Operation Manual
NLWW Originelen plaatsen voor het faxen 81
De antwoordmodus instellen
Voer de volgende stappen uit om de modus voor beantwoorden te wijzigen:
1 Druk op menu/invoer op het bedieningspaneel.
2 Selecteer met de knoppen < en > Faxinstellingen en druk op menu/invoer.
3 Selecteer met de knoppen < en > Inst. faxontv. en druk op menu/invoer.
4 Druk op menu/invoer om Antwoordmodus te selecteren.
5 Selecteer met de knoppen < en > Automatisch of Handmatig en druk op menu/invoer.
6 Op het bedieningspaneel wordt de modus getoond die u hebt opgegeven.
Originelen plaatsen voor het faxen
Plaats de originelen die u wilt faxen zoals hieronder wordt aangegeven.
Originelen voor het faxen in de automatische documentinvoer
plaatsen
1 Controleer of zich geen documenten op de flatbedscanner bevinden, voordat u
faxdocumenten in de automatische documentinvoer plaatst.
2 Plaats de bovenzijde van de stapel papier met de bedrukte zijde naar boven in de
automatische documentinvoer. De pagina die het eerst moet worden gescand, moet
bovenaan liggen.
3 Schuif het document tegen de zijkant van de automatische documentinvoer.
4 Schuif het document in de automatische documentinvoer totdat het papier niet verder
doorgeschoven kan worden.
Het document kan nu worden gefaxt.
Faxen verzenden
Faxen verzenden naar één ontvanger
Opmerking Wanneer u de kwaliteit van het papieren document vóór het faxen wilt verbeteren, kunt u het
document eerst scannen en de afbeelding gladstrijken of schoonmaken en het document als fax
vanuit de software verzenden. Raadpleeg de Help in de software voor meer informatie.
1 Kies het faxnummer volgens één van onderstaande methodes:
• Gebruik de alfanumerieke knoppen op het bedieningspaneel van het apparaat.
• Indien het faxnummer dat u kiest is toegewezen aan een sneltoets, drukt u op de
bijbehorende sneltoets.
• Als het faxnummer dat u kiest een snelkiescode heeft, drukt u opsnelkiesnummers. Voer
vervolgens de snelkiescode in via de alfanumerieke knoppen en druk op menu/invoer.
Opmerking Wanneer u een nummer kiest met de alfanumerieke knoppen, moet u ook spaties of andere
nummers, zoals netnummers, codes buiten het PBX-systeem (gewoonlijk 9 of 0) of een voorvoegsel
voor buitenlandse gesprekken toevoegen. Zie Tekens invoeren voor meer informatie.
2 Plaats het document in de automatische documentinvoer.