hp LaserJet 2400 series gebruik
HP LaserJet 2400 series-printer Gebruikershandleiding
Auteursrecht en licentiebepalingen Handelsmerken © 2004 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Adobe® en PostScript® zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. Verveelvuldiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande schriftelijke toestemming zijn verboden, behalve zoals toegestaan door het auteursrecht. Linux is een in de Verenigde Staten gedeponeerd handelsmerk van Linus Torvalds. De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
HP on line klantenondersteuning On line Services 24 uur per dag bereikbaar via een modem- of internetverbinding World Wide Web: bijgewerkte HP-printersoftware, productinformatie en ondersteunende informatie en printerstuurprogramma's in diverse talen kunt u vinden op www.hp.com/ support/lj2410, http://www.hp.com/support/lj2420, of http://www.hp.com/support/lj2430. (De site is Engelstalig.
Zie de brochure die bij de printer is geleverd voor de telefoonnumers van de overige landen/ regio's. HP service-informatie Bel +1 (0) 800-243-9816 (Verenigde Staten) of +1 (0) 800-387-3867 (Canada) voor erkende HP-dealers in de Verenigde Staten of Canada. U kunt ook naar http://www.hp.com/go/ cposupportguide gaan. Neem voor service voor uw HP-product in de overige landen/regio's contact op met de afdeling klantenondersteuning van uw land/regio. Zie de brochure die bij uw printer is geleverd.
Inhoudsopgave 1 Basisinformatie over de printer Snelle toegang tot printerinformatie ..........................................................................................2 Snelkoppelingen in de handleiding .....................................................................................2 Als u meer informatie wilt ...................................................................................................2 Printerconfiguraties ................................................................
Afdrukken op beide kanten (dubbelzijdig afdrukken) ..............................................................55 Afdrukstand van het papier voor dubbelzijdig afdrukken .................................................55 Lay-outopties voor dubbelzijdig afdrukken .......................................................................56 Zo drukt u dubbelzijdig af met behulp van de ingebouwde duplexeenheid: ....................56 Zo drukt u handmatig dubbelzijdig af: .........................................
Configuratiepagina ...........................................................................................................87 Statuspagina benodigdheden ...........................................................................................89 PS- of PCL-lettertypelijst ..................................................................................................90 Onderhoud van de inktpatroon ...............................................................................................
Algemene problemen met Windows oplossen ......................................................................146 Veelvoorkomende Macintosh-problemen oplossen ..............................................................147 Algemene problemen met PostScript oplossen ....................................................................153 Algemene problemen .....................................................................................................153 Specifieke fouten ..............................
Zo controleert u of DIMM's of CompactFlash-kaarten op de juiste wijze zijn geïnstalleerd: ...............................................................................................................204 Bronnen opslaan (permanente bronnen) ..............................................................................205 Een EIO-kaart installeren ......................................................................................................206 Zo installeert u een EIO-kaart: ........................
x NLWW
1 Basisinformatie over de printer Hartelijk dank voor de aanschaf van een HP LaserJet 2400 series-printer. Als u dit niet al had gedaan, kunt u de printer nu installeren aan de hand van de installatie-instructies in de installatiegids (Aan de slag) die bij de printer wordt geleverd. Zodra de printer geïnstalleerd en gebruiksklaar is, is het verstandig om een paar minuten de tijd te nemen om de printer te leren kennen.
Snelle toegang tot printerinformatie In dit gedeelte vindt u een overzicht van de bronnen waarin u meer informatie kunt vinden over het instellen en het gebruik van de printer. Snelkoppelingen in de handleiding ● Onderdeelnummers ● Lay-out bedieningspaneel ● Stroomdiagram voor het oplossen van problemen Als u meer informatie wilt Er zijn diverse naslagwerken voor deze printer beschikbaar. Zie www.hp.com/support/lj2410, http://www.hp.com/support/lj2420, of http://www.hp.com/support/lj2430.
Printerconfiguraties De HP LaserJet 2400 series- printer is in verschillende configuraties beschikbaar. Met de letters achter de printernaam worden de verschillen tussen de configuraties aangegeven. Elke letter verwijst naar een specifieke functie. Ga aan de hand van de informatie in deze sectie na welke functies uw model bevat. Opmerking Niet alle modellen zijn in alle configuraties beschikbaar.
Printerfuncties In de volgende tabellen worden de functies beschreven voor de HP LaserJet 2400 seriesprinters. Snelheid HP LaserJet 2410-printer HP LaserJet 2420 Seriesprinter HP LaserJet 2430 Seriesprinter Drukt af op papier van Letterformaat met een snelheid van 25 pagina's per minuut (ppm). Drukt af op papier van Letterformaat met een snelheid van 30 pagina's per minuut (ppm). Drukt af op papier van Letterformaat met een snelheid van 35 pagina's per minuut (ppm).
Geheugen en processor HP LaserJet 2410-printer HP LaserJet 2420 Seriesprinter HP LaserJet 2430 Seriesprinter Bevat 32 MB RAM (Random Access Memory). De HP LaserJet 2420-printer bevat 32 MB RAM, maximaal uitbreidbaar naar 288 MB geheugen. De HP LaserJet 2430t-printer bevat 48 MB RAM, maximaal uitbreidbaar naar 304 MB geheugen. De HP LaserJet 2420d-printer bevat 48 MB RAM, maximaal uitbreidbaar naar 304 MB geheugen.
Taal en lettertypen HP LaserJet 2410-printer HP LaserJet 2420 Seriesprinter HP LaserJet 2430 Seriesprinter HP PCL6-, PCL 5e- en HP PostScript® (PS) 3-emulatie HP PCL6-, PCL 5e- en HP PostScript® (PS) 3-emulatie. HP PCL6-, PCL 5e- en HP PostScript® (PS) 3-emulatie. Tachtig lettertypen voor Microsoft® Windows® Tachtig lettertypen voor Microsoft® Windows® Tachtig lettertypen voor Microsoft® Windows® U kunt aanvullende lettertypen toevoegen door een CompactFlash-lettertypekaart te installeren.
Economisch afdrukken HP LaserJet 2410-printer HP LaserJet 2420 Seriesprinter HP LaserJet 2430 Seriesprinter Met N-per-vel afdrukken (verschillende pagina's op één vel afdrukken) bespaart u papier. Met N-per-vel afdrukken (verschillende pagina's op één vel afdrukken) bespaart u papier. Met N-per-vel afdrukken (verschillende pagina's op één vel afdrukken) bespaart u papier. Met dubbelzijdig afdrukken (voor modellen die een accessoire voor dubbelzijdig afdrukken bevatten) bespaart u papier.
Printeronderdelen Maak uzelf vertrouwd met de onderdelen van de printer voordat u de printer gebruikt.
Interfacepoorten De printer heeft vier interfacepoorten: één EIO-sleuf en drie poorten voor het maken van verbinding met een computer of een netwerk. 1 EIO 2 3 4 1 2 3 4 NLWW EIO-sleuf Geïntegreerde HP Jetdirect-printserver (alleen HP LaserJet 2420n-, 2420dn-, 2430tn- en 2430dtnmodellen) USB 2.
Bedieningspaneel In deze sectie krijgt u informatie over het bedieningspaneel en de bijbehorende functies. ● Lay-out bedieningspaneel ● Knoppen op het bedieningspaneel ● Lampjes op het bedieningspaneel ● Menu's op het bedieningspaneel van de printer ● Wijzigingen aanbrengen in de configuratie-instellingen van het bedieningspaneel van de printer ● Het Help-systeem van de printer gebruiken Het bedieningspaneel bevindt zich aan de bovenzijde van de printer.
Knoppen op het bedieningspaneel Knop Functie (HELP) ● Bevat informatie over het bericht op het grafisch display. (TERUG) ● Hiermee gaat u één niveau omlaag in de menustructuur of slaat u een nummer op. ● U verlaat het menu als u de toets langer dan 1 seconde ingedrukt houdt. ● Hiermee worden de menu's geopend en afgesloten. (PIJL OMHOOG) ● Hiermee navigeert u naar de vorige optie in de lijst of verhoogt u de waarde van numerieke opties.
Lampje Staat Indicatie Gegevens Aan De printer heeft gegevens om af te drukken gegevens maar wacht tot alle gegevens zijn ontvangen. Uit De printer heeft geen af te drukken gegevens. Knipperend De printer is de gegevens aan het verwerken of aan het afdrukken. Aan Er heeft zich een probleem met de printer voorgedaan. Noteer het bericht dat op het display van het bedieningspaneel wordt weergegeven en zet de printer vervolgens uit en weer aan.
Als u Help-informatie wilt bekijken bij een bericht (indien beschikbaar), drukt u op (de knop HELP). Als het Help-onderwerp langer is dan vier regels, gebruikt u (de knop PIJL OMHOOG) of (de knop PIJL OMLAAG) om door het gehele onderwerp te bladeren. Als u het Help-systeem wilt afsluiten, drukt u nogmaals op (de knop HELP).
Adres weergeven Met deze optie wordt bepaald of het IP-adres van de printer op het display wordt weergegeven met het bericht Gereed. Zo geeft u het IP-adres weer: 1. Druk op MENU om de menu's te openen. 2. Druk op (de knop PIJL OMLAAG) om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren. 3. Druk op (de knop SELECTEREN) om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren. 4. Druk op (de knop PIJL OMLAAG) om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. 5. Druk op (de knop SELECTEREN) om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren. 6.
Zo stelt u Gebruik gewenste lade in: 1. Druk op MENU om de menu's te openen. 2. Druk op (de knop PIJL OMLAAG) om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren. 3. Druk op (de knop SELECTEREN) om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren. 4. Druk op (de knop PIJL OMLAAG) om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. 5. Druk op (de knop SELECTEREN) om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren. 6. Druk op (de knop PIJL OMLAAG) om GEDRAG VAN LADE te markeren. 7. Druk op (de knop SELECTEREN) om GEDRAG VAN LADE te selecteren. 8.
Zo stelt u de printerstandaard voor PS of afdrukmateriaal in: 1. Druk op MENU om de menu's te openen. 2. Druk op (de knop PIJL OMLAAG) om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren. 3. Druk op (de knop SELECTEREN) om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren. 4. Druk op (de knop PIJL OMLAAG) om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. 5. Druk op (de knop SELECTEREN) om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren. 6. Druk op (de knop PIJL OMLAAG) om GEDRAG VAN LADE te markeren. 7.
Zo stelt u de sluimervertraging in: 1. Druk op MENU om de menu's te openen. 2. Druk op (de knop PIJL OMLAAG) om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren. 3. Druk op (de knop SELECTEREN) om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren. 4. Druk op (de knop PIJL OMLAAG) om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. 5. Druk op (de knop SELECTEREN) om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren. 6. Druk op (de knop PIJL OMLAAG) om VERTRAGING SLUIMERSTAND te markeren. 7.
Ga als volgt te werk om de personality in te stellen 1. Druk op MENU om de menu's te openen. 2. Druk op (de knop PIJL OMLAAG) om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren. 3. Druk op (de knop SELECTEREN) om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren. 4. Druk op (de knop PIJL OMLAAG) om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. 5. Druk op (de knop SELECTEREN) om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren. 6. Druk op (de knop PIJL OMLAAG) om PERSONALITY te markeren. 7. Druk op (de knop SELECTEREN) om PERSONALITY te selecteren.
Automatisch doorgaan U kunt vaststellen hoe de printer zich gedraagt als het systeem een Automatisch doorgaanfout genereert. AAN is de standaardinstelling. ● Selecteer AAN als u wilt dat het foutbericht gedurende tien seconden wordt weergegeven voordat de printer automatisch doorgaat met afdrukken. ● Selecteer UIT om het afdrukken te onderbreken wanneer een foutbericht wordt weergegeven en totdat u drukt op (de knop SELECTEREN). Ga als volgt te werk om de printer in te stellen op automatisch doorgaan 1.
Zo stelt u in dat wordt aangegeven wanneer benodigdheden bijna op zijn: 1. Druk op MENU om de menu's te openen. 2. Druk op (de knop PIJL OMLAAG) om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren. 3. Druk op (de knop SELECTEREN) om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren. 4. Druk op (de knop PIJL OMLAAG) om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. 5. Druk op (de knop SELECTEREN) om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren. 6. Druk op (de knop PIJL OMLAAG) om CARTRIDGE BIJNA LEEG te markeren. 7.
Hervatten na papierstoring Gebruik deze optie om de reactie van de printer op storingen te configureren, zoals de wijze waarop de printer de betrokken pagina's verwerkt. AUTO is de standaardwaarde. ● AUTO. De printer schakelt automatisch Hervatten na papierstoring in als er voldoende geheugen beschikbaar is. ● AAN. De printer drukt elke pagina opnieuw af die in een storing betrokken is. Er wordt aanvullend geheugen toegewezen om de laatste paar afgedrukte pagina's op te slaan.
Zo stelt u de RAM-schijf in: 1. Druk op MENU om de menu's te openen. 2. Druk op (de knop PIJL OMLAAG) om APPARAAT CONFIGUREREN te markeren. 3. Druk op (de knop SELECTEREN) om APPARAAT CONFIGUREREN te selecteren. 4. Druk op (de knop PIJL OMLAAG) om SYSTEEM- INSTELLINGEN te markeren. 5. Druk op (de knop SELECTEREN) om SYSTEEM- INSTELLINGEN te selecteren. 6. Druk op (de knop PIJL OMLAAG) om RAMDISK te markeren. 7. Druk op (de knop SELECTEREN) om RAMDISK te selecteren. 8.
Software Bij de printer wordt handige software geleverd, zoals printerstuurprogramma's en optionele programma's. HP adviseert de geleverde software te installeren zodat u de printer gemakkelijk kunt instellen en de volledige functionaliteit van het apparaat kunt benutten. Raadpleeg de installatienotities en de Leesmij-bestanden op de cd-rom van de printer voor extra software en talen. HP-software is niet in alle talen beschikbaar.
Software Windows 98/Me Windows NT 4.0 Windows 2000/XP/ Server 2003 Mac OS OS/2 UNIX®/Linux IBM-stuurprogramma's* x Modelscripts* x *Alleen beschikbaar via het World Wide Web. Printerstuurprogramma's Printerstuurprogramma's geven toegang tot de printerfuncties en zorgen ervoor dat de computer met de printer kan communiceren (via een printertaal). Raadpleeg de installatienotities, Leesmij en meest recente Leesmij-bestanden op de cd-rom voor aanvullende software en talen.
Aanvullende stuurprogramma's De volgende stuurprogramma's worden niet op de cd-rom geleverd, maar zijn wel beschikbaar via het internet. Opmerking ● OS/2 PCL 5- of PCL 6-printerstuurprogramma. ● OS/2 PS-printerstuurprogramma. ● UNIX-modelscripts. ● Linux-stuurprogramma's. ● HP OpenVMS-stuurprogramma's. De OS/2-stuurprogramma's kunt u verkrijgen bij IBM en worden geleverd bij OS/2. Deze zijn niet beschikbaar voor Vereenvoudigd Chinees, Koreaans, Japans of Traditioneel Chinees.
Besturingssysteem De instellingen van alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma wordt gesloten De standaardinstellingen van afdruktaken wijzigen (bijvoorbeeld Dubbelzijdig afdrukken standaard inschakelen) De configuratie-instellingen wijzigen (bijvoorbeeld een fysieke optie toevoegen zoals een lade of een functie van het stuurprogramma inof uitschakelen zoals Handmatig dubbelzijdig afdrukken toestaan) Windows 98, NT 4.
Besturingssysteem De instellingen van alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma wordt gesloten De standaardinstellingen van afdruktaken wijzigen (bijvoorbeeld Dubbelzijdig afdrukken standaard inschakelen) De configuratie-instellingen wijzigen (bijvoorbeeld een fysieke optie toevoegen zoals een lade of een functie van het stuurprogramma inof uitschakelen zoals Handmatig dubbelzijdig afdrukken toestaan) Macintosh OS X V10.2 In het menu Archief klikt u op Print.
PPD's PPD's in combinatie met de Apple PostScript-stuurprogramma's bieden toegang tot de printerfuncties en zorgen ervoor dat de computer kan communiceren met de printer. Een installatieprogramma voor de PPD's, PDE's en andere software bevindt zich op de cd-rom. Gebruik het juiste PS-stuurprogramma dat bij het besturingssysteem wordt geleverd. HP LaserJet-hulpprogramma Gebruik het HP LaserJet-hulpprogramma voor de besturing van functies die niet beschikbaar zijn in het stuurprogramma.
Wanneer u de printersysteemsoftware installeert voor een rechtstreekse verbinding, installeert u altijd eerst de software voordat u de parallelle kabel of de USB-kabel aansluit. Raadpleeg De software installeren nadat de parallelle kabel of de USB-kabel is aangesloten als de parallelle kabel of de USB-kabel is aangesloten voordat de software is geïnstalleerd. Voor de rechtstreekse verbinding kunt u een parallelle kabel of een USB-kabel gebruiken.
Zo installeert u de printersysteemsoftware: 1. U moet over beheerdersbevoegdheden beschikken als u de software onder Windows NT 4.0, Windows 2000, Windows XP of Windows Server 2003 installeert. Druk een Configuratiepagina af om ervoor te zorgen dat de HP Jetdirect-printserver juist wordt geconfigureerd voor het netwerk. Zie Configuratiepagina. Houd het IP-adres op de tweede pagina bij de hand. U hebt dit adres mogelijk nodig om de netwerkinstallatie te voltooien. 2. Sluit alle geopende softwareprogramma's.
De printersysteemsoftware bevat de volgende componenten: ● PPD-bestanden (PostScript Printer Description, PostScript-printerbeschrijving). Met de PPD-bestanden is in combinatie met het Apple LaserWriter 8printerstuurprogramma toegang mogelijk tot de printerfuncties en kan de computer met de printer communiceren. De cd-rom die bij de printer is geleverd bevat een installatieprogramma voor de PPD's en andere software.
5. Dubbelklik op het pictogram Installer voor de gewenste taal. Opmerking Als OS X en OS 9.x (Classic) op dezelfde computer zijn geïnstalleerd, worden in het installatieprogramma zowel de Classic- als de OS X-installatieopties weergegeven. 6. Dubbelklik op de vaste schijf van uw computer op Programma's, dubbelklik op Hulpprogramma's en vervolgens op Afdrukbeheer of Print Setup Utility. Opmerking Als u OS X V10.3 gebruikt, is "Afdrukbeheer" vervangen door "Print Setup Utility". 7.
4. Selecteer de printer en klik op OK. 5. Klik naast Postscript-printerbeschrijvingsbestand (PPD) op Automatische configuratie en klik vervolgens op Maak aan. 6. Klik in het menu Print op Stel standaardprinter in. Voor Mac OS X: 1. Klik vanuit HD op Programma's en Hulpprogramma's en klik vervolgens op Afdrukbeheer of Printer Setup Utility om afdrukbeheer of Printer Setup Utility te starten. 2. Als de printer in de lijst met printers wordt weergegeven, verwijdert u de printer. 3. Klik op Voeg toe. 4.
3. Typ het volgende (waarbij X de letter is van het cd-rom-station): X:\2000XP 4. Klik op Volgende. 5. Volg de aanwijzingen op het computerscherm. 6. Klik op Voltooien wanneer de installatie is voltooid. 7. Selecteer een taal en volg de aanwijzingen op het computerscherm. 8. Druk een pagina vanuit een willekeurig softwareprogramma af om te controleren of de software correct is geïnstalleerd. Installeer de software opnieuw als de installatie mislukt.
Afdrukmateriaal selecteren Deze printer kan diverse afdrukmaterialen verwerken, zoals losse vellen papier (met inbegrip van 100% kringlooppapier), enveloppen, etiketten, transparanten en aangepaste papierformaten. Eigenschappen zoals gewicht, samenstelling, vezels en vochtgehalte zijn belangrijke factoren die de kwaliteit van de uitvoer en de prestaties van de printer beïnvloeden.
Opmerking Er kunnen storingen optreden als u afdrukmateriaal gebruikt dat korter is dan 178 mm. Deze storingen kunnen worden veroorzaakt door de uitwerking van omgevingsomstandigheden op het papier. Voor optimale prestaties moet het afdrukmateriaal op de juiste wijze bewaren en verwerken (zie Omgeving voor afdrukken en papieropslag).
2 Afdruktaken In deze sectie vindt u informatie over veelvoorkomende afdruktaken.
Bepalen welke lade voor het afdrukken wordt gebruikt U kunt selecteren hoe de printer afdrukmateriaal uit de laden haalt. In de volgende onderdelen vindt u informatie over hoe u de printer configureert om afdrukmateriaal uit specifieke laden te halen.
Instelling Uitleg SOORT IN LADE 1 = WILLEKEURIG De printer haalt het afdrukmateriaal gewoonlijk eerst uit lade 1 tenzij deze leeg is of gesloten. Als er niet altijd afdrukmateriaal in lade 1 aanwezig is of als u lade 1 uitsluitend gebruikt voor het handmatig invoeren van afdrukmateriaal, behoudt u de standaardinstelling van SOORT IN LADE 1 = WILLEKEURIG en FORMAAT IN LADE 1 = WILLEKEURIG in het menu Papierverwerking.
Opmerking Voor het afdrukken op basis van soort en formaat vanuit lade 2 of lade 3, moet u mogelijk het afdrukmateriaal uit lade 1 verwijderen en de lade sluiten of SOORT IN LADE 1 en FORMAAT IN LADE 1 instellen op andere soorten dan WILLEKEURIG in het menu PAPIERVERWERKING op het bedieningspaneel van de printer. Zie Het gebruik van lade 1 aanpassen voor meer informatie. De instellingen in een programma of het printerstuurprogramma hebben voorrang op de instellingen van het bedieningspaneel.
Wanneer u HANDMATIG = AAN hebt geselecteerd in het bedieningspaneel van de printer, krijgt deze instelling voorrang op het printerstuurprogramma en wordt voor alle afdruktaken die naar de printer worden gezonden om handmatige invoer via lade 1 gevraagd tenzij een bepaalde lade is geselecteerd in het printerstuurprogramma.
De juiste fusermodus selecteren De printer past automatisch de fusermodus aan op basis van het soort afdrukmateriaal waarop de lade is ingesteld. Voor bijvoorbeeld zwaarder papier, zoals voor kaarten, kan een hogere fusermodus-instelling nodig zijn om de toner beter op de pagina te laten hechten. Voor transparanten is echter de fusermodus-instelling LAAG vereist om beschadiging van de printer te voorkomen.
Laden vullen Laad speciaal afdrukmateriaal, zoals enveloppen, etiketten en transparanten alleen in lade 1. Laad alleen papier in lade 2 of optionele lade 3. Lade 1 (multifunctionele lade) vullen Lade 1 kan maximaal 100 vel papier, maximaal 75 transparanten, maximaal 50 etiketvellen of maximaal 10 enveloppen bevatten.
4. Plaats het afdrukmateriaal in de lade (met de korte zijde naar binnen en de afdrukzijde naar boven). Het afdrukmateriaal moet in het midden tussen de breedtegeleiders en onder de nokjes van de geleiders worden geplaatst. 5. Schuif de breedtegeleiders net zover naar binnen totdat deze de stapel afdrukmateriaal op zijn plaats houden zonder het materiaal te buigen. Het materiaal moet onder de nokjes op de breedtegeleiders passen.
2. Schuif de geleiders zo ver uit elkaar dat de aanwijzer bij het gewenste papierformaat staat dat u aan het laden bent. 3. Druk het blauwe nokje op de achterste papierlengtegeleider in en verschuif deze zodanig dat de aanwijzer het papierformaat aanwijst dat u aan het laden bent. B5 JIS LEGAL 8.5" X13" A4 LETTER B5 ISO EXECUTIVE 4. Plaats het papier zodanig in de lade dat de stapel in de vier hoeken plat in de lade ligt.
6. Schuif de lade terug in de printer. Opmerking Telkens wanneer u lade 2 uit de printer haalt, moet u het papier naar beneden drukken zodat de metalen papierdrukplaat wordt vastgezet voordat u de lade vervangt. Als de lade in de printer wordt geschoven, wordt de drukplaat ontgrendeld en het papier omhooggedrukt. Optionele lade 3 (lade voor 500 vel) vullen Lade 3 ondersteunt alleen papier (A4, A5, B5 JIS, Letter, Legal, Executive en 8.5 x 13 inch).
3. Stel de breedtegeleider in op het juiste papierformaat. 4. Plaats het papier zodanig in de lade dat de stapel in de vier hoeken plat in de lade ligt. Het papier mag niet boven de haken aan de zij- en achterkant van de lade uitkomen. 5. Schuif de lade terug in de printer.
Uitvoeropties voor afdrukmateriaal De printer wordt geleverd met twee uitvoerbakken. De bovenste uitvoerbak wordt gebruikt wanneer de achteruitvoerbak gesloten is. De achterste uitvoerbak wordt gebruikt wanneer deze uitvoerbak geopend is. 1 2 1 2 Opmerking 48 Bovenste uitvoerbak (afdrukzijde naar beneden) Achterste uitvoerbak (afdrukzijde naar boven) Wanneer lade 1 en de achterste uitvoerbak samen worden gebruikt, bieden deze een rechte papierbaan voor uw afdruktaak.
Afdrukken op enveloppen U kunt enveloppen afdrukken vanuit lade 1. Lade 1 kan maximaal 10 enveloppen bevatten en ondersteunt standaardformaten of aangepaste formaten. Voor het afdrukken op een willekeurig formaat envelop moet u de marges in uw programma minimaal 15,0 mm vanaf de rand van de envelop instellen. De printer kan tijdens het afdrukken van enveloppen langzamer afdrukken. Bovendien zijn de afdrukprestaties afhankelijk van het type enveloppe.
3. Schuif de breedtegeleiders in lade 1 in een positie die iets breder is dan de enveloppen. 4. Leg de enveloppen in de lade met de korte zijde naar binnen en de afdrukzijde naar boven. De frankeerzijde moet als eerste in de printer worden ingevoerd. 5. Schuif de breedtegeleiders lichtjes tegen de stapel enveloppen aan zonder dat deze gaan opbollen. De enveloppen moeten in het midden tussen de papiergeleiders en onder de nokjes van de papierbreedtegeleiders worden geplaatst.
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal In deze sectie wordt uitgelegd hoe u afdrukt op materiaal dat op een speciale manier moet worden behandeld. ● Afdrukken op etiketten ● Afdrukken op transparanten ● Afdrukken op afdrukmateriaal met aangepast formaat of kaarten ● Afdrukken op briefpapier, geperforeerd papier of voorbedrukt papier (enkelzijdig) Afdrukken op etiketten Gebruik uitsluitend etiketten die voor laserprinters worden aanbevolen. Zie Etiketten voor etiketspecificaties.
Afdrukken op transparanten Gebruik uitsluitend transparanten die worden aanbevolen voor gebruik in laserprinters. Zie Transparanten voor transparantspecificaties. Richtlijnen voor het afdrukken op transparanten ● Druk transparanten af vanuit lade 1. ● Gebruik de bovenste uitvoerbak om krullen tegen te gaan (dit geldt alleen voor transparanten; voor ander afdrukmateriaal gebruikt u de achteruitvoerbak om krullen tegen te gaan).
Richtlijnen voor het afdrukken op materiaal met aangepast formaat en kaarten ● Plaats altijd eerst de korte zijde in lade 1. Als u in de liggende afdrukstand wilt afdrukken, geeft u dit op in de software. Als papier met de lange zijde eerst wordt ingevoerd, kan dit een papierstoring veroorzaken. ● Gebruik de achteruitvoerbak om het krullen tegen te gaan. ● Druk niet af op afdrukmateriaal dat kleiner is dan 76 mm breed of 127 mm lang.
Afdrukstand lade 2 of lade 3: afdrukzijde naar beneden, bovenzijde naar u toe. Opmerking Als de stand Alternatief Briefhoofd is ingeschakeld op de printer en Briefhoofd of Voorgedrukt is gekozen als materiaalsoort, moet u het materiaal in de afdrukstand voor dubbelzijdig (duplex) afdrukken leggen. Richtlijnen voor het afdrukken op briefpapier of voorbedrukte formulieren 54 ● Gebruik geen briefpapier dat is bedrukt met lage-temperatuur-inkt, zoals de inkt die soms wordt gebruikt in de thermografie.
Afdrukken op beide kanten (dubbelzijdig afdrukken) U kunt op twee manieren afdrukken op beide zijden van een vel papier (dit wordt dubbelzijdig afdrukken genoemd): automatisch en handmatig. De volgende papierformaten worden ondersteund voor automatisch dubbelzijdig afdrukken: Letter, A4, Legal en 8.5 x 13 inch.
Lay-outopties voor dubbelzijdig afdrukken In de volgende afbeelding worden de vier opties weergegeven voor de afdrukstand bij het afdrukken. Deze opties zijn beschikbaar als Dubbelzijdig afdrukken op het tabblad Afwerking is geselecteerd in het printerstuurprogramma. 1 4 3 2 2 2 3 2 5 3 2 5 3 5 3 5 1. Lange zijde, liggend* Deze afdrukstand wordt vaak gebruikt bij boekhoud-, gegevensverwerkings- en spreadsheetprogramma’s. De afbeeldingen worden om en om ondersteboven afgedrukt.
1. Plaats voldoende papier in een van de laden om de taak te kunnen afdrukken. Als u speciaal papier zoals briefpapier laadt, laad het dan op een van de volgende manieren: VOORZICHTIG ● Laad voor lade 1 het briefhoofdpapier met de afdrukzijde naar beneden en de onderzijde eerst. ● Laad voor alle andere laden het briefhoofdpapier met de afdrukzijde naar boven en de bovenzijde naar de achterkant van de lade toe. Laad geen papier dat zwaarder is dan 105 g/m2 (bankpostpapier).
Een afdruktaak annuleren U kunt een afdruktaak annuleren vanuit een softwareprogramma of een afdrukwachtrij of door op de knop STOP op het bedieningspaneel van de printer te drukken. ● Als de afdruktaak nog niet door de printer wordt afgedrukt, probeert u eerst de taak te stoppen vanuit het softwareprogramma dat de afdruktaak naar de printer heeft verzonden.
Het printerstuurprogramma gebruiken Het printerstuurprogramma biedt toegang tot de printerfuncties en zorgt ervoor dat de computer met de printer kan communiceren. In deze sectie vindt u instructies voor het afdrukken wanneer de instellingsopties vanuit het printerstuurprogramma zijn ingesteld. Probeer afdrukfuncties indien mogelijk in te stellen vanuit het softwareprogramma waarin u werkt of vanuit het dialoogvenster Afdrukken.
Standaardinstellingen wijzigen Als u wilt dat afdrukinstellingen worden gebruikt in alle softwareprogramma's waarmee u op de computer werkt, wijzigt u de standaardinstellingen in het printerstuurprogramma. Kies de procedure die bij het door u gebruikte besturingssysteem hoort: ● Zo wijzigt u de standaardinstellingen in Windows 98 en Windows Me: ● Zo wijzigt u de standaardinstellingen in Windows NT 4.
7. Wijzig de instellingen op de tabbladen. Deze instellingen zijn nu de standaardinstellingen voor de printer. 8. Klik op OK om terug te gaan naar het tabblad Geavanceerd. 9. Klik op OK om de instellingen op te slaan en het printerstuurprogramma te sluiten.
Functies van het printerstuurprogramma gebruiken In deze sectie worden de veel voorkomende afdruktaken beschreven die via het printerstuurprogramma worden geregeld.
Verschillende pagina's op één vel papier afdrukken U kunt meer dan één documentpagina op één vel papier afdrukken (dit wordt soms 2-pervel, 4-per-vel of n-per-vel afdrukken genoemd). De pagina's worden verkleind afgedrukt en gerangschikt op het vel. U kunt maximaal 16 pagina's afdrukken op één vel papier.
Zo stelt u een speciaal papierformaat in op Macintosh-computers: Voor Mac OS 9 1. Selecteer in het menu Archief de optie Pagina-instelling. 2. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Paginakenmerken de optie Aangepast paginaformaat. 3. Kies Nieuw om een speciaal papierformaat te maken. Het nieuwe aangepaste papierformaat wordt automatisch toegevoegd aan het menu Paginaformaat in Paginainstelling. Voor Mac OS X 1. Selecteer in het menu Archief de optie Pagina-instelling. 2.
Resolutieopties Opmerking ● Beste kwaliteit - gebruik ProRes 1200 voor de beste afdrukkwaliteit. ● Sneller afdrukken - gebruik FastRes 1200 als alternatieve resolutie voor complexe afbeeldingen of sneller afdrukken. ● Aangepast - hiermee kunt u zelf de instellingen voor de afdrukkwaliteit opgeven. Wanneer u de resolutie verandert, kan de opmaak van de tekst veranderen. Zo selecteert u de instellingen voor de afdrukkwaliteit op Windowscomputers: 1. Open het printerstuurprogramma.
Voor Mac OS X: klik op Archief en klik vervolgens op Print en daarna op Papierinvoer. Een voorblad, een andere eerste of laatste pagina of een blanco pagina afdrukken Gebruik de volgende procedure om de voorbladen van een document af te drukken op een ander type afdrukmateriaal dan de rest van het document of om de eerste of de laatste pagina van een document af te drukken op ander afdrukmateriaal.
Functies voor het opslaan van taken gebruiken De printer ondersteunt twee afzonderlijke functies voor het opslaan van afdruktaken die u kunt gebruiken om af te drukken vanaf het bedieningspaneel van de printer nadat de afdruktaak is verzonden vanaf de computer: ● Lezen-en-vasthouden-taken ● Privé-taken Zorg dat u uw afdruktaken in het printerstuurprogramma een naam geeft alvorens ze af te drukken.
Opmerking Als u de printer uitzet, worden alle opgeslagen taken (snelkopiëren, lezen-en-vasthouden en privé) gewist. Een vastgehouden taak kan ook vanaf het bedieningspaneel van de printer worden gewist. Zo verwijdert u een vastgehouden taak: 1. Druk op (de knop SELECTEREN) om de menu's te openen. 2. Blader met (de knop OMHOOG) of op (de knop SELECTEREN). (de knop OMLAAG) naar TAAK OPHALEN en druk 3.
Privé-taken verwijderen Een privé-taak wordt automatisch gewist nadat de gebruiker deze voor afdrukken heeft vrijgegeven, tenzij de gebruiker de optie Opgeslagen taak in het printerstuurprogramma selecteert. Opmerking Als u de printer uitzet, worden alle opgeslagen taken (snelkopiëren, lezen-en-vasthouden en privé) gewist. Een privé-taak kan ook vanaf het bedieningspaneel van de printer worden gewist voordat deze wordt afgedrukt. Zo verwijdert u een privé-taak: 1.
70 Hoofdstuk 2 Afdruktaken NLWW
3 Beheer en onderhoud van de printer In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen: NLWW ● De geïntegreerde webserver gebruiken ● HP Web Jetadmin-software gebruiken ● Werken met de HP Werkset-software ● HP Werkset verwijderen ● Printerstuurprogramma's beheren en configureren ● E-mailwaarschuwingen configureren ● Klok instellen ● De printerconfiguratie controleren ● Onderhoud van de inktpatroon ● De printer reinigen 71
De geïntegreerde webserver gebruiken Gebruik de geïntegreerde webserver om de printer- en netwerkstatus te bekijken en de afdrukfuncties te beheren via uw computer in plaats van het bedieningspaneel van de printer.
3. Zie de volgende secties voor meer informatie over de verschillende tabbladen. Tabblad Informatie De paginagroep Informatie bestaat uit de volgende pagina's: ● Status apparaat. Op deze pagina ziet u de printerstatus en de resterende levensduur van de HP-benodigdheden, waarbij 0% aangeeft dat een van de benodigdheden op is. Op de pagina ziet u tevens het soort en formaat afdrukmateriaal dat voor iedere lade is ingesteld. Als u de standaardinstellingen wilt wijzigen, klikt u op Instellingen wijzigen.
● Overige links. Een koppeling naar een andere website toevoegen of een bestaande koppeling aanpassen. Deze koppeling vindt u in het gedeelte Overige links op alle pagina's van de geïntegreerde webserver. Deze permanente koppelingen zijn altijd in het gedeelte Overige links aanwezig. HP Instant Support, Benodigdheden bestellen en Productondersteuning. ● Apparaatinformatie. Geef de printer een naam en wijs een printernummer toe aan het apparaat.
HP Web Jetadmin-software gebruiken HP Web Jetadmin 6.5 is een op het web gebaseerde softwareoplossing waarmee u op afstand installatie-, controle- en probleemoplossingstaken kunt uitvoeren op randapparatuur die via een netwerk is aangesloten. De intuïtieve browserinterface vereenvoudigt het crossplatformbeheer van een groot aantal apparaten, inclusief printers van HP en andere leveranciers.
Werken met de HP Werkset-software HP Werkset is een webtoepassing die u kunt gebruiken voor de volgende taken: ● De printerstatus controleren. ● De printerinstellingen configureren. ● Informatie over probleemoplossingen bekijken. ● On line documentatie bekijken. U kunt HP Werkset bekijken als de printer rechtstreeks op uw computer of op het netwerk is aangesloten. U kunt HP Werkset alleen gebruiken als u de software volledig hebt geïnstalleerd.
Zo geeft u HP Werkset weer: 1. Open HP Werkset met behulp van een van de volgende methoden: Opmerking ● Op het bureaublad in Windows dubbelklikt u op het pictogram HP Werkset. ● Klik in het menu Start van Windows op Programma's en klik vervolgens op HP Werkset. ● Voor Macintosh OS X op de harde schijf, klikt u op Programma's en vervolgens op de map Hulpprogramma's. Dubbelklik op het pictogram van de HP werkset.
● Foutmeldingen. Informatie bekijken over foutmeldingen. ● Papierstoringen. Informatie bekijken over het opzoeken en verhelpen van papierstoringen. ● Ondersteunde afdrukmaterialen. Hiermee kunt u informatie bekijken over de afdrukmaterialen die door de printer worden ondersteund, over het configureren van de laden en over het oplossen van problemen die betrekking hebben op het afdrukmateriaal. ● Printerpagina's.
Tabblad Documentatie Op het tabblad Documentatie worden de volgende informatiebronnen weergegeven: ● Opmerkingen bij de installatie. Biedt specifieke instructies en informatie bij de installatie van uw product voordat u dit installeert en het afdruksysteem in gebruik neemt. ● Gebruikershandleiding. Bevat informatie over het gebruik, de garantie, de specificaties en de ondersteuning van de printer die u aan het lezen bent. De gebruikershandleiding is beschikbaar in HTML- en PDF-indeling.
HP Werkset verwijderen In deze sectie wordt uitgelegd hoe u de HP Werkset-software verwijdert. Zo verwijdert u HP Werkset met de snelkoppeling op het bureaublad van Windows: 1. Klik op Start. 2. Wijs Programma's aan. 3. Wijs Hewlett-Packard of de programmagroep HP LaserJet 2400 series aan en klik op HP LaserJet Toolbox verwijderen. 4. Volg de aanwijzingen op het scherm. HP Toolbox verwijderen met de optie Software in het Configuratiescherm van Windows 1. Klik op Start. 2. Klik op Configuratiescherm.
Printerstuurprogramma's beheren en configureren De systeem- of netwerkbeheerder kan de toepassing voor stuurprogrammabeheer en configuratie gebruiken voor het configureren van printerstuurprogramma's voordat u deze in uw eigen omgeving installeert en gebruikt. Dit is nuttig wanneer u printerstuurprogramma's configureert voor meerdere werkstations of printers die van dezelfde configuratie gebruikmaken.
HP Web Jetadmin-software-insteekmodule Voor de HP Web Jetadmin-software is een insteekmodule beschikbaar voor het beheer en de configuratie van stuurprogramma's. U kunt de insteekmodule gebruiken voor het configureren van de printerstuurprogramma's voordat deze worden geïnstalleerd en gebruikt.
E-mailwaarschuwingen configureren U kunt HP Web Jetadmin of de geïntegreerde webserver gebruiken om uw systeem in stellen voor het geven van waarschuwingen in geval van problemen met de printer. U ontvangt de waarschuwingen in de vorm van e-mailberichten naar de e-mailaccount of accounts die u hebt opgegeven.
Klok instellen Met de klokfunctie kunt u de datum en de tijd instellen. De datum- en tijdgegevens worden toegevoegd aan opgeslagen afdruktaken. Hierdoor kunt u de meest recente versie van opgeslagen afdruktaken vinden. De datum en tijd instellen Wanneer u de datum en de tijd instelt, kunt u de datumnotatie, de datum, de tijdnotatie en de tijd instellen. Datumnotatie instellen 1. Druk op MENU om de menu's te openen. 2.
Datum instellen 1. Druk op MENU om de menu's te openen. 2. Gebruik (de toets PIJL OMHOOG) of (de toets PIJL OMLAAG) om naar APPARAAT CONFIGUREREN te bladeren en druk op (de toets SELECTEREN). 3. Gebruik (de toets PIJL OMHOOG) of (de toets PIJL OMLAAG) om naar SYSTEEMINSTELLINGEN te bladeren en druk op (de toets SELECTEREN). 4. Gebruik de toets PIJL OMHOOG of de toets PIJL OMLAAG om naar DATUM/TIJD te bladeren en druk op (de toets SELECTEREN). 5.
Tijd instellen 1. Druk op MENU om de menu's te openen. 2. Gebruik (de toets PIJL OMHOOG) of (de toets PIJL OMLAAG) om naar APPARAAT CONFIGUREREN te bladeren en druk op (de toets SELECTEREN). 3. Gebruik (de toets PIJL OMHOOG) of (de toets PIJL OMLAAG) om naar SYSTEEMINSTELLINGEN te bladeren en druk op (de toets SELECTEREN). 4. Gebruik (de toets PIJL OMHOOG) of (de toets PIJL OMLAAG) om naar DATUM/TIJD te bladeren en druk op (de toets SELECTEREN). 5.
De printerconfiguratie controleren Vanaf het bedieningspaneel van de printer kunt u pagina's afdrukken die informatie geven over de printer en de huidige configuratie. De volgende informatiepagina's worden hier beschreven: ● Menustructuur ● Configuratiepagina ● Statuspagina benodigdheden ● PS- of PCL-lettertypelijst Zie het menu INFORMATIE op het bedieningspaneel van de printer voor een volledige lijst met de informatiepagina's (zie Menu Informatie).
Zo drukt u een configuratiepagina af vanaf het bedieningspaneel: 1. Druk op (de knop SELECTEREN) om de menu's te openen. 2. Blader met (de knop OMHOOG) of (de knop SELECTEREN). (de knop OMLAAG) naar INFORMATIE en druk op 3. Blader met (de knop PIJL OMHOOG) of (de knop PIJL OMLAAG) naar AFDRUKKEN en druk vervolgens op (de knop SELECTEREN). Hier volgt een voorbeeld van de configuratiepagina.
4 Gebeurtenislogboek Een overzicht met het aantal vermeldingen in het gebeurtenislogboek, het maximum aantal vermeldingen dat kan worden geraadpleegd en de laatste drie vermeldingen. 5 Beveiliging Een overzicht met de status van de vergrendeling van het bedieningspaneel van de printer, het wachtwoord van het bedieningspaneel en het schijfstation (indien op de printer aanwezig).
3. Blader met (de knop OMHOOG) of (de knop OMLAAG) naar STATUSPAGINA AFDRUKBENODIGDHEDEN en druk op (de knop SELECTEREN). hp LaserJet 2400 printers 1 100% 1 2 3 1 2 3 Informatie over de printcartridge, met een schatting van het aantal resterende pagina's Informatie over het bestellen van nieuwe benodigdheden Informatie over het recyclen van benodigdheden PS- of PCL-lettertypelijst Gebruik het lettertypeoverzicht als u wilt weten welke lettertypen op dit moment op de printer zijn geïnstalleerd.
Opmerking Voor informatie over het gebruik van printeropdrachten voor het selecteren van een lettertype in MS-DOS®-programma's, raadpleegt u PCL 6- en PCL 5-lettertypen selecteren. ● ● NLWW Lettypenr. is het nummer dat gebruikt wordt voor het selecteren van lettertypen vanaf het bedieningspaneel van de printer (niet het programma). Verwar het lettertypenummer niet met de lettertype-ID. Het nummer geeft aan in welke CompactFlash-sleuf het lettertype is opgeslagen.
Onderhoud van de inktpatroon Dit gedeelte bevat informatie over HP-inktpatronen, de verwachte levensduur, hoe u de ze moet bewaren en hoe u originele HP-benodigdheden herkent. Er verschijnt ook informatie over inktpatronen die niet van HP zijn.
Verwachte levensduur van inktpatronen De levensduur van de inktpatroon is afhankelijk van de hoeveelheid toner die vereist is voor de afdruktaken en van de levensduur van de onderdelen in de patroon. Wanneer tekst wordt afgedrukt bij een dekking van 5% (gebruikelijk voor een zakelijke brief), kunt u met een inktpatroon van HP ongeveer 6000 (Q6511A) of 12.000 (Q6511X) pagina's afdrukken.
Wanneer de patroon bijna leeg is of de drum versleten is Wanneer de patroon bijna leeg is, wordt op het bedieningspaneel van de printer het bericht BESTEL CARTRIDGE weergegeven. Het bericht wordt voor het eerst weergegeven wanneer er nog circa 16% (cartridge voor 6.000 pagina's) of crica 8% (cartridge voor 12.000 pagina's) van de levensduur van de printercartridge resteert. Dit percentage is zodanig ingesteld dat u nog ongeveer 2 weken normaal gebruik kunt maken van de patroon voordat deze leeg is.
De printer reinigen Na verloop van tijd verzamelen zich in de printer toner- en papierdeeltjes. Dit kan problemen tijdens het afdrukken veroorzaken. Door de printer te reinigen kunt u deze problemen verminderen of voorkomen. Maak, wanneer u de inktpatroon vervangt of wanneer zich problemen met afdrukken voordoen, de gedeelten rond de papierbaan en de inktpatroon schoon. Houd de printer zo veel mogelijk vrij van stof en vuil. De buitenkant reinigen Reinig de buitenkant van de printer met een vochtige doek.
4. Verwijder met een droge, pluisvrije doek het vuil uit het gedeelte rond de papierbaan en de ruimte van de inktpatroon. 5. Plaats de inktpatroon terug in de printer en sluit de bovenklep. Opmerking Als het moeilijk is om de inktpatroon terug te plaatsen, controleert u of de registratieplaat naar beneden is geklapt en of u de inktpatroon stevig hebt aangedrukt. 6. Steek de stekker in het stopcontact en zet de printer aan.
7. Als op het printermodel een duplexeenheid aanwezig is, sluit u de achterste uitvoerbak.
98 Hoofdstuk 3 Beheer en onderhoud van de printer NLWW
4 Problemen oplossen Deze informatie over het oplossen van problemen kan u helpen wanneer u problemen met de printer ondervindt. Kies het algemene soort probleem in het volgende overzicht.
Stroomdiagram voor het oplossen van problemen Als de printer niet goed reageert, gebruikt u het stroomdiagram om het probleem te bepalen. Als de printer ergens niet verder wil, gaat u te werk volgens de suggesties voor probleemoplossing. Als het probleem na het opvolgen van de suggesties in deze gebruikershandleiding nog niet is opgelost, neemt u contact op met een officiële HP-dealer of -ondersteuningsdienst. (Zie HP on line klantenondersteuning.
2 Kunt u een configuratiepagina afdrukken? (Zie Configuratiepagina.) JA Ga naar stap 3. NEE Er wordt geen configuratiepagina afgedrukt. Er wordt een lege pagina afgedrukt. Verschijnt er een ander bericht dan KLAAR of BEZIG MET AFDRUKKEN CONFIGURATIE in de display op het bedieningspaneel van de printer? ● Controleer of alle laden op de juiste manier zijn geladen, aangepast en in de printer geïnstalleerd.
● Zie Berichten van het bedieningspaneel interpreteren als de taak niet wordt afgedrukt en er een bericht wordt weergegeven op het bedieningspaneel. ● Controleer vanaf de computer of de printer het afdrukken heeft onderbroken. Druk op STOP om door te gaan. ● Als de printer op een netwerk is aangesloten, controleert u of u op de juiste printer afdrukt.
● ● Controleer of u het juiste printerstuurprogramma gebruikt. (Zie Het printerstuurprogramma gebruiken.) Mogelijk is het gegevensbestand dat naar de printer is verzonden, beschadigd. Probeer het bestand op een andere printer af te drukken (indien mogelijk) of probeer een ander bestand af te drukken. ● Controleer de aansluitingen van de interfacekabels. Test de kabel op een andere computer (indien mogelijk). ● Vervang de interfacekabel door een kabel van goede kwaliteit (zie Onderdeelnummers).
● Controleer of u het juiste printerstuurprogramma gebruikt. (Zie Het printerstuurprogramma gebruiken.) ● Controleer de programma-instellingen. (Zie de on line Help van het programma.) ● Probeer een ander lettertype. ● ● Controleer of het papier goed is geladen en of de geleiders niet te vast of te los tegen de papierstapel zitten. ● Zie Afdrukken op afdrukmateriaal met aangepast formaat of kaarten bij problemen met het afdrukken op aangepast papier.
● Controleer of u het juiste afdrukmateriaal in de juiste lade hebt geladen. (Zie Een papierbron selecteren.) ● Druk een configuratiepagina af om te controleren of de lade goed is geïnstalleerd en functioneert. (Zie Configuratiepagina.) ● Controleer of de laden juist zijn geconfigureerd voor het papierformaat en het papiertype. (Zie Laden vullen.) Druk een configuratiepagina af om de huidige lade-instellingen te controleren. (Zie Configuratiepagina.
Algemene afdrukproblemen oplossen Als aanvulling op de problemen en oplossingen in dit gedeelte kunt u Veelvoorkomende Macintosh-problemen oplossen raadplegen als u een Macintosh-computer gebruikt, en Algemene problemen met PostScript oplossen als u het PostScript-stuurprogramma gebruikt. De printer gebruikt materiaal uit de verkeerde lade. Oorzaak Oplossing In het programma is mogelijk de verkeerde lade geselecteerd. In veel programma's kiest u de papierlade in het menu Pagina-instelling.
Het eerste vel loopt vast in het inktpatroongedeelte. Oorzaak Oplossing Vochtigheid en temperatuur zijn van invloed op het afdrukmateriaal. Plaats de printer in een andere ruimte of pas de omstandigheden aan waaronder u afdrukt. De taak wordt extreem traag afgedrukt. Oorzaak Oplossing Mogelijk is de afdruktaak zeer complex. Maak de pagina minder complex of probeer de instellingen voor de afdrukkwaliteit aan te passen. Voeg, als dit probleem zich vaak voordoet, extra geheugen aan de printer toe.
De afdruktaak bestaat uit één pagina maar de achterzijde van de pagina wordt ook verwerkt door de printer (de pagina komt gedeeltelijk uit de printer en gaat vervolgens weer terug in de printer). Oorzaak Oplossing De printer is ingesteld op dubbelzijdig afdrukken. Zelfs als de afdruktaak slechts één pagina bevat, wordt de achterzijde door de printer verwerkt. Zie De instellingen van een afdruktaak wijzigen om de instelling te wijzigen of raadpleeg de on line Help.
De printer reageert niet wanneer u Afdrukken selecteert in de software. Oorzaak Oplossing De printer staat mogelijk in de modus voor handmatige invoer. Wijzig de modus voor handmatige invoer. De kabel tussen de computer en de printer is niet goed aangesloten. Koppel de kabel los en sluit deze weer aan. De printerkabel is defect. Sluit, indien mogelijk, de kabel op een andere computer aan en druk een taak af waarvan u weet dat deze goed wordt uitgevoerd. U kunt ook een andere kabel proberen.
Richtlijnen voor het gebruik van papier Gebruik voor de beste resultaten papier van goede kwaliteit, dat vrij is van sneden, inkepingen, scheuren, vlekken, losse deeltjes, stof, kreukels en gekrulde of omgebogen randen. Als u niet zeker weet welk soort papier u gebruikt (zoals bankpost- of kringlooppapier), leest u het etiket op de verpakking. Zie Ondersteunde typen en formaten van afdrukmateriaal voor een volledige lijst met ondersteund afdrukmateriaal.
Speciale pagina's afdrukken Speciale pagina's in het geheugen van de printer kunnen u helpen bij het stellen van een diagnose en meer te weten komen van het probleem dat zich voordoet. ● Configuratiepagina De Configuratiepagina geeft een overzicht van de huidige instellingen en eigenschappen van de printer. Zie Configuratiepagina voor aanwijzingen over het afdrukken van de configuratiepagina.
Storingen verhelpen Tijdens een afdruktaak kan het gebeuren dat het papier vast komt te zitten. Hier volgen enkele mogelijke oorzaken: ● Het papier is niet op de juiste wijze in de laden geplaatst of er is te veel papier geladen. ● Lade 2 of lade 3 wordt tijdens een afdruktaak verwijderd. ● De bovenklep wordt tijdens een afdruktaak geopend. ● Het geladen materiaal voldoet niet aan de specificaties van HP (zie Papierspecificaties).
1. Open de bovenklep. 2. Verwijder de inktpatroon. VOORZICHTIG Stel de inktpatroon niet langer dan enkele minuten bloot aan licht. U voorkomt zo beschadiging van de patroon. Bedek de inktpatroon met een vel papier zolang deze zich buiten de printer bevindt. 3. Til voorzichtig de registratieplaat op. Als u de voorste rand van het afdrukmateriaal kunt zien, trekt u het materiaal voorzichtig naar het achterste gedeelte van de printer om het te verwijderen.
Opmerking Als het moeilijk is om de inktpatroon opnieuw te installeren, controleert u of de registratieplaat omlaag is geklapt en of u de inktpatroon stevig hebt aangedrukt. Als het waarschuwingslampje niet dooft, is er nog vastgelopen materiaal in de printer aanwezig. Controleer of er papier is vastgelopen in de papierinvoer of de achterste gedeelten voor de uitvoer. Bij printers met een ingebouwde duplexeenheid controleert u het gebied van de duplexeenheid.
4. Druk voor lade 2 de papierstapel omlaag om de metalen drukplaat vast te zetten. Schuif beide laden terug in de printer. 5. Druk op (knop SELECTEREN) om de instellingen van de printer te herstellen en door te gaan met afdrukken. Opmerking Als het waarschuwingslampje niet dooft, is er nog vastgelopen materiaal in de printer aanwezig. Controleer of er papier is vastgelopen in de papierinvoer of de achterste gedeelten voor de uitvoer.
3. Als het materiaal bijna volledig zichtbaar is vanuit de bovenste uitvoerlade, trekt u het resterende materiaal voorzichtig uit de printer. Als de voorste rand helemaal niet of haast niet zichtbaar is in het gebied van de inktpatroon, opent u de achterste uitvoerbak volledig. Druk hiertoe de klep van de bak een klein stukje naar voren en gebruik uw vinger om het rooster aan de onderkant los te maken. Draai aan het wieltje om het materiaal uit de printer te halen. 4. Installeer de inktpatroon opnieuw.
2. Druk op de groene knop rechtsvoor bij de opening van lade 2 om de papierinvoerplaat te openen. 3. Trek het vastzittende papier uit de printer. 4. Duw de onderkant van de papierinvoerplaat weer omhoog totdat deze aan beide kanten vast klikt (beide kanten moeten vastzitten). 5. Installeer lade 2 opnieuw. Opmerking NLWW Als het waarschuwingslampje niet dooft, is er nog vastgelopen materiaal in de printer aanwezig.
Printerberichten interpreteren Op de display van het bedieningspaneel van de printer verschijnen berichten over de normale status van de printer (zoals Bezig met verwerken...) of over fouten (zoals SLUIT BOVENKLEP) die uw aandacht vereisen. Berichten van het bedieningspaneel interpreteren geeft u een overzicht van de meest voorkomende berichten die uw aandacht nodig hebben of die mogelijk niet duidelijk zijn.
Berichten van het bedieningspaneel interpreteren (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie 10.XX.YY ONDERDEEL Er is een fout opgetreden in een of meer printeronderdelen. De waarden XX en YY vindt u hieronder: 1. Zet de printer uit en weer aan om het bericht te wissen. 2. Als het bericht nog steeds wordt weergegeven, neemt u contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP (zie HP on line klantenondersteuning).
Berichten van het bedieningspaneel interpreteren (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie 22 PARALLELLE I/O- Er zijn te veel gegevens naar de parallelle poort verzonden. 1. Controleer of er een kabelaansluiting loszit en gebruik kabels van goede kwaliteit. Sommige parallelle kabels die niet door HP zijn vervaardigd, missen misschien pinaansluitingen of voldoen om een andere reden niet aan de specificatie IEEE 1284. (Zie Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen.) 2.
Berichten van het bedieningspaneel interpreteren (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie 41.3 ONVERWACHT Dit komt meestal doordat er twee of meer vellen tegelijk in de printer zijn terechtgekomen of de lade niet goed is afgesteld. 1. Vul de lade opnieuw met papier van het juiste formaat. 2. Druk op (knop SELECTEREN) om naar LADE XX FORMAAT= te bladeren.
Berichten van het bedieningspaneel interpreteren (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie 51.XY FOUT Er is een tijdelijke afdrukfout opgetreden. 1. Zet de printer uit en weer aan. 2. Als het bericht nog steeds wordt weergegeven, neemt u contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP (zie HP on line klantenondersteuning). 1. Zet de printer uit en weer aan. 2.
Berichten van het bedieningspaneel interpreteren (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie 56.XX FOUT Er is een tijdelijke afdrukfout opgetreden door een onjuiste invoer- of uitvoerkeuze. 1. Zet de printer uit en weer aan. 2. Als het bericht nog steeds wordt weergegeven, neemt u contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP (zie HP on line klantenondersteuning). Er is een tijdelijke afdrukfout opgetreden in een van de printerventilatoren. 1.
Berichten van het bedieningspaneel interpreteren (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie 62 GEEN SYSTEEM Dit bericht geeft aan dat er geen systeem is gevonden. Het softwaresysteem van de printer is beschadigd. 1. Zet de printer uit en weer aan. 2. Als het bericht nog steeds wordt weergegeven, neemt u contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP (zie HP on line klantenondersteuning). Er is een tijdelijke afdrukfout opgetreden in de scanbuffer. 1.
Berichten van het bedieningspaneel interpreteren (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie 68.X SCHRIJFFOUT Het opslagapparaat kan niet schrijven. Het afdrukken kan doorgaan, maar er kunnen onverwachte problemen optreden doordat er een fout is geconstateerd in de permanente opslag. Druk op gaan. PERMANENT GEHEUGEN wordt afgewisseld met Doorgaan: druk op NLWW (knop SELECTEREN) om door te Als het foutbericht niet verdwijnt, zet u de printer uit en weer aan.
Berichten van het bedieningspaneel interpreteren (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie 79.XXXX FOUT De printer heeft een kritieke hardwarefout geconstateerd. 1. Druk op STOP om de afdruktaak te wissen uit het printergeheugen. Zet de printer uit en weer aan. 2. Probeer een taak vanuit een ander programma af te drukken. Als de taak wordt afgedrukt, gaat u terug naar het eerste programma en probeert u een ander bestand af te drukken.
Berichten van het bedieningspaneel interpreteren (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie 8X.JJJJ INGESLOTEN De ingesloten HP Jetdirect-printserver heeft een kritieke fout geconstateerd. 1. Zet de printer uit en weer aan. 2. Als het bericht nog steeds wordt weergegeven, neemt u contact op met een erkende service- of ondersteuningsleverancier van HP (zie HP on line klantenondersteuning). De RAM-schijf is beschadigd en kan niet meer worden gebruikt.
Berichten van het bedieningspaneel interpreteren (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Data ontvangen De printer wacht op een opdracht om af te drukken (de printer wacht bijvoorbeeld op een nieuw vel of totdat de afdruktaak wordt hervat). Druk op gaan. Gebeurtenislogboek is leeg U hebt GEBEURTENISLOGBOEK WEERGEVEN geselecteerd op het bedieningspaneel, maar het gebeurtenislogboek is leeg. U hoeft niets te doen.
Berichten van het bedieningspaneel interpreteren (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie HANDMATIG INVOEREN De printer wacht op het laden van materiaal in lade 1 voor handmatige invoer. Plaats het gevraagde materiaal in lade 1 (knop SELECTEREN). en druk op De inktpatroon ontbreekt en moet opnieuw worden geplaatst om te kunnen doorgaan met afdrukken. Vervang de inktpatroon of installeer deze op correcte wijze. De CompactFlash-kaart in sleuf X werkt niet goed. 1.
Berichten van het bedieningspaneel interpreteren (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie LAAD LADE XX Er wordt een taak verzonden waarvoor materiaal van een specifiek type en formaat vereist is, maar dit materiaal is niet aanwezig in de aangegeven lade. Druk op (knop SELECTEREN) om materiaal uit een andere lade te gebruiken. Er wordt een taak verzonden waarvoor materiaal van een specifiek type en formaat vereist is, maar dit materiaal is niet aanwezig in de aangegeven lade.
Berichten van het bedieningspaneel interpreteren (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie LADE XX Dit bericht geeft de huidige configuratie van het type en het formaat van de papierlade weer. U kunt deze configuratie wijzigen. Als u het papierformaat of -type wilt (knop SELECTEREN) wijzigen, drukt u op terwijl het bericht wordt weergegeven. Druk op (knop TERUG) terwijl het bericht wordt weergegeven, om het bericht te wissen.
Berichten van het bedieningspaneel interpreteren (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Papierbaan wordt vrijgemaakt Het papier in de printer is vastgelopen of de printer is ingeschakeld en er is papier aangetroffen op een verkeerde plaats. De printer probeert dan automatisch de pagina's uit te voeren. Wacht totdat de printer de pagina's heeft uitgevoerd.
Berichten van het bedieningspaneel interpreteren (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie VERVANG CARTRIDGE Het resterende aantal pagina's voor dit onderdeel heeft de grens bereikt. De printer is ingesteld om te stoppen met afdrukken wanneer een onderdeel moet worden besteld. Druk op (knop SELECTEREN) om het printerbericht te wissen en druk op (knop SELECTEREN) om door te gaan met afdrukken. Het bericht verandert in BESTEL CARTRIDGE MINDER DAN XXXX PAGINA'S (waarschuwing).
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen Dit gedeelte helpt u bij het herkennen van problemen met de afdrukkwaliteit. Tevens wordt hier beschreven wat u kunt doen om dergelijke problemen te verhelpen. Vaak kunnen problemen met de afdrukkwaliteit vrij eenvoudig worden verholpen door uw printer correct te onderhouden, materiaal te gebruiken dat voldoet aan de HP-specificaties of een reinigingspagina door de printer te voeren.
Zie Licht afdrukken (gedeelte van pagina) Zie Lichte afdrukken (hele pagina) Zie Vlekken Zie Vlekken Zie Druppels Zie Grijze achtergrond Zie Tonervlekken Aa BbCc Aa BbCc Aa BbCc Aa BbCc Aa BbCc Zie Druppels Zie Druppels Zie Strepen Dear Mr. Abhjerhjk, The dhjhfiuhu if teint hhkjhjnf j us a weue jd, fnk ksneh vnk kjdfkaakd ss hsjhnckkajhdhf kashfhnduujdn.
Zie Lijnen met vegen. Zie Vage afdruk. Zie Willekeurig herhaalde afbeelding (donker) Zie Willekeurig herhaalde afbeelding (licht) Licht afdrukken (gedeelte van pagina) 1. Controleer of de inktpatroon op de juiste wijze is geïnstalleerd. 2. Het tonerniveau in de inktpatroon is mogelijk te laag. Vervang de inktpatroon. 3. Mogelijk voldoet het materiaal niet aan de specificaties van HP (bijvoorbeeld omdat het papier te vochtig of te ruw is). Zie Papierspecificaties. Lichte afdrukken (hele pagina) 1.
Vlekken Er kunnen vlekken op een pagina verschijnen nadat een papierstoring is verholpen. 1. Druk nog enkele pagina's af om te kijken of het probleem vanzelf wordt opgelost. 2. Reinig de binnenkant van de printer en voer een reinigingspagina door de printer om de fuser te reinigen. (Zie De printer reinigen.) 3. Probeer een andere papiersoort. 4. Controleer de inktpatroon op lekkage. Als de inktpatroon lekt, moet u deze vervangen. Druppels 1. Controleer of aan de omgevingseisen van de printer is voldaan.
Grijze achtergrond 1. Gebruik geen papier dat al een keer door de printer is gevoerd. 2. Probeer een andere papiersoort. 3. Druk nog enkele pagina's af om te kijken of het probleem vanzelf wordt opgelost. 4. Draai de stapel papier in de lade om. Probeer het opnieuw nadat u het papier 180 graden hebt gedraaid. 5. Open het menu Apparaat configureren op het bedieningspaneel van de printer. Verhoog in het submenu Afdrukkwaliteit de instelling TONERDICHTHEID. Zie Submenu Afdrukkwaliteit. 6.
Met losse toner wordt in deze context toner bedoeld die u van de pagina af kunt vegen. 1. Wanneer het papier zwaar of ruw is, opent u het menu Apparaat configureren op het bedieningspaneel. Selecteer in het submenu Afdrukkwaliteit FUSERMODI, en vervolgens de papiersoort die u gebruikt. Wijzig de instelling in HOOG 1 of HOOG 2, waardoor de toner beter door het papier wordt opgenomen. (Zie Submenu Afdrukkwaliteit.) U dient ook de papiersoort in te stellen voor de lade die u gebruikt.
Vervormde tekens AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc AaBbCc 1. Druk nog enkele pagina's af om te kijken of het probleem vanzelf wordt opgelost. 2. Controleer of aan de omgevingseisen van de printer is voldaan. (Zie Bedrijfsomgeving.) Scheve pagina 1. Druk nog enkele pagina's af om te kijken of het probleem vanzelf wordt opgelost. 2. Controleer of er geen afgescheurde stukjes papier in de printer zitten. 3. Controleer of het papier correct is geladen en of alle aanpassingen zijn doorgevoerd.
4. Probeer af te drukken naar een andere uitvoerbak. 5. Wanneer het papier licht van gewicht en glad is, opent u het menu Apparaat configureren op het bedieningspaneel. Selecteer in het submenu Afdrukkwaliteit FUSERMODI, en vervolgens de papiersoort die u gebruikt. Wijzig de instelling in LAAG. Hiermee verlaagt u de hitte van het fuser-proces. (Zie Submenu Afdrukkwaliteit.) U dient ook de papiersoort in te stellen voor de lade die u gebruikt.
Bandensporen Aa BbCc Aa BbCc Aa BbCc Aa BbCc Aa BbCc Dit probleem treedt gewoonlijk op als de inktpatroon veel langer is gebruikt dan de geschatte levensduur van 6000 (Q6511A) of 12.000 (Q6511X) pagina's. Bijvoorbeeld als u een groot aantal pagina's afdrukt met een erg lage tonerdekking. 1. Vervang de inktpatroon. 2. Verlaag het aantal pagina's dat u afdrukt met een erg lage tonerdekking. Witte vlekken op zwarte achtergrond 1.
5. Open het menu Apparaat configureren op het bedieningspaneel van de printer. Open in het submenu Afdrukkwaliteit OPTIMALISEREN en stel LIJNDETAIL=AAN in. Vage afdruk 1. Controleer of de papiersoort en -kwaliteit voldoen aan de HP-specificaties. (Zie Papierspecificaties.) 2. Controleer of aan de omgevingseisen van de printer is voldaan. (Zie Bedrijfsomgeving.) 3. Draai de stapel papier in de lade om. Probeer het opnieuw nadat u het papier 180 graden hebt gedraaid. 4.
Als een beeld dat boven aan de pagina staat (in helder zwart) verderop op de pagina nog eens herhaald wordt (in grijs), is het mogelijk dat de toner van de vorige afdruktaak niet volledig is gewist. (Het herhaalde beeld kan lichter of donkerder zijn dan het veld waarin het verschijnt.) 144 ● Wijzig de grijstoon van het veld waar de herhaalde afbeelding in verschijnt. ● Wijzig de volgorde waarin afbeeldingen worden afgedrukt.
Algemene afdrukproblemen op het netwerk oplossen Opmerking NLWW HP raadt u aan de cd-rom van de printer te gebruiken om de printer op het netwerk te installeren en in te stellen. ● Druk een Configuratiepagina af (zie Configuratiepagina). Als een HP Jetdirectprintserver is geïnstalleerd, volgt na het afdrukken van een configuratiepagina een tweede pagina waarop de netwerkinstellingen en -status worden vermeld.
Algemene problemen met Windows oplossen Foutmelding: "Fout bij het schrijven naar LPTx" in Windows 9x. Oorzaak Oplossing Geen afdrukmateriaal geladen. Controleer of de laden papier of ander afdrukmateriaal bevatten. De kabel zit los of is defect. Zorg dat de kabels op de juiste manier zijn aangesloten, de printer aan staat en het lampje Klaar brandt. De printer is aangesloten op een stekkerdoos maar krijgt onvoldoende stroom.
Veelvoorkomende Macintosh-problemen oplossen Naast de genoemde problemen in Algemene afdrukproblemen oplossen, worden in deze sectie problemen behandeld die alleen kunnen optreden bij het gebruik van Mac OS 9.x of Mac OS X. Opmerking De instelling voor afdrukken via USB en IP wordt uitgevoerd via het Desktop Printer Utility. De printer verschijnt niet in de Kiezer. Problemen met Mac OS 9.x. De printernaam of het IP-adres wordt niet weergegeven of gecontroleerd in de Desktop Printer Utility.
Problemen met Mac OS 9.x. (vervolg) Er is geen afdruktaak verzonden naar de printer van uw keuze. Oorzaak Oplossing De afdrukwachtrij is wellicht gestopt. Start de afdrukwachtrij opnieuw. Open het menu Print in de bovenste menubalk en klik op Start Wachtrij. De verkeerde printernaam of het onjuiste IP-adres is gebruikt. Het is mogelijk dat een andere printer met ongeveer dezelfde of precies dezelfde naam of hetzelfde IPadres uw afdruktaak heeft ontvangen.
Problemen met Mac OS 9.x. (vervolg) Er kan niet worden afgedrukt vanaf een USB-kaart van derden. Oorzaak Oplossing Deze fout doet zich voor wanneer de software voor USBprinters niet is geïnstalleerd. Als u een USB-kaart van derden toevoegt, hebt u mogelijk de USB Adapter Card Support-software van Apple nodig. De recentste versie van deze software is beschikbaar op de website van Apple.
Problemen met Mac OS X Het printerstuurprogramma wordt niet in Afdrukbeheer weergegeven Oorzaak Oplossing De printersoftware is wellicht niet geïnstalleerd of onjuist geïnstalleerd. Controleer of de PPD van HP LaserJet 2400 series zich in de volgende map op de vaste schijf bevindt: Library/ Printers/PPDs/Contents/Resources/ .lproj, waarbij verwijst naar een taalcode van twee letters voor de taal die u gebruikt. Installeer eventueel de software opnieuw.
Problemen met Mac OS X (vervolg) De printerdriver installeert niet automatisch uw geselecteerde printer ook al hebt u op Afdrukbeheer geklikt. Oorzaak Oplossing De printersoftware is wellicht niet geïnstalleerd of onjuist geïnstalleerd. Controleer of de PPD van HP LaserJet 2400 series zich in de volgende map op de vaste schijf bevindt: Library/ Printers/PPDs/Contents/Resources/ .lproj, waarbij verwijst naar een taalcode van twee letters voor de taal die u gebruikt.
Problemen met Mac OS X (vervolg) Er kan niet worden afgedrukt vanaf een USB-kaart van derden. Oorzaak Oplossing Deze fout doet zich voor wanneer de software voor USBprinters niet is geïnstalleerd. Als u een USB-kaart van derden toevoegt, hebt u mogelijk de USB Adapter Card Support-software van Apple nodig. De recentste versie van deze software is beschikbaar op de website van Apple.
Algemene problemen met PostScript oplossen De volgende situaties zijn specifiek voor de PostScript-taal (PS) en kunnen zich voordoen als er verschillende printertalen worden gebruikt. Controleer het bericht op het display van het bedieningspaneel. Het bericht helpt u mogelijk het probleem op te lossen. Opmerking Als u bij PS-fouten een bericht op de printer of op het scherm wilt ontvangen, opent u het dialoogvenster Printopties en klikt u op de gewenste selectie naast het gedeelte PS-fouten.
Specifieke fouten Limietcontrolefout Oorzaak Oplossing De afdruktaak was te ingewikkeld. Mogelijk moet u de taak met 600 dpi (dots per inch, punten per inch) afdrukken, de pagina minder complex maken of extra geheugen installeren. VM-fout Oorzaak Oplossing Er is een lettertypefout opgetreden. Selecteer onbeperkte downloadbare lettertypen in het printerstuurprogramma. Bereiktest 154 Oorzaak Oplossing Er is een lettertypefout opgetreden.
A Benodigdheden en accessoires In deze sectie vindt u informatie over het bestellen van onderdelen, benodigdheden en accessoires. Gebruik alleen onderdelen en accessoires die specifiek voor deze printer zijn bestemd.
Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen Er zijn diverse manieren om onderdelen, accessoires en benodigdheden te bestellen: ● Rechtstreeks bestellen bij HP ● Bestellen via klanten- of ondersteuningsdienst ● Rechtstreeks bestellen via de ingesloten webserver (voor printers die in een netwerk zijn opgenomen) ● Rechtstreeks bestellen via de HP Werkset (voor printers die rechtstreeks zijn aangesloten op een computer) Rechtstreeks bestellen bij HP U kunt de volgende onderdelen rechtstreeks best
Rechtstreeks bestellen via de HP Werkset (voor printers die rechtstreeks zijn aangesloten op een computer) Via de HP Werkset kunt u benodigdheden en accessoires rechtstreeks vanaf de computer bestellen. Als u benodigdheden wilt bestellen via de HP Werkset, klikt u op Werkset-links en daarna op Benodigdheden bestellen. Er wordt een koppeling naar de HP-website gegeven voor het bestellen van benodigdheden.
Onderdeelnummers De volgende lijst met accessoires was bijgewerkt ten tijde van deze druk. De bestelinformatie en beschikbaarheid van de accessoires kunnen veranderen tijdens de levensduur van de printer. Accessoires voor papierverwerking Artikel Omschrijving Onderdeelnummer Optionele lade voor 500 vel en invoereenheid Optionele lade voor een hogere papiercapaciteit. Geschikt voor de papierformaten Letter, A4, Legal, A5, B5 (JIS), Executive en 8.5 x 13 inch.
Kabels en interfaces Artikel Omschrijving Onderdeelnummer Enhanced I/O-kaarten (EIO) HP Jetdirect 620n Fast Ethernet-printserver (10/100Base-TX) J7934A HP Jetdirect 680n 802.
Artikel Omschrijving Onderdeelnummer HP Premium Choice LaserJetpapier Letter (216 x 279 mm), 500 vel per riem, tien riemen per doos HPU1132 - Noord-Amerika Lichtste LaserJet-papier van HP. Opvallend heldere kleuren en een door en door zwarte kleur kunt u van dit papier verwachten dat extra glad en helderwit is.
Artikel Omschrijving Onderdeelnummer HP Office-papier Letter (216 x 279 mm), 500 vel per riem, tien riemen per doos HPC8511 - Noord-Amerika en Mexico Letter (216 x 279 mm), drie perforaties, 500 vel per riem, tien riemen per doos HPC3HP - Noord-Amerika Legal (216 x 356 mm), 500 vel per riem, tien riemen per doos HPC8514 - Noord-Amerika Letter (216 x 279 mm), Quick Pack, 2500 vel per doos HP2500S - Noord-Amerika en Mexico Letter (216 x 279 mm), Quick Pack, drie perforaties, 2500 vel per doos HP2
162 Bijlage A Benodigdheden en accessoires NLWW
B Menu's van het bedieningspaneel U kunt de meeste routine-afdruktaken vanuit de computer uitvoeren via het programma of het printerstuurprogramma. Het bedienen van de printer verloopt met deze twee methoden zeer gemakkelijk. De instellingen op het bedieningspaneel worden met deze methoden genegeerd. Zie het Help-bestand van uw programma of zie Het printerstuurprogramma gebruiken voor meer informatie over toegang tot het printerstuurprogramma.
Menu Taak ophalen In dit menu wordt een lijst van taken weergegeven die op de printer zijn opgeslagen. Bovendien hebt u via dit menu toegang tot alle functies voor het opslaan van taken. U kunt deze taken via het bedieningspaneel van de printer afdrukken of verwijderen. Zie Functies voor het opslaan van taken gebruiken voor meer informatie over het gebruik van dit menu. Opmerking Als u de printer uitschakelt, worden alle opgeslagen taken verwijderd.
Optie Waarden Uitleg [GEBRUIKERSNAAM] [TAAKNAAM] De naam van de persoon die de taak heeft verzonden. ALLE PRIVÉ-TAKEN GEEN OPGESLAGEN TAKEN [TAAKNAAM]: de naam van de opgeslagen taak op de printer. Selecteer een van uw taken of al uw privé-taken (die taken waaraan een PIN-code in het printerstuurprogramma is toegekend). ● Afdrukken: de geselecteerde afdruktaak afdrukken.
Menu Informatie Het menu Informatie bevat printerinformatiepagina's met nadere details over de printer en de configuratie van de printer. Blader naar de gewenste informatiepagina en druk op (de knop SELECTEREN). Optie Uitleg MENUSTRUCTUUR AFDRUKKEN In de menustructuur worden de lay-out en de huidige printerinstellingen van de menuopties van het bedieningspaneel weergegeven. Zie Menustructuur voor meer informatie.
Optie Uitleg PS-LETTERTYPENLIJST In het PS-lettertypeoverzicht worden alle voor de printer beschikbare PS-lettertypen weergegeven. Zie PS- of PCL-lettertypelijst voor meer informatie.
Menu Papierverwerking Indien de instellingen voor papierverwerking correct via het bedieningspaneel van de printer zijn geconfigureerd, kunt u deze afdrukken door het soort en formaat afdrukmateriaal te selecteren in het printerstuurprogramma of het toepassingsprogramma. Zie Afdrukken op basis van soort en formaat afdrukmateriaal (laden vergrendelen) voor meer informatie over het configureren van het soort en formaat afdrukmateriaal.
Optie Waarden Uitleg SOORT IN LADE 1 *WILLEKEURIG Met deze optie stelt u de waarde in op het soort afdrukmateriaal dat in lade 1 is geladen. NORMAAL VOORBEDRUKT BRIEFHOOFD TRANSPARANT GEPERFOREERD ETIKETTEN BANKPOST KRINGLOOP KLEUR KAART >164 G/M2 RUW WILLEKEURIG: als het soort en formaat voor lade 1 beide zijn ingesteld op WILLEKEURIG, wordt het afdrukmateriaal uit lade 1 ingevoerd zolang deze papier bevat.
Optie Waarden Uitleg FORMAAT IN LADE 3 *WILLEKEURIG Stel de waarde in op het formaat van het afdrukmateriaal dat op dit moment in lade 3 is geladen. LETTER LEGAL EXECUTIVE A4 A5 B5 (JIS) EXECUTIVE (JIS) SOORT IN LADE 3 *WILLEKEURIG NORMAAL Stel de waarde in op het soort afdrukmateriaal dat op dit moment in lade 3 is geladen.
Optie Waarden Uitleg LADE [N] AANGEPAST MAATEENHEID Deze optie verschijnt alleen als een lade is ingesteld op een aangepast formaat. X-GROOTTE Y-GROOTTE MAATEENHEID: met deze optie selecteert u de maateenheid (INCH of MILLIMETERS) die u wilt gebruiken als u aangepaste papierformaten voor de opgegeven lade instelt. X-GROOTTE: met deze optie stelt u de breedtemaat van het papier in (gemeten van zijkant tot zijkant in de lade). U kunt 3,0 tot 8,50 INCH of 76 tot 216 MM opgeven.
Menu Apparaat configureren Dit menu bevat beheerfuncties. ● Submenu afdrukken ● Submenu Afdrukkwaliteit ● Submenu Systeeminstellingen ● I/O-submenu ● Submenu herstellen Submenu afdrukken Sommige opties in het menu zijn beschikbaar in het programma of in het printerstuurprogramma (als het juiste stuurprogramma is geïnstalleerd). De instellingen van het programma en het printerstuurprogramma hebben voorrang boven de instellingen op het bedieningspaneel.
Optie Waarden Uitleg STANDAARD *LETTER PAPIERFORMAAT LEGAL Stel het standaardafdrukformaat voor papier en enveloppen in. (De naam van de optie wijzigt van papier in envelop terwijl u de beschikbare formaten doorloopt). Deze instelling is alleen van toepassing op afdruktaken waarbij het papierformaat niet in het programma of het printerstuurprogramma is opgegeven.
Optie Waarden Uitleg LETTERTYPE COURIER *NORMAAL Selecteer de versie van het Courier-lettertype die u wilt gebruiken: DONKER NORMAAL: het interne Courier-lettertype dat beschikbaar is op de HP LaserJet 4 Series-printers. VET: het interne Courier-lettertype dat beschikbaar is op de HP LaserJet III Series-printers. BREDE A4 *NEE JA Hiermee wijzigt u het aantal tekens dat kan worden afgedrukt op één regel op A4-papierformaat.
Optie Waarden Uitleg PCL EXEMPLAREN EXEMPLAREN: hiermee wordt de verticale regelafstand ingesteld op 5 tot 128 regels voor een standaardpapierformaat. AFDRUKSTAND LETTERTYPEBRON LETTERTYPENUMMER AFDRUKSTAND: Hiermee kunt u de standaardafdrukstand voor de pagina instellen op LIGGEND of STAAND. PITCH LETTERTYPE Opmerking PUNTGROOTTE LETTERTYPE U kunt de pagina-afdrukstand het beste vanuit het programma of het printerstuurprogramma instellen.
Submenu Afdrukkwaliteit Sommige opties in het menu zijn beschikbaar in het programma of in het printerstuurprogramma (als het juiste stuurprogramma is geïnstalleerd). De instellingen van het programma en het printerstuurprogramma hebben voorrang boven de instellingen op het bedieningspaneel. Zie Het printerstuurprogramma gebruiken voor meer informatie. In het algemeen kunt u deze instellingen het beste wijzigen in het printerstuurprogramma, indien van toepassing.
Optie Waarden Uitleg FUSERMODI NORMAAL Configureer de fusermodus die bij elk papiertype hoort. VOORBEDRUKT Wijzig de fusermodus alleen als er afdrukproblemen optreden bij bepaalde soorten afdrukmateriaal. Nadat u een soort afdrukmateriaal hebt geselecteerd, kunt u hiervoor een beschikbare fusermodus selecteren. De printer ondersteunt de volgende modi: BRIEFHOOFD TRANSPARANT GEPERFOREERD ETIKETTEN BANKPOST KRINGLOOP KLEUR NORMAAL: gebruikt voor de meeste papiertypen.
Optie Waarden Uitleg RET UIT Gebruik de instelling van de Resolution EnhancementTechnology (REt) om afdrukken met gladde hoeken, krommen en randen te verkrijgen. LICHT *NORMAAL DONKER REt heeft geen invloed op de afdrukkwaliteit als de afdrukresolutie is ingesteld op FastRes 1200. Alle andere afdrukresoluties profiteren ook van REt. Opmerking De REt-instelling kunnen het best vanuit het programma of het printerstuurprogramma worden ingesteld.
Optie Waarden Uitleg AUTO REINIGEN AAN Hiermee schakelt u automatische reiniging in of uit. Wanneer de functie voor automatische reiniging is ingeschakeld, wordt een reinigingspagina afgedrukt nadat het aantal pagina's is afgedrukt dat is ingesteld in REINIGINGSINTERVAL. *UIT REINIGINGSINTERVAL *1000 2000 Hiermee stelt u het interval in waarna de automatische reiniging wordt uitgevoerd voor de printer.
Optie Waarden Uitleg GEDRAG GEBRUIK GEWENSTE LADE GEBRUIK GEWENSTE LADE: Hiermee bepaalt u of papier wordt ingevoerd uit een andere lade dan de lade die u hebt geselecteerd in het printerstuurprogramma. VAN LADE PROMPT HANDINVOER PS OF AFDRUKMATERIAAL ● EXCLUSIEF: hiermee stelt u de printer zodanig in dat alleen papier wordt ingevoerd uit de lade die u hebt geselecteerd en niet vanuit een andere lade, ook niet als de geselecteerde lade leeg is.
Optie Waarden Uitleg VERWIJDERBARE *TAAK WAARSCHUWINGEN AAN Hiermee stelt u in hoe lang een verwijderbare waarschuwing op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven. TAAK: het verwijderbare waarschuwingsbericht verschijnt tot de taak die het bericht heeft veroorzaakt, wordt beëindigd. AAN: de verwijderbare waarschuwing wordt weergegeven totdat u op (de knop SELECTEREN) drukt. AUTOMATISCH UIT DOORGAAN *AAN Hiermee bepaalt u de reactie van de printer op fouten.
Optie Waarden Uitleg HERSTEL PAPIERSTORING *AUTO Hiermee bepaalt u hoe de printer reageert wanneer er een storing optreedt. UIT AAN AUTO: de beste manier om de papierstoring te herstellen, wordt automatisch door de printer geselecteerd (meestal AAN). UIT: de printer drukt pagina’s niet opnieuw af na een papierstoring. De afdrukprestaties zijn met deze instelling mogelijk beter. AAN: de printer drukt de pagina's automatisch opnieuw af nadat een storing is opgeheven.
Optie Waarden Uitleg PARALLELLE HOGE SNELHEID INVOER GEAVANCEERDE FUNCTIES HOGE SNELHEID: selecteer JA als u wilt dat de printer ondersteuning biedt voor de snellere parallelle communicatie die wordt gebruikt voor verbindingen met nieuwere computers. GEAVANCEERDE FUNCTIES: de bidirectionele, parallelle communicatie in- of uitschakelen. De standaardwaarde is ingesteld voor een bidirectionele parallelle poort (IEEE-1284).
SLUIMERMODUS *AAN UIT Hiermee schakelt u de sluimermodus in of uit. Het gebruik van de sluimermodus biedt de volgende voordelen: ● De hoeveelheid verbruikte energie wordt verminderd wanneer de printer niet wordt gebruikt. ● De slijtage van de elektronische onderdelen van de printer wordt beperkt (de displayverlichting wordt uitgeschakeld, maar het display blijft leesbaar).
Menu Diagnostiek Beheerders kunnen dit submenu gebruiken om onderdelen te isoleren en papierstoringen of problemen met de afdrukkwaliteit op te lossen. In de volgende tabel vindt u een lijst met instellingen en mogelijke waarden. In de kolom Waarden wordt de standaardwaarde voor elke instelling aangegeven met een sterretje (*) ernaast. Optie Waarden Uitleg GEBEURTENISLOGBOEK AFDRUKKEN Er is geen waarde die u kunt selecteren.
Menu Service Het menu Service is vergrendeld en om het te openen moet u een PIN-code invoeren. Dit menu is alleen bestemd voor bevoegde onderhoudstechnici.
C Specificaties HP LaserJet 2400 series fysieke specificaties Productafmetingen 1 Product Hoogte Diepte Breedte Gewicht1 HP LaserJet 2410, 2420, 2420d, 2420n, 2420dn en 2430n 260 mm 400 mm 425 mm (16,7 inch) 15,2 kg HP LaserJet 2430t, 2430tn en 2430dtn 400 mm 400 mm 425 mm 20,9 kg Optionele invoerlade voor 500 vel 140 mm 400 mm 425 mm 5,7 kg Zonder printcartridge Productafmetingen met alle deuren en kleppen geheel geopend Printermodel Hoogte Diepte Breedte HP LaserJet 2410, 2420
Stroomvoorziening WAARSCHUWING De stroomvereisten zijn gebaseerd op het land/de regio waar de printer wordt verkocht. Verander niets aan de ingestelde spanning. Hierdoor kan de printer beschadigd raken en de garantie vervallen.
Akoestische emissie Geluids- en drukniveau1 (HP LaserJet 2400 series) Geluidsniveau Gedefinieerd door ISO 9296 Tijdens afdrukken2 (HP LaserJet 2410) LWAd= 6,6 bel (A) [66 dB(A)] Tijdens afdrukken2 (HP LaserJet 2420) LWAd= 6,7 bel (A) [67 dB(A)] Tijdens afdrukken2 (HP LaserJet 2430) LWAd= 6,8 bel (A) [68 dB(A)] Klaar (HP LaserJet 2410) Onhoorbaar Klaar (HP LaserJet 2420) Onhoorbaar Klaar (HP LaserJet 2430) Onhoorbaar Geluidsdrukniveau Gedefinieerd door ISO 9296 Tijdens afdrukken2 (HP LaserJet
Bedrijfsomgeving 190 Omgevingsvoorwaarden Afdrukken Opslag/stand-by Temperatuur (printer en printcartridge) 15° tot 32,5°C -20° tot 40°C Relatieve luchtvochtigheid 10% tot 80% 10% tot 90% Bijlage C Specificaties NLWW
Papierspecificaties Zie de HP LaserJet printer family print media guide voor volledige papierspecificaties voor alle HP LaserJet-printers (beschikbaar op http://www.hp.com/support/ljpaperguide). Categorie Specificaties Zuurgraad 5,5 pH tot 8,0 pH Dikte 0,094 tot 0,18 mm Omkrullen in riem Vlak binnen 5 mm Conditie van gesneden randen Scherp afgesneden papier zonder ruwe randen.
De omgeving voor papieropslag moet goed worden onderhouden om de optimale prestaties van de printer te verzekeren. De vereiste conditie is 20° tot 24°C met een relatieve vochtigheid van 45% tot 55%. De volgende richtlijnen zijn nuttig bij het evalueren van de omgeving waar het papier wordt opgeslagen: ● Het papier moet op of omstreeks kamertemperatuur worden opgeslagen. ● De lucht mag niet te droog of te vochtig zijn (vanwege de hygroscopische eigenschappen van het papier).
Enveloppen met dubbele naden Bij een afwerking met dubbele naden is de envelop aan beide zijden geplakt door middel van verticale naden en niet met diagonale naden. Dit type kan wellicht meer omkrullen. Let erop dat de naad volledig doorloopt tot aan de hoek van de envelop, zoals hieronder afgebeeld.
Etiketten VOORZICHTIG U kunt beschadigingen aan de printer voorkomen, door alleen etiketten te gebruiken die zijn goedgekeurd voor gebruik in laserprinters. U kunt ernstige papierstoringen voorkomen door bij het afdrukken van etiketten altijd lade 1 en de achteruitvoerbak gebruiken. Gebruik een vel etiketten slechts eenmaal en druk nooit af op een vel dat slechts gedeeltelijk is gevuld met etiketten.
D Printergeheugen en uitbreiding In deze sectie worden de geheugenfuncties van de printer uitgelegd en worden de stappen voor uitbreiding besproken.
Overzicht De printer wordt geleverd met één geïnstalleerde DIMM-geheugenmodule. Daarnaast zijn er nog één DIMM-sleuf en twee CompactFlash-sleuven beschikbaar om de printer uit te breiden met de volgende onderdelen: ● Meer printergeheugen: er zijn DIMM’s (SDRAM) verkrijgbaar met een capaciteit van 32, 48, 64, 128 en 256 MB.
Printergeheugen U kunt aanvullend geheugen aan de printer toevoegen als u regelmatig complexe illustraties of PostScript-documenten (PS) afdrukt of als u veel gedownloade lettertypen gebruikt. Wanneer de printer over meer geheugen beschikt, hebt u bovendien meer flexibiliteit bij de ondersteuning van taakopslagfuncties, zoals snelkopieerfuncties. Zo installeert u printergeheugen: VOORZICHTIG Statische elektriciteit kan de DIMM's beschadigen.
4. Open de toegangsklep door aan het metalen lipje te trekken. 5. Haal de DIMM uit de antistatische verpakking. VOORZICHTIG U kunt de kans op beschadigingen door statische elektriciteit verminderen, door altijd een antistatische polsband te dragen, waarmee de statische elektriciteit wordt ontladen of door het oppervlak van de antistatische verpakking aan te raken voordat u de DIMM's aanraakt. 6. Houd de DIMM bij de randen vast en plaats de inkepingen van de DIMM op één lijn met de DIMM-sleuf.
7. Duw de DIMM recht vooruit in de sleuf en druk de DIMM stevig aan. Controleer of de vergrendelingen aan weerszijden van de DIMM vastklikken. Opmerking Maak de vergrendelingen los voordat u een DIMM verwijdert. 8. Sluit de toegangsklep en druk deze stevig aan totdat deze vastklikt. 9. Als u het zijpaneel wilt terugplaatsen, zorgt u dat de pijlen met elkaar op één lijn liggen en schuift u het paneel naar achteren tot het vastklikt. 10. Sluit de interfacekabel(s) en het netsnoer weer aan.
11. Schakel de printer in.
CompactFlash-kaarten installeren Er kunnen maximaal twee CompactFlash-kaarten worden geïnstalleerd om lettertypen toe te voegen aan de printer. Zo installeert u een CompactFlash-kaart: 1. Nadat de Configuratiepagina is afgedrukt, zet u de printer uit en maakt u het netsnoer los. 2. Ontkoppel alle interfacekabels. 3. Verwijder het rechterzijpaneel door het naar de achterkant van de printer te schuiven totdat de zijkant helemaal uit de printer is geschoven. 4.
5. Haal de nieuwe CompactFlash-kaart uit de verpakking. 6. Houd de CompactFlash-kaart bij de randen vast en houd de groeven in de kaart recht boven de lipjes in de sleuf voor de CompactFlash-kaart. 7. Schuif de CompactFlash-kaart in de sleuf. 8. Sluit de toegangsklep en druk deze stevig aan totdat deze vastklikt. 9. Als u het zijpaneel wilt terugplaatsen, zorgt u dat de pijlen met elkaar op één lijn liggen en schuift u het paneel naar achteren tot het vastklikt.
10. Sluit de interfacekabel(s) en het netsnoer weer aan. Gebruik Opslagbeheer van het apparaat in HP Web Jetadmin om lettertypen te beheren. Zie de Help in HP Web Jetadmin voor meer informatie.
De installatie van een DIMM of CompactFlash-kaart controleren Controleer of de installatie is geslaagd nadat u een DIMM of CompactFlash-kaart hebt geïnstalleerd. Zo controleert u of DIMM's of CompactFlash-kaarten op de juiste wijze zijn geïnstalleerd: 1. Schakel de printer in. Controleer of het lampje Klaar op de printer gaat branden na het opstarten. Als er een foutbericht verschijnt, is de DIMM of CompactFlash-kaart mogelijk niet op de juiste wijze geïnstalleerd.
Bronnen opslaan (permanente bronnen) Functies of taken die u downloadt naar de printer, bevatten soms bronnen (bijvoorbeeld lettertypen, macro's of patronen). Bronnen die intern als permanent worden aangegeven, blijven in het geheugen van de printer totdat u de printer uitschakelt. Volg de volgende richtlijnen als u gebruikmaakt van PDL (page description language) voor het markeren van bronnen als permanent. Raadpleeg de PDL-naslaginformatie bij PCL of PS voor technische gegevens.
Een EIO-kaart installeren Voer de volgende procedure uit om een EIO-kaart te installeren: Zo installeert u een EIO-kaart: 1. Schakel de printer uit. 2. Verwijder de twee schroeven en het afdekplaatje van de EIO-sleuf aan de achterzijde van de printer. Opmerking Gooi de schroeven of het afdekplaatje niet weg. Bewaar deze voor toekomstig gebruik als u de EIO-kaart verwijdert. 3. Installeer de EIO-kaart in de EIO-sleuf en draai de schroeven aan. 4.
Zo verwijdert u een geïnstalleerde EIO-kaart: 1. Schakel de printer uit. 2. Verwijder de twee schroeven van de EIO-kaart en haal vervolgens de EIO-kaart uit de EIO-sleuf. 3. Monteer het afdekplaatje van de EIO-sleuf weer op de achterzijde van de printer. Plaats de twee schroeven en draai ze aan. 4. Schakel de printer in.
208 Bijlage D Printergeheugen en uitbreiding NLWW
E Printeropdrachten Bij de meeste programma’s is het invoeren van printeropdrachten niet nodig. Raadpleeg zo nodig de documentatie bij de computer en het programma voor de juiste methode om printeropdrachten in te voeren. Opmerking NLWW PCL 6 en PCL 5e PCL 6 en PCL 5e-printeropdrachten maken de printer kenbaar welke taken moeten worden uitgevoerd of welke lettertypen moeten worden gebruikt.
Informatie over de syntaxis van PCL 6- en PCL 5eprinteropdrachten Vergelijk de volgende tekens alvorens printercommando’s te gebruiken: Kleine letter l: l Hoofdletter O: O Cijfer één: 1 Cijfer 0: 0 In veel printeropdrachten worden de kleine letter l (l) en het cijfer één (1) of de hoofdletter O en het cijfer nul (0) gebruikt. Deze tekens verschijnen wellicht niet op uw beeldscherm zoals hier getoond.
Escape-tekens gebruiken Printeropdrachten beginnen altijd met het escape-teken (Ec). In de volgende tabel ziet u hoe u het escape-teken kunt invoeren in verschillende MS-DOSprogramma’s.
Opmerking Lettertypen hebben ofwel een vaste ofwel een proportionele spatiëring. De printer bevat zowel vaste lettertypen (Courier, Letter Gothic en Lineprinter) als proportionele lettertypen (onder andere CG Times, Arial, Times New Roman). Lettertypen met vaste spatiëring worden doorgaans gebruikt in spreadsheetprogramma’s en databases, waarbij het belangrijk is dat de kolommen verticaal worden uitgelijnd. Lettertypen met proportionele spatiëring worden doorgaans gebruikt in tekstverwerkingsprogramma’s.
Paginabesturingsopdrachten (vervolg) Functie Opdracht Opties (nr.
Paginabesturingsopdrachten (vervolg) Functie Opdracht Opties (nr.'s) Verticale bewegingsindex Ec&l#C Stappen van 1/48 inch (afdruk wordt verticaal gecomprimeerd) Regelafstand Ec&l#D # = Regels per inch (1, 2, 3, 4, 5, 6, 12, 16, 24, 48) Perforatie-interval Ec&l#L 0 = Uitschakelen (uitzetten) 1 = Inschakelen (aanzetten) 1 Voor aangepast papier vervangt u "Aangepaste papiersoort" door de naam van het papier en het hekje (#) door het aantal tekens in de naam, plus 1.
Taalselectie (vervolg) Functie Opdracht Opties (nr.'s) HP-GL/2-modus invoeren Ec%#B 0 = Vorige HP-GL/2-pinpositie gebruiken 1 = Huidige PCL 5cursorpositie gebruiken Lettertypeselectie Functie Opdracht Opties (nr.'s) Tekensets Ec(# 8U = Tekenset HPRoman-8 10U = Standaardtekenset IBMlayout (PC-8) (codepagina 437) 12U = IBM-layout voor Europa (PC-850) (codepagina 850) 8M = Math-8 19U = Windows 3.1 Latin 1 9E = Windows 3.1 Latin 2 (veel gebruikt in Oost-Europa) 5T = Windows 3.
216 Bijlage E Printeropdrachten NLWW
F Informatie over wettelijke voorschriften Inleiding Dit gedeelte bevat de volgende overheidsinformatie: NLWW ● FCC-voorschriften ● Milieuvriendelijk productiebeleid ● Conformiteitsverklaring ● Laser safety statement ● Canadian DOC statement ● Korean EMI statement ● Finnish laser statement Inleiding 217
FCC-voorschriften Deze apparatuur is getest en is in overeenstemming bevonden met de beperkingen voor een digitaal apparaat van Klasse B, conform Deel 15 van de FCC-voorschriften. De limieten in deze voorschriften zijn ontwikkeld om redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie in een woonomgeving. Door deze apparatuur wordt radiofrequentie-energie voortgebracht en verbruikt en kan hierdoor dit type energie uitgestraald worden.
Milieuvriendelijk productiebeleid Bescherming van het milieu Het beleid van Hewlett-Packard Company is erop gericht kwaliteitsproducten te leveren op een milieuvriendelijke wijze. Het ontwerp van dit product bevat dan ook diverse kenmerken die ervoor zorgen dat het milieu zo min mogelijk wordt belast. Ozon-productie Dit product brengt geen merkbare hoeveelheid ozongas (O3) voort. Energieverbruik Het elektriciteitsverbruik daalt aanzienlijk in de PowerSave-modus (laag energieverbruik).
HP LaserJet afdrukbenodigdheden In een groot aantal landen/regio's kunnen de printerbenodigdheden (bijvoorbeeld de printcartridge en de fuser) van dit product worden teruggezonden naar HP via het HPprogramma voor het inzamelen en recyclen van printerbenodigdheden. In meer dan 30 landen/regio's is een eenvoudig en gratis inzamelingsprogramma beschikbaar. In de doos van elke nieuwe HP LaserJet-printcartridge en andere benodigdheden bevindt zich informatie over het programma en instructies in meerdere talen.
Type Lithium-knoopcelbatterij (BR1632), 3 volt, 1,5 gram Materiaal Kwikvrij, cadmiumvrij Locatie Op circuitkaart Door de gebruiker te verwijderen Nee Voor informatie over recycling kunt u naar http://www.hp.com/recycle gaan of contact opnemen met de lokale overheid of de Electronics Industry Alliance: http://www.eiae.org.
Conformiteitsverklaring Conformiteitsverklaring volgens ISO/IEC-richtlijn 22 en EN 45014 Naam fabrikant: Adres fabrikant: Hewlett-Packard Company 11311 Chinden Boulevard, Boise, Idaho 83714-1021, USA verklaart dat het product Naam product: Wettelijk modelnummer 3): Productopties: HP LaserJet 4250- en LaserJet 4350-printer BOISB-0406-00 Inclusief optionele invoerlade voor 500 vellen (Q5963A) ALLE voldoet aan de volgende productspecificaties: Veiligheid: IEC 60950:1999 / EN60950: 2000 IEC 60825-1:1993 +A
Land-/regiospecifieke veiligheidsvoorschriften Laser safety statement Het Center for Devices and Radiological Health (CDRH) van de Amerikaanse Food and Drug Administration heeft een aantal voorschriften geïmplementeerd voor laserproducten die zijn gefabriceerd na 1 augustus 1976. Het opvolgen van deze voorschriften is verplicht voor producten die worden verkocht binnen de Verenigde Staten. Ingevolge de Radiation Control for Health and Safety Act van 1968 wordt dit laserproduct onder de U.S.
Finnish laser statement LASERTURVALLISUUS LUOKAN 1 LASERLAITE KLASS 1 LASER APPARAT HP LaserJet 2410, 2420 en 2430 serie -laserkirjoitin on käyttäjän kannalta turvallinen luokan 1 laserlaite. Normaalissa käytössä kirjoittimen suojakotelointi estää lasersäteen pääsyn laitteen ulkopuolelle. Laitteen turvallisuusluokka on määritetty standardin EN60825-1 (1994) mukaisesti.
G Service en ondersteuning Beperkte garantie van Hewlett-Packard HP-PRODUCT HP LaserJet 2410, 2420 en 2430 serie DUUR VAN DE BEPERKTE GARANTIE 1 jaar, retourneren naar erkend servicecentrum HP geeft u, de eindgebruiker-afnemer, de garantie dat na de aankoopdatum, gedurende de bovengenoemde periode, haar computerhardware en accessoires vrij zijn van defecten in materiaal en vakmanschap.
VOOR ZOVER TOEGESTAAN DOOR LOKALE WETGEVING, ZIJN DE RECHTSMIDDELEN IN DEZE GARANTIEVERKLARING UW ENIGE EN EXCLUSIEVE RECHTSMIDDELEN. BEHALVE ZOALS HIERBOVEN OMSCHREVEN, ZAL HP IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR HET VERLIES VAN GEGEVENS OF VOOR DIRECTE, UITZONDERLIJKE OF INCIDENTELE SCHADE, GEVOLGSCHADE (MET INBEGRIP VAN WINSTDERVING) OF ANDERE SCHADE, ONGEACHT HET FEIT OF DEZE SCHADE BERUST OP CONTRACT, BENADELING OF ANDERSZIJDS.
Printcartridge Verklaring van beperkte garantie Deze printcartridge van HP is vrij van defecten in materiaal en vakmanschap. De garantie heeft geen betrekking op printcartridges die (a) zijn bijgevuld, gereviseerd, hergebruikt of op enige wijze onjuist gebruikt, (b) niet goed werken door verkeerd gebruik, onjuiste opslag of gebruik buiten de aangegeven omgevingsspecificaties voor het product of (c) slijtage vertonen door dagelijks gebruik.
Informatie over service en ondersteuning HP verschaft over de gehele wereld diverse opties voor service en ondersteuning. De beschikbaarheid van deze programma's varieert, afhankelijk van uw locatie. Onderhoudsovereenkomsten van HP HP beschikt over verschillende soorten onderhoudsovereenkomsten die beantwoorden aan diverse ondersteuningsbehoeften. Onderhoudsovereenkomsten behoren niet bij de standaardgarantie. Ondersteuningsservices variëren per locatie.
HP Express Exchange (alleen V.S. en Canada) Deze service is beschikbaar tegen bijbetaling en vormt een alternatief voor de standaardgarantie: u kunt de printer insturen voor reparatie. Met HP Express Exchange ontvangt u een gereviseerde vervanging waarna u de defecte printer retourneert.
De printer verzendklaar maken Als de klantenondersteuning van HP bepaalt dat de printer door HP gerepareerd moet worden, moet u de printer als volgt inpakken alvorens deze te verzenden. VOORZICHTIG Schade tijdens het vervoer als gevolg van onjuiste verpakking komt voor verantwoordelijkheid van de klant. Zo pakt u de printer opnieuw in: 1. Verwijder en bewaar DIMM's of CompactFlash-kaarten die u hebt aangeschaft en op de printer hebt geïnstalleerd. Verwijder niet de DIMM die is meegeleverd bij de printer.
Serviceformulier WIE STUURT HET PRODUCT TERUG? Datum: Contactpersoon: Tel.: Tweede contactpersoon: Tel.: Retouradres: Speciale verzendinstructies: WAT VERSTUURT U? Modelnaam: Modelnummer: Serienummer: Stuur eventuele relevante afdrukken mee. Stuur GEEN accessoires (handleidingen, reinigingsmiddelen enz.) mee die niet nodig zijn voor de reparatie.
Factuuradres: 232 Speciale factureringsinstructies: Bijlage G Service en ondersteuning NLWW
Index A A4/Letter vervangen 173 A4 breed, instellingen 174 A4-papierinstellingen 173 A4-papier instellingen 174 aan/uit-schakelaar lokaliseren 8 aangepast formaat, papier instellingen 171 lade-instellingen 173 aangepast papierformaat afdrukken op 52 instellingen 63 ladespecificaties 35 aantal exemplaren, standaardwaarde instellen 172 aantal pagina's 88 accessoires bestellen 156 onderdeelnummers 158 problemen oplossen 104 accessoire voor dubbelzijdig afdrukken afdrukstand papier 55 bindopties 56 gebruiken 5
afdruktaken stoppen 58 Algemene beschermingsfout - Uitzondering OE 146 antivervalsingswebsite 92 Apparaat configureren, menu 172 Apparaatinstellingen, venster in HP Werkset 79 Apple Macintosh.
functies 6 leeg 20, 181 status, bekijken met HP werkset 77 status, weergeven met geïntegreerde webserver 73 communicatie, instellingen 183 CompactFlash-kaarten beschikbare typen 196 installatie controleren 204 installeren 201 toegang tot 8 concept afdrukken 64 conceptkwaliteit, afdrukken 177, 178 configuratiepagina problemen oplossen 101 configuratiepagina, afdrukken 87 configuraties, printer 3 configureren, stuurprogramma 81 contracten, onderhoud 228 Courier-lettertype-instellingen 174 D datatransmissie, i
foutmeldingen gebeurtenislogboek, afdrukken 89 logbestand 185 Windows 146 functies printer 3 fuser modi 177 fusermodi 42 fuser reinigen 96 G garantie printcartridge 227 product 225 uitgebreide 228 verlengd iv gebeurtenislogboek 89 gebruikershandleiding 79 gebruiksgegevens, pagina 166 Gegevens-lampje 12 gegolfd, problemen oplossen 106 gegolfd papier, problemen oplossen 140 geheugen configuratiepagina 88 installatie controleren 204 installeren, DIMM's 197 meegeleverd 5 permanente bronnen 205 RAM-schijf, inste
informatiepagina's, afdrukken 87 ingesloten webserver inktpatroon, niveau controleren 93 inktpatronen bewaren 92 niveau controleren 93 papierstoringen verhelpen 112 recyclen 220 reinigen in de buurt van 95 statusinformatie 92 toner bijna op, bericht 93 toner op, bericht 94 van ander merk dan HP 92 verwachte levensduur 93 inktpatronen bewaren 92 inktpatronen van ander merk dan HP 92 Installatiegids 2 Installatiegidsen voor accessoires 2 installeren CompactFlash-kaarten 201 EIO-kaarten 206 geheugen (DIMM's) 1
handmatige invoer, instellingen 173 instellingen 168 instellingen voor handmatige invoer 15 lokaliseren 8 problemen oplossen 104 vergrendelen 39 vullen 43 laden aangepast formaat, instellingen 173 aangepast papierformaat 52 capaciteiten 4 dubbelzijdig afdrukken 55 enveloppen in lade 1 49 etiketten 51 handmatig dubbelzijdig afdrukken 57 handmatige invoer 40 handmatige invoer, instellingen 173 instellingen 168 instellingen, weergeven 89 kalibratie-instellingen 176 lokaliseren 8 meegeleverd 3 papierbaan, test
Papierverwerking 168 structuur, afdrukken 12, 87 Systeeminstellingen 179 Taak ophalen 164 toegang krijgen tot 11 Microsoft Windows.
laden 43 lade selecteren 180 ladeselectie 14, 38, 39 meerdere pagina's op één vel afdrukken 63 ondersteunde formaten 35, 36 opslaan 191 PCL-opdrachten 212 problemen met laden oplossen 106 problemen oplossen 110 PS-instellingen 16 specificaties 35, 191 specificaties van duplexeenheid 36 standaardformaat, instelling 173 voorbedrukt 53 voorbladen 66 papierbaan test 185 papierstoringen eerste vel, problemen oplossen 107 herstellen, instelling 182 instelling, hervatten na papierstoring 21 Papierverwerking, menu
bandensporen 142 bereiktest 154 configuratiepagina afdrukken 101 display van bedieningspaneel 100 druppels 137 dubbelzijdig afdrukken 107 EPS-bestanden 148, 151 foutberichten 118 gekreukt papier 141 gekruld papier 106, 140 grijze achtergrond 138 herhaalde afbeeldingen 143 herhaalde storingen 139 informatiepagina's 87 kabels 101 laden 106 lade selecteren 104 Legal-papier 153 lege pagina's 108 lettertypen 153 licht afdrukken 136 limietcontrolefout 154 logbestand 185 Macintosh-problemen 147 on line Help 118 pa
service erkende HP-dealers iv HP Express Exchange 229 informatieformulier 231 overeenkomsten iv, 228 verzendklaar maken, printer 230 SIMM's, incompatibiliteit 196 sluimermodus in- of uitschakelen 17, 184 vertraging, instelling 16 wachttijd, instelling 180 Sluimermodus voedingsspecificaties 188 smal papier afdrukken op 52 smal papier, instellingen 178 snelheid datatransmissie, instellingen 183 problemen oplossen 102, 107 processor 5 resolutie, instellingen 177 specificaties 4 snelkopieertaken instellingen 17
T Taak ophalen, menu 164 taal, bedieningspaneel 22, 100, 182 taken gestopt, problemen oplossen 102 lezen en vasthouden 67 onjuist opgemaakt 103 opslaan, geheugenvereisten 67 privé 68 Taak ophalen, menu 164 worden niet afgedrukt, problemen oplossen 101 talen, printer instellingen 17, 180 meegeleverd 6 overschakelen, PCL-opdrachten 214 technische ondersteuning geïntegreerde webserver, koppelingen 74 HP Express Exchange 229 HP Instant Support Professional Edition (ISPE) iii Macintosh iv onderhoudsovereenkomste
verwijderbare waarschuwingen weergavetijd instellen 18 verwijderbare waarschuwingen, instelling 18 verwijderbare waarschuwingen, instellingen 181 verwijderen HP Werkset 80 verzenden, printer 230 verzendklaar maken, printer 230 vlekjes, problemen oplossen 137, 142 vlekken, problemen oplossen 137, 142 VM-fout 154 voeding specificaties 188 voorbedrukt papier afdrukken op 53 fusermodi 177 voorbladen eerste pagina, ander papier 66 voorconfiguratie, stuurprogramma 81 Voorkant boven, bindoptie 56 vullen laden 43 W
© 2004 Hewlett-Packard Development Company, LP www.hp.com/support/lj2410 www.hp.com/support/lj2420 www.hp.