Operation Manual

56 Hoofdstuk 2: Afdruktaken
DU
Gebruik van lade 1 aanpassen
U kunt de instellingen voor lade 1 aanpassen, om aan uw eigen
specifieke afdrukbehoeften te kunnen voldoen.
De printer kan worden ingesteld om af te drukken vanuit lade 1
zolang deze geladen is of om alleen af te drukken vanuit lade 1 als
specifiek gevraagd wordt om het geladen type papier. Kies de
instellingen
LADE 1 MODUS=EERSTE
of
LADE 1 MODUS=PAPIERLADE
vanuit het Papierverwerkingsmenu op het bedieningspaneel van de
printer. (De afdruksnelheid kan iets vertraagd worden als wordt
afgedrukt vanuit lade 1 als
LADE 1 MODUS=EERSTE
.)
Lade 1 modus=eerste
Als er niet altijd papier in lade 1 zit of als u lade 1 uitsluitend gebruikt
voor handinvoer van papier moet u de standaard-instelling,
LADE 1
MODUS=EERSTE
in het Papierverwerkingsmenu zo laten.
LADE 1 MODUS=EERSTE
betekent dat de printer meestal eerst papier
haalt uit Lade 1 tenzij deze leeg of gesloten is.
U kunt ook papier uit een andere lade kiezen door in de
printerdriver specifiek te kiezen voor de andere lade.
Lade 1 modus=Papierlade
LADE 1 MODUS=PAPIERLADE
betekent dat de printer lade 1 behandelt
als de interne laden. In plaats van eerst te zoeken naar papier in
lade 1 begint de printer bij de onderste lade en gaat dan omhoog
(vanaf de lade met de hoogste capaciteit tot de lade met de laagste
capaciteit), of bij de lade die overeenkomt met het papiertype of
papierformaat waarvoor de instellingen gekozen zijn vanuit het
toepassingsprogramma.
Als
LADE 1 MODUS=PAPIERLADE
is ingesteld, verschijnt er een optie
in het Papierverwerkingsmenu voor het configureren van de
formaat-
en
type-
instellingen voor lade 1.
Via de printerdriver kunt u papier selecteren vanuit elke lade
(waaronder lade 1) per type, formaat of bron. Zie pagina 58 voor
afdrukken per type en formaat papier.