Operation Manual
76 Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
DU
Verhelpen van regelmatig voorkomende
papierstoringen
Als het papier vaak vastloopt, probeer dan het volgende:
• Controleer alle plaatsen waar papier vastgelopen kan zijn. Er kan ergens
in de printer een stuk papier vastzitten. (Zie pagina 70.)
• Controleer of het papier op de juiste wijze in de laden aangebracht is, of
de laden juist zijn ingesteld voor het geladen papierformaat en of de laden
niet te vol zijn. (Zie de paragrafen over het laden van papier, vanaf
pagina 28.)
• Controleer of alle laden en papierverwerkingsaccessoires geheel in de
printer geschoven zijn. (Als een lade tijdens een afdruktaak open gaat,
kan het papier vastlopen.)
• Controleer of alle deksels en kleppen gesloten zijn. (Als een lade tijdens
een afdruktaak open staat, kan het papier vastlopen.)
• Probeer af te drukken naar een andere uitvoerbak (Zie pagina 26).
• De vellen kunnen aan elkaar kleven. Probeer de stapel te buigen om de
vellen van elkaar te scheiden. Vouw de stapel niet.
• Als u afdrukt vanuit lade 1, probeer dan minder vellen papier of minder
enveloppen tegelijk te laden.
• Controleer bij het afdrukken met de optioneel verkrijgbare duplex-eenheid
of de kabelgoot niet goed geïnstalleerd is of het deksel van lade 2 niet
geïnstalleerd is.
• Controleer of het beter gaat als u de optie Anti-krullen op AAN zet in het
Configuratiemenu van het bedieningspaneel van de printer. (Dit vertraagt
het afdrukken.) Zie pagina B-18 voor meer informatie.
• Als u kleine formaten afdrukt (bijvoorbeeld systeemkaarten), zorg dan dat
het papier op de goede manier in de lade ligt (pagina 51).
• Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook het papier 180° te draaien.
• Probeer het papier te draaien (bijvoorbeeld bij kettingformulieren en
etiketten) om ze in een andere stand in de printer in te voeren (pagina 45).
• Controleer de kwaliteit van het papier waarop u afdrukt. Gebruik geen
beschadigd of onregelmatig afgesneden papier.
• Gebruik uitsluitend papier dat voldoet aan de HP specificaties
(pagina’s A-2 tot en met A-12).
• Gebruik geen papier dat al eerder in een printer of in een kopieerapparaat
is gebruikt. (Druk enveloppen, transparanten, velijnpapier of etiketten niet
aan beide zijden af.)
• Controleer of de stroomtoevoer naar de printer regelmatig is en voldoet
aan de printerspecificaties (pagina A-16).
• Reinig de printer (pagina 65).
• Neem contact op met uw officiële HP-dealer of met uw lokale
onderhoudsdienst voor het uitvoeren van een normale onderhoudsbeurt.
U vindt de adressen van de HP-ondersteuningscentra aan het begin van
deze handleiding.










