Handleidingnr. C4110-online Gedrukt op kringlooppapier HP LaserJet 5000, 5000 N en 5000 GN Printers Gebruikershandleiding Copyright© 1998 Hewlett-Packard Co.
HP LaserJet 5000, 5000 N en 5000 GN Printers Gebruikershandleiding
© Copyright Hewlett-Packard Company 1998 Alle rechten voorbehouden. Verveelvuldiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande toestemming zijn verboden, behalve voor zover toegestaan volgens de auteurswet. Publicatienummer C4110-online Eerste druk, mei 1998 Garantie De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden veranderd. Hewlett-Packard biedt geen enkele garantie met betrekking tot deze informatie.
Kijk eens wat HP u als ondersteuning heeft te bieden! Het doet ons plezier dat u voor een HP-printer hebt gekozen. Bij dit product ontvangt u diverse ondersteuningsdiensten van Hewlett-Packard en van onze ondersteuningspartners. Deze zijn erop gericht u snel en professioneel de resultaten te bieden die u nodig hebt.
Klantenondersteuning over de gehele wereld Het hoofdstuk over service en ondersteuning in deze gebruikershandleiding bevat alle verkoop- en service-adressen en de telefoonnummers voor landen die hier niet zijn genoemd. Klanten-ondersteuning en reparatiedienst voor de V.S. en Canada: Bel (1) (208) 323-2551 van maandag tot en met vrijdag van 6 tot 18 uur (plaatselijke tijd) Gratis tijdens de garantieperiode. (Niet van toepassing voor Nederland).
Inhoud 1 Basisinformatie over uw printer Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Printerfuncties en voordelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Informatie over de printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Configuraties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Printer: onderdelen en locaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Geavanceerde afdruktaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Gebruik van de functies in de printerdriver . . . . . . . . . . . . . 54 Gebruik van lade 1 aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 Afdrukken per type en formaat papier . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 3 Printeronderhoud Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61 Behandeling van de tonercassette . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
A Specificaties Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-1 Papierspecificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-2 Ondersteunde papierformaten en -gewichten . . . . . . . . . . A-3 Ondersteunde papiersoorten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-5 Etiketten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-8 Transparanten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
E Overheidsinformatie Milieuvriendelijke producten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Milieubescherming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . MSDS (chemiekaart) voor toner . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Conformiteitsverklaring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Veiligheidsverklaring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1 Basisinformatie over uw printer Overzicht Gefeliciteerd met de aanschaf van uw printer uit de HP LaserJet 5000-serie! Als u dat nog niet gedaan hebt, kunt u de printer installeren aan de hand van de installatie-instructies in de Installatiehandleiding die bij de printer wordt geleverd. Nu de printer geïnstalleerd en gebruiksklaar is, is het verstandig om een paar minuten de tijd te nemen om de printer te leren kennen.
Printerfuncties en voordelen Deze samenvatting geeft een overzicht van de belangrijkste functies van de printer en van de voordelen die zij bieden. De specifieke hoofdstukken bevatten meer informatie over elke functie. Raadpleeg de index of de inhoudsopgave om deze informatie gemakkelijk te kunnen opzoeken. Afdrukken van brede papierformaten Uw laserprinter beschikt over de volgende nieuwe functies: • Afdrukken op papierformaten tot 312 mm x 470 mm.
Connectiviteit/Gemakkelijk te gebruiken Gemakkelijk te gebruiken en te beheren in een netwerkomgeving: • HP JetDirect afdrukserver EIO-kaarten beschikbaar ter • ondersteuning van alle gangbare netwerkbeheersystemen. Praktische printersoftware, geleverd op een CD. Uitbreidingsmogelijkheden Ontworpen om mee te groeien met de afdrukbehoeften van werkgroepen: • 3 ingebouwde DIMM-sleuven voor geheugenuitbreiding. • Flash- en DIMM-geheugenkaarten beschikbaar. • Maximale geheugencapaciteit tot 100 MB.
Informatie over de printer Deze printer is leverbaar in drie configuraties, die hieronder worden beschreven. Configuraties HP LaserJet 5000 De HP LaserJet 5000 printer is een 16 ppm laserprinter, die standaard geleverd wordt met een universele lade voor 100 vel (lade 1), een lade voor 250 vel (lade 2) en 4 MB geheugen. Deze printer is bedoeld voor werkgroepen en kan papierformaten afdrukken tot A3 en 11 x 17.
Meerdere configuraties zijn mogelijk met de optionele laden: Figuur 1 Let op DU Optionele lade-configuraties Aan al deze configuraties kunt u een optionele duplex-eenheid toevoegen voor dubbelzijdig afdrukken. Deze wordt onder lade 2 geplaatst.
Printer: onderdelen en locaties Bedieningspaneel en uitleesvenster Bovenste uitvoerbak Papierstop Bovenklep lade 1 (100-vel) Papierniveau-indicator lade 2 (250-vel) Papierformaat-indicator (ingesteld met stelknop in lade) Vergrendelingen (voor het openen van de achterklep) Achterklep (papierstoring toegang) AAN/UITschakelaar Achteruitvoerbak (rechtstreekse papierbaan) Serienummer Netsnoer Accessoirepoort interface connecter Parallelle poort interfaceconnector Figuur 2 6 Netwerk, I/O of harde sc
Accessoires en benodigdheden U kunt de mogelijkheden van uw printer vergroten met diverse optionele accessoires en benodigdheden. Gebruik uitsluitend de accessoires en benodigdheden die speciaal voor uw printer zijn ontworpen; alleen op die manier bent u verzekerd van optimale prestaties. Let op De printer ondersteunt twee verbeterde input/output (EIO) kaarten. Daarnaast zijn vele andere accessoires en opties leverbaar. Zie de volgende pagina voor bestelinformatie.
Bestelinformatie laden van Gebruik uitsluitend accessoires die speciaal voor deze printer zijn ontworpen. Neem contact op met uw officiële HP-dealer of ondersteuningsdienst om een accessoire te bestellen. (Zie de HP ondersteuningpagina’s voorin deze gebruikershandleiding.) Toebehoren voor de printer Papierverwerking Bestelinformatie 8 Artikel Beschrijving van het gebruik Onderdeelnummer 500-vel papiertoevoer en lade Papiertoevoer en één lade voor 500 vel.
Kabels en interface-accessoires Geheugen, lettertypen en opslagmedia Bestelinformatie (vervolg) DU Artikel Beschrijving van het gebruik Dual In-line Geheugenmodule (DIMM) Verbetert de mogelijkheden van de printer om grote afdruktaken uit te voeren (maximum 100 MB met HP-DIMMs): Onderdeelnummer EDO DIMMs 4 MB 8 MB 16 MB C4135A C4136A C4137A SDRAM DIMMs 4 MB 8 MB 16 MB 32 MB C4140A C4141A C4142A C4143A Flash-DIMM Permanente opslag voor lettertypen en afdrukmodellen: 2 MB 4 MB C4286A C4287A H
Documentatie Bestelinformatie (vervolg) 10 Artikel Beschrijving van het gebruik Onderdeelnummer HP LaserJet Printer Family Paper Specification Guide Een gids voor het gebruiken van papier en ander afdrukmateriaal met HP LaserJet printers. 5010-6394 PCL 5/PJL Technical Reference Documentation Package Een handleiding voor het gebruik van printercommando’s bij HP LaserJet printers.
Bedieningspaneel-indeling Het bedieningspaneel van de printer bestaat uit: 2-regelig uitleesvenster KLAAR Klaar Gegevens Start Attentie Menu Optie - Waarde + Taak Annuleren Figuur 4 Selecteren Bedieningspaneel-indeling Lichtjes op het bedieningspaneel DU Lichtje Indicatie Klaar De printer is klaar om af te drukken. Gegevens De printer is bezig met het verwerken van informatie. Attentie Een handeling is vereist. Zie het uitleesvenster op het bedieningspaneel.
Bedieningspaneeltoetsen Toets Functie [Start] • Zet de printer on-line of off-line. • Drukt alle gegevens in de printerbuffer af. • Laat de printer het afdrukken hervatten nadat deze off-line is geweest. Verwijdert de meeste printerberichten en zet de printer on-line. • Laat de printer doorgaan met afdrukken na een foutmelding zoals LADE x LAAD [TYPE] [FORMAAT] of ONVERWACHT PAPIERFORMAAT.
Bedieningspaneelmenu’s Zie pagina B-1 voor een complete lijst van de bedieningspaneel-opties en mogelijke waarden. Druk op [Menu] voor toegang tot alle bedieningspaneelmenu’s. Als er extra laden of andere accessoires in de printer geïnstalleerd zijn, verschijnen er automatisch nieuwe menu-opties. Voor het veranderen van een bedieningspaneel-instelling: 1 2 3 4 Druk op [Menu] tot het gewenste menu verschijnt. Druk op [Optie] tot de gewenste optie verschijnt.
Printersoftware De printer wordt geleverd met nuttige software op een CD. Zie de installatiehandleiding voor installatie-instructies. Lees het LeesMij bestand op de CD om te zien welke extra software meegeleverd wordt en welke talen ondersteund worden.
De nieuwste drivers, extra drivers en andere software zijn leverbaar via Internet. Afhankelijk van de configuratie van onder Windows draaiende computers, controleert het installatieprogramma voor de printersoftware automatisch de computer op Internet toegang voor het verkrijgen van de nieuwste software. Als u nog geen toegang tot Internet hebt, zie dan de HP Ondersteuningspagina’s voorin deze gebruikershandleiding om de nieuwste software te verkrijgen.
Selecteer in het installatieprogramma van de computer Normale installatie om de PCL 5e, PCL 6 en PS drivers en HP Fontsmart te installeren. Selecteer Speciale installatie om alleen de gewenste software te installeren of als u een netwerkbeheerder bent. Selecteer Minimum-installatie om alleen de PCL 6 driver voor basis-afdrukfuncties te installeren. Extra drivers U kunt de volgende printerdrivers downloaden vanaf Internet of bestellen bij een officiële HP-dealer of ondersteuningsdienst.
Software voor Windows Gebruik de Normale installatie of Speciale installatie optie voor het installeren van de HP-software. Het betreft hier meerdere printerdrivers. (Zie pagina 15 voor meer informatie.) Let op Netwerkbeheerders: Als de printer is aangesloten op een netwerk, moet de printer vóórdat u kunt afdrukken geconfiguureerd worden voor uw netwerkgebruik vanuit de HP JetAdmin of soortgelijke netwerksoftware. (Zie de Installatiehandleiding.
Kies de juiste printerdriver voor uw specifieke behoeften Kies een printerdriver op basis van de manier waarop u uw printer gebruikt. • Gebruik de PCL 6 driver om ten volle te kunnen profiteren van alle mogelijkheden van uw printer. Tenzij backwardcompatibiliteit met eerdere PCL drivers van oudere printers nodig is, wordt de PCL 6 driver aanbevolen. • Gebruik de PCL 5e driver als u wilt dat uw afdrukresultaten er net zo uitzien als die van oudere printers.
HP Toolbox Activeer HP Toolbox van een printer-pictogram op de desktop in Windows 3.1x of op de Windows 95 en Windows NT 4.0 Taakbalk. HP Toolbox biedt in één stap toegang tot de huidige status van de printer en een lijst met alle beschikbare functies, waaronder de volgende: • printerstatus • “Hoe kan ik...” help • hulpprogramma’s Vanuit HP Toolbox kunt u hulpprogramma’s starten zoals HP Taakmonitor. Als u HP Toolbox niet gebruikt, kan deze worden uitgeschakeld. Zie de printersoftwarehelp.
Software voor Macintosh-computers PostScript Printerbeschijvingbestanden (PPDs) PPDs (Postscript Printer Description of printerbeschrijving- bestanden), in combinatie met de LaserWriter driver, hebben toegang tot de printerfuncties en laten de computer communiceren met de printer. Een installatieprogramma voor de PPDs en andere software staat op de CD. Gebruik de LaserWriter printerdriver die bij de computer geleverd wordt. (De LaserWriter driver is ook leverbaar via Apple.
Software voor netwerken HP JetAdmin HP JetAdmin dient uitsluitend geïnstalleerd worden op de computer van de netwerkbeheerder. Toegang tot HP JetAdmin kan worden verkregen door op de Start-knop te drukken (wijs naar Instellingen en klik dan op Bedieningspaneel) in Windows 95 en Windows NT 4.0 of vanuit de HP LaserJet programmagroep-map. Gebruik HP JetAdmin om het volgende te doen: • Installeren, configureren en beheren van printers in een netwerk • die zijn aangesloten op een JetDirect afdrukserver.
HP Web JetAdmin Deze op het Web gebaseerde HP JetAdmin software moet op een webserver geïnstalleerd worden. De volgende systemen worden ondersteund: • Windows NT • HP-UX* • OS/2* *De software voor deze systemen staat niet op de CD die bij de printer wordt geleverd, maar is leverbaar vanaf Internet. Als u geen toegang tot Internet hebt, zie dan de HP Ondersteuningspagina’s voorin deze gebruikershandleiding om deze software te verkrijgen.
2 Afdruktaken Overzicht In dit hoofdstuk wordt informatie gegeven over basis-afdruktaken, zoals: • Selecteren van de uitvoerbak. • Vullen van de laden. • Afdrukken op beide zijden van het papier met de optioneel • verkrijgbare duplex-eenheid. Afdrukken op speciaal papier, zoals briefhoofdpapier en enveloppen. Tevens wordt hier het gebruik behandeld van de optionele envelopinvoer, voor het automatisch invoeren van enveloppen.
Selectie van de uitvoerbak De printer heeft twee uitvoerlokaties: de achter recto-uitvoerbak en de bovenste uitvoerbak. Zorg als u de bovenste uitvoerbak wilt gebruiken dat de achter recto-uitvoerbak gesloten is. Als u de achter recto-uitvoerbak wilt gebruiken, dient u deze te openen. In de volgende tabel ziet u de minimum en maximum formaten van het papier die in de uitvoerbakken gebruikt kunnen worden.
Afdrukken naar de bovenste uitvoerbak De bovenste uitvoerbak stapelt het papier op met de voorkant omlaag, in de juiste volgorde.
Afdrukken naar de achter recto-uitvoerbak De printer drukt altijd af naar de achter recto-uitvoerbak als deze open is. Papier komt met de voorzijde boven uit de printer, met de laatste pagina bovenop. Om de achter recto-uitvoerbak te openen, pakt u de hendel bovenop de lade, trekt u de lade omlaag en schuift u het eerste verlengstuk uit; vervolgens klapt u het tweede verlengstuk open. Afdrukken vanuit lade 1 naar de achter recto-uitvoerbak geeft de meest vlakke papierbaan.
Stel de papierstop in De papierstop op de bovenste uitvoerbak voorkomt dat lang papier over de rand van de printer geschoven wordt. 1 Druk in het midden van de papierstop om deze te ontkoppelen. 2 Trek de papierstop deels naar buiten. 3 Klap het middelste deel omhoog. 4 Stel de papierstop in op het gewenste formaat.
Vullen van lade 1 Let op Om te voorkomen dat het papier vastloopt, geen papier bijvullen terwijl de printer aan het afdrukken is. Lade 1 is een universele lade voor diverse typen papier, zoals maximaal 100 vel papier, 10 enveloppen, of 20 indexkaarten. Het is mogelijk dat de printer systematisch eerst papier uit lade 1 haalt. Zie pagina 56 om dit te veranderen. Zie pagina A-3 voor ondersteunde formaten of papier. 1 Open lade 1 en trek het verlengstuk van de lade eruit.
Laden van lade 2 of een optionele lade voor 250 vel De volgende instructies gelden voor het laden vanuit lade 2 of een optionele papierlade voor 250 vel. Zie pagina A-3 voor de ondersteunde papierformaten. Let op Vul geen papier bij terwijl de printer aan het afdrukken is. Dit kan vastlopen van het papier of andere printerstoringen veroorzaken. 1 Trek de lade geheel uit de printer. Til de ladedeksel op. 2 Stel de stelknop in de lade zodanig in dat de printer het juiste papierformaat kan vaststellen.
A B A 5 Plaats de geleider in de positie die overeenstemt met het gewenste papierformaat. Houd de geleider enigszins schuin naar voren, naar de voorkant van de lade toe, en schuif de twee voorlipjes (A) in de daartoe bestemde uitsparingen. Druk de geleider nu omhoog zodat het middelste lipje (B) vastklikt. De geleider moet altijd op de juiste wijze in de lade geplaatst zijn (zelfs voor 11x17 of A3 papier). 6 Stel de zijgeleiders in op het juiste formaat. 7 Vul de lade.
Laden van een optionele lade voor 500 vel De volgende instructies gelden voor het laden van een optionele lade voor 500 vel. Zie pagina A-4 voor de ondersteunde papierformaten. Zie pagina 49 voor het laden van speciale formaten. Let op Vul geen papier bij terwijl de printer aan het afdrukken is. Dit kan vastlopen van het papier of andere printerstoringen veroorzaken. 1 Trek de lade geheel uit de printer en plaats deze op een vlak oppervlak.
6a Als u een volle stapel afdrukmateriaal inlaadt, ga dan verder met stap 6b. Zo niet, ga dan verder met stap 7. 6b Verschuif de spanningshendel zover omhoog of omlaag tot hij bij het symbool in het spanningsindicatorvenster staat. 7 Om papierstoringen te voorkomen dient u de stelknop in de lade zo te draaien, dat de printer het juiste papierformaat kan vaststellen. Via de tuimelschakelaar kunt u nog andere papierformaten instellen.
Dubbelzijdig afdrukken (optionele duplex-eenheid) Met de optioneel verkrijgbare duplex-eenheid kan de printer automatisch papier aan beide zijden bedrukken. Dit wordt dubbelzijdig afdrukken genoemd. Zie pagina 8 voor het bestellen van optionele accessoires. Let op Zie de documentatie bij de duplex-eenheid voor complete installatie- en instelling-instructies. Dubbelzijdig afdrukken kan extra geheugen vereisen (pagina C-1). De duplex-eenheid ondersteunt formaten van 148 x 210 mm tot 297 x 432 mm.
Richtlijnen voor afdrukken op beide zijden van het papier Voorzichtig Geen etiketten, transparanten, enveloppen, velijnpapier en papier dat zwaarder is dan 105 g/m2 dubbelzijdig afdrukken. Dit kan papierstoringen veroorzaken en de printer beschadigen. WAARSCHUWING! Probeer nooit de printer op te tillen terwijl de duplex-eenheid geïnstalleerd is. U kunt de printer hiermee beschadigen of persoonlijk letsel oplopen.
Loskoppelen van de duplex-eenheid Koppel de duplex-eenheid altijd los van de printer, voordat u deze optilt. 1 Schuif het achterstuk van de duplex-eenheid naar achteren, van de printer af. 2 Til de printer op om hem los te koppelen van de duplex-eenheid.
Inlegstand voor dubbelzijdig afdrukken De duplex-eenheid bedrukt de tweede zijde van het papier eerst, dus papier zoals briefhoofdpapier, voorgeperforeerd en voorbedrukt papier moet gericht worden zoals aangegeven in Figuur 10: Lade 1 Figuur 10 Alle andere laden Papieroriëntatie (inlegstand) voor dubbelzijdig afdrukken Voor lade 1, laad het papier met de voorkant omlaag. • Laad letterpapier, A4, A5, Executive en B5 papier met de • bovenste, korte kant naar rechts.
Afdrukstanden voor dubbelzijdig afdrukken Onderstaande figuur geeft u een beeld van de vier verschillende afdrukstanden. U kunt deze opties selecteren vanuit de printerdriver of vanaf het bedieningspaneel van de printer. De optie BINDEN stelt u in vanuit het Papierverwerkingsmenu, de optie AFDRUKSTAND vanuit het Afdrukmenu. 1. Lange kant staand 2. Lange kant liggend 3. Korte kant staand 4. Korte kant liggend Figuur 11 Afdrukstanden voor dubbelzijdig afdrukken 1.
Afdrukken op speciaal papier Speciaal papier of afdrukmateriaal is onder meer briefhoofdpapier, voorgeperforeerd papier (waaronder 3-gats geperforeerd), enveloppen, etiketten, transparanten, aflopende afbeeldingen, gedraaid papier, indexkaarten, briefkaarten, speciaal formaat en zwaar papier.
Inlegstand Figuur 12 Inlegstand voor lade 1 • Laad letter, A4, A5, Executive en B5 papier met de afdrukzijde • omhoog en de bovenste, korte kant naar rechts. Laad andere formaten papier met de afdrukzijde omhoog en de bovenste, korte kant naar de printer toe. Figuur 13 Inlegstand voor alle andere laden • Laad letter, A4, A5, Executive en B5 papier met de afdrukzijde • DU naar beneden en de korte bovenkant naar rechts.
Afdrukken van enveloppen Veel typen enveloppen kunnen worden afgedrukt vanuit lade 1. (De lade kan maximaal 10 enveloppen bevatten.) De afdrukkwaliteit is afhankelijk van het soort envelop. Probeer dus altijd een paar proef-enveloppen voordat u een grote hoeveelheid koopt. • Stel de marges tenminste in op 15 mm van de rand van de • envelop. Kies bij het afdrukken van enveloppen altijd de achter recto-uitvoerbak voor de uitvoer, om krullen en kreukelen te vermijden.
Laden van enveloppen in lade 1 1 Open lade 1 en trek het verlengstuk uit. Dit vergemakkelijkt de envelopinvoer. Als de enveloppen langer zijn dan 229 mm, moet u het tweede verlengstuk van de lade uitklappen. 2 Open de achter recto-uitvoerbak en trek het verlengstuk van de lade naar buiten. Hiermee vermindert u de kans op krullen en kreukelen. 3 Laad maximaal 10 enveloppen in het midden van lade 1 met de afdrukzijde naar boven en de frankeerzijde naar de lade.
Afdrukken van etiketten Gebruik uitsluitend etiketten die worden aanbevolen voor gebruik in laserprinters. Zorg dat de etiketten overeenkomen met de specificaties voor de invoerlade die u gebruikt. Etiketten met niet egale diktes en etiketten die niet plat gestapeld kunnen worden kunnen vaak beter gedraaid bedrukt worden. Zie pagina 45 voor het bedrukken van gedraaid papier. Let erop dat de specificaties voor de invoerlade die u gebruikt overeenstemmen met het type etiketten (pagina 8).
Vermijd het volgende: Voorzichtig Om de printer niet te beschadigen, dient u deze aanwijzingen zorgvuldig in acht te nemen. • Vul de laden nooit helemaal, want etiketten zijn zwaarder dan • • • • DU papier. Gebruik geen etiketten die los kunnen raken van het grondpapier of al gedeeltelijk los zitten, en ook geen gekreukte of beschadigde etiketten. Gebruik geen etiketten die met tussenruimten op het grondpapier zijn aangebracht.
Afdrukken van transparanten Gebruik uitsluitend transparanten die geschikt zijn voor gebruik in laserprinters. Zie pagina A-8 voor de specificaties voor transparanten. • Laad de transparanten met de te bedrukken zijde naar boven in • • lade 1, met de bovenrand naar rechts. Om te voorkomen dat transparanten te warm worden of samenplakken, moet u de bovenste uitvoerbak gebruiken. Sluit daarom de achter recto-uitvoerbak (pagina 25).
Afdrukken van gedraaid papier De printer kan Letterpapier, A4, A5, Executive en B5 (JIS) papier in een gedraaide richting afdrukken (korte kant eerst) vanuit lade 1 of Letterpapier of A4 vanuit een lade voor 500 vel. Gedraaid papier drukt langzamer af. Sommige typen papier, zoals voorgeperforeerd papier (vooral afgedrukt aan beide zijden met de optioneel verkrijgbare duplex-eenheid) of etiketten die niet plat gestapeld kunnen worden, kunnen beter gedraaid worden ingevoerd.
Lade voor 500 vel: 1 Stel de stelknop, binnenin de lade aan de voorkant, in op het gewenste papierformaat. 2 Kies als papierformaat LT-R of A4-R vanuit het Papierverwerkingsmenu op het bedieningspaneel van de printer. 3 Laad het papier met de te bedrukken zijde naar beneden en de bovenste, korte kant naar de voorkant van de lade toe. 4 Kies het formaat en de locatie van het gedraaide papier in de printerdriver of het toepassingsprogramma.
Afdrukken van aflopende afbeeldingen Aflopende afbeeldingen beslaan de gehele pagina van rand tot rand. Gebruik om dit effect te verkrijgen groter papier en knip de randen af tot u het gewenste formaat hebt. Voorzichtig Druk nooit rechtstreeks af tot aan de rand van het papier. Er hoopt zich dan toner op in de printer, wat van invloed kan zijn op de afdrukkwaliteit en de printer kan beschadigen. Druk af op papier van maximaal 312 x 470 mm en laat aan alle vier de kanten marges over van minstens 2 mm.
Afdrukken van kaarten, speciaal formaat en zwaar papier Speciaal formaat papier kan worden afgedrukt vanuit lade 1 of de optionele 500-vel lade. Zie pagina A-2, voor papierspecificaties. Lade Minimum formaat Maximum formaat Lade 1 76 x 127 mm 312 x 470 mm Optionele lade voor 500 vel 148 x 210 mm 297 x 419 mm OF 280 x 432 mm Het maximum-papiergewicht is 200 g/m2 vanuit lade 1 en 105 g/m2 vanuit de lade voor 500 vel.
Het laden van speciale papierformaten in de optionele lade voor 500 vel De volgende instructies gelden voor het laden van speciale papierformaten in een optionele lade voor 500 vel. Zie pagina A-3 voor de ondersteunde papierformaten. Zie pagina 31 voor het laden van standaard papierformaten. Let op Vul geen papier bij terwijl de printer aan het afdrukken is. Dit kan vastlopen van het papier veroorzaken. 1 Trek de lade geheel uit de printer en plaats deze op een vlak oppervlak. 2 Vul de lade.
6a Als u een volle stapel afdrukmateriaal inlaadt, ga dan verder met stap 6b. Zo niet, ga dan verder met stap 7. 6b Verschuif de spanningshendel zover omhoog of omlaag tot hij bij het symbool in het spanningsindicatorvenster staat. 7 Om papierstoringen te voorkomen dient u de stelknop in de lade zo te draaien, dat de printer het juiste papierformaat kan vaststellen. Via de tuimelschakelaar kunt u nog andere papierformaten instellen.
Richtlijnen voor afdrukken op speciale papierformaten • Probeer niet om af te drukken op papier dat kleiner is dan 76 mm • breed of 127 mm lang. Stel de paginamarges in op ten minste 4,23 mm van de randen. Instelling voor speciale papierformaten Als speciaal papier geladen is, moeten de formaat-instellingen gekozen worden vanuit het toepassingsprogramma (de beste methode), de printerdriver of vanaf het bedieningspaneel van de printer.
Als de instellingen niet beschikbaar zijn vanuit de software, stel dan het speciale papierformaat in via het bedieningspaneel: 1 Kies vanuit het Afdrukmenu de volgende instelling: CONFIGUREER SPECIAAL PAPIER=JA. 2 Kies vanuit het Afdrukmenu inches of millimeters als maateenheid. 3 Stel vanuit het Afdrukmenu de X-dimensie in (de bovenkant van het papier) zoals te zien is in Figuur 18. X kan variëren van 76 tot 312 mm voor lade 1 of van 148 tot 297 mm voor de optionele lade voor 500 vel.
Afdrukken op velijnpapier Velijnpapier is speciaal papier met een licht gewicht, dat op perkament lijkt. Druk velijnpapier uitsluitend af vanuit lade 1 en open de achter recto-uitvoerbak. Velijnpapier niet aan beide zijden bedrukken. 1 Laad velijnpapier met de te bedrukken zijde naar boven en de bovenste, korte kant naar rechts. 2 Open de achter recto-uitvoerbak. 3 Stel de werkwijze in op LADE 1 MODUS=PAPIERLADE, vanuit het Papierverwerkingsmenu op het bedieningspaneel van de printer.
Geavanceerde afdruktaken In deze sectie worden een aantal geavanceerde afdruktaken behandeld, waarvoor u de functies van de printer optimaal kunt gebruiken. Deze taken worden als “geavanceerd” aangemerkt, omdat u er de instellingen van het bedieningspaneel van de printer of van de printerdriver voor moet veranderen. Gebruik van de functies in de printerdriver Als u afdrukt vanuit een toepassingsprogramma, zijn veel van de functies van de printer beschikbaar vanuit de printerdriver.
Afdrukken van de eerste pagina op ander papier Vanuit de PCL 6 printerdriver kunt u ervoor kiezen om de eerste pagina van een document op ander papier af te drukken dan de rest van de pagina’s. Zie in de printerdriver “Gebruik ander papier voor eerste pagina”. Afdrukken van meerdere pagina’s op één vel papier U kunt meer dan één pagina op één vel papier afdrukken. Deze functie is in een aantal printerdrivers leverbaar en biedt een goedkope manier om kladpagina’s af te drukken.
Gebruik van lade 1 aanpassen U kunt de instellingen voor lade 1 aanpassen, om aan uw eigen specifieke afdrukbehoeften te kunnen voldoen. De printer kan worden ingesteld om af te drukken vanuit lade 1 zolang deze geladen is of om alleen af te drukken vanuit lade 1 als specifiek gevraagd wordt om het geladen type papier. Kies de instellingen LADE 1 MODUS=EERSTE of LADE 1 MODUS=PAPIERLADE vanuit het Papierverwerkingsmenu op het bedieningspaneel van de printer.
Handmatig invoeren van papier vanuit lade 1 De functie Handmatig invoeren stelt u in staat vanuit lade 1 af te drukken op speciaal papier, zoals enveloppen of briefhoofdpapier. Als Handmatig Invoeren is gekozen, drukt de printer uitsluitend af vanuit lade 1. Selecteer Handmatig Invoeren vanuit uw toepassingsprogramma of de printerdriver. Handmatig invoeren kan ook worden geactiveerd vanuit het papierverwerkingsmenu op het bedieningspaneel van de printer.
Afdrukken per type en formaat papier In plaats van de printer in te stellen op de bron (een papierlade), kunt u de printer configureren voor het selecteren van papier per type (zoals gewoon- of briefhoofdpapier) en formaat (zoals Letter of A4). Voordelen van afdrukken per type en formaat papier Als u vaak verschillende soorten papier gebruikt, hoeft u, zodra de laden juist zijn ingesteld, niet meer steeds voordat u gaat afdrukken te controleren of er papier in elke lade geladen is.
• Optionele lade voor 500 vel: de papierformaat-instellingen worden aangepast wanneer het papier op de juiste wijze in de printer geladen is en de papierformaatkeuze is ingesteld op het juiste papierformaat. Als u speciaal papier hebt geladen, stel dan het formaat van dit speciale papier vanuit het Afdrukmenu zodanig in dat het overeenkomt met het papier dat in de lade geladen is. Stel de papierformaat-stelknop in de lade in op Speciaal. Zie pagina 51 voor het afdrukken van speciale papierformaten.
60 Hoofdstuk 2: Afdruktaken DU
3 Printeronderhoud Overzicht In dit hoofdstuk worden de voornaamste richtlijnen voor het normale onderhoud van de printer behandeld. • Behandeling van de tonercassette. • Reinigen van de printer. Let op DU Regelmatig onderhoud is van wezenlijk belang voor een optimale afdrukkwaliteit. Na het afdrukken van 150.000 pagina’s is een normale onderhoudsbeurt vereist. Om u hieraan te herinneren verschijnt dan het bericht PRINTERONDERHOUD NODIG op het bedieningspaneel.
Behandeling van de tonercassette Tonercassettes die niet door HP zijn vervaardigd Hewlett-Packard Company kan het gebruik van tonercassettes die niet door HP zijn vervaardigd (nieuw of opnieuw gevuld) niet aanbevelen. Omdat het producten betreft die niet door HP zijn vervaardigd, kan HP niet voor de deugdelijkheid van het ontwerp of voor de kwaliteit van deze producten instaan.
Doorgaan met afdrukken terwijl de toner bijna op is Wanneer de toner bijna op is, verschijnt de waarschuwing TONER BIJNA OP in het uitleesvenster op het bedieningspaneel. • Als het bericht TONER BIJNA OP verschijnt en de printer doorgaat • met afdrukken, staat de optie TONER BIJNA OP ingesteld op DOORGAAN (de standaardinstelling). Als de printer stopt met afdrukken omdat de toner bijna op is, staat de optie TONER BIJNA OP ingesteld op STOP. Druk op [Start] om door te gaan met afdrukken.
Opnieuw verspreiden van de toner (vervolg) 1 Open de bovenklep. 2 Verwijder de tonercassette uit de printer. WAARSCHUWING! Steek uw hand niet te ver in de printer. Het fuser-gedeelte bevindt zich dichtbij de ruimte voor de tonercassette en dit onderdeel kan bijzonder heet zijn! Voorzichtig Stel de tonercassette niet langer dan een paar minuten aan rechtstreeks daglicht bloot om schade aan de cassette te voorkomen.
De printer reinigen Voor het behoud van de afdrukkwaliteit moet u de reinigingsprocedure volgen (zie de volgende pagina) telkens wanneer de tonercassette wordt vervangen of wanneer er zich problemen met de afdrukkwaliteit voordoen. Houd de printer zoveel mogelijk vrij van stof en vuil. • Reining de buitenkant van de printer met een met wat water • Voorzichtig bevochtigde doek. Reinig de printer van binnen met een droge, pluisvrije doek.
De printer reinigen Schakel de printer uit voordat u met deze stappen begint en verwijder de snoer uit het stopcontact. 1 Open de bovenklep en verwijder de tonercassette. WAARSCHUWING! Steek uw hand niet te ver in de printer. Het fuser-gedeelte bevindt zich dichtbij de ruimte voor de tonercassette en dit onderdeel kan bijzonder heet zijn! Voorzichtig Stel de tonercassette niet langer dan een paar minuten aan rechtstreeks daglicht bloot om schade aan de cassette te voorkomen.
Gebruik van het reinigingsblad van de printer Als er tonervlekken ontstaan op de voor- of achterzijde van uw afdruktaken, volg dan de hieronder beschreven procedure. Kies via het bedieningspaneel van de printer de volgende opties: 1 2 3 4 Let op Druk op [Menu] tot AFDRUKKWALITEIT MENU verschijnt. Druk op [Optie] tot MAAK REINIGINGSBLAD verschijnt. Druk op [Selecteren] om het reinigingsblad te maken. Volg de instructies op het reinigingsblad om het reinigingsproces te voltooien.
68 Hoofdstuk 3: Printeronderhoud DU
4 Problemen oplossen Overzicht In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u printerproblemen op kunt lossen. Papierstoringen verhelpen: Het komt soms voor dat er tijdens het afdrukken een papierstoring optreedt. In deze paragraaf vindt u aanwijzingen hoe u papier dat is vastgelopen op de juiste manier uit de printer moet verwijderen en oplossingen voor het geval dat het papier vast blijft lopen.
Verhelpen van papierstoringen Als in het uitleesvenster op het bedieningspaneel van de printer het bericht Papierstoring verschijnt, zoek dan het vastgelopen papier op de plaatsen die zijn aangegeven in Figuur 22 en volg daarna de procedure voor het verhelpen van een papierstoring. Het is mogelijk dat u ook op andere plaatsen moet zoeken dan in het Papierstoringsbericht wordt aangegeven. Als de plaats waar het papier is vastgelopen niet duidelijk is, kijk dan eerst bij de bovenklep.
Verhelpen van storingen bij de invoerladen Let op Om papier uit lade 1 te verwijderen, moet u het papier langzaam uit de printer trekken. Volg voor alle andere laden de hieronder aangegeven stappen. 1 Schuif de lade uit de printer en verwijder eventueel beschadigd papier uit de lade. 2 Als de rand van het papier zichtbaar is in het invoergedeelte, trek het papier dan langzaam uit de printer. Als het papier niet zichtbaar is, kijk dan bij de bovenklep (pagina 72).
Verhelpen van storingen bij de bovenklep 1 Open de bovenklep en verwijder de tonercassette. Voorzichtig Zorg om beschadiging van de tonercassette te voorkomen dat deze niet langer dan een paar minuten aan het licht wordt blootgesteld. 2 Gebruik de groene hendels om de papiertoegangplaat op te lichten. 3 Trek het papier langzaam uit de printer. Zorg dat het papier niet scheurt! Let op Zorg dat er geen losse toner gemorst wordt.
Verhelpen van storingen in de uitvoergedeelten Let op Als er papier is vastgelopen in de bovenste uitvoer, maar het meeste papier nog in de printer zit, is het het beste om het te verwijderen via de achterklep. 1 Druk op de twee grijze vergrendelingen om het achterpaneel te ontgrendelen. 2 Druk op de groene hendels voor het loszetten van het papier. 3 Pak beide zijden van het papier en trek het langzaam uit de printer. (Er kan losse toner op het papier zitten.
Verhelpen van storingen in de optioneel verkrijgbare duplex-eenheid Zoek naar storingen op de volgende plaatsen: Bij lade 2: 1 Schuif lade 2 uit de printer. 2 Trek eventueel achtergebleven papier langzaam uit de printer. Het voorste gedeelte van de duplex-eenheid: 3 Pak vanaf de voorkant van de printer de voorkant van de duplex-eenheid (gebruik de greep in het midden), trek hem recht uit de printer en til hem op om hem te verwijderen. 4 Trek eventueel nog aanwezig papier langzaam uit de printer.
Het achterste gedeelte van de duplex-eenheid: 6 Gebruik vanaf de achterzijde van de printer de hendels aan beide zijden van de duplex-eenheid om het achterste gedeelte naar voren te schuiven tot dit niet verder kan. 7 Trek eventueel achtergebleven papier langzaam uit de duplex-eenheid. De bovenklep van de duplex-eenheid: 8 Open de bovenklep van de duplex-eenheid. 9 Trek eventueel achtergebleven papier langzaam uit de duplex-eenheid.
Verhelpen van regelmatig voorkomende papierstoringen Als het papier vaak vastloopt, probeer dan het volgende: • Controleer alle plaatsen waar papier vastgelopen kan zijn. Er kan ergens in de printer een stuk papier vastzitten. (Zie pagina 70.) • Controleer of het papier op de juiste wijze in de laden aangebracht is, of de laden juist zijn ingesteld voor het geladen papierformaat en of de laden niet te vol zijn. (Zie de paragrafen over het laden van papier, vanaf pagina 28.
Begrijpen van printerberichten In de volgende tabel zijn de berichten weergegeven die op het uitleesvenster van het bedieningspaneel van de printer kunnen verschijnen. De printerberichten en hun betekenis zijn in alfabetische volgorde weergegeven, met de genummerde berichten erachter.
Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling FLASHBESTAND BEWERKING MISLUKT De gevraagde bewerking kon niet worden uitgevoerd. U hebt misschien een niet-toegestane bewerking geprobeerd, bijvoorbeeld om een bestand te downloaden naar een niet-bestaande directory. FLASHBESTANDSYSTEEM IS VOL Verwijder bestanden van de flash-DIMM of voeg een andere toe. Download of verwijder bestanden van/uit HP JetAdmin en download of verwijder lettertypen van/uit HP FontSmart.
Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling GEHEUGENINSTELLINGEN GEWIJZIGD De printer heeft zijn geheugen-instellingen gewijzigd omdat het onvoldoende geheugen had om de eerdere instellingen te gebruiken voor I/O-buffering en het opslaan van bronnen. Dit bericht verschijnt meestal na het verwijderen van geheugen uit de printer, het toevoegen van een duplex-eenheid of het toevoegen van een printertaal.
Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling INSTALLEER VOORKLEP VAN DUPLEXER De printer kan de huidige taak niet afdrukken, omdat de voorklep van de duplex-eenheid niet geïnstalleerd of niet goed bevestigd is. Breng de voorklep van de duplex-eenheid opnieuw aan. INVOERAPPARAAT CONDITIE xx.yy Een papierverwerkingsapparaat heeft een conditie die verholpen moet worden voordat het afdrukken kan worden hervat. Zie de documentatie die bij het papierverwerkingsapparaat geleverd is.
Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling ONVOLDOENDE GEHEUGEN TAAK GEWIST De printer had onvoldoende vrij geheugen om de gehele taak af te drukken. De rest van de taak wordt niet afgedrukt en uit het geheugen gewist. Druk op [Start] om door te gaan. Wijzig de Bron Opslaan bedieningspaneel-instelling van de printer (pagina C-6) of voeg meer geheugen aan de printer toe (pagina C-1). OPTIELADE VERKEERD AANGESLOTEN De optionele lade is niet op de juiste wijze aangesloten.
Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling RAMDISK- EENHEID STORING De RAM-schijf had een kritieke storing en kan niet meer gebruikt worden. Zet de printer uit en zet de printer weer aan om het bericht te wissen. RAMDISK IS SCHRIJFBEVEILIGD De RAM-schijf is beveiligd en er kunnen geen nieuwe bestanden naar worden weggeschreven. De-activeer de schrijfbeveiliging via HP JetAdmin. SCHIJFBESTAND BEWERKING MISLUKT De gevraagde bewerking kon niet worden uitgevoerd.
Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling 20 ONVOLDOENDE GEHEUGEN De printer ontvangt meer gegevens dan in het beschikbare geheugen passen. Het is mogelijk dat u geprobeerd hebt om te veel macro’s, softfonts of ingewikkelde afbeeldingen over te sturen. Druk op [Start] om de overgestuurde gegevens af te drukken (sommige gegevens kunnen verloren zijn gegaan), vereenvoudig dan de afdruktaak of installeer extra geheugen (pagina C-1).
Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling 22 CAPACITEIT PARALLELLE I/O BUFFER OVERSCHREDEN Er zijn te veel gegevens doorgestuurd naar de parallelle poort. Controleer of er een kabelaansluiting los zit en gebruik een kabel van goede kwaliteit (pagina 9). (Sommige parallelle kabels die niet door HP zijn vervaardigd missen misschien pin-aansluitingen of voldoen misschien om een andere reden niet aan de IEEE-1284 specificatie.
Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling 40 TRANSMISSIE-FOUT SERIELE POORT De printer heeft een fout geconstateerd tijdens het oversturen van gegevens vanaf de computer. De fout kan verschillende oorzaken hebben: • De computer werd aan- of uitgezet terwijl de printer on-line was. • Er was een netwerkprobleem (indien van toepassing). • De baudrate van de printer of de pariteit was niet hetzelfde als die van de computer.
Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling 51.x of 52.x PRINTERFOUT Er is een tijdelijke afdrukfout opgetreden. Druk op [Start]. De pagina met de fout wordt automatisch opnieuw afgedrukt. Als dit bericht blijft verschijnen, neem dan contact op met een officiële HP-dealer of ondersteuningsdienst. (Zie de HP Ondersteuningspagina’s voorin deze gebruikershandleiding.) 53.xy.zz PRINTERFOUT Er is een probleem met het geheugen van de printer.
Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling 62.x PRINTERFOUT Er is een probleem met het geheugen van de printer. De x waarde verwijst naar de plaats van het probleem: 0 = Intern geheugen 1 tot 3 = DIMM-sleuven 1, 2, of 3 Het is mogelijk dat u de aangegeven DIMM moet vervangen. Als dit bericht blijft verschijnen, neem dan contact op met een officiële HP-dealer of ondersteuningsdienst. (Zie de HP Ondersteuningspagina’s voorin deze gebruikershandleiding.) 64.
Printerberichten (vervolg) Bericht Uitleg of aanbevolen handeling 68 NVRAM VOL CONTROLEER INSTELLINGEN Het niet-vluchtige geheugen van de printer (NVRAM) is vol. Sommige instellingen kunnen teruggzet zijn op de standaard fabrieksinstellingen. Druk een configuratiepagina af en controleer de printer-instellingen om te bepalen welke waarden gewijzigd zijn (pagina 103). Als dit bericht blijft verschijnen, neem dan contact op met een officiële HP-dealer of ondersteuningsdienst.
Corrigeren van problemen met de uitvoerkwaliteit Gebruik de onderstaande voorbeelden om het probleem met de uitvoerkwaliteit te bepalen, raadpleeg daarna de volgende tabel om het probleem op te lossen. Let op De voorbeelden hieronder beschrijven A4-papier dat is ingevoerd met de lange kant naar voren. (Als het papier met de korte kant naar voren is ingevoerd, lopen lijnen en regelmatig optredende problemen verticaal in plaats van horizontaal.
✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ Kreukels of vouwen Omkrullen of golven Pagina trekt scheef Misvormde tekens Steeds opnieuw optredende problemen Losse toner Tonervegen Grijze achtergrond Lijnen Weggevallen informatie Lichte of vage afdruk Tonervlekken ✓ ✓ 3. Zorg dat EconoMode uit staat in de software en op het bedieningspaneel (pagina B-7). ✓ ✓ ✓ ✓1 ✓ ✓1 ✓ ✓ ✓1 ✓1 ✓ ✓ ✓ ✓ 4. Herschik de stapel papier in de lade. Probeer ook het papier 180° te draaien. ✓ ✓ ✓ 5.
DU ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ Kreukels of vouwen Omkrullen of golven Pagina trekt scheef Misvormde tekens Steeds opnieuw optredende problemen Losse toner Tonervegen Grijze achtergrond Lijnen Weggevallen informatie Tonervlekken Lichte of vage afdruk ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ Problemen oplossen: stappen (Volg de stappen in de volgorde waarin ze zijn aangegeven.) 16. ls door geen van de hierboven beschreven stappen uw problemen oplost, neem dan contact op met uw officiële HP-dealer of ondersteuningsdienst.
Bepalen van printerproblemen Problemen oplossen - stroomdiagram Als de printer niet op de juiste wijze reageert, gebruik dan het stroomdiagram om het probleem te bepalen. Als de printer niet naar de volgende stap gaat, volg dan de overeenkomstige suggesties voor het oplossen van het probleem. Als het probleem na het opvolgen van de suggesties in deze gebruikershandleiding nog niet is opgelost, neem dan contact op met een officiële HP-dealer of ondersteuningsdienst.
1 Verschijnt op het uitleesvenster op het bedieningspaneel KLAAR? JA Ga naar stap 2. NEE Het uitleesvenster is leeg en de ventilator van de printer werkt niet. Het uitleesvenster is leeg maar de ventilator van de printer werkt. Druk op een willekeurige toets op het bedieningspaneel totdat de printer reageert. Zet de printer uit Sluit de printer aan op een ander en dan weer aan. Als de printer niet stopcontact.
2 Kunt u een configuratiepagina afdrukken? NEE JA Ga naar stap 3. Druk een configuratiepagina af en controleer of de printer het papier juist invoert (pagina 103). Er wordt geen configuratiepagina afgedrukt. Controleer of alle laden op de juiste wijze in de printer zijn gevuld, ingesteld en geïnstalleerd. (Zie de paragrafen over het laden van papier, vanaf pagina 28.) Er wordt een lege pagina afdrukt. Een ander bericht dan KLAAR of AFDRUKKEN CONFIGURATIE verschijnt in het uitleesvenster.
JA 3 Kunt u afdrukken vanuit een toepassingsprogramma? NEE Ga naar stap 4 Druk een kort document af vanuit een toepassingsprogramma. Een PS-foutpagina of lijst met commando’s wordt afgedrukt. De taak drukt niet af. Zie pagina 77 als de taak niet wordt afgedrukt en er een bericht wordt weergegeven. De printer kan een niet-standaard PS-code hebben Controleer vanaf de computer of de printer het afdrukken heeft onderbroken. ontvangen.
4 Drukt de taak af volgens verwachting? (Vervolg op de volgende pagina.) NEE Afdruk is vervormd of er wordt slechts een deel van de pagina afgedrukt. Controleer of u gebruik maakt van de juiste printerdriver (pagina 18). Het gegevensbestand dat naar de printer verstuurd is kan beschadigd zijn; probeer af te drukken op een andere printer (indien mogelijk) om dit uit te proberen, of probeer een ander bestand. Controleer de interfacekabelaansluitingen.
JA Wordt de taak volgens verwachting afgedrukt? (vervolg) Ga naar stap 5. NEE De afdruk taak is niet goed geformatteerd. Controleer of u gebruik maakt van de juiste printerdriver (pagina 18). Controleer de software-instellingen. (Zie de softwarehelp.) Probeer een ander lettertype. Gedownloade bronnen kunnen verloren gaan. U moet ze misschien opnieuw downloaden. DU Pagina’s zijn niet juist ingevoerd of zijn beschadigd.
5 Selecteert de printer de juiste laden, JA uitvoerlocaties en papierverwerkingsaccessoires? NEE De printer laadt vanuit de verkeerde lade. Zorg dat de papierladen juist zijn geconfiguureerd voor het papierformaat en papiertype (pagina 58). Druk een configuratiepagina af om de huidige ladeinstellingen te controleren (pagina 103). Zorg dat de ladeselectie (of het papiertype) in de printerdriver of in het toepassingsprogramma juist is ingesteld.
Problemen oplossen - Stroomdiagram voor Macintosh gebruikers 1 JA Kunt u afdrukken vanuit een toepassingsprogramma? NEE Ga naar stap 2. Druk een kort document af vanuit een toepassingsprogramma. Auto Setup heeft niet automatisch de printer geïnstalleerd. De Macintosh computer communiceert niet met de printer. Controleer of op het uitleesvenster van het bedieningspaneel van de printer KLAAR wordt aangegeven (pagina 92). Zorg dat de juiste printerdriver is gekozen in de Kiezer.
2 Wordt de taak afgedrukt zoals verwacht? JA NEE De afdruktaak is niet naar de gewenste printer gestuurd. Een andere printer met dezelfde of een soortgelijke naam kan de afdruktaak hebben ontvangen. Controleer of de printernaam overeenkomt met de naam die in de Kiezer gekozen is (pagina 101). De afdruktaak heeft onjuiste lettertypen. Als u een .EPS-bestand afdrukt, probeer dan vóór het afdrukken de lettertypen in de printer te downloaden die in het .EPS-bestand zitten.
Een andere PPD selecteren 1 Open de Kiezer van het Apple-menu. 2 Klik op het LaserWriter-symbool. 3 Als u een netwerk gebruikt met meerdere zones, selecteer dan de zone in het AppleTalk Zones kader waar de printer gelokaliseerd is. 4 Klik op de naam van de printer die u wilt gebruiken in het Selecteer een PostScript printer kader. (Dubbelklikken leidt onmiddellijk tot de volgende stappen.) 5 Klik op Setup... (Als u de setup voor de eerste keer uitvoert, kan deze knop Aanmaken heten in plaats van Setup.
Controle van de printerconfiguratie Vanaf het bedieningspaneel van de printer kunt u pagina’s afdrukken die informatie geven over de printer en zijn huidige configuratie. De volgende informatiepagina’s worden hier beschreven: • Menustructuur • Configuratiepagina • PCL- of PS-lettertypenlijst Zie voor een complete lijst met de informatiepagina’s van de printer het Informatiemenu op het bedieningspaneel van de printer (pagina B-2).
Configuratiepagina Gebruik de configuratiepagina om uw huidige printer-instellingen te bekijken, voor hulp bij het oplossen van printerproblemen of voor het controleren van de installatie of optionele accessoires, zoals geheugen (DIMMs), papierladen en printertalen. Let op Als een HP JetDirect afdrukserverkaart is geïnstalleerd, wordt ook een JetDirect configuratiepagina afgedrukt. Een configuratiepagina afdrukken: 1 Druk op [Menu] tot INFORMATIEMENU verschijnt.
Figuur 24 Voorbeeld configuratiepagina 1 Printer-informatie 2 Geïnstalleerde Personalities en opties Geeft een overzicht van alle printertalen die geïnstalleerd zijn (zoals PCL en PS) en geeft de opties die geïnstalleerd zijn in alle DIMM- en EIO-sleuven. 3 Logbestand Geeft een overzicht van het aantal binnengekomen meldingen in het logbestand, het maximum aantal zichtbare meldingen en de laatste drie meldingen.
PCL of PS Lettertypen-overzicht Gebruik de lettertypen-overzichten om te bekijken welke lettertypen in de printer geïnstalleerd zijn. (De lettertypen-overzichten geven ook de lettertypen die op een optionele harde schijf of flash-DIMM zijn opgeslagen.) Afdrukken van een PCL of PS lettertypen-overzicht: 1 Druk op [Menu] tot INFORMATIEMENU verschijnt. 2 Druk op [Optie] tot PCL LETTERTYPEN-LIJST AFDRUKKEN of PS LETTERTYPEN-LIJST AFDRUKKEN verschijnt.
106 Hoofdstuk 4: Problemen oplossen DU
5 Service en ondersteuning Hewlett-Packard garantieverklaring HP-PRODUCT HP LaserJet 5000, 5000 N en 5000 GN printers 1 HP garandeert de apparatuur, accessoires en toebehoren van HP tegen materiaal- en constructiefouten gedurende de hierboven aangegeven periode. Als HP tijdens de garantieperiode op de hoogte wordt gesteld van dergelijke fouten, zal HP naar eigen goeddunken producten die defect blijken te zijn repareren of vervangen. De vervangende producten kunnen nieuw of als-nieuw zijn.
6 De garantie heeft geen betrekking op defecten die het restultaat zijn van: (a) incorrect of onvoldoende onderhoud of kalibratie, (b) niet door HP geleverde software, interfacing, onderdelen of toebehoren, (c) onbevoegde wijziging of verkeerd gebruik, (d) gebruik dat buiten de gepubliceerde omgevingsspecificaties van het product valt, of (e) incorrecte voorbereiding en onderhoud van de printerlocatie.
Beperkte garantie voor de gebruiksduur van de tonercassette Let op Onderstaande garantie is van toepassing op de tonercassette die bij deze printer werd geleverd. Deze garantie vervangt alle voorgaande garanties (19/7/96). De tonercassettes van HP zijn gegarandeerd vrij van materiaal- en constructiefouten tot de HP-toner op is. De garantie dekt alle defecten of storingen van een nieuwe Hewlett-Packard tonercassette.
Service-informatieformulier WIE STUURT HET PRODUCT TERUG? Datum: Contactpersoon: Telefoon: ( ) Alternatieve contactpersoon: Telefoon: ( ) Adres afzender: Speciale verzendinstructies: WAT WORDT ER VERZONDEN? Modelnaam: Modelnummer: Serienummer: U wordt verzocht relevante afdrukken met het geretourneerde product mee te sturen. Stuur GEEN accessoires mee die niet nodig zijn voor de reparatie (handleidingen, reinigingsmiddelen enz.).
Voorwaarden van de HP gebruiksrechtovereenkomst ATTENTIE: HET GEBRUIK VAN DE SOFTWARE IS ONDERHEVIG AAN DE HIERONDER UITEENGEZETTE VOORWAARDEN VAN DE HP GEBRUIKSRECHTOVEREENKOMST. UIT HET GEBRUIK VAN DE SOFTWARE BLIJKT UW AANVAARDING VAN DE VOORWAARDEN VAN DEZE GEBRUIKSRECHTOVEREENKOMST. INDIEN U DE VOORWAARDEN VAN DEZE GEBRUIKSRECHTOVEREENKOMST NIET AANVAARDT, KUNT U DE SOFTWARE RETOURNEREN EN ONTVANGT U VOLLEDIGE TERUGBETALING.
Beperkte rechten van de overheid van de V.S. De Software en eventuele bijgeleverde documentatie zijn volledig op particuliere kosten ontwikkeld. Zij worden geleverd en er worden licenties voor verschaft als “commerciële computersoftware” zoals gedefinieerd in DFARS 252.227-7013 (okt. 1988), DFARS 252.211-7015 (mei 1991) of DFARS 252.227-7014 (jun. 1995), als een “commercieel artikel” zoals gedefinieerd in FAR 2.101 (a), of als “Beperkte computersoftware” zoals gedefinieerd in FAR 52.227-19 (jun.
Wereldwijde verkoop- en servicekantoren Wereldwijde verkoop- en servicekantoren Voordat u contact opneemt met een verkoop- en servicekantoor van HP, dient u zich in verbinding te stellen met het toepasselijke klantenondersteuningscentrum dat u voorin deze gebruikershandleiding vindt. Argentinië: Hewlett-Packard Argentina S.A. Montañeses 2140/50/60 1428 Buenos Aires Telefoon: (54) (1) 787-7100 Fax: (54) (1) 787-7213 België: Hewlett-Packard Belgium S.A.
Wereldwijde verkoop- en servicekantoren (vervolg) Midden-Oosten/Afrika: ISB HP Response Center Hewlett-Packard S.A. Rue de Veyrot 39 P.O.
A Specificaties Overzicht Dit aanhangsel bevat: • Papierspecificaties • Printerspecificaties • Kabelspecificaties DU Specificaties A-1
Papierspecificaties HP LaserJet printers geven een uitstekende afdrukkwaliteit. Deze printer kan diverse soorten afdrukmateriaal gebruiken, zoals losse vellen papier (met inbegrip van kringlooppapier), enveloppen, etiketten, transparanten, velijnpapier en speciaal papier. Eigenschappen zoals gewicht, vezels en vochtgehalte zijn belangrijke factoren die van invloed zijn op de prestaties van de printer en de kwaliteit van het afgedrukte materiaal.
Ondersteunde papierformaten en -gewichten Lade 1 Minimumformaat (speciaal) Maximumformaat (speciaal) Afmetingen1 Capaciteit2 60 tot 200 g/m2 100 vel papier van 75 g/m2 Dikte: 0,1 tot 0,114 mm 75 transparanten Dikte: 0,127 mm tot 0,178 mm 50 etiketten 75 tot 105 g/m2 10 enveloppen 76 x 127 mm 312 x 470 mm Transparanten Etiketten Gewicht Zelfde afmetingen als bovenstaande minimum- en maximumformaten voor papier. Enveloppen 1. De printer ondersteunt een groot aantal papierformaten.
Optionele lade voor 500 vel Afmetingen1 Letter Letter-R3 216 x 279 mm A4 A4-R3 210 x 297 mm Executive 184 x 267 mm Legal 216 x 356 mm B5 (ISO) 176 x 250 mm B5 (JIS) 182 x 257 mm A5 148 x 210 mm 11x17 279 x 432 mm A3 297 x 420 mm B4 (JIS) 257 x 364 mm Speciaal 4 Gewicht Capaciteit2 60 tot 105 g/m2 500 vel papier van 75 g/m2 148 x 210 tot 297 x 419 mm OF 280 x 432 mm 1. De printer ondersteunt een groot aantal formaten afdrukmateriaal.
Ondersteunde papiersoorten De printer ondersteunt de volgende papiersoorten: • normaal • briefhoofdpapier • geperforeerd • bankpost • gekleurd papier • ruw (klad) • velijnpapier DU • voorbedrukt • transparant • etiketten • kringlooppapier • kaarten • door de gebruiker bepaald (5 types) Specificaties A-5
Richtlijnen voor het gebruik van papier Gebruik voor de beste resultaten gewoon papier van 75 g/m2. Zorg dat het papier van goede kwaliteit is en vrij van sneden, inkepingen, scheuren, vlekken, losse deeltjes, stof, kreukels en gekrulde of omgebogen randen. Als u niet zeker weet wat voor soort papier u laadt (zoals bankpost of kringlooppapier), kijk dan naar het etiket op de verpakking. Sommige papiersoorten veroorzaken problemen met afdrukkwaliteit, papierstoringen of beschadiging van de printer.
Papiergewichtentabel Deze tabel kan worden gebruikt voor het omrekenen van Amerikaanse papiergewichtspecificaties in het Europese metrieke gewicht. Om bijvoorbeeld te bepalen welk gewicht overeenstemt met papier van 28 lb, Amerikaans “Cover gewicht”, vergelijkt u kolom 4 en 8 van rij 3. Het gelijkwaardige Europese gewicht is 75g/m2. Gearceerde gebieden duiden op een standaardgewicht voor de betreffende norm. U.S. Bankpost gewicht (lb) U.S. Text/ Book gewicht (lb) U.S. Cover gewicht (lb) U.S.
Etiketten Voorzichtig Om beschadiging van de printer te voorkomen, dient u alleen etiketten te gebruiken die zijn goedgekeurd voor gebruik in laserprinters. Als u problemen hebt met het afdrukken van etiketten, moet u lade 1 gebruiken en de achter recto-uitvoerbak openen. Druk nooit meer dan eenmaal af op hetzelfde vel etiketten.
Velijnpapier Velijnpapier is speciaal papier met een licht gewicht, dat op perkament lijkt. Druk velijnpapier uitsluitend af vanuit lade 1 en open de achter recto-uitvoerbak. Velijnpapier niet aan beide zijden bedrukken. Het velijnpapier dat u in de printer gebruikt moet bestand zijn tegen een temperatuur van 200° C, de maximumtemperatuur van de printer. Zie pagina 53 voor het afdrukken op velijnpapier. Enveloppen Afwerking van enveloppen De afwerking van de envelop is uiterst belangrijk.
Enveloppen met parallelle lasnaden Bij een afwerking met parallelle lasnaden is de envelop aan beide zijden geplakt door middel van verticale lasnaden in plaats van diagonaal. Dit type kan wellicht meer omkrullen. Let erop dat de lasnaad volledig doorloopt tot aan de hoek van de envelop, zoals hieronder afgebeeld.
Envelopmarges De volgende tabel geeft de normale adresmarges aan voor DL enveloppen en Commercial nr. 10 enveloppen. Let op Type adres Bovenmarge Linkermarge Afzender 15 mm 15 mm Bestemmingsadres 51 mm 89 mm Voor de beste afdrukkwaliteit mogen de marges tussen de tekst en de rand van de envelop niet kleiner dan 15 mm zijn. Enveloppen bewaren Het correct bewaren van enveloppen draagt bij tot een betere afdrukkwaliteit. Enveloppen moeten plat opgeslagen worden.
Afwerking van kaarten • Gladheid: Kaarten van 135-200 g/m2 moeten een 2gladheid van • • • Let op 100-180 Sheffield hebben. Kaarten van 60-135 g/m moeten een gladheid van 100-250 Sheffield hebben. Afwerking: De kaarten moeten plat liggen met minder dan 5 mm krul. Goede staat: Controleer of de kaarten niet gekreukeld zijn, inkepingen bevatten of anderszins beschadigd zijn.
Printerspecificaties Afmetingen 139,8 cm 30 cm 62,5 cm 47,5 cm 47 cm 27 cm 47,3 cm 47 cm Figure A-2 DU 11 cm Afmetingen van de HP LaserJet 5000 (boven- en zijaanzicht) Specificaties A-13
139,8 cm 30,3 cm 62,5 cm 47 cm 27 cm 62 cm 15,5 cm Figure A-3 A-14 Afmetingen van de HP LaserJet 5000 N/5000 GN (boven- en zijaanzicht) Specificaties DU
,8 cm 30,3 cm 62,5 cm 47,0 cm 16,6 cm 27,0 cm 75,5 cm Figure A-4 Maximale configuratie van accessoires (boven- en zijaanzicht) Printergewicht (zonder tonercassette) • HP LaserJet 5000 printer: 23 kg • HP LaserJet 5000 N/5000 GN printers: Ongeveer 34 kg • HP LaserJet 5000 GN printer met duplex-eenheid en optionele lade voor 250 vel: 52 kg DU Specificaties A-15
Omgevingseisen Elektrische specificaties Printerconditie Stroomverbruik (gemiddeld, in watt) Afdrukken 365 Standby 40 PowerSave (wordt standaard na 30 minuten geactiveerd) 27 Uit 0 Aanbevolen minimale circuitcapaciteit 100-127 volt 10,5 ampère 220-240 volt 5,3 ampère Voedingsvereisten (aanvaardbare netspanning) A-16 100-127 volt 50-60 Hz 220-240 volt 50-60 Hz Specificaties DU
Akoestische emissies (volgens ISO 9296) Printerconditie Geluidsniveau1 Afdrukken, 16 pagina’s per minuut (ppm) Lwad= 6,6 bel (A) Afdrukken, 8 ppm Lwad= 6,3 bel (A) PowerSave Lwad= 4,4 bel (A) 1. Het verdient aanbeveling printers met een geluidsniveau van Lwad>=6,3 bel (A) of meer in een afzonderlijk vertrek of afgescheiden ruimte te plaatsen.
Specificaties voor seriële kabel Seriële communicatie is de transmissie van gegevens met één bit tegelijk. Daar er slechts één bit tegelijk wordt overgezonden, kunnen gegevens worden overgebracht met een eenvoudig elektrisch circuit dat bestaat uit slechts twee draden. Op deze manier wordt een byte van acht bits met één bit tegelijk overgezonden; de afzonderlijke bits worden door de ontvanger weer verzameld tot de oorspronkelijke byte.
Hardwaredoorstroombesturing (hardwarehandshaking) Per definitie wordt hardware-handshaking uitgevoerd wanneer twee programma’s RS-232 besturingspinnen DTR, DSR, RTS, en CTS manipuleren om een op hardware gebaseerde vorm van doorstroombesturing te verkrijgen. Bij DTR/DSR handshaking geeft de zender DTR (Data Terminal Ready, terminal klaar) aan voordat het eerste teken in een gegevensstroom wordt verzonden en wacht tot DSR (Data Set Ready, modem klaar) als antwoord wordt gegeven.
Pinfuncties van DB-9 seriële kabel Computer DB-9 Printer DB-9 (mannetjesuiteinde van kabel) 2- Gegevens ontvangen 2- Gegevens zenden 3- Gegevens zenden 3- Gegevens ontvangen 4- Terminal klaar 4- Modem klaar 5- Aarde 5- Aarde 6- Modem klaar 6- Terminal klaar 8- Vrij tot zenden 8- Terminal klaar Pinfuncties van DB-25 seriële kabel Let op Computer DB-25 Printer DB-9 (mannetjesuiteinde van kabel) 3- Gegevens ontvangen 2- Gegevens zenden 2- Gegevens zenden 3- Gegevens ontvangen 20- Terminal
B Bedieningspaneelmenu’s Overzicht U kunt de meeste gewone afdruktaken vanaf de computer uitvoeren via de printerdriver of het toepassingsprogramma. Dit is de gemakkelijkste manier om de printer te besturen, en hierdoor worden de instellingen van het bedieningspaneel van de printer onderdrukt. Zie de bij de software behorende Help-bestanden of zie pagina 17 voor meer informatie over toegang tot de printerdriver.
Informatiemenu Dit menu bevat informatiebladen over de printer die details over de printer en zijn configuratie geven. Om een informatieblad af te drukken, bladert u naar de gewenste pagina en drukt u op [Selecteren]. Informatiemenu Optie Verklaring MENUSTRUCTUUR AFDRUKKEN De menustructuur geeft de indeling en de huidige instellingen van de menu-opties van het bedieningspaneel. Zie pagina 102 voor meer informatie.
Papierverwerkingsmenu Wanneer de papierverwerkingsinstellingen goed via het bedieningspaneel geconfigureerd zijn, kunt u ze afdrukken door de papiersoort en het papierformaat via de printerdriver of het toepassingsprogramma te selecteren. Zie pagina 58 voor meer informatie. Tot sommige opties van dit menu (zoals duplex en handinvoer) kunt u toegang krijgen via een toepassingsprogramma of via de printerdriver (als de juiste driver geïnstalleerd is).
Papierverwerkingsmenu (vervolg) Optie Waarden Verklaring LADE 4 TYPE= NORMAAL Zie pagina A-5 voor ondersteunde papierformaten. Deze optie verschijnt alleen wanneer een vierde papierlade is geïnstalleerd. Stel de waarde in aan de hand van het papierformaat dat op dit moment in lade 4 geladen is. HANDINVOER=UIT UIT AAN Voer het papier met de hand in vanuit lade 1, in plaats van automatisch uit een lade.
Papierverwerkingsmenu (vervolg) Optie Waarden [TYPE]= NORMAAL NORMAAL LAAG HOOG VELIJNPAPIER Verklaring Deze optie verschijnt alleen wanneer FUSERMODUS-CONF.MENU=JA. Als standaardinstelling zijn de meeste papiersoorten op NORMAAL ingesteld. Hierop bestaan de volgende uitzonderingen: RUW=HOOG VELIJNPAPIER=VELIJNPAPIER Zie pagina A-5 voor ondersteunde papierformaten.
Afdrukkwaliteitsmenu Tot sommige opties van dit menu kunt u toegang krijgen via een toepassingsprogramma of via de printerdriver (als de juiste driver geïnstalleerd is). De instellingen van de printerdriver en het toepassingsprogramma onderdrukken de instellingen van het bedieningspaneel. Zie pagina 54 voor meer informatie.
Afdrukkwaliteitsmenu (vervolg) Optie Waarden Verklaring RET=NORMAAL UIT LICHT NORMAAL DONKER Gebruik de instelling van de Resolution Enhancement technologie (REt) van de printer om afdrukken met gladde hoeken, rondingen en randen te verkrijgen. REt heeft geen invloed op de afdrukkwaliteit wanneer de afdrukresolutie is ingesteld op ProRes 1200. REt is bevorderlijk voor alle andere afdrukresoluties, m.i.v. FastRes 1200.
Afdrukkwaliteitsmenu (vervolg) Optie Waarden Verklaring MAAK REINIGINGSBLAD Geen waarde te selecteren. Druk op [Selecteren] om een reinigingsblad af te drukken (om extra toner van de papierbaan te reinigen). Om goed te kunnen werken, moet het reinigingsblad op kopieerpapier worden afgedrukt (geen bankpost of ruw papier). Volg de instructies op het reinigingsblad. Zie pagina 67 voor meer informatie. REINIGINGSBLAD VERWERKEN Geen waarde te selecteren.
Afdrukmenu Tot sommige opties van dit menu kunt u toegang krijgen via een toepassingsprogramma of via de printerdriver (als de juiste driver geïnstalleerd is). De instellingen van de printerdriver en het toepassingsprogramma onderdrukken de instellingen van het bedieningspaneel. Zie pagina 54 voor meer informatie. Afdrukmenu Optie Waarden Verklaring AANTAL=1 1 tot 999 Stel het standaard aantal exemplaren in door een getal tussen 1 en 999 te kiezen.
Afdrukmenu (vervolg) Optie Waarden Verklaring X-AFMETING= 12,28 INCHES 3,00 tot 12,28 INCHES SPECIAAL PAPIER=JA is ingesteld. (110V printers) (110V printers) of of 312 MILLIMETER 76 tot 312 MILLIMETER (220V printers) Deze optie verschijnt alleen wanneer Selecteer de afmeting die in de printer wordt gevoerd.
Afdrukmenu (vervolg) Optie Waarden Verklaring PCL FONT PITCH= 10,00 0,44 tot 99,99 Het is mogelijk dat deze optie niet verschijnt, afhankelijk van het geselecteerde lettertype. Druk eenmaal op [-Waarde+] om deze pitch-instelling in stappen van 0,01 te veranderen, of houd [-Waarde+] ingedrukt om de waarden in stappen van 1 te doorlopen. PCL-FONT LETTERGROOTTE= 12,00 4,00 tot 999,75 Het is mogelijk dat deze optie niet verschijnt, afhankelijk van het geselecteerde lettertype.
Afdrukmenu (vervolg) Optie Waarden Verklaring CR TOEV. NA LF= NEE NEE JA Selecteer JA om een return aan elke zachte return toe te voegen in achterwaarts compatibele PCL-taken (alleen tekst, geen taakbesturing). In sommige omgevingen, zoals UNIX, wordt een nieuwe regel alleen aangegeven met de besturingscode voor een zachte return. Met deze optie kan de gebruiker de vereiste harde return aan elke zachte return toevoegen. PS-FOUTEN AFDRK.
Configuratiemenu De opties in dit menu beïnvloeden het gedrag van de printer. U kunt de printer naar wens configureren. Configuratiemenu Optie Waarden Verklaring POWERSAVE= 30 MINUTEN UIT 15 MINUTEN 30 MINUTEN 1 UUR 2 UUR 3 UUR Stel de printer zodanig in dat hij overgaat op PowerSave nadat hij een bepaalde tijd niet heeft gewerkt. Uitzetten van PowerSave wordt niet aanbevolen. De PowerSave-functie doet het volgende: • Zorgen dat de printer zo min mogelijk energie verbruikt wanneer hij niet werkt.
Configuratiemenu (vervolg) Optie Waarden Verklaring BRON OPSLAAN= UIT UIT AAN AUTO Reserveer printergeheugen om de permanente hulpbronnen van elke taal op te slaan. (Het is mogelijk dat u geheugen aan de printer moet toevoegen om deze optie te laten verschijnen.) Hoeveel geheugen wordt gereserveerd kan voor elke geïnstalleerde taal verschillend zijn. Sommige talen kunnen geheugen gereserveerd hebben voor het opslaan van hulpbronnen zonder dat dit voor alle talen het geval hoeft te zijn.
Configuratiemenu (vervolg) Optie Waarden Verklaring PS-GEHEUGEN= 400K 0K en hoger (Deze waarde is afhankelijk van de hoeveelheid geïnstalleerd geheugen.) Deze optie verschijnt alleen wanneer BRON OPSLAAN=AAN. Selecteer de hoeveelheid geheugen die wordt gebruikt voor het opslaan van PS-bronnen. De standaardinstelling van de printer is de minimale hoeveelheid geheugen die nodig is voor het opslaan van bronnen voor PS.
Configuratiemenu (vervolg) Optie Waarden Verklaring TONER BIJNA OP= DOORGAAN DOORGAAN STOP Bepaal hoe de printer zich gedraagt wanneer de toner bijna op is. Het bericht TONER BIJNA OP verschijnt eerst wanneer er bijna geen toner meer in de tonercassette is. (Er kunnen nog ongeveer 100 tot 300 vellen worden afgedrukt.) DOORGAAN: De printer blijft afdrukken terwijl het bericht TONER BIJNA OP wordt weergegeven. STOP: De printer gaat offline en wacht op verdere handelingen.
Configuratiemenu (vervolg) Optie Waarden Verklaring RAM DISK=UIT UIT AAN AUTO Bepaal hoe de RAM-disk geconfigureerd is. Deze optie verschijnt alleen als er geen optionele vaste schijf is geïnstalleerd en de printer ten minste 8 MB geheugen heeft. UIT: De RAM-disk is uitgeschakeld. AAN: De RAM-disk is ingeschakeld. Configureer de te gebruiken hoeveelheid geheugen via de volgende optie: RAMDISK GROOTTE.
Configuratiemenu (vervolg) Optie Waarden Verklaring ANTI-KRULLEN=UIT UIT AAN De functie Anti-krullen is in twee gevallen bijzonder nuttig: 1. Wanneer u dubbelzijdig afdrukt (duplexing), en daarbij wilt vermijden dat het papier vastloopt, gaat kreukelen of bij de hoeken omkrult. 2. Wanneer u éénzijdig afdrukt op smalle papierformaten, zoals Legal, gedraaid Letter- of gedraaid A-4 formaat. In dat geval voorkomt de functie dat het papier gaat kreukelen of omkrult aan de hoeken.
I/O-menu De opties in het I/O-menu (input/output) beïnvloeden de communicatie tussen de printer en de computer. I/O-menu Optie Waarden Verklaring I/O-TIME-OUT=15 5 tot 300 Selecteer de I/O-time-out-periode in seconden. (I/O-time-out is de tijd, uitgedrukt in seconden, die de printer wacht voordat een afdruktaak wordt beëindigd.) Met deze instelling kunt u de time-out instellen voor de beste prestaties.
I/O-menu (vervolg) Optie Waarden Verklaring I/O-BUFFERGRTTE= 100K 10K en hoger Deze optie verschijnt alleen wanneer I/O-BUFFER=AAN. Geef de hoeveelheid geheugen voor I/O-buffering op. De maximale hoeveelheid voor I/O-buffering beschikbaar geheugen wordt bepaald door de hoeveelheid in de printer geïnstalleerd geheugen, de in de printer geïnstalleerde talen en andere geheugentoewijzingen die gemaakt moeten worden.
I/O-menu (vervolg) Optie Waarden Verklaring ROBUST XON VOOR SERIEPOORT=AAN AAN UIT Deze optie verschijnt alleen wanneer SER. PACING=XON/XOFF is ingesteld. Selecteer de BAUDRATE VOOR SERPRT=9600 300 600 1200 2400 4800 9600 19200 38400 57600 115200 Selecteer de baudrate van de printer (snelheid waarmee informatie wordt overgezonden) voor de communicatie van de computer naar de printer. DTR-POLARITEIT SERPOORT=HOOG HOOG LAAG Bepaal of pin nr. 8 hoog of laag is wanneer de printer klaar is.
EIO-menu (5000 N/5000 GN) EIO-menu’s (Enhanced (verbeterde) Input/Output) hangen af van het accessoire dat in een EIO-sleuf van de printer is geïnstalleerd. Als de printer een EIO-kaart van een HP JetDirect afdrukserver bevat, kunt u de elementaire netwerkparameters configureren met behulp van het EIO-menu. Deze en andere parameters kunnen ook geconfigureerd worden via HP JetAdmin. EIO-menu Optie Waarden Verklaring CFG-NETWERK=NEE NEE JA NEE: Het JetDirect-menu is niet toegankelijk.
EIO-menu (vervolg) Optie Waarden Verklaring CFG TCP/IP=NEE NEE JA NEE: Het TCP/IP-menu is niet toegankelijk. JA: Het TCP/IP-menu wordt weergegeven. In het TCP/IP-menu kunt u BOOTP=JA opgeven, zodat TCP/IP-parameters automatisch van een bootp- of DHCP-server worden geladen wanneer de printer wordt aangezet. Als u BOOTP=NEE opgeeft, kunt u geselecteerde TCP/IP-parameters met de hand vanaf het bedieningspaneel instellen.
Herstelmenu Wees voorzichtig met het gebruik van dit menu. U kunt gebufferde paginagegevens of printerconfiguratie-instellingen verliezen wanneer u deze opties selecteert. Stel de printer alleen terug onder de volgende omstandigheden: • U wilt de standaardinstellingen van de printer terugbrengen. • De communicatie tussen de printer de computer is verbroken. • U gebruikt zowel de seriële als de parallelle I/O-poorten en er zijn problemen met één van de poorten.
C Printergeheugen en uitbreiding Overzicht De printer heeft drie DIMM-sleuven (Dual In-line Memory Module, dubbele in-line geheugenmodule) om het volgende toe te voegen: • Meer printergeheugen. DIMM’s zijn verkrijgbaar in 4, 8, 16 en • • • Let op 32 MB, voor maximaal 100 MB. Flash-DIMM’s, verkrijgbaar in 2 en 4 MB. In tegenstelling tot standaard printergeheugen kunnen flash-DIMM’s gebruikt worden om gedownloade opties permanent in de printer op te slaan, zelfs wanneer de printer uit staat.
Geheugen installeren Voorzichtig Statische elektriciteit kan DIMM’s (Dual In-line Memory Modules, dubbele in-line geheugenmodules) beschadigen. Draag bij het hanteren van DIMM’s een antistatische polsband of raak regelmatig het oppervlak van de antistatische verpakking van de DIMM aan en raak vervolgens blank metaal op de printer aan.
6 Schuif de besturingskaart weer in de printer en zet de twee schroeven vast. 7 Als er een optionele duplex-eenheid is geïnstalleerd, maak dan de kabellade opnieuw vast alsmede het achterste deel van de duplex-eenheid. Sluit eventuele interfacekabels en het netsnoer weer aan en zet de printer vervolgens aan en test de DIMM. (Ga naar pagina C-5.
Als een optionele duplex-eenheid geïnstalleerd is, gaat u als volgt te werk: 1 Schuif de achterkant van de duplex-eenheid uit de printer. 2 Hef de achterkant op en draai hem zodat geen van de lipjes meer in de groeven zitten, zoals afgebeeld. 3 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en maak eventuele kabels los. 4 Verwijder de kabellade door hem te draaien, zoals afgebeeld. Ga terug naar stap 2, op pagina C-2.
De geheugeninstallatie controleren Volg deze procedure om te controleren of de DIMM’s goed geïnstalleerd zijn: 1 Controleer of er KLAAR op het bedieningspaneel van de printer staat wanneer de printer wordt aangezet. Als er een foutbericht verschijnt, is het mogelijk dat een DIMM niet goed geïnstalleerd is. Controleer de printerberichten (pagina 77). 2 Druk een nieuwe configuratiepagina af (pagina 103).
Geheugeninstellingen bijstellen Instellingen voor het opslaan van bronnen Met de instellingen voor het opslaan van bronnen kan de printer gedownloade bronnen (permanent gedownloade lettertypen, macro’s of patronen) in het geheugen bewaren wanneer de printertaal of resolutie wordt veranderd.
I/O bufferinstellingen Om de computer door te laten werken zonder te hoeven wachten tot de afdruktaak beëindigd is, gebruikt de printer een gedeelte van zijn geheugen (een I/O-buffer) om taken in uitvoering in te bewaren. (Als de I/O-buffer uit staat, is er geen geheugen voor deze functie gereserveerd.) In de meeste gevallen is het beter om de printer automatisch geheugen voor de I/O-buffer te laten reserveren.
EIO-kaarten/massa-geheugen installeren Zet de printer uit voordat u de EIO-kaart of het massa-geheugen installeert. Zie Figuur C-1 voor de stand en plaats van de EIO-kaart of het optionele massa-geheugen, zoals een vaste schijf. Gebruik HP JetAdmin om bestanden uit een massa-geheugen te verwijderen. Gebruik HP FontSmart om lettertypen op een massa-geheugen te beheren. Zie de Help van de printersoftware voor meer informatie.
D Printercommando’s Overzicht Bij de meeste toepassingsprogramma’s is het invoeren van printercommando’s niet nodig. Raadpleeg uw computer- en softwaredocumentatie voor de methode voor het invoeren van printercommando’s, indien nodig. PCL PCL-printercommando’s laten de printer weten welke taken uitgevoerd moeten worden of welke lettertypen gebruikt moeten worden. Dit aanhangsel dient als een gemakkelijk te gebruiken naslagwerk voor gebruikers die al met de PCL-commando’s bekend zijn.
Let op De tabel aan het eind van dit aanhangsel geeft een overzicht van veel gebruikte PCL 5e commando’s (pagina D-6). Voor een volledig overzicht en uitleg over het gebruik van PCL-, HP-GL/2- en PJL-commando’s kunt u PCL 5/PJL Technical Reference Documentation Package (pagina 8) bestellen. Om meer informatie over printercommando’s via fax te ontvangen, kunt u HP FIRST (Fax Information Retrieval Service Technology) bellen en om een index voor HP LaserJet printers verzoeken.
Verklaring van de syntaxis van PCL-printercommando’s Vergelijk de volgende tekens alvorens printercommando’s te gebruiken: Kleine letter l: l Hoofdletter O: O Cijfer één: 1 Cijfer 0: 0 In veel printercommando’s komen de kleine letter l (l) en het cijfer één (1) voor en de hoofdletter O (O) en het cijfer nul (0). Deze tekens zien er op het scherm mogelijk anders uit dan ze hier worden weergegeven.
Escape-opdrachten combineren Escape-opdrachten kunnen gecombineerd worden tot één escape-opdrachtreeks. Er zijn drie belangrijke regels die men dient te volgen bij het combineren van codes: 1 De eerste twee tekens na het ?-teken (de geparameteriseerde en groepstekens, zie figuur D-1) moeten hetzelfde zijn in alle te combineren commando’s. 2 Bij het combineren van escape-opdrachten moet de hoofdletter (het eindteken) in elke afzonderlijke escape-opdracht in een kleine letter worden veranderd.
PCL-lettertypen selecteren PCL-printercommando’s voor het selecteren van lettertypen kunt u vinden in de PCL-lettertypelijst (pagina 105). Hieronder wordt een voorbeeld gegeven. Let op de twee categorieën waar variabelen ingevuld moeten worden voor de tekenset en de puntgrootte. Deze variabelen moeten worden ingevuld om te voorkomen dat de printer de standaardinstellingen gebruikt. Als u bijvoorbeeld een tekenset voor het tekenen wilt gebruiken, selecteert u de tekenset 10U (PC-8) of 12U (PC-850).
Veel gebruikte PCL-printercommando’s Functie Commando Opties (#) Herstel ?E n.v.t.
Commando Opties (#) Bovenmarge ?&l#E # = aantal regels Tekstlengte (ondermarge) ?&l#F # = aantal regels van bovenmarge Linker marge ?&a#L # = kolomnummer Rechtermarge ?&a#M # = kolomnummer van linkermarge Horizontale bewegingsindex ?&k#H stappen van 1/120 inch (comprimeert afdruk horizontaal) Verticale bewegingsindex ?&l#C stappen van 1/48 inch (comprimeert afdruk verticaal) Regelafstand ?&l#D # = regels per inch (1, 2, 3, 4, 5, 6, 12, 16, 24, 48) Perforatie-interval ?&l#L 0 = uitsc
Lettertypeselectie Veel gebruikte PCL-printercommando’s (vervolg) Functie Commando Opties (#) Tekensets2 ?(# 8U = HP Roman-8 tekenset 10U = IBM-layout (PC-8) (codepagina 437) standaard tekenset 12U = IBM-layout voor Europa (PC-850) (codepagina 850) 8M = Math-8 19U = Windows 3.1 Latin 1 9E = Windows 3.1 Latin 2 (veel gebruikt in Oost-Europa) 5T = Windows 3.
E Overheidsinformatie Milieuvriendelijke producten Milieubescherming Hewlett-Packard Company streeft ernaar kwaliteitsproducten te leveren op een milieuvriendelijke wijze. De printer is zodanig ontworpen dat deze zo min mogelijk invloed op het milieu heeft. Het ontwerp van de printer elimineert: Ozonafgifte De printer gebruikt oplaadrollen in het elektrofotografische proces en brengt daardoor geen meetbaar ozongas (03) voort. Gebruik van CFC Chemicaliën van klasse I volgens de “Clean Air Act” van de V.S.
Het ontwerp van de printer vereenvoudigt het recyclen van: Kunststoffen Kunststoffen onderdelen zijn volgens internationale normen gemarkeerd voor materiaalidentificatie, waardoor men aan het einde van de levensduur van de printer beter in staat is de juiste afvoermethode voor de kunststoffen te bepalen. De kunststoffen die voor de printerbehuizing en het chassis zijn gebruikt, zijn technisch recyclebaar.
Onderstaand diagram toont hoe de HP LaserJet tonercassettes worden gerecycled. Printer en onderdelen Europa: De printer en zijn accessoires zijn ontworpen met het oog op recycling. Het aantal materialen is tot het minimum beperkt, terwijl de goede functionaliteit en hoge betrouwbaarheid van de producten verzekerd zijn. Ongelijksoortige materialen zijn zodanig ontworpen dat ze gemakkelijk loslaten.
Om een lange levensduur van de printer te verzekeren, biedt HP het volgende: Verlengde garantie HP SupportPack dekt de printer en alle door HP geleverde interne onderdelen. Deze garantie geldt drie jaar vanaf de datum van aanschaf. HP SupportPack moet door de klant binnen 30 dagen na de aanschaf van het product worden gekocht. Informatie over HP SupportPack is beschikbaar door uw lokale nummer van HP FIRST te bellen. (Zie de informatie over ondersteuning door HP voorin deze handleiding.
Conformiteitsverklaring volgens ISO/IEC-richtlijn 22 en EN45014 Naam fabrikant: Hewlett-Packard Company Adres fabrikant: 11311 Chinden Boulevard Boise, Idaho 83714-1021, USA verklaart dat het product Naam product: HP LaserJet 5000, 5000 N, 5000 GN Modellen: C4110A, C4111A, C4112A Productopties: ALLE voldoet aan de volgende productspecificaties: Veiligheid: IEC 950:1991+A1+A2+A3 / EN 60950:1992+A1+A2+A3 EMC: IEC 825-1:1993 / EN 60825-1:1994 Klasse 1 (Laser/LED) 1 CISPR 22:1993+A1 / EN 55022:1994
Veiligheidsverklaring WAARSCHUWING! E-6 Het gebruik van de besturingselementen, het aanbrengen van bijstellingen of het uitvoeren van procedures op andere wijze dan zoals vermeld in deze gebruikershandleiding, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling.
Verklarende woordenlijst afdrukmateriaal Alle materiaal waarop wordt afgedrukt, zoals enveloppen, etiketten, transparanten en alle soorten papier. (Papiersoorten zijn briefhoofdpapier, geperforeerd papier, kringlooppapier, bankpost, gekleurd papier, kaarten en voorbedrukt papier.) aflopende afbeelding Afdruk die van de ene rand van het papier tot de andere rand reikt. Dit effect wordt bereikt door op groter papier af te drukken en dit dan tot de rand van het afgedrukte afbeelding af te knippen.
PCL De printerbesturingstaal van HP. PostScript-emulatie Zie PS. printerdriver Programmabestanden waardoor een toepassingsprogramma met de printer kan communiceren en gebruik maken van zijn functies. printersoftware Iedere of alle software die bij de printer wordt geleverd. Bij de printer is een CD verpakt die het toepassingsprogramma bevat waarmee u toegang krijgt tot alle functies van de printer. Als de printer goed is ingesteld, is de juiste software reeds geïnstalleerd.
Index Numerisch 1200 dpi B-6 2 plus 55 200 dpi 6, 8, A-3 250 vel, lade voor papierspecificaties A-3 2-plus afdrukken 55 300 dpi B-6 3-gats 39 3-gats geperforeerd papier dubbelzijdig afdrukken 36 oriëntatie 38, 39 500 vel (optioneel), lade voor papierspecificaties A-4 600 dpi B-6 A A4 papier, laden van 39 A4-R papier, afdrukken 45 AAN/UIT-schakelaar, lokaliseren 6 Aangepaste installatie optie 16 installeren HP software 17 Aantal, instelling B-9 Accessoires 7 bestellen 8–10 controleren installatie 103, 104 g
Bit-transmissie A-18 Bovenklep, lokaliseren 6 Bovenklep, verhelpen van papierstoringen 72 Bovenste uitvoerbak gebruik van de 24 lokaliseren 6 Brede A4, instelling B-11 Briefhoofdpapier dubbelzijdig afdrukken 36 oriëntatie 38–39 Briefkaarten A-11 zie ook speciaal formaat papier 48 Bron opslaan, bericht C-6 Bron opslaan, instelling B-14 Bron opslaan, toewijzen van geheugen C-6 Buffer, grootte veranderen C-7 C Capaciteit EIO-buffer overschreden, bericht 83 Capaciteit parallelle I/O-buffer overschreden, berich
Etiketten (vervolg) specificaties A-8 verhelpen van regelmatig voorkomende storingen 76 Extra drivers, verkrijgen van 14 F Fabrieksinstellingen herstellen B-24 FastRes 1200 B-6 FCC-voorschriften E-1 Flappen op enveloppen, afdrukken met A-10 Flash is schrijfbeveiligd bericht 78 Flashbestand-bewerking mislukt, bericht 78 Flashbestand-systeem is vol, bericht 78 Flash-DIMMs accessoire 7 afdrukken PCL lettertypen-overzicht 105 bestellen 9 lokaliseren 6 Flash-eenheid storing, bericht 78 Flash-geheugen, toevoegen
I/O-buffer, instelling B-19 I/O-buffer, veranderen van geheugenbuffergrootte C-7 I/O-buffergrootte, instelling B-20 I/O-grootte, bericht C-7 I/O-kaarten installeren C-8 I/O-menu B-19–B-21 I/O-time-out, instelling B-19 Indexkaarten A-12 zie ook speciaal formaat papier Informatiemenu B-2 Informatiepagina’s, voor het oplossen van problemen 102, 104 Installeer lade, bericht 79 Installeren 19 drivers 15 EIO-kaarten C-8 HP JetAdmin 14 HP Lettertypen 19 lettertypen 19 massa-geheugen C-8 printergeheugen C-2, C-5 to
Logbestand weergeven B-2 Logbestand, weergegeven op de configuratiepagina 104 Lokaliseren 7 Lokaliseren van papierstoringen 70 Losse toner, problemen oplossen 90, A-6 M Maak Reinigingsblad bericht 67 Maateenheid-instelling B-9 Macintosh 15 afdrukproblemen 99 netwerk-kabelkit, bestellen 9 PPDs 15 printerdrivers 15, 20 problemen oplossen stroomdiagram 99 selectie andere PPD 101 seriële kabel, bestellen 9 software voor 20 Marges enveloppen 40, A-11 speciaal formaat papier 51 Massa-geheugen installeren C-8 vin
afdrukken A4-R 45 afdrukken per type en formaat 58–59 afdrukrichtlijnen A-6 bestellen 8 gebruik van kringlooppapier E-3 gewichtentabel A-7 gewichtspecificaties A-3 handmatig invoeren van 57 HP 8 kaartenspecificaties A-11 krullen, problemen oplossen A-6 kwaliteitsrichtlijnen A-2 lade 1, specificaties voor A-3 lade 3, specificaties voor A-4 omzetten van papiergewichten A-7 ondersteunde formaten A-3–A-4 ondersteunde soorten A-5 oriëntatie 39 problemen met A-6 recyclen E-3 richtlijnen voor A-6 speciale formaten
Printerdrivers Helpsoftware 18 installatie-opties 16 installeren 15 pictogram verschijnt niet 99 problemen oplossen 95 selectie 18 software 17, 19 verkrijgen van de meest recente 16 Printerfout, bericht 85, 86 Printerfouten, problemen oplossen 69, 105 Printergeheugen C-1, C-8 Printer-informatie, weergegeven op de configuratiepagina 104 Printers delen, aanbevelingen voor 58 Printerstatus, toegang tot 19 Printertalen 18 geheugen reserveren voor B-14 standaard selecteren B-13 toewijzen van geheugen C-6 Problem
Macintosh 20 HP lettertypen, installeren 19 HP Taakmonitor, toegang tot 19 HP Toolbox, toegang tot 19 Macintosh 20 Macintosh printerdrivers 20 netwerken 21 problemen oplossen afdrukproblemen 95 verkrijgen van de meest recente 16 Windows 17–19 Solaris 21 Soorten ondersteund papier A-5 seriële kabels A-19 Speciaal formaat papier afdrukken 26, 48–52 instelling papierformaat 51–52 marges 51 oriëntatie 38, 39 richtlijnen voor afdrukken 51 Speciaal papier afdrukken met 23, 38–53 handmatig invoeren van 57 instelli
Veranderen bedieningspaneel indeling 11 I/O-buffergrootte C-7 papiertype en formaat 58 Verbruik, stroom A-16 Verbruiksartikelen verkrijgbaarheid E-3 Vergrendelen van de papierladen 58 Vergrendelen van het bedieningspaneel 20 Verhelpen van papierstoringen 70, 76 steeds terugkerende berichten 77 Verkeerd papierformaat in lade, bericht 82 Verkeerde lade, probleem oplossen 98 Verkeerde printer gekozen, probleem oplossen 100 Verkoop- en servicekantoren 113–114 Verlengde garantie E-3 Verlengstuk van de lade 28 Ve
10 Index DU
Handleidingnr. C4110-online Gedrukt op kringlooppapier HP LaserJet 5000, 5000 N en 5000 GN Printers Gebruikershandleiding Copyright© 1998 Hewlett-Packard Co.