab Illustraties de gewenste instelling voor de resolutie. 3. Klik op OK. 1. Ga naar het printerstuurprogramma. 2. Ga naar de tab Geavanceerd en klik op Illustraties om alle keuzemogelijkheden te zien. 3. Klik op Resolutie. 4. Selecteer de gewenste optie voor Resolutie in het keuzevak "Resolutie veranderen".
De optie Vergroten/verkleinen gebruiken D.m.v. de optie Vergroten/verkleinen kunt u de schaal van het document aanpassen naar een percentage van de normale grootte. Tevens hebt u de mogelijkheid om de schaal van het document zodanig te veranderen dat het op papier van A4- of Letter-formaat past. Verkleinen/vergroten Printerstuurprogramma Procedure PCL 6 (Windows 3.1/9x) 1. Ga naar het printerstuurprogramma. 2.
Verkleinen/vergroten (vervolg) Printerstuurprogramma Procedure Windows NT 4.0 PS Het document verkleinen of vergroten 1. Ga naar het printerstuurprogramma. 2. Ga naar de tab Geavanceerd en klik op Illustraties om alle keuzemogelijkheden te zien. 3. Klik op Verschalen. 4. Typ in het keuzevak "Schaal veranderen" het percentage dat u wilt toepassen voor het verkleinen of vergroten van het document. 5. Klik op OK.
Een papierbron selecteren Als u een applicatie gebruikt met ondersteuning voor het afdrukken vanuit een bepaalde papierbron, geeft u deze keuze in de applicatie aan. De instellingen in de applicatie hebben namelijk voorrang op de instellingen in het printerstuurprogramma. Een papierbron selecteren Printerstuurprogramma Procedure PCL 6 (Windows 3.1/9x) 1. Ga naar het printerstuurprogramma. 2. Ga naar de tab Papier en selecteer de gewenste bron voor het papier. 3. Klik op OK. 1.
Een papierbron selecteren (vervolg) DU Printerstuurprogramma Procedure MacintoshLaserWriter 8.4 en hoger 1. Selecteer Afdrukken in het menu Archief. 2. Klik op de keuzelijst Papierbron. 3. Selecteer de gewenste bron. 4. Klik op Afdrukken.
REt gebruiken Wanneer REt (Resolution Enhancement Technology) ingeschakeld is, wordt de afdrukkwaliteit van tekens en illustraties verfijnd door de gradaties langs diagonale en kromme lijnen van de afgedrukte weergave glad te strijken. Selecteer Uit als illustraties (vooral gescande afbeeldingen) niet duidelijk worden afgedrukt. Opmerking REt is uitgeschakeld als de instelling 1200 dpi is geselecteerd. REt Printerstuurprogramma Procedure PCL 6 (Windows 3.1/9x) 1. Ga naar het printerstuurprogramma. 2.
REt (vervolg) Printerstuurprogramma Procedure Windows 9x PS 1. Ga naar het printerstuurprogramma. 2. Selecteer in de tab Apparaatopties de gewenste optie voor Resolution Enhancement uit de vervolgkeuzelijst Printerkenmerken. 3. Selecteer de gewenste optie voor Resolution Enhancement in de vervolgkeuzelijst Instelling veranderen voor: 'Resolution Enhancement'. 4. Klik op OK 1. Kies Print (Afdrukken) in het menu Archief. MacintoshLaserWriter 8.3 MacintoshLaserWriter 8.4 en hoger DU 2.
Standaard instellingen voor het printerstuurprogramma herstellen Standaard instellingen herstellen Printerstuurprogramma Procedure PCL 6 (Windows 3.1/9x) 1. Ga naar het printerstuurprogramma. 2. Klik in het vak Snel-instellingen de optie "Standaard instellingen". PCL 6 (Windows NT 4.0) 1. Klik op de knop Start, vervolgens op Instellingen en tenslotte op Printers. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies "Standaardwaarden document". 2.
Standaard instellingen herstellen (vervolg) DU Printerstuurprogramma Procedure MacintoshLaserWriter 8.4 en hoger 1. Open de map Voorkeuren. 2. Open de map Afdrukvoorkeuren. 3. Open de map "Parsed PPD". 4. In de map "Parsed PPD" verwijdert u het bestand met dezelfde naam als de printer. Voor de HP LaserJet 2100 M printer bijvoorbeeld verwijdert u het bestand HP LaserJet 2100 M.
De eerste pagina op ander papier afdrukken Opmerking Het afdrukken van de eerste pagina op ander papier is alleen beschikbaar in de HP PCL 6- en Macintosh LaserWriterprinterstuurprogramma's. Sommige applicaties beschikken eveneens over deze functie. Raadpleeg het Help-bestand van de applicatie. De eerste pagina op ander papier afdrukken Printerstuurprogramma Procedure PCL 6 (Windows 3.1/9x) 1. Ga naar het printerstuurprogramma. 2.
De eerste pagina op ander papier afdrukken (vervolg) Printerstuurprogramma Procedure MacintoshLaserWriter 8.3 1. Kies Print (Afdrukken) in het menu Archief. 2. Selecteer "First From" en selecteer vervolgens in het popup-menu de gewenste lade voor de eerste pagina. 3. Selecteer in het popup-menu "Remaining From" de lade voor de rest van de afdruktaak. 1. Kies Print (Afdrukken) in het menu Archief. 2.
Ladevergrendeling Ladevergrendeling is een functie waarmee u een lade kunt "buitensluiten" zodat deze alleen gebruikt wordt wanneer dat specifiek verzocht wordt. Dit komt van pas als u speciaal papier, zoals briefhoofdpapier, in een lade wilt aanbrengen. Als u bijvoorbeeld "Eerst beschikbare lade" als papierbron gebruikt en lade 1 vergrendelt, zal de printer alleen papier uit de resterende laden (lade 2 of de optionele lade 3, indien geïnstalleerd) opnemen.
3 Onderhoud en wenken voor gebruik van de printer Overzicht Dit hoofdstuk biedt suggesties voor het economisch afdrukken met hoge-kwaliteit. Bovendien worden enkele speciale onderhoudstaken voor de tonercassette en de printer omschreven.
Beheer van de UltraPrecise tonercassette Beleid van HP m.b.t. tonercassettes van andere fabrikanten Hewlett-Packard kan het gebruik van tonercassettes die niet door HP gekwalificeerd zijn (nieuw of opnieuw gevuld), niet aanbevelen. Omdat het produkten betreft die niet van HP zijn, kan HP niet instaan voor de deugdelijkheid of de kwaliteit. Opslag van tonercassettes Verwijder de tonercassette pas uit de verpakking wanneer u klaar bent om hem te gaan gebruiken.
De toner opnieuw verspreiden 1 2 Wanneer de toner bijna op is, kunnen er vage of lichtere gedeelten op de afgedrukte pagina verschijnen. Het is doorgaans mogelijk om de afdrukkwaliteit tijdelijk te herstellen door de toner in de tonercassette opnieuw te verspreiden. De volgende procedure stelt u in staat de huidige afdruktaak verder af te drukken alvorens de tonercassette te vervangen. 1 Open de bovenklep. 2 Verwijder de tonercassette uit de printer. WAARSCHUWING! Reik niet te ver in de printer.
4 Opmerking Als er toner op uw kleding terecht komt, veegt u deze met een droge doek af, waarna u de kleren in koud water wast. (Met heet water trekt de toner verder in de kleding.) 4 Plaats de tonercassette weer terug in de printer en sluit de bovenklep. Als de afdrukken licht blijven, installeert u een nieuwe tonercassette. (Volg de bij de nieuwe tonercassette meegeleverde instructies.
De printer reinigen Voor behoud van de afdrukkwaliteit volgt u de reinigingsprocedures op de volgende pagina's iedere keer wanneer de tonercassette wordt vervangen of wanneer zich problemen met de afdrukkwaliteit voordoen. Houd de printer zoveel mogelijk vrij van stof en vuil. VOORZICHTIG z Maak de buitenkant van de printer schoon met een enigszins met water bevochtigde doek. z De binnenkant kan met een droge, pluisvrije doek worden schoongemaakt.
De tonercassette reinigen Met deze procedure wordt de rol in de tonercassette gereinigd. Gebruik deze procedure als u op de afdrukken vage delen of vegen bemerkt. Deze procedure neemt ongeveer 10 minuten in beslag. Zie "De reinigingsprocedure starten" op pagina 74. Opmerking Zorg dat de tonercassette niet leeg is wanneer u deze reinigingsprocedure gebruikt. Een tonercassette die bijna leeg is kan eveneens problemen met het afdrukken veroorzaken.
Interne reinigingsprocedure 1 2 3 4 DU Na verloop van tijd zullen zich in de printer toner- en papierdeeltjes verzamelen. Dit kan problemen tijdens het afdrukken veroorzaken. Door het reinigen van de printer worden deze problemen verminderd of voorkomen. WAARSCHUWING! Zet de printer alvorens deze te reinigen UIT en maak het netsnoer los. 1 Open de bovenklep. 2 Verwijder de tonercassette.
76 Hoofdstuk 3 Onderhoud en wenken voor gebruik van de printer DU
4 Problemen oplossen Overzicht Dit hoofdstuk helpt u bij het oplossen van printerproblemen op de volgende gebieden: DU z "Problemen oplossen: Checklist" z "Problemen oplossen: Algemene afdrukproblemen" z "Speciale pagina's afdrukken" z "Papierstoringen opheffen" z "Problemen met afdrukkwaliteit oplossen" z "Problemen met infrarood afdrukken" z "Problemen oplossen: Foutberichten" z "Secundaire lichtpatronen" z "Netwerkproblemen" z "Veel voorkomende problemen met Windows" z "Veel voor
Problemen oplossen: Checklist Als de printer niet goed reageert, kunt u de volgende checklist op volgorde nagaan. Als er een bepaalde stap is waaraan de printer niet voldoet, volgt u de overeenkomstige suggesties om het probleem op te lossen. Problemen oplossen: Checklist Controleer of het Klaar-lichtje van de printer brandt. Als er geen lichtjes branden: controleer de aansluitingen van het elektrische snoer. Controleer de aan/uitschakelaar.
Problemen oplossen: Checklist (vervolg) Druk een kort document af vanuit een softwareprogramma om te controleren of de printer op de computer is aangesloten en of ze goed met elkaar communiceren. Als de pagina niet wordt afgedrukt: controleer de kabelaansluiting tussen de printer en de computer. Controleer of u de juiste kabel gebruikt. Controleer de afdrukwachtrij of afdrukspooler (printmonitor in Mac) om te zien of de printer tijdelijk is onderbroken.
Problemen oplossen: Algemene afdrukproblemen Problemen oplossen: Algemente afdrukproblemen Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing Printer selecteert afdrukmateriaal uit de foute lade. De ladeselectie in het softwareprogramma is mogelijk onjuist. Bij veel softwareprogramma's wordt de papierlade geselecteerd in het menu Pagina-instelling in het programma. Verwijder eventueel afdrukmateriaal uit andere laden zodat de printer uit de gewenste lade selecteert.
Problemen oplossen: Algemente afdrukproblemen (vervolg) Symptoom Mogelijke oorzaak De printer drukt af, maar de tekst is verkeerd, vervormd of onvolledig. De parallelle kabel zit los of is Maak de parallelle kabel los defect. en weer vast. Probeer een afdruktaak waarvan u weet dat hij werkt. Sluit de kabel en printer zo mogelijk op een andere computer aan en probeer een taak af te drukkken waarvan u weet dat hij werkt.
Problemen oplossen: Algemente afdrukproblemen (vervolg) Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing Het besturingssysteem werkt niet goed. Wanneer u vanuit Windows (iedere versie) afdrukt, gaat u naar de DOS-prompt en controleert u de functionaliteit met de volgende opdracht: Bij de prompt C:\ typt u Dir LPT1 en vervolgens drukt u op Enter (ervan uitgaande dat u bent aangesloten op LPT1). Als het lichtje START gaat branden, drukt u op de knop START om de pagina af te drukken en uit te voeren.
Problemen oplossen: Algemente afdrukproblemen (vervolg) Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing De software voor de printer is Controleer in het menu voor printerselectie in de software niet voor de printerpoort of de printer toegang heeft tot geconfigureerd. de juiste poort. Als de computer meer dan één parallelle poort heeft, controleer dan of de printer op de juiste poort is aangesloten. De printer is op een netwerk aangesloten en ontvangt geen signaal.
Problemen oplossen: Algemente afdrukproblemen (vervolg) Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing Het Attentie-lichtje knippert De bovenklep van de printer is open. Sluit de bovenklep goed. De tonercassette ontbreekt of Controleer of de tonercassette is niet goed geïnstalleerd. goed geïnstalleerd is. Probeer de cassette te verwijderen en opnieuw te installeren. Er is een papierstoring in de printer. 84 Hoofdstuk 4 Problemen oplossen Zie "Papierstoringen opheffen" op pagina 86.
Speciale pagina's afdrukken Er zijn speciale pagina's in het printergeheugen die u zullen helpen een diagnose te stellen en meer over de problemen met uw printer te leren. Demopagina Om de demopagina af te drukken, drukt u op de knop START wanneer de printer klaar is. Configuratiepagina Op de configuratiepagina staan veel van de huidige instellingen en eigenschappen van de printer.
Papierstoringen opheffen Soms kan papier tijdens een afdruktaak vastlopen. Enkele oorzaken hiervoor zijn: z Papierladen verkeerd geladen of te vol. z Lade 2 of de optionele lade 3 is tijdens een afdruktaak verwijderd. z De bovenklep is tijdens een afdruktaak geopend. z Er wordt afdrukmateriaal gebruikt dat niet aan de specificaties van HP voldoet. Zie "Afdrukmateriaal-specificaties" op pagina 137. z Er word afdrukmateriaal gebruikt van een formaat dat buiten het ondersteunde bereik valt.
1 Papierstoring: Gebied van tonercassette 1 2 VOORZICHTIG Papierstoringen in dit gedeelte kunnen losse toner op de pagina veroorzaken. Als u toner op uw kleren krijgt, moet u ze in koud water wassen, want heet water veroorzaakt blijvende tonervlekken in de stof. 2 3 Open de bovenklep. Verwijder de tonercassette. VOORZICHTIG Om beschadiging te voorkomen, mag de tonercassette niet meer dan een paar minuten lang aan licht worden blootgesteld.
4 Opmerking Als het papier moeilijk te verwijderen is of als het al in het uitvoergedeelte zit, kunt u het vastgelopen papier verwijderen zoals beschreven voor de uitvoergedeelten op pagina 90. 4 Wanneer het vastgelopen papier is verwijderd, brengt u de registratieplaat voorzichtig omlaag. Plaats de tonercassette terug en sluit de bovenklep. Opmerking Als het opnieuw installeren van de tonercassette moeilijk is, moet u controleren of de registratieplaat weer op zijn plaats zit.
1 2 Papierstoring: Papiertoevoer voor lade 2 of de optionele lade 3 Opmerking Als het papier al in het tonercassettegedeelte is, volgt u de instructies op pagina 87. Het is gemakkelijker papier uit het tonercassettegedeelte te verwijderen dan uit de papiertoevoer. 1 Trek lade 2 uit de printer, zodat u kunt vaststellen waar het papier vastgelopen is. 2 Verwijder eventueel fout ingevoerd papier uit lade 2 door aan de voorkant van het papier te trekken. Zorg dat al het papier in de lade is uitgelijnd.
1 Papierstoring: Uitvoergedeelten VOORZICHTIG Papierstoringen in dit gedeelte kunnen losse toner op de pagina veroorzaken. Als u toner op uw kleding krijgt, moet u deze in koud water wassen, want heet water veroorzaakt blijvende tonervlekken in de stof. 1 2 Open de bovenklep en verwijder de tonercassette. Open de achteruitvoerbak. Opmerking De bovenklep moet worden geopend om de tandwielen van het achteruitvoergedeelte vrij te maken zodat het papier gemakkelijk kan worden verwijderd.
1 2 3 4 DU Papierstoring: Gescheurd papier verwijderen Soms kan een stuk vastgelopen papier scheuren wanneer het wordt verwijderd. Pas de volgende procedure toe om eventuele stukjes papier te verwijderen die in de printer zijn achtergebleven. 1 Zorg dat de tonercassette geïnstalleerd is, dat de bovenklep gesloten is en dat lade 2 en de optionele lade 3 (indien aanwezig) volledig in de printer zijn geschoven. 2 Zet de printer uit en weer aan.
Problemen met afdrukkwaliteit oplossen Afdrukkwaliteit: Checklist Algemene problemen met afdrukkwaliteit kunnen worden opgelost door onderstaande checklist te volgen. z Controleer het printerstuurprogramma om er zeker van te zijndat u de best mogelijke optie voor afdrukkwaliteit gebruikt (zie pagina 56). z Verdeel de toner opnieuw in de tonercassette (zie pagina 71). z Maak de binnenkant van de printer schoon (zie pagina 73). z Controleer de papiersoort en -kwaliteit (zie pagina 137).
Voorbeelden van defecten aan de afbeelding Onderstaande voorbeelden geven papier van Letter-formaat weer dat met de korte kant eerst door de printer is gegaan. Op de volgende pagina's vindt u voor elk van deze voorbeelden de waarschijnlijke oorzaak en de oplossing.
Lichte of vage afdruk Er verschijnt een verticale witte streep of een vaag gebied op de pagina: z De toner is bijna op. U kunt de gebruiksduur van de tonercassette mogelijk iets verlengen. Zie "De toner opnieuw verspreiden" op pagina 71. Als de afdrukkwaliteit hierdoor niet verbetert, moet u een nieuwe HP tonercassette installeren. z Wellicht voldoet het papier niet aan de papierspecificaties van HP (het papier is bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Zie "Afdrukmateriaal-specificaties" op pagina 137.
Weggevallen informatie Er verschijnen lichte plekken met een overwegend ronde vorm op willekeurige plaatsen op de pagina: z Het kan voorkomen dat het betreffende vel papier niet goed was. Druk de taak nogmaals af. z Het vochtgehalte van het papier is ongelijkmatig of er zijn vochtplekken op het oppervlak van het papier. Probeer papier van een andere fabrikant. Zie "Afdrukmateriaal-specificaties" op pagina 137. z Deze partij papier is niet goed.
Tonervegen z Als er tonervegen op de voorrand van het papier verschijnen, zijn de papiergeleiders vuil. Zie "Interne reinigingsprocedure" op pagina 75. z Een combinatie van een vage afdruk en vegen kan erop duiden dat de cassette moet worden schoongemaakt. Zie "De tonercassette reinigen" op pagina 74. z Controleer de papiersoort en -kwaliteit. Zie "Afdrukmateriaalspecificaties" op pagina 137. z Installeer een nieuwe HP tonercassette. Losse toner z Maak de binnenkant van de printer schoon.
Misvormde tekens z Als de tekens niet goed gevormd zijn en een holle afbeelding opleveren, is het papier mogelijk te glad. Probeer een ander soort papier. Zie "Afdrukmateriaal-specificaties" op pagina 137. z Als de tekens niet goed gevormd zijn zodat een golvend effect ontstaat, is de laserscanner aan service toe. Controleer of dit ook op een demopagina gebeurt door op START te drukken wanneer de printer klaar is.
Problemen met infrarood afdrukken Problemen met infrarood afdrukken Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing Er kan geen verbinding worden gemaakt of de verzending lijkt langer dan gewoonlijk te duren. Computer is niet compatibel met IrDA. Controleer of de computer die u gebruikt compatibel met IrDA is; kijk of er een IrDAsymbool op het apparaat staat of raadpleeg de handleiding van de computer. Het IR-stuurprogramma is niet op uw computer of Personal Digital Assistant (PDA) geïnstalleerd.
Problemen met infrarood afdrukken (vervolg) Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing Heldere lichten belemmeren het signaal. Zorg dat er geen helder licht recht in een van de IR-poorten schijnt. Elk helder licht (zonlicht, licht van gloeilampen of tl-buizen of van infrarode afstandsbediening, zoals die voor tv's en video's worden gebruikt) dat recht in een van de IR-poorten schijnt, kan storing veroorzaken. Plaats het apparaat dichter bij de IRpoort van de printer.
Problemen met infrarood afdrukken (vervolg) Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing Het IR-statuslicht gaat tijdens de verzending uit. Mogelijk is de verbinding verbroken. Als het Data-lichtje (in het midden) brandt, drukt u op TAAK ANNULEREN om het printergeheugen te wissen. Plaats het apparaat binnen het werkbereik en druk de taak nogmaals af.
Problemen oplossen: Foutberichten Wanneer er een fout in de printer optreedt, wordt het foutbericht door vijf lichtpatronen op het bedieningspaneel aangegeven. Kijk hieronder naar het lichtpatroon dat overeenkomt met het lichtpatroon op de printer en volg de aanbevelingen om het probleem op te lossen. Bij sommige foutberichten is er een secundair lichtpatroon dat het soort fout aangeeft. Zie "Secundaire lichtpatronen" op pagina 104. Opmerking Algemene status-lichtpatronen worden beschreven op pagina 16.
Attentie Er zijn drie mogelijke oorzaken voor het branden van het Attentielichtpatroon: z Klep open z Tonercassette ontbreekt z Papierstoring Nadat de oorzaak van het probleem is gevonden, drukt u op de knop START zodat de printer kan proberen zich te herstellen. Als er een papierstoring is, probeert de printer het vastgelopen papier te verwijderen. Als dit niet lukt, blijft de printer het bericht Attentie weergeven tot het probleem is verholpen.
Accessoirefout Er is een fout opgetreden met een van de accessoires, hetzij de EIOpoort of de DIMM-sleuven, waardoor de printer de huidige afdruktaak heeft gestopt. Op de knop START of TAAK ANNULEREN drukken heeft bij dit bericht geen effect. Wanneer de knoppen START en TAAK ANNULEREN tegelijk worden ingedrukt en weer losgelaten, geeft de printer een secundair lichtpatroon weer, dat de foutcode aangeeft die met de huidige foutconditie overeenkomt. Zie "Accessoire-fout" op pagina 107.
Secundaire lichtpatronen Verwijderbare fout Soort fout Lichtpatroon Aanbevolen handeling Vol geheugen Het printergeheugen is vol. Druk op START om verder te gaan met afdrukken. Als u gegevens verliest, kunt u proberen printergeheugen vrij te maken door eventuele onnodige lettertypen, macro's, of andere gegevens die zich op het ogenblik in het printergeheugen bevinden, te verwijderen. Als u gegevens blijft verliezen, zult u wellicht meer printergeheugen moeten toevoegen.
Verwijderbare fout (vervolg) Soort fout DU Lichtpatroon Aanbevolen handeling I/O-fout De kabel tussen de printer en de computer is niet goed aangesloten of de kabel is van slechte kwaliteit. Controleer of de kabelaansluitingen goed vastzitten. Zorg dat u een kabel van goede kwaliteit gebruikt. Tijdelijke fout De printer ondervindt een tijdelijke fout. Reset de printer door de printer uit en weer aan te zetten. NVRAM-fout Het niet-vluchtige geheugen (NVRAM) is tijdelijk vol.
Verwijderbare fout (vervolg) Soort fout Lichtpatroon EIO-fout 106 Hoofdstuk 4 Problemen oplossen Aanbevolen handeling De printer ondervindt een tijdelijke EIOfout. Herstel de printer door de printer uit en weer aan te zetten.
Accessoire-fout Soort fout DU Lichtpatroon Aanbevolen handeling EIO-poortfout Verwijder het accessoire van de EIO-poort of de DIMM-sleuf die door het foutbericht wordt aangeduid om verder te gaan met afdrukken. DIMM-sleuf 1 - fout Verwijder het accessoire van de EIO-poort of de DIMM-sleuf die door het foutbericht wordt aangeduid om verder te gaan met afdrukken.
Accessoire-fout (vervolg) Soort fout Lichtpatroon DIMM-sleuf 3 - fout 108 Hoofdstuk 4 Problemen oplossen Aanbevolen handeling Verwijder het accessoire van de EIO-poort of de DIMM-sleuf die door het foutbericht wordt aangeduid om verder te gaan met afdrukken.
Netwerkproblemen U hebt problemen met een gemeenschappelijk gebruikte printer. DU z Druk een Configuratiepagina af. Als er een HP JetDirect EIO afdrukserver geïnstalleerd is, wordt er bij het afdrukken van een Configuratiepagina ook een tweede pagina afgedrukt, waarop de netwerkinstellingen en status staan. z Druk de taak af vanaf een andere computer. z Om te controleren of een printer met een computer werkt, sluit u hem rechtstreeks met een parallelle kabel op een computer aan.
Veel voorkomende problemen met Windows Veel voorkomende problemen met Windows Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing Bericht van Windows tijdens installatie: "Bestand wordt al gebruikt." Sluit alle software af. Verwijder alle software uit de opstartgroep en start Windows opnieuw. Installeer de printerstuurprogramma's opnieuw. Foutbericht: "Er is een fout opgetreden bij het schrijven naar LPTx" in Windows 9x.
Veel voorkomende problemen met Windows (vervolg) Symptoom Foutbericht: "Algemene beschermingsfout" "Uitzondering OE" "Spool32" "Ongeldige bewerking" Mogelijke oorzaak Oplossing Sluit alle andere toepassingen, start Windows opniew en probeer het nogmaals. Schakel het printerstuurprogramma om. Als het HP LaserJet 2100-serie PCL6-stuurprogramma is geselecteerd, schakelt u om naar een ander printerstuurprogramma zoals een HP LaserJet 2100 serie PCL5estuurprogramma of een Microsoftstuurprogramma.
Veel voorkomende problemen met Macintosh Problemen met Macintosh Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing Software niet goed geïnstalleerd. Het LaserWriter-stuurprogramma moet aanwezig zijn als deel van het Mac-besturingssysteem. Controleer of het LaserWriter-stuurprogramma zich in de map Extensies in de systeemfolder bevindt. Zo niet, dan moet het LaserWriter-stuurprogramma vanaf de installatie-CD geïnstalleerd worden. Problemen in de Kiezer Symbool van printerstuurprogramma verschijnt niet in de Kiezer.
Problemen met Macintosh (vervolg) Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing Controleer of de printer in de Kiezer gekozen is door een zelftest af te drukken. (Druk tegelijk op START en TAAK ANNULEREN.) Controleer of de naam AppleTalk van de printer op de zelf-testpagina voorkomt. Controleer of AppleTalk aan staat. (De knop naast Actief is in de Kiezer geselecteerd.) Het is mogelijk dat u de computer opnieuw moet starten om de verandering in te doen gaan. Installeer de printersoftware opnieuw.
Problemen met Macintosh (vervolg) Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing U kunt de computer niet gebruiken terwijl de printer afdrukt. Afdrukken in achtergrond is niet geselecteerd. LaserWriter 8.3 Zet Afdrukken in achtergrond aan in de Kiezer. Statusberichten worden nu naar de PrintMonitor gestuurd, zodat u kunt blijven werken terwijl de computer gegevens verwerkt die naar de printer worden gestuurd. LaserWriter 8.4 en hoger Zet Afdrukken in achtergrond aan door Bestand, Print bureaublad en Afdr.
Een andere PPD selecteren 1. Open de Kiezer vanuit het Apple-menu. 2. Klik op het symbool LaserWriter. 3. Als u op een netwerk met meerdere zones bent, selecteert u in het vak AppleTalk Zones de zone waar de printer zich bevindt. 4. Klik in het vak Selecteer een PostScript-printer op de naam van de printer die u wilt gebruiken. (Wanneer u dubbelklikt, worden de volgende stappen onmiddellijk uitgevoerd.) 5. Klik op Instelling... (Deze knop kan Aanmaken heten wanneer de printer voor het eerst wordt ingesteld.
Problemen oplossen: PS-fouten De volgende situaties hebben betrekking op de PS-taal en kunnen voorkomen wanneer meer dan één printertaal wordt gebruikt. Opmerking Om een afgedrukt of op het scherm weergegeven bericht te krijgen wanneer PS-fouten voorkomen, opent u het dialoogvenster Afdrukopties en klikt u op de gewenste selectie naast het gedeelte PS-fouten.
PS-fouten (vervolg) Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing Limietfout Afdruktaak te complex. Wellicht moet u de taak met 600 stippen per inch afdrukken, de pagina minder complex maken of meer geheugen installeren. VM-fout Lettertypefout Selecteer onbegrensde downloadable lettertypen vanuit het printerstuurprogramma. Bereiktest Lettertypefout Selecteer onbegrensde downloadable lettertypen vanuit het printerstuurprogramma.
118 Hoofdstuk 4 Problemen oplossen DU
5 Service en ondersteuning Beschikbaarheid HP verschaft over de gehele wereld diverse opties voor service en ondersteuning. De beschikbaarheid van deze programma's varieert afhankelijk van uw locatie.
Richtlijnen voor het opnieuw inpakken van de printer VOORZICHTIG z Verwijder en bewaar eventueel in de printer geïnstalleerde DIMM's (dual in-line geheugenmodules). z Verwijder en bewaar eventueel in de printer geïnstalleerde kabels en optionele accesssoires. Statische elektriciteit kan de DIMM's beschadigen. Draag bij het hanteren van DIMM's een antistatische polsband of raak regelmatig de antistatische verpakking van de DIMM aan, en raak vervolgens blank metaal op de printer aan.
Service-informatieformulier WIE STUURT HET PRODUCT TERUG? Datum: Contactpersoon: Telefoon: ( ) Alternatieve contactpersoon: Telefoon: ( ) Adres afzender: Speciale verzendinstructies: WAT WORDT ER VERZONDEN? Modelnaam: Modelnummer: Serienummer: U wordt verzocht relevante afdrukken met het geretourneerde product mee te sturen. Stuur GEEN accessoires (handleidingen, reinigingsmiddelen enz.) die niet nodig zijn voor de reparatie. WAT MOET ER WORDEN GEDAAN? (Geef zo nodig uitleg op een apart blad.
Onderhoudsovereenkomsten van HP HP heeft diverse soorten onderhoudsovereenkomsten die aan de behoefte aan verschillende soorten ondersteuning tegemoetkomen. Onderhoudsovereenkomsten behoren niet bij de standaardgarantie. Ondersteuningsservices variëren per locatie. Vraag uw plaatselijke HP-dealer welke services voor u beschikbaar zijn.
Beperkte garantie van Hewlett-Packard HP-PRODUCT DUUR VAN GARANTIE HP LaserJet 2100, 2100 M, 2100 TN 1 jaar, naar officieel Servicecentrum retourneren 1. HP garandeert u, de klant/eindgebruiker, dat de apparatuur, accessoires en benodigdheden van HP vanaf de datum van aankoop gedurende de hierboven gespecificeerde periode geen materiaal- en constructiefouten bevatten.
7. VOOR ZOVER BIJ DE PLAATSELIJKE WETGEVING TOEGESTAAN IS HET VERHAAL IN DEZE GARANTIEVERKLARING UW ENIGE EN UITSLUITENDE VERHAAL. MET UITZONDERING VAN WAT HIERBOVEN IS WEERGEGEVEN, ZIJN HP EN HAAR DERDE LEVERANCIERS IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK VOOR GEGEVENSVERLIES OF VOOR DIRECTE, SPECIALE, BIJKOMENDE OF GEVOLGSCHADE (MET INBEGRIP VAN WINSTDERVING OF GEGEVENSVERLIES), OF ANDERE SCHADEVERGOEDING, ONGEACHT OF DEZE GEBASEERD IS OP EEN CONTRACT, ONRECHTMATIGE DAAD OF ANDERE GRONDEN.
Beperkte garantie op de tonercassette Opmerking Onderstaande garantie is van toepassing op de tonercassette die bij deze printer wordt geleverd. De tonercassettes van HP zijn gegarandeerd vrij van materiaal- en constructiefouten tot de HP-toner op is. De garantie dekt alle defecten of storingen van een nieuwe Hewlett-Packard tonercassette. Hoe lang wordt de cassette door de garantie gedekt? De cassette wordt door de garantie gedekt tot de HP-toner op is, dan vervalt de garantie.
Wereldwijde verkoop- en servicekantoren Opmerking Voordat u een verkoop- en servicekantoor van HP belt, dient u eerst het nummer van het toepasselijke klanteninformatiecentrum te bellen, dat u in het gedeelte "Ondersteuning van HP" vindt. De producten moeten niet naar deze kantoren worden geretourneerd. Informatie over het retourneren van producten kunt u ook verkrijgen via het toepasselijke klanteninformatiecentrum dat u vindt onder "Ondersteuning van HP" in het begin van deze handleiding.
Duitsland India Hewlett-Packard GmbH Herrenberger Straße 130 71034 Böblingen Telefoon: (49) (180) 532-6222 (49) (180) 525-8143 Fax: (49) (180) 531-6122 Hewlett-Packard India Ltd.
Nieuw-Zeeland Tsjechië Hewlett-Packard (NZ) Limited Ports of Auckland Building Princes Wharf, Quay Street P.O. Box 3860 Auckland Telefoon: (64) (9) 356-6640 Fax: (64) (9) 356-6620 Apparatuur-reparatiecentrum en ondersteuning bij verlengde garantie: Telefoon: (64) (9) 0800-733547 Klanteninformatiecentrum: Telefoon: (64) (9) 0800-651651 Hewlett-Packard s. r. o.
A Specificaties Printerspecificaties HP LaserJet 2100 HP LaserJet 2100 met optionele Lade 3 Hoogte 230 mm (9 in.) 309 mm (12,2 in.) Breedte 406 mm (15,9 in.) 406 mm (15,9 in.) Diepte (kast) 420 mm (16,5 in.) 420 mm (16,5 in.) Gewicht (met tonercassette) 11,5 kg (25.4 lbs) 14,4 kg (31.
WAARSCHUWING! De voedingsvereisten zijn gebaseerd op de streek waar de printer wordt verkocht. De bedrijfsspanning niet wijzigen. Hierdoor kan de printer beschadigd worden en de productgarantie tenietgedaan worden.
Milieuvriendelijke producten Milieubescherming De beleidspolitiek van Hewlett-Packard Company is erop gericht kwaliteitsproducten te leveren op een milieuvriendelijke wijze. Deze HP LaserJet-printer is dan ook ontworpen met diverse kenmerken om het effect op het milieu te beperken. Deze HP LaserJet-printer elimineert: Ozonafgifte De printer gebruikt oplaadrollen in het elektrofotografische proces en brengt daardoor geen merkbare hoeveelheid ozongas (O3) voort.
Papierverbruik U kunt opgeven dat een aantal pagina's van uw document op één vel papier wordt afgedrukt. Door deze wijze van afdrukken met N-per-vel en de printerfunctie Handmatig dubbelzijdig afdrukken wordt papier bespaard en de daardoor de vraag naar natuurlijke hulpbronnen verminderd.
Papier Deze printer is geschikt voor kringlooppapier wanneer het papier voldoet aan de richtlijnen die zijn uiteengezet in de HP LaserJet Printer Family Paper Specifications Guide. Zie pagina 25 voor bestelinformatie. Deze printer is geschikt voor het gebruik van kringlooppapier dat voldoet aan norm DIN 19 309. MSDS (chemiekaart) De MSDS (chemiekaart) voor de tonercassette/trommel kunt u verkrijgen door contact op te nemen met de HP LaserJet Supplies website via: http://ljsupplies.
Verklaringen i.v.m.
Laserveiligheidsverklaring Aangezien de binnen de printer voortgebrachte straling volledig binnen de beschermende behuizingen en afdekkingen blijft, kan de laserstraal tijdens geen enkele fase van de normale bediening door de gebruiker ontsnappen. WAARSCHUWING! Het gebruik van de besturingselementen, het aanbrengen van bijstellingen of het uitvoeren van procedures op andere wijze dan zoals vermeld in deze gebruikershandleiding, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling.
136 Bijlage A Specificaties DU
B Afdrukmateriaalspecificaties Overzicht Deze printer kan diverse afdrukmaterialen verwerken, zoals losse vellen papier (m.i.v. 100% kringlooppapier), enveloppen, etiketten, transparanten en speciaal papier. Eigenschappen zoals gewicht, samenstelling, vezels en vochtgehalte zijn belangrijke factoren die van invloed zijn op de prestaties van de printer en de kwaliteit van het afgedrukte materiaal.
Ondersteunde papierformaten Lade 1 Afmetingena Minimumformaat (speciaal) 76 x 127 mm Maximumformaat (speciaal) 216 x 356 mm Transparanten Etikettenc Enveloppen Dezelfde afmetingen als bovenstaande minimum- en maximumformaten voor papier. Gewicht Capaciteitb 60 tot 163 g/m2 Bankpost 100 vel bankpostpapier van 80 g/m2 Dikte: 0,10 tot 0,14 mm gewoonlijk 75 Dikte: 0,10 tot 0,14 mm gewoonlijk 50 Hoogstens 90 g/m2 tot 10 a. De printer ondersteunt een groot aantal formaten afdrukmateriaal.
Lade 2 of Lade 3 Afmetingena Letter 216 x 279 mm A4 210 x 297 mm Executive 184 x 267 mm Legal 216 x 356 mm B5 (ISO) 176 x 250 mm B5 (JIS) 182 x 257 mm A5 148 x 210 mm 8.5 x 13 in. 216 x 330 mm Gewicht Capaciteitb Bankpost 250 vel bankpostpapier (60 tot 105 g/m2) (80 g/m2) a. De printer ondersteunt een groot aantal formaten afdrukmateriaal. Zie "Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat of kaarten" op pagina 37. b.
Richtlijnen voor het gebruik van papier Gebruik voor de beste resultaten gewoon papier van 90 g/m2. Zorg dat het papier van goede kwaliteit is en vrij van sneden, inkepingen, scheuren, vlekken, losse deeltjes, stof, kreukels en gekrulde of omgebogen randen. Als u niet zeker weer wat voor soort papier u laadt (zoals bankpost of kringlooppapier), kijk dan naar het etiket op de verpakking.
Opmerking Gebruik geen briefhoofdpapier dat bedrukt is met inktsoorten voor lage temperaturen, zoals gebruikt worden in sommige soorten thermografie. Gebruik geen briefhoofdpapier met reliëfdruk. De printer gebruikt warmte en druk om de toner op het papier te smelten. Wanneer u gekleurd papier of voorbedrukte formulieren gebruikt, controleer dan eerst of deze inktsoorten bevatten die compatibel zijn met de temperatuur van de printer (200° C gedurende 0,1 seconde).
Omgeving voor afdrukken en papieropslag De beste omgeving voor afdrukken en papieropslag is op of omstreeks kamertemperatuur, en niet te droog of te vochtig. Papier is hygroscopisch: het neemt vocht snel op en geeft het ook weer snel af. Een combinatie van warmte en vocht beschadigt papier. Door de warmte verdampt het vocht in het papier, terwijl dit door de koude op de vellen condenseert. Verwarmingssystemen en airconditioners verwijderen het meeste vocht uit een vertrek.
Enveloppen De afwerking van de envelop is uiterst belangrijk. De vouwlijnen van de enveloppen variëren aanzienlijk, niet alleen van fabrikant tot fabrikant, maar zelfs van envelop tot envelop uit eenzelfde doos. Het goed kunnen bedrukken van enveloppen hangt voornamelijk af van de kwaliteit van de enveloppen. Let bij het aanschaffen van uw enveloppen op de volgende punten: z Gewicht: Het gewicht van het papier van de envelop mag niet meer dan 105 g/m2 bedragen, anders kunnen er papierstoringen optreden.
Enveloppen met parallelle lasnaden Bij een afwerking met parallelle lasnaden is de envelop aan beide zijden geplakt door middel van verticale lasnaden in plaats van diagonaal. Dit type kan wellicht meer omkrullen. Let erop dat de lasnaad volledig doorloopt tot aan de hoek van de envelop, zoals hieronder afgebeeld.
Envelopmarges De volgende tabel geeft de normale adresmarges aan voor nr. 10 of DL-enveloppen. Opmerking Soort adres Bovenmarge Linkermarge Afzender 15 mm 15 mm Bestemmingsadres 51 mm 89 mm Voor de beste afdrukkwaliteit mogen de marges tussen de tekst en de rand van de envelop niet kleiner dan 15 mm zijn. Zorg dat u niet afdrukt op het punt waar de naden van de envelop bij elkaar komen. Enveloppen bewaren Het correct bewaren van enveloppen draagt bij tot een betere afdrukkwaliteit.
Etiketten VOORZICHTIG Om beschadiging van de printer te voorkomen, dient u alleen etiketten te gebruiken die zijn goedgekeurd voor gebruik in laserprinters, zoals etiketten van het merk HP. (Zie pagina 22 voor bestelinformatie.) Om ernstige papierstoring te voorkomen, moet u bij het afdrukken van etiketten altijd lade 1 en de achteruitvoerbak gebruiken. Druk nooit meer dan eenmaal af op hetzelfde vel etiketten en druk nooit af op een gedeeltelijk met etiketten gevuld vel.
Transparanten Transparanten die in de printer worden gebruikt moeten bestand zijn tegen een temperatuur van 200° C , de maximumtemperatuur van de printer. VOORZICHTIG Om beschadiging van de printer te voorkomen, dient u alleen transparanten te gebruiken die zijn goedgekeurd voor gebruik in laserprinters, zoals transparanten van het merk HP. (Zie pagina 22 voor bestelinformatie.) Zie "Afdrukken op transparanten" op pagina 36.
148 Bijlage B Afdrukmateriaal-specificaties DU
C Printergeheugen en uitbreiding Overzicht DU z Printergeheugen z Geheugen installeren z De geheugeninstallatie controleren z Een HP JetDirect EIO-kaart installeren Bijlage C Printergeheugen en uitbreiding 149
Printergeheugen De printer heeft drie DIMM-sleuven (Dual In-line Memory Module) om het volgende toe te voegen: z Meer printergeheugen. DIMM's zijn verkrijgbaar in 4, 8 en 16 MB, tot maximaal 52 MB. z Op DIMM's gebaseerde extra lettertypen, macro's en patronen. z Andere op DIMM's gebaseerde printertalen en printeropties. Zie "Accessoires en bestelinformatie" op pagina 22.
Geheugen installeren 1 VOORZICHTIG Statische elektriciteit kan de DIMM's (Dual In-line Memory Modules) beschadigen. Draag bij het hanteren van DIMM's een antistatische polsband of raak regelmatig de antistatische verpakking van de DIMM aan, en raak vervolgens blank metaal van de printer aan. 2 Als u dit nog niet hebt gedaan, moet u een configuratiepagina afdrukken om te bepalen hoeveel geheugen in de printer is geïnstalleerd voordat u er meer geheugen aan toevoegt.
6 7 6 Verwijder de DIMM uit de antistatische verpakking. 7 Houd de DIMM bij de randen vast en breng de inkepingen van de DIMM op één lijn met de DIMMsleuf. (Controleer of de vergrendelingen aan weerszijden van de DIMM-sleuf open zijn.) Opmerking Gebruik de DIMM-sleuven voor de beste resultaten in de volgorde 1-2-3. 8 8 Druk de DIMM recht in de sleuf (stevig drukken). Controleer of de vergrendelingen aan weerskanten van de DIMM naar binnen toe vastzitten.
De geheugeninstallatie controleren Volg deze procedure om te controleren of de DIMM's goed geïnstalleerd zijn: 1. Zet de printer aan. Controleer of het Klaar-lichtje op het bedieningspaneel brandt wanneer de printer de opstartprocedure heeft doorlopen. Als er een foutbericht verschijnt, is het mogelijk dat een DIMM niet goed geïnstalleerd is. Zie "Problemen oplossen: Foutberichten" op pagina 101. 2. Druk een configuratiepagina af door tegelijkertijd op de knoppen START en TAAK ANNULEREN te drukken. 3.
Een HP JetDirect EIO-kaart installeren 1 2 1 Zet de printer uit en haal de stekker van het elektrische snoer uit het stopcontact. 2 Open de klep voor de interfacekabel door op de ontgrendellipjes te drukken. Ontkoppel alle interfacekabels. 3 Zoek de EIO-sleuf op. Steek de HP JetDirect EIO-kaart stevig in de EIO-sleuf. Draai de borgschroeven vast. 4 Bevestig de juiste netwerkkabel aan de EIO-kaart. 5 Breng de interfacekabel(s) en het elektrische snoer weer aan.
D Printer Commando's Overzicht Bij de meeste softwareprogramma's is het invoeren van printercommando's niet nodig. Raadpleeg uw computer- en softwaredocumentatie voor de methode voor het invoeren van printercommando's, indien nodig. PCL PCL-printercommando's laten de printer weten welke taken uitgevoerd moeten worden of welke lettertypen gebruikt moeten worden. Deze appendix dient als een gemakkelijk te gebruiken naslagwerk voor gebruikers die al met de PCL-commando's bekend zijn.
PJL Printer Job Language (PJL), de printertaal van HP, biedt controle boven PCL en andere printertalen. De vier belangrijkste functies die PJL biedt zijn: z printertaal instellen z taakscheiding z printerconfiguratie z status teruglezen van de printer PJL-commando's kunnen worden gebruikt om de standaardinstellingen van de printer te veranderen. Opmerking De tabel aan het eind van deze appendix geeft een overzicht van veel gebruikte PCL 5e commando's.
In veel printercommando's komen de kleine letter l (l) en het cijfer één (1) voor of de hoofdletter O (O) en het cijfer nul (0). Deze tekens zien er op het scherm mogelijk anders uit dan ze hier worden weergegeven. In de PCL-commando's moet u de tekens (letter of cijfer, hoofd- of kleine letter) precies gebruiken zoals ze worden opgegeven. De volgende illustratie geeft de elementen van een gewoon printercommando (in dit geval een commando voor de oriëntatie van de pagina).
Escape-tekens invoeren Printercommando's beginnen altijd met het escape-teken (?). De onderstaande tabel toont hoe het escape-teken in diverse DOS-softwareprogramma's ingevoerd kan worden.
PCL-lettertypen selecteren PCL-printercommando's voor het selecteren van lettertypen kunt u vinden in het PCL-lettertypeoverzicht. Hieronder wordt een voorbeeld gegeven. Let op de twee categorieën waar variabelen ingevuld moeten worden voor de tekenset en puntgrootte: Deze variabelen moeten worden ingevuld om te voorkomen dat de printer de standaardinstellingen gebruikt. Als u bijvoorbeeld een tekenset voor het tekenen wilt gebruiken, selecteert u de tekenset 10U (PC-8) of 12U (PC-850).
Veel gebruikte PCL-printercommando's (vervolg) Functie Commando Opties (#) Papierbron ?&l #H 0 = drukt huidige pagina af of werpt hem uit 1 = Lade 2 2 = handinvoer, papier 3 = handinvoer, envelop 4 = Lade 1 5 = Lade 3 7 = automatische selectie Papierformaat ?&l #A 1 = Executive 2 = Letter 3 = Legal 4 = A5 5 = A4 6 = B5-JIS 8 = 8,5 X 13 9 = B5 (ISO) 71 = Briefkaart (enkel formaat) 72 = Briefkaart (met antwoord) 80 = Monarch 81 = Commercial 10 90 = DL 91 = International C5 100 = B5 101 = Speciaal Afd
Veel gebruikte PCL-printercommando's (vervolg) Functie Commando Opties (#) Horizontale bewegingsindex ?&k#H stappen van 1/120 inch (comprimeert afdruk horizontaal) Verticale bewegingsindex ?&l #C stappen van 1/48 inch (comprimeert afdruk verticaal) Regelafstand ?&l #D # = regels per inch (1, 2, 3, 4, 5, 6, 12, 16, 24, 48) Perforatie-interval ?&l #L 0 = uitschakelen 1 = inschakelen Verticale positie (rijen) ?&a#R # = rijnummer Verticale positie (stippen) ?*p#Y # = stipnummer (300 stippen
Veel gebruikte PCL-printercommando's (vervolg) Functie Commando Opties (#) PCL-modus activeren ?%#A 0 = Vorige PCL-cursorpositie gebruiken 1 = Huidige HP-GL/2 pinpositie gebruiken HP-GL/2-modus activeren ?%#B 0 = Vorige HP-GL/2 pinpositie gebruiken 1 = Huidige PCL-cursorpositie gebruiken Tekensets ?(# 8U = HP Roman-8 tekenset 10U = IBM-layout (PC-8) (codepagina 437) standaard tekenset 12U = IBM-layout voor Europa (PC-850) (codepagina 850) 8M = Math-8 19U = Windows 3.1 Latin 1 9E = Windows 3.
Veel gebruikte PCL-printercommando's (vervolg) Functie Commando Opties (#) Primaire afdrukdikte ?(s#B 0 = normaal (boek of tekst) 1 = halfvet 3 = vet 4 = extra vet Lettertype ?(s#T Druk een PCL-letterypeoverzicht af om voor elk intern lettertype het commando te vinden. a. De voorkeursmethode is om het commando "primaire tekens/inch" te gebruiken.
164 Bijlage D Printer Commando's DU
Index Numeriek B 3x5 inch, kaarten van afdrukken 37 basisbegrippen, printer- 1, 20 bedieningspaneel 14 knoppen 14 lichtpatronen 15 problemen oplossen 101 vergrendelen 10 benodigdheden bestellen 22, 24 briefhoofdpapier afdrukken op 40 A aanschaffen, papier 26 aanvullende documentatie bestellen 24 accessoires 22 bestellen 22–24 afdrukken annuleren, een afdruktaak 41 ansichtkaarten 37 briefhoofd 40 dubbelzijdig 38 duplex- 38 enveloppen 33 etiketten 35 formulieren 40 kwaliteitsrichtlijnen 140 meerdere pagin
H L N heen en weer schakelen, afdruktalen 6 Help printerstuurprogramma 7 software 7 Helponline 7 Help-knop in printerstuurprogramma 7 Help-schermen 7 HP afdruktaak taal 156 HP FontSmart installeren 7 lettertypen beheren 7 HP JetAdmin installeren 4 netwerken compatibel met 8 HP LaserJethulpprogramma voor Macintosh 10 HP wereldwijde verkoopen servicekantoren 126, 128 HP-GL/2-commando's 155 HP-UX 8 lade 1 capaciteit 29 laden 29 openen 29 papierformaten 27, 138 soorten afdrukmateriaal 27 lade 2 papierformat
papierverwerking, accessoires voor bestellen 23 papierverwerking, functies 2 PCL commando's 155, 159–162 lettertypen selecteren 159 syntaxis 156–157 PCL 5e-stuurprogramma's functie 6 PCL 6-stuurprogramma's functie 6 PCL-printertaal, functies 2 PJL-commando's 156 PPD's een andere PPD selecteren 115 Macintosh 10 printer basisbegrippen 1–20 commando's 155, 159, 162 geheugen 151 geheugen installeren 151, 153 geheugen uitbreiden 150 geheugeninstallatie controleren 153 Help-software 7 herbenoemen 115 onderhoud 69
tonercassette 70 bestellen 22 garantie 125 recyclen 70 reinigen 74 tonervegen afdrukkwaliteitprobleem 96 transfer-rol 73 transparanten afdrukken op 36 specificaties 147 TrueType-lettertypen 7 U UNIX, zie HP-UX V vector graphics 155 verkoop- en servicekantoren 126–128 verticale lijnen op de pagina afdrukkwaliteitprobleem 95 verticale, steeds opnieuw optredende problemen afdrukkwaliteitprobleem 96 verwijderen, lettertypen 7 voorbeelden van defecten aan de afbeelding 93 W weggevallen informatie afdrukkwalit
Copyright© 1998 Hewlett-Packard Co. Gedrukt in Duitsland Handleidingnr.