Operation Manual

184 14 Problemen met de scanner oplossen NLWW
Problemen voorkomen
U kunt de kopieer- en scankwaliteit in enkele stappen verbeteren:
Voor het scannen kunt u beter de flatbedscanner dan de automatische documentinvoer
gebruiken.
Gebruik goede originelen.
Plaats het afdrukmateriaal op de correcte wijze. Als het materiaal niet correct is geplaatst, kan
dit scheef trekken, waardoor de afbeeldingen onduidelijk worden en er problemen ontstaan
met de OCR-toepassing. Zie Invoerladen voor het afdrukmateriaal plaatsen en vullen
voor
instructies.
Open of sluit de vlakke uitvoerklep van het apparaat, afhankelijk van de kopieeropdracht.
Gebruik de uitvoerbak (met gesloten klep) als u kopieert op materiaal met standaardgewicht.
Kopieert u op zwaar materiaal, dan gebruikt u de rechte papierbaan (met geopende klep).
Pas de instellingen in de software aan, afhankelijk van wat u wilt doen met de gescande
pagina. Zie Beeldkwaliteit verhogen met HP LaserJet Documentbeheer of HP Fotocentrum
en
Resolutie en kleur van de scanner
voor meer informatie.
Als in het apparaat regelmatig meer dan één pagina tegelijk wordt ingevoerd, moet u het
scheidingskussen vervangen. Zie Het scheidingskussen van de printer vervangen
voor meer
informatie.
Als er zich regelmatig invoerproblemen voordoen, is het scheidingskussen waarschijnlijk
versleten. Zie HP-onderdelen en -toebehoren bestellen
voor het bestellen van een nieuw
scheidingskussen. Zie Het scheidingskussen van de printer vervangen
voor informatie over
het vervangen van het scheidingskussen.
Gebruik of maak een documenthouder om de originelen te beschermen.
Scanproblemen herkennen en corrigeren
Lege pagina's
Mogelijk is het origineel omgekeerd geplaatst. Plaats de bovenzijde van de materiaalstapel in
de invoerlade voor automatische documentinvoer. Plaats het materiaal met de bedrukte zijde
naar boven en de eerste pagina die moet worden gescand, gekopieerd of gefaxt boven op de
stapel. Zie Originelen plaatsen voor kopiëren of scannen
voor instructies.
Wanneer er lege pagina's worden uitgevoerd na het scannen vanaf de flatbedscanner,
controleert u of het origineel correct is geplaatst. Plaats het origineel met de bedrukte zijde
naar beneden en met de linkerbovenhoek van het document in de rechterbenedenhoek van
de glasplaat van de flatbedscanner.
Te licht of te donker
Pas de instellingen aan.
Controleer of u de juiste instellingen hebt gekozen voor resolutie en kleuren. Zie Resolutie
en kleur van de scanner voor meer informatie.
Mogelijk moet u de eigenschappen voor de overeenkomende functies anders instellen in HP
LaserJet Director of HP Documentbeheer. Raadpleeg de Help van de software voor meer
informatie.
Ongewenste lijnen
Er zit mogelijk inkt, lijm of correctievloeistof op de scanner. Reinig het oppervlak van de
flatbedscanner. Zie Buitenkant van het apparaat reinigen
voor instructies.