Operation Manual

DU
Hoofdstuk 2: Afdruktaken 23
2
Afdruktaken
Overzicht
In dit hoofdstuk wordt informatie gegeven over basis-afdruktaken,
zoals:
Selecteren van de uitvoerbak.
Vullen van de laden.
Afdrukken op beide zijden van het papier met de optioneel
verkrijgbare duplex-eenheid.
Afdrukken op speciaal papier, zoals briefhoofdpapier en
enveloppen. Tevens wordt hier het gebruik behandeld van
de optionele envelopinvoer, voor het automatisch invoeren
van enveloppen.
In dit hoofdstuk wordt ook een aantal geavanceerde afdruktaken
behandeld, om u te helpen de beste resulaten te bereiken met
uw printer. Deze taken zijn “geavanceerd” omdat u er instellingen
van een toepassingsprogramma, de printerdriver of van het
bedieningspaneel van de printer voor moet veranderen.
De printerdriver stelt u in staat:
Snelinstellingen te definiëren om de informatie over de
installatie van de printer voor verschillende afdruktaken op
te slaan.
Pagina’s met een watermerk op de achtergrond af te drukken.
De eerste pagina van een document op een ander soort papier
af te drukken dan de rest van de pagina’s.
Meerdere pagina’s op één vel papier af te drukken.
(Zie “Gebruik van de functies in de printerdriver” op pagina 54.)
Lade 1 kan op een groot aantal verschillende manieren gebruikt
worden. Zie “Gebruik van lade 1 aanpassen” op pagina 56.
Als u vaak verschillende soorten papier gebruikt of de printer met
anderen deelt, druk dan af per type en formaat om te zorgen dat
afdruktaken altijd op het gewenste papier worden afgedrukt. Zie
“Afdrukken per type en formaat papier” op pagina 58.