LASERJET PRO CM1410 COLOR MFP-SERIE Gebruikershandleiding
HP LaserJet Pro CM1410 Color MFPserie Gebruikershandleiding
Copyright en licentie Handelsmerken © 2010 Copyright Hewlett-Packard Development Company, L.P. Adobe®, Acrobat® en PostScript® zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. Verveelvoudiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande schriftelijke toestemming zijn verboden, behalve zoals toegestaan door het auteursrecht. Intel® Core™ is een handelsmerk van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere landen/regio's. De informatie in dit document kan zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
Symbolen in deze handleiding TIP: Bij Tip vindt u handige tips of sneltoetsen. OPMERKING: Bij Opmerking vindt u belangrijke informatie, zoals een toelichting bij een concept of uitleg van een taak. VOORZICHTIG: Dit geeft aan dat u bepaalde procedures moet volgen om te voorkomen dat gegevens verloren gaan of het apparaat wordt beschadigd.
iv Symbolen in deze handleiding NLWW
Inhoudsopgave 1 Informatie over het product ........................................................................................................................... 1 Productvergelijking ............................................................................................................................... 2 Milieuvriendelijke functies ..................................................................................................................... 3 Toegankelijkheidsfuncties .................
De configuratie-instellingen van het product wijzigen ........................................................ 31 Software verwijderen voor Windows .................................................................................................. 32 Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows ................................................................................ 33 Overige onderdelen en hulpprogramma's van Windows ...................................................
Ondersteunde papierformaten ........................................................................................................... 62 Ondersteunde papiersoorten en ladecapaciteit .................................................................................. 63 Materiaal in de invoerlade plaatsen .................................................................................................... 64 De documentinvoer vullen .............................................................................
Kopieën vergroten of verkleinen ...................................................................................... 105 Een kopieertaak sorteren ................................................................................................. 105 Afdrukken in zwart-wit of kleur ......................................................................................... 106 Kopieerinstellingen ....................................................................................................................
Fax gebruiken op een DSL-, PBX- of ISDN-systeem ...................................................... 144 Fax gebruiken op een VoIP-service ................................................................................. 145 Faxgeheugen ................................................................................................................... 145 Een fax verzenden ........................................................................................................... 146 Een fax ontvangen .....
Het aanraakscherm reinigen ............................................................................................ 210 Productupdates ................................................................................................................................ 211 13 Problemen oplossen ................................................................................................................................. 213 Zelfhulp ...........................................................................
Problemen met draadloze netwerken oplossen ............................................................................... 251 Controlelijst draadloze verbinding .................................................................................... 251 Op het bedieningspaneel wordt het volgende bericht weergegeven: De draadloze functie van dit product is uitgeschakeld. ..........................................................................
Stroomverbruik, stroomvoorzieningsspecificaties en geluidsuitstoot ............................................... 274 Omgevingsspecificaties .................................................................................................................... 275 Bijlage D Informatie over wettelijke voorschriften ..................................................................................... 277 FCC-voorschriften ..........................................................................................
Wettelijk voorschrift van Europese Unie .......................................................................... 293 Kennisgeving voor gebruik in Frankrijk ............................................................................ 294 Kennisgeving voor gebruik in Rusland ............................................................................ 294 Koreaanse verklaring ....................................................................................................... 294 Taiwanese verklaring .....
xiv NLWW
1 NLWW Informatie over het product ● Productvergelijking ● Milieuvriendelijke functies ● Toegankelijkheidsfuncties ● Productaanzichten 1
Productvergelijking Het product is verkrijgbaar in de volgende configuraties: 2 HP LaserJet Pro CM1415fn-MFP HP LaserJet Pro CM1415fnw-MFP CE861A CE862A ● Drukt maximaal 12 pagina's per minuut (ppm) af in zwart-wit en 8 ppm in kleur. HP LaserJet Pro CM1415fn-MFP, plus: ● Ondersteunt printerdrivers voor PCL 5, PCL 6 en HP PostScript Level 3-emulatie ● Lade 1 (multifunctioneel) kan maximaal 150 vel papier of 10 enveloppen bevatten. ● De uitvoerbak kan maximaal 125 vellen papier bevatten.
Milieuvriendelijke functies Handmatig dubbelzijdig afdrukken Bespaar papier door de optie voor handmatig dubbelzijdig afdrukken te gebruiken. Meerdere pagina's per vel afdrukken Bespaar papier door twee of meer pagina's van een document naast elkaar op één vel papier af te drukken. U kunt deze functie gebruiken via de printerdriver. Meerdere pagina's per vel kopiëren Bespaar papier door twee of vier pagina's van het originele document naast elkaar op één vel papier af te drukken.
Toegankelijkheidsfuncties Het apparaat beschikt over verschillende functies die gebruikers hulp bieden bij toegangsproblemen. 4 ● On line gebruikershandleiding die compatibel is met reader-programma's. ● Printcartridges kunnen met één hand worden geïnstalleerd en verwijderd. ● Alle kleppen en deksels kunnen met één hand worden geopend.
Productaanzichten Vooraanzicht 1 2 3 9 4 5 8 7 NLWW 6 1 Invoerlade documentinvoer 2 Uitvoerbak documentinvoer 3 Scannerklep 4 Bedieningspaneel met kleurenaanraakscherm 5 Voorklep (voor toegang tot de printcartridges) 6 Poort voor USB-flashstation 7 Voorklep voor toegang bij storing 8 Invoerlade (lade 1) 9 Uitvoerbak Productaanzichten 5
Achterzijde 1 2 4 3 1 Interfacepoorten 2 Aan-uitknop 3 Voedingsaansluiting 4 Achterklep voor toegang bij storing Interfacepoorten 1 2 3 1 6 Faxpoorten Hoofdstuk 1 Informatie over het product NLWW
2 Netwerkpoort 3 Hi-Speed USB 2.0-poort. Locatie van serienummer en modelnummer Het etiket met het serienummer en het productmodelnummer bevindt zich aan de achterzijde van het product.
Layout bedieningspaneel 1 3 4 10 5 9 6 8 7 1 Aanraakscherm 2 Draadloos-lampje: geeft aan dat het draadloze netwerk is ingeschakeld. Het lampje knippert wanneer het apparaat een verbinding tot stand brengt met het draadloze netwerk. Zodra er verbinding is, stopt het lampje met knipperen en blijft het branden.
Knoppen op het beginscherm Het beginscherm biedt toegang tot apparaatfuncties en geeft de huidige apparaatstatus weer. OPMERKING: Afhankelijk van de apparaatconfiguratie kunnen de beschikbare functies op het beginscherm variëren. Bij sommige talen heeft het scherm mogelijk ook een andere indeling. 1 2 3 5 4 6 10 1 2 9 8 7 Knop Instellingen : biedt toegang tot de hoofdmenu's Netwerkknop : biedt toegang tot instellingen voor en informatie over het netwerk.
Help-systeem op het bedieningspaneel Het apparaat heeft een ingebouwd Help-systeem dat uitleg geeft over het gebruik van elk scherm. U opent het Help-systeem door de knop Help in de rechterbovenhoek van het scherm aan te raken. Voor sommige schermen opent Help een algemeen menu waarin kan worden gezocht naar specifieke onderwerpen. U kunt door de menustructuur bladeren door het aanraken van de menuknoppen.
2 NLWW Menu's van het bedieningspaneel ● Menu Instellingen ● Menu's met specifieke functies 11
Menu Instellingen Raak de knop Instellingen ● Rapporten ● Snelformulieren ● Faxinstellingen ● Systeeminstellingen ● Service ● Netwerkinstellingen aan om dit menu te openen. De volgende submenu's zijn beschikbaar: Menu Rapporten Menuoptie Beschrijving Demopagina Een pagina afdrukken ter illustratie van de afdrukkwaliteit Menustructuur Indeling van de menu's op het bedieningspaneel afdrukken. Configuratierapport Een lijst afdrukken met alle instellingen van het apparaat.
Menuoptie Beschrijving Diagnosepagina Diagnostische informatie over de kalibratie- en kleurkwaliteit afdrukken Kwaliteitspagina afdr.
Menuoptie Submenu-item Submenu-item Beschrijving Antwoordmodus Automatisch* De antwoordmodus instellen. De volgende opties zijn beschikbaar: Handmatig ● Automatisch: het product beantwoordt automatisch een inkomende oproep na het ingestelde aantal belsignalen. ● Handmatig: De gebruiker moet op de knop Faxen starten drukken of een extra toestel gebruiken om de inkomende oproep te beantwoorden. ● TAM: er is een antwoordapparaat (TAM) aangesloten op de Aux-aansluiting van het product.
Menuoptie Submenu-item Submenu-item Beschrijving Aan pg. aanp. Aan* Inkomende faxen verkleinen die groter zijn dan het papierformaat dat is ingesteld voor de lade. Uit Formaat glasplaat Letter Het standaardpapierformaat instellen voor de documenten die u scant vanaf de flatbedscanner. A4 Kiesmodus Toon* Instellen of het product toon- of pulskiezen gebruikt. Puls Opnemen als bezet Aan* Instellen of het apparaat opnieuw moet proberen te kiezen als de lijn bezet is. Uit Opn. kiezen bij gn antw.
Menuoptie Submenu-item Submenu-item Beschrijving Beltijd fax/tel 20 Instellen na hoeveel seconden het Fax/Tel-belsignaal moeten ophouden een inkomend gesprek te melden. 30 40 70 Faxsnelheid Snel (V.34)* De toegestane snelheid voor faxcommunicatie instellen. Gemiddeld (V.17) Langzaam (V.29) Menu Systeeminstellingen In de volgende tabel zijn de items met een sterretje (*) de standaardinstellingen. Menuoptie Submenu-item Taal (lijst met beschikbare talen voor het bedieningspaneel) Papierinstell.
Menuoptie Submenu-item Submenu-item Beschrijving Afdrukkwaliteit Kleurenkalibratie Nu kalibreren Een kalibratie uitvoeren. Kalibratie bij opstarten ● Nu kalibreren: Onmiddellijk een kalibratie uitvoeren. ● Kalibratie bij opstarten: Opgeven hoe lang na het inschakelen het apparaat moet beginnen met kalibreren. Vol.-instellingen PowerSave na Alarmvolume Belvolume. De geluidsniveaus voor het apparaat instellen.
Menuoptie Submenu-item Submenu-item Beschrijving Kleurenprintcass Stoppen/ Vervangen Instellen hoe het apparaat reageert wanneer een van de kleurenprintcartridges vrijwel leeg is. Prompt ● Stoppen/Vervangen: Het apparaat stopt met afdrukken totdat u de printcartridge vervangt. ● Prompt: Het apparaat stopt met afdrukken en vraagt u de printcartridge te vervangen. U kunt het bericht ter kennisgeving aannemen en doorgaan met afdrukken.
Menuoptie Submenu-item Submenu-item Faxtest uitvoeren Afdrukken T.30 Trace Beschrijving Een faxtest uitvoeren om te controleren of de telefoon op de juiste aansluiting is aangesloten en of er een signaal is op de telefoonlijn. Een faxtestrapport met resultaten wordt afgedrukt. Nu Nooit* Bij fout Een rapport afdrukken of plannen voor het oplossen van transmissieproblemen bij het faxen.
Menuoptie Submenu-item Archief afdr. Aan Submenu-item Beschrijving Als afgedrukte pagina's langere tijd worden bewaard, kunt u het product met deze optie instellen op een modus waarmee tonervlekken en stof worden beperkt. Uit* Firmware Datecode De datumcode van de huidige firmware weergeven Standaardwaarden De standaardwaarden van alle instellingen herstellen Menu Netwerkinstellingen In de volgende tabel zijn de items met een sterretje (*) de standaardinstellingen.
Menu's met specifieke functies Het apparaat heeft specifieke menu's voor kopiëren, faxen, scannen en het gebruik van een USBflashstation. Om deze menu's te open, raakt u de desbetreffende knop op het bedieningspaneel aan. Menu Kopiëren Raak de knop Kopie en vervolgens de knop Instellingen... aan om dit menu te openen. OPMERKING: De instellingen die u in dit menu hebt gewijzigd, vervallen 2 minuten nadat de laatste kopie is voltooid.
Menuoptie Submenu-item Meer pag. kopiëren Uit Submenu-item Als deze functie is ingeschakeld, wordt u gevraagd nog een pagina op de scannerglasplaat te plaatsen of aan te geven dat de taak is voltooid. Aan Sortering Beschrijving Aan Instellen of kopieertaken gesorteerd moeten worden. Uit Conceptmodus Uit Instellen of kopieën als concept moeten worden afgedrukt. Aan Beeldcorrectie Lichtheid De instellingen voor de kwaliteit van kopieën instellen Contrast Verscherpen Verwijd.
Menuoptie Submenu-item Submenu-item Rprt laatste opr. afdr. Faxactiv.logbest. Beschrijving Een gedetailleerd rapport afdrukken van de laatst verzonden of ontvangen fax. Log nu afdr. Log autom. afdr. Log nu afdr.: hiermee drukt u een lijst af van de faxen die zijn verzonden of ontvangen door dit product. Log autom. afdr.: Automatisch een rapport afdrukken na elke faxtaak. Verzendopties Telefoonboek afdr. Een lijst afdrukken met de snelkiescodes die zijn ingesteld voor dit product.
Menuoptie Submenu-item Ontvangstopties Privéfaxen afdrukken Ongew.fax.blokk. Submenu-item Opgeslagen faxen afdrukken als de functie voor privé ontvangen is ingeschakeld. Deze menuoptie wordt alleen weergegeven als de functie voor privé ontvangen is ingeschakeld. Het apparaat vraagt u om het systeemwachtwoord. Nummer toevoegen Nummer verwijderen Alle nummers verw. Lst reclamefaxen afdr. Faxen opn. afdr.
Menuoptie Submenu-item Submenu-item Rapport nu afdr. Een lijst afdrukken met alle afzonderlijke en groepskiescodevermeldingen in het telefoonboek. Standaard wijz. Beschrijving Het menu Faxinstellingen openen. Menu Scan Menuoptie Beschrijving Scan naar USB-station Een document scannen en als PDF-bestand of JPEGafbeelding opslaan op het USB-flashstation. USB-flashdrive Menuoptie Beschrijving Docum. afdrukken Documenten afdrukken die zijn opgeslagen op het USBstation.
26 Hoofdstuk 2 Menu's van het bedieningspaneel NLWW
3 NLWW Software voor Windows ● Ondersteunde besturingssystemen voor Windows ● Ondersteunde printerdrivers voor Windows ● Selecteer de juiste printerdriver voor Windows ● Instellingen van een afdruktaak wijzigen ● Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows ● Software verwijderen voor Windows ● Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows ● Software voor andere besturingssystemen 27
Ondersteunde besturingssystemen voor Windows De volgende Windows-besturingssystemen worden door het product ondersteund: Aanbevolen software-installatie Alleen drivers voor afdrukken en scannen ● Windows XP (32-bits, Service Pack 2) ● Windows 2003 Server (32-bits, Service Pack 3) ● Windows Vista (32-bits en 64-bits) ● Windows 2008 Server ● Windows 7 (32-bits en 64-bits) Ondersteunde printerdrivers voor Windows ● HP PCL 6 (dit is de standaardprinterdriver) ● HP Universal Print Driver voor Wind
Omschrijving HP UPD PCL 5-driver NLWW ● Te downloaden van internet op www.hp.
Instellingen van een afdruktaak wijzigen Hulpmiddel voor het wijzigen van de instellingen Methode voor het wijzigen van de instellingen Duur van de wijzigingen Prioriteitsvolgorde van de wijzigingen Instellingen softwareprogramma Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Pagina-instelling of een gelijkwaardige optie. Deze instellingen zijn alleen van toepassing op de huidige afdruktaak. Als u hier wijzigingen aanbrengt, worden alle gewijzigde instellingen ergens anders teniet gedaan.
Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Windows De instellingen voor alle afdruktaken wijzigen totdat het softwareprogramma wordt gesloten 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer de driver en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. De stappen kunnen variëren. Dit is de meeste voorkomende procedure. De standaardinstellingen voor alle afdruktaken wijzigen 1.
Software verwijderen voor Windows Windows XP 1. Klik op Start en vervolgens op Programma's. 2. Klik achtereenvolgens op HP en op de apparaatnaam. 3. Klik op Verwijderen en volg de instructies op het scherm voor het verwijderen van de software. Windows Vista en Windows 7 32 1. Klik op Start en op Alle programma’s. 2. Klik achtereenvolgens op HP en op de apparaatnaam. 3. Klik op Verwijderen en volg de instructies op het scherm voor het verwijderen van de software.
Ondersteunde hulpprogramma's voor Windows ● HP Web Jetadmin ● Geïntegreerde webserver van HP ● HP ToolboxFX Overige onderdelen en hulpprogramma's van Windows ● Een programma voor het automatisch installeren van het afdruksysteem ● Online webregistratie ● HP LaserJet Scan ● Pc-faxverzending Software voor andere besturingssystemen NLWW Besturingssysteem Software UNIX Voor HP-UX- en Solaris-netwerken, gaat u naar www.hp.
34 Hoofdstuk 3 Software voor Windows NLWW
4 NLWW Het product gebruiken op de Mac ● Software voor Mac ● Afdrukken met Mac ● Faxen met Mac ● Scannen met Mac 35
Software voor Mac Ondersteunde besturingssystemen voor Mac De volgende Mac-besturingssystemen worden door het apparaat ondersteund: ● Mac OS X 10.5, 10.6 en hoger OPMERKING: Voor Mac OS X 10.5 en hoger worden Mac-computers met een PPC- of Intel® Core™-processor ondersteund. Voor Mac OS X 10.6 worden Mac-computers met een Intel Coreprocessor ondersteund.
Software installeren op Mac-computers in een bekabeld netwerk Het IP-adres configureren 1. Sluit het apparaat met de netwerkkabel aan op het netwerk. 2. Wacht 60 seconden voor u doorgaat. In deze minuut wordt het apparaat herkend door het netwerk en wordt er een IP-adres of hostnaam aan het apparaat toegewezen. 3. Druk op het bedieningspaneel van het apparaat op de knop Instellingen 4.
Software installeren op Mac-computers in een draadloos netwerk Voordat u de apparaatsoftware installeert, controleert u of het apparaat niet via een netwerkkabel met het netwerk is verbonden. Als uw draadloze router Wi-Fi Protected Setup (WPS) niet ondersteunt, vraagt u uw systeembeheerder om de netwerkinstellingen voor uw draadloze router of voert u de volgende taken uit: ● Achterhaal de naam van het draadloze netwerk of de SSID (service set identifier).
Het apparaat met een USB-kabel aansluiten op een draadloos netwerk Als uw draadloze router WiFi-Protected Setup (WPS) niet ondersteunt, kunt u deze methode gebruiken om het apparaat te verbinden met een draadloos netwerk. Het instellen van een draadloze verbinding is eenvoudiger wanneer u een USB-kabel gebruikt om de instellingen over te brengen. Als de installatie is voltooid, kunt u de USB-kabel loskoppelen en de draadloze verbinding gebruiken. 1. Plaats de software-cd in de cd-lade van de computer. 2.
Software voor Mac-computers HP Utility voor Mac Gebruik de HP Utility om productfuncties in te stellen die niet beschikbaar zijn in de printerdriver. U kunt gebruikmaken van de HP Utility als het product beschikt over een USB-kabel (Universal Serial Bus) of als het is aangesloten op een TCP/IP-netwerk. HP Utility openen ▲ Klik in het dock op HP Utility. -ofKlik bij Programma's op Hewlett Packard en vervolgens op HP Utility.
Afdrukken met Mac Een afdruktaak annuleren op de Mac 1. Als er een taak wordt afgedrukt, kunt u deze onderbreken door op Annuleren het bedieningspaneel van het apparaat. te drukken op OPMERKING: Als u op Annuleren drukt, wordt de taak die op dat moment wordt afgedrukt, gewist. Als er meer dan een proces wordt uitgevoerd wanneer u op Annuleren drukt, wordt het proces gewist dat op dat moment op het bedieningspaneel van het apparaat wordt weergegeven. 2.
Een voorinstelling voor afdrukken maken 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Selecteer de driver. 3. Selecteer de afdrukinstellingen die u wilt opslaan zodat u deze opnieuw kunt gebruiken. 4. Klik in het menu Voorinstellingen op de optie Opslaan als... en typ een naam voor de voorinstelling. 5. Klik op de knop OK. Voorinstellingen voor afdrukken gebruiken 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Selecteer de driver. 3.
Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken in Mac 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Selecteer de driver. 3. Open het menu Lay-out. 4. Selecteer in het menu Pagina's per vel het aantal pagina's dat u per vel wilt afdrukken (1, 2, 4, 6, 9 of 16). 5. Selecteer in het gebied Lay-outrichting de volgorde en positie van de pagina's op het vel. 6. Selecteer in het menu Randen het soort rand dat u rond elke pagina op het vel wilt afdrukken.
De kleuropties instellen op de Mac Gebruik het menu Kleuropties of Kwaliteit/kleuropties om te regelen hoe kleuren worden geïnterpreteerd en afgedrukt vanuit softwareprogramma's. 1. Klik in het menu Bestand op de optie Afdrukken. 2. Selecteer de driver. 3. Open het menu Kleuropties of Kwaliteit/kleuropties. 4. open het menu Geavanceerd of selecteer het goede tabblad. 5. Pas de afzonderlijke instellingen voor tekst, illustraties en foto's aan.
Faxen met Mac Voer de volgende stappen uit als u een fax wilt verzenden door deze af te drukken naar een faxstuurprogramma: 1. Open het document dat u wilt faxen. 2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand. 3. Gebruik het pop-upmenu Printer om de gewenste afdrukwachtrij voor faxberichten te selecteren. 4. Pas zo nodig in het veld Exemplaren het aantal exemplaren aan. 5. Pas zo nodig in het pop-upmenu Papierformaat het papierformaat aan. 6.
Scannen met Mac Met de HP Scan-software kunt u afbeeldingen scannen naar een Mac-computer. 1. Plaats het document op de glasplaat van de scanner of in de documentinvoer. 2. Open de map Programma's en klik vervolgens op Hewlett-Packard. Dubbelklik op HP Scan. 3. Open het menu HP Scan en klik op Voorkeuren. Selecteer in het menu Scanner dit apparaat in de lijst en klik op Doorgaan. 4.
5 NLWW Sluit het product aan ● Ondersteunde netwerkbesturingssystemen ● Verbinden met USB ● Aansluiten op een netwerk 47
Ondersteunde netwerkbesturingssystemen ● Windows 7 ● Windows Vista (32-bits en 64-bits) ● Windows XP (32-bits, Service Pack 2) ● Windows Server 2003 (Service Pack 3) ● Windows Server 2008 (32-bits en 64-bits) ● Mac OS X v10.5 en v10.6 Disclaimer voor printer delen HP ondersteunt geen peer-to-peer netwerken, aangezien dit een functie is van Microsoftbesturingssystemen en niet van de printerdrivers van HP. Ga naar Microsoft op www.microsoft.com.
NLWW 6. In het scherm Meer opties kunt u ervoor kiezen meer software te installeren. U kunt ook op de knop Voltooien klikken. 7. Druk een pagina af vanuit een willekeurig softwareprogramma om te controleren of de afdruksoftware juist is geïnstalleerd.
Aansluiten op een netwerk Ondersteunde netwerkprotocollen U hebt een netwerk nodig dat een of meerdere van de volgende protocollen gebruikt om een apparaat met netwerkfunctionaliteit aan te sluiten op een netwerk. ● TCP/IP (IPv4 of IPv6) ● Port 9100 ● LPR ● DHCP ● AutoIP ● SNMP ● Bonjour ● SLP ● WSD ● NBNS ● LLMNR Het apparaat installeren op een bekabeld netwerk Het IP-adres configureren 50 1. Sluit het apparaat met de netwerkkabel aan op het netwerk. 2.
4. Raak het menu Rapporten aan en raak vervolgens de knop Configuratierapport aan om het configuratierapport af te drukken. 5. Het IP-adres vindt u op het configuratierapport. LASERJET PROFESSIONAL CM1410 COLOR MFP SERIES De software installeren 1. Sluit alle programma's op de computer af. 2. Installeer de software vanaf de cd. 3. Volg de instructies op het scherm. 4.
Het apparaat aansluiten op een draadloos netwerk met WPS Als uw router ondersteuning biedt voor Wi-Fi Protected Setup (WPS) is dit de eenvoudigste manier om het apparaat met een draadloos netwerk te verbinden. 1. Raak in het beginscherm de knop Draadloos 2. Raak de knop Menu Draadloos en vervolgens de knop Wi-Fi Protected Setup aan. 3. Voer de installatie op een van de volgende manieren uit: aan. ● Druktoets: Selecteer de optie Druktoets en volg de instructies op het bedieningspaneel.
verbinding is eenvoudiger wanneer u een USB-kabel gebruikt om de instellingen over te brengen. Als de installatie is voltooid, kunt u de USB-kabel loskoppelen en de draadloze verbinding gebruiken. 1. Plaats de software-cd in de cd-lade van de computer. 2. Volg de instructies op het scherm op. Selecteer de optie Verbinding maken via een draadloos netwerk wanneer u hierom wordt gevraagd. Sluit de USB-kabel aan op het apparaat wanneer u hierom wordt gevraagd.
Storing op een draadloos netwerk verminderen Met de volgende tips kunt u storing op een draadloos netwerk verminderen: ● Houd de draadloze apparaten uit de buurt van grote metalen voorwerpen zoals dossierkasten en andere elektromagnetische apparaten zoals magnetrons en draadloze telefoons. Deze voorwerpen kunnen radiosignalen verstoren. ● Houd de draadloze apparaten uit de buurt van grote stenen gebouwen en andere soorten gebouwen.
Infrastructuur draadloos netwerk (aanbevolen) Het apparaat communiceert met andere apparaten op het netwerk via een draadloze router. Draadloos ad-hocnetwerk Het apparaat communiceert rechtstreeks met andere draadloze apparaten zonder gebruik te maken van een draadloze router. Alle apparaten op het ad-hocnetwerk dienen aan de volgende eisen te voldoen: ● Compatibel met 802.11b/g ● Dezelfde SSID ● Hetzelfde subnet en kanaal ● Dezelfde beveiligingsinstellingen voor 802.
Als u wilt voorkomen dat andere gebruikers toegang hebben tot uw netwerk, schakelt u de WPA- of WEP-gegevenscodering in. ● Wired Equivalent Privacy (WEP): WEP is het originele beveiligingsmechanisme in de 802.11standaard. U maakt een unieke sleutel met hexadecimale of alfanumerieke tekens die andere gebruikers moeten invoeren om toegang te krijgen tot uw netwerk. ● Wi-Fi Protected Access (WPA): WPA gebruikt TKIP (temporal key integrity protocol) voor codering met behulp van 802.1X-verificatie.
xxxx::xxxx:xxxx:xxxx:xxxx 2. Open de geïntegreerde webserver van HP door het IP-adres (IPv4) in te voeren op de adresregel van uw webbrowser. Gebruik voor IPv6 het protocol dat door de webbrowser is vastgesteld voor het invoeren van IPv6-adressen. 3. Klik op het tabblad Netwerk voor informatie over het netwerk. U kunt naar behoeven instellingen wijzigen.
OPMERKING: Wanneer u aan deze instellingen wijzigingen aanbrengt, wordt het apparaat uit- en vervolgens weer ingeschakeld. Breng alleen wijzigingen aan wanneer het apparaat inactief is. 1. Raak de knop Instellingen 2. Ga naar het menu Netwerkinstellingen en raak dit aan. 3. Raak het menu Verbind.snelh. aan. 4. Selecteer een van de volgende opties. 5. 58 aan.
6 NLWW Papier en afdrukmateriaal ● Papiergebruik begrijpen ● De printerdriver aanpassen aan de papiersoort en het papierformaat ● Ondersteunde papierformaten ● Ondersteunde papiersoorten en ladecapaciteit ● Materiaal in de invoerlade plaatsen ● De documentinvoer vullen ● De lade configureren 59
Papiergebruik begrijpen Dit apparaat ondersteunt verschillende papiersoorten en andere afdrukmaterialen die voldoen aan de richtlijnen in deze gebruikershandleiding. Papier of afdrukmateriaal dat niet aan deze richtlijnen voldoet, kan een slechte afdrukkwaliteit, meer papierstoringen en vroegtijdige slijtage van het product tot gevolg hebben. Gebruik voor de beste resultaten alleen papier en afdrukmateriaal van HP dat is ontworpen voor laserprinters of multifunctioneel gebruik.
NLWW Materiaalsoort Doen Niet doen Transparanten ● Gebruik uitsluitend transparanten die zijn goedgekeurd voor gebruik in kleurenlaserprinters. ● Gebruik geen transparant afdrukmateriaal dat niet is goedgekeurd voor laserprinters. ● Leg de transparanten op een glad oppervlak nadat u ze uit het product heeft verwijderd. Briefpapier of voorbedrukte formulieren ● Gebruik alleen briefpapier of voorbedrukte formulieren die zijn goedgekeurd voor gebruik in laserprinters.
De printerdriver aanpassen aan de papiersoort en het papierformaat OPMERKING: Als u de pagina-instellingen wijzigt in het softwareprogramma, hebben deze instellingen voorrang op andere instellingen in de printerdriver. 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Selecteer een papierformaat in de vervolgkeuzelijst Papierformaat . 5.
Tabel 6-2 Ondersteunde enveloppen en briefkaarten Formaat Afmetingen Envelop #10 105 x 241 mm Envelop DL 110 x 220 mm Envelop C5 162 x 229 mm Envelop B5 176 x 250 mm Envelop Monarch 98 x 191 mm Japanse briefkaart 100 x 148 mm Briefkaart (JIS) Dubbele Japanse briefkaart gedraaid 148 x 200 mm Dubbele briefkaart (JIS) Ondersteunde papiersoorten en ladecapaciteit Papiersoort Gewicht Capaciteit1 Afdrukstand papier Elke dag: < 96 g/m2 Max.
Papiersoort Gewicht Overig: ● Transparant voor kleurenlaser ● Etiketten ● Briefhoofd ● Envelop ● Zware envelop ● Voorbedrukt ● Geperforeerd ● Kleur ● Ruw ● Stevig 1 Capaciteit1 Afdrukstand papier Maximaal 50 vel of 10 enveloppen Te bedrukken zijde omhoog, met de bovenrand aan de achterzijde van de lade of de frankeerzijde aan de achterzijde van de lade. De capaciteit is afhankelijk van het gewicht en de dikte van het papier, en van de omgevingsomstandigheden.
2. Schuif de papiergeleiders open. 3. Als u papier van Legal-formaat plaatst, knijpt u de blauwe hendel in en schuift u de voorste papiergeleider volledig naar buiten. OPMERKING: Als de lade is gevuld met papier van Legal-formaat, steekt deze ongeveer 51 mm uit vanaf de voorzijde van het apparaat. 4. Plaats het papier met de bedrukte zijde naar boven en de bovenrand tegen de achterkant van de lade.
66 5. Schuif de geleiders goed tegen het papier aan. 6. Sluit lade 1.
De documentinvoer vullen In de documentinvoer passen 35 vellen papier van 60-90 g/m2 . OPMERKING: Wanneer u nieuw papier toevoegt, verwijdert u al het papier uit de invoerlade en legt u de stapel met nieuw papier recht. Waaier het papier niet uit. Zo voorkomt u dat meerdere vellen papier tegelijkertijd in het apparaat worden ingevoerd en loopt u minder risico dat papier vastloopt.
De lade configureren Wanneer u de lade van dit apparaat configureert, worden de warmte- en snelheidsinstellingen gewijzigd voor de beste afdrukresultaten voor de gebruikte papiersoort. Als u speciaal papier voor alle of bijna alle afdruktaken op dit apparaat gebruikt, wijzig dan deze standaardinstelling. In de volgende tabel vindt u verschillende manieren waarop u de lade-instellingen aan uw afdrukwensen kunt aanpassen.
7 NLWW Afdruktaken ● Een afdruktaak annuleren ● Basistaken afdrukken in Windows ● Geavanceerde taken afdrukken in Windows ● Direct afdrukken via USB 69
Een afdruktaak annuleren 1. Als er een taak wordt afgedrukt, kunt u deze onderbreken door op Annuleren het bedieningspaneel van het apparaat. te drukken op OPMERKING: Als u op Annuleren drukt, wordt de taak die op dat moment wordt afgedrukt, gewist. Als er meer dan een proces wordt uitgevoerd wanneer u op Annuleren drukt, wordt het proces gewist dat op dat moment op het bedieningspaneel van het apparaat wordt weergegeven. 2.
Basistaken afdrukken in Windows De manier om het afdrukdialoogvenster van een programma te openen, kan afwijken. In de volgende procedures is een veelvoorkomende manier gebruikt. Sommige programma's hebben geen menu Bestand. Raadpleeg de documentatie van uw programma voor informatie over het openen van het afdrukdialoogvenster. De printerdriver openen met Windows 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2.
Het aantal af te drukken exemplaren wijzigen met Windows 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en vervolgens het aantal exemplaren. Aangepaste afdrukinstellingen opslaan die u opnieuw wilt gebruiken met Windows Een afdruksnelkoppeling gebruiken met Windows 72 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren.
3. Klik op het tabblad Snelkoppelingen. 4. Selecteer één van de snelkoppelingen en klik vervolgens op de knop OK. OPMERKING: Wanneer u een snelkoppeling selecteert, worden de bijbehorende instellingen op de overige tabbladen in de printerdriver gewijzigd. Afdruksnelkoppelingen maken 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Snelkoppelingen. 4. Selecteer een bestaande snelkoppeling als basis. OPMERKING: Selecteer altijd eerst een snelkoppeling voordat u een van de instellingen aan de rechterkant van het scherm aanpast. Als u de instellingen wijzigt en vervolgens een snelkoppeling selecteert, of als u een andere snelkoppeling selecteert, gaan al uw wijzigingen verloren.
5. Selecteer de afdrukopties voor de nieuwe snelkoppeling. OPMERKING: U kunt de afdrukopties op elk tabblad van de printerdriver selecteren. Nadat u opties hebt geselecteerd op een ander tabblad, dient u terug te keren naar het tabblad Snelkoppelingen voordat u verdergaat met de volgende stap. 6. Klik op de knop Opslaan als. 7. Geef een naam op voor de snelkoppeling en klik vervolgens op de knop OK. De afdrukkwaliteit verbeteren met Windows Het papierformaat selecteren met Windows NLWW 1.
3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Selecteer een papierformaat in de vervolgkeuzelijst Papierformaat . Een aangepast papierformaat selecteren met Windows 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Klik op de knop Aangepast. 5. Voer een naam voor het aangepaste formaat in en geef de afmetingen op.
Dubbelzijdig afdrukken (duplex) met Windows 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Afwerking.
4. Schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken in. Klik op OK om de eerste zijde van de taak af te drukken. 5. Haal de stapel afdrukken uit de uitvoerbak en plaats het papier met de bedrukte zijde naar beneden in lade 1 zonder de afdrukrichting te wijzigen. 6. Raak op het bedieningspaneel de knop OK aan om de tweede zijde van de taak af te drukken. Meerdere pagina's per vel afdrukken met Windows 1. 78 Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Afwerking.
4. Selecteer het aantal pagina's per vel in het vervolgkeuzemenu Pagina's per vel. 5. Selecteer de juiste opties voor Paginaranden afdrukken, Paginavolgorde en Afdrukrichting. De afdrukstand selecteren met Windows 1. 80 Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Afwerking. 4. Selecteer in het gebied Afdrukrichting de optie Staand of Liggend. Als u het paginabeeld ondersteboven wilt afdrukken, selecteert u 180 graden draaien. Kleuropties instellen met Windows NLWW 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Kleur.
82 4. Schakel het selectievakje HP EasyColor uit. 5. Klik in het gebied Kleuropties op de optie Handmatig en klik vervolgens op de knop Instellingen. 6. Pas de algemene instellingen voor Scherpteregeling en de instellingen voor Tekst, Illustraties en Foto's aan.
Geavanceerde taken afdrukken in Windows Gekleurde tekst afdrukken in zwart-wit (grijswaarden) met Windows 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Geavanceerd. 4. Vouw het gedeelte Documentopties uit. 5. Vouw het gedeelte Printerfuncties uit. 6. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Alle tekst zwart afdrukken de optie Ingeschakeld.
84 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Klik in de vervolgkeuzelijst Papiersoort op de optie Meer.... 5. Vouw de lijst Type is: uit.
6. Vouw de lijst Overig uit. 7. Selecteer de papiersoort die u gebruikt en klik vervolgens op de knop OK. Afdrukken op speciaal papier, etiketten of transparanten 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
86 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit. 4. Klik in de vervolgkeuzelijst Papiersoort op Meer....
5. Vouw de lijst Type is: uit. 6. Vouw de categorie met papiersoorten uit die het best overeenkomt met het papier dat u gebruikt. OPMERKING: Etiketten en transparanten staan in de lijst Overig. 7. Selecteer de papiersoort die u gebruikt en klik vervolgens op de knop OK.
De eerste of laatste pagina op ander papier drukken met Windows 88 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4. klik in het gedeelte Speciale pagina's op de optie Pagina's op ander papier afdrukken en vervolgens op de knop Instellingen. 5. Selecteer in het gebied Pagina's in document de optie Eerste of Laatste. 6. Selecteer de juiste opties in de vervolgkeuzelijsten Papierbron en Papiersoort. Klik op de knop Toevoegen.
7. Als u zowel de eerste als de laatste pagina op ander papier wilt afdrukken, herhaalt u stap 5 en 6 en selecteert u de opties voor de andere pagina. 8. Klik op de knop OK. De schaal van een document aanpassen aan het papierformaat 1. 90 Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken.
2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Effecten. 4. Selecteer de optie Document afdrukken op en selecteer vervolgens een formaat in de vervolgkeuzelijst. Een watermerk aan een document toevoegen in Windows NLWW 1. Klik in het menu Bestand van het softwareprogramma op Afdrukken. 2. Selecteer het apparaat en klik vervolgens op de knop Eigenschappen of Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Effecten.
4. Selecteer een watermerk in de vervolgkeuzelijst Watermerken. Of klik op de knop Bewerken als u een nieuw watermerk wilt toevoegen aan de lijst. Selecteer de instellingen voor het watermerk en klik vervolgens op de knop OK. 5. Schakel het selectievakje Alleen eerste pagina in als u het watermerk alleen op de eerste pagina wilt afdrukken. Doet u dit niet, dan wordt het watermerk op elke pagina afgedrukt. Een brochure maken met Windows 92 1.
4. Schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken in. 5. Klik in de vervolgkeuzelijst Brochurelay-out op de optie Links binden of Rechts binden. De optie Pagina's per vel wordt automatisch gewijzigd in 2 pagina's per vel. 6. Haal de stapel afdrukken uit de uitvoerbak en plaats het papier met de bedrukte zijde naar beneden in lade 1 zonder de afdrukrichting te wijzigen. 7. Raak op het bedieningspaneel de knop OK aan om de tweede zijde van de taak af te drukken.
Direct afdrukken via USB Met dit apparaat kunt u vanaf een USB-flashstation afdrukken. U kunt dus snel bestanden afdrukken zonder de bestanden via de computer te verzenden. De USB-poort aan de voorzijde van het apparaat is geschikt voor standaard USB-opslagaccessoires. U kunt de volgende bestandstypen afdrukken: 94 ● PDF ● JPEG 1. Plaats het USB-station in de USB-poort aan de voorzijde van het apparaat. 2. Het menu USB-flashdrive wordt geopend. Raak de pijknoppen aan om door de opties te bladeren.
8 NLWW Kleur ● Kleur aanpassen ● HP EasyColor voor Windows gebruiken ● Kleuren overeen laten stemmen 95
Kleur aanpassen Beheer kleur door de instellingen op het tabblad Kleur in de printerdriver te wijzigen. Het kleurthema van een afdruktaak wijzigen 1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma. 2. Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Kleur. 4. Selecteer een kleurthema in de vervolgkeuzelijst Kleurthema's. ● Standaard (sRGB): Met dit thema stelt u het apparaat in voor het afdrukken van RGB-gegevens in de onbewerkte apparaatmodus.
OPMERKING: Het handmatig aanpassen van kleurinstellingen kan van invloed zijn op de afdrukken. HP adviseert dat deze instellingen alleen worden gewijzigd door grafische deskundigen. 5. Klik op de optie Afdrukken in grijstinten om een kleurendocument af te drukken in zwart en grijstinten. Gebruik deze optie om kleurendocumenten af te drukken voor kopiëren of faxen. U kunt deze optie ook gebruiken om concepten af te drukken of kleurtoner te besparen. 6. Klik op de knop OK.
Tabel 8-1 handmatige kleuropties (vervolg) Beschrijving instelling Opties instelling Halftoon ● De optie Gelijkmatig geeft betere resultaten voor grote, effen oppervlakken en verbetert foto's door kleurnuances geleidelijk in elkaar te laten overgaan. Kies deze optie als het gelijkmatig vullen van gekleurde vlakken belangrijk is. ● De optie Detail is nuttig voor tekst en afbeeldingen die scherpe scheidingen tussen lijnen en kleuren vereisen, zoals afbeeldingen met een patroon of veel details.
HP EasyColor voor Windows gebruiken Als u de HP PCL 6-printerdriver voor Windows gebruikt, verbetert de HP EasyColor-technologie automatisch documenten met gemengde inhoud die worden afgedrukt vanuit Microsoft Officeprogramma's. Met deze technologie worden documenten gescand en foto's in JPEG- of PNG-indeling automatisch aangepast. De HP EasyColor-technologie verdeelt het volledige beeld niet in verschillende stukken, maar verbetert dit in één keer.
Kleuren overeen laten stemmen De beste methode om de kleuren te laten overeenstemmen is uw documenten af te drukken in sRGB-kleuren. Het laten overeenstemmen van de kleuren op de afdruk en de kleuren op het beeldscherm is ingewikkeld omdat printers en monitoren verschillende methoden gebruiken voor het produceren van kleuren.
9 NLWW Kopiëren ● Kopieerfuncties gebruiken ● Kopieerinstellingen ● Foto's kopiëren ● Originelen met verschillende formaten combineren ● Handmatig dubbelzijdig (duplex) kopiëren 101
Kopieerfuncties gebruiken Snel kopiëren 1. Plaats het document op de glasplaat van de scanner of in de documentinvoer. 2. Raak in het beginscherm de knop Kopie aan. 3. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten. Meerdere exemplaren 1. Plaats het document op de glasplaat van de scanner of in de documentinvoer. 2. Raak in het beginscherm de knop Kopie aan. 3. Raak de pijlknoppen aan om het aantal kopieën te wijzigen of raak het weergegeven nummer aan en geef het aantal kopieën op.
Een origineel met meerdere pagina's kopiëren 1. Plaats de originelen met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. 2. Schuif de geleiders goed tegen het papier aan. 3. Raak in het beginscherm de knop Kopie aan. 4. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten. Identiteitsbewijzen kopiëren Met de functie Id's kopiëren kunt u beide kanten van een identiteitsbewijs of kleine documenten afdrukken op één vel papier.
1. Leg het document op de scannerglasplaat. 2. Raak in het beginscherm de knop Kopie aan. 3. Raak de knop Id's kopiëren aan. 4. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten. 5. Het apparaat vraagt u de volgende pagina op een ander gedeelte van de scannerglasplaat te plaatsen. 6. Raak de knop OK als u meer pagina's wilt kopiëren of raak de knop Klaar aan als dit de laatste pagina is. 7. Het apparaat kopieert alle pagina's op één zijde van een vel papier.
Kopieën vergroten of verkleinen 1. Plaats het document op de glasplaat van de scanner of in de documentinvoer. 2. Raak in het beginscherm de knop Kopie aan. 3. Raak de knop Instellingen... en vervolgens de knop Verkl./vergr. aan. Raak de pijlknoppen aan om door de opties te bladeren en raak vervolgens een optie aan om deze te selecteren. 4. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten. Een kopieertaak sorteren 1.
3. Raak de knop Instellingen... aan, blader vervolgens naar de knop Sortering en raak deze aan. Raak de pijlknoppen aan om door de opties te bladeren en raak vervolgens een optie aan om deze te selecteren. 4. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten. Afdrukken in zwart-wit of kleur 1. Plaats het document op de glasplaat van de scanner of in de documentinvoer. 2. Raak in het beginscherm de knop Kopie aan. 3. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten.
1. Plaats het document op de glasplaat van de scanner of in de documentinvoer. 2. Raak in het beginscherm de knop Kopie aan. 3. Raak de knop Instellingen... aan, blader vervolgens naar de knop Optimaliseren en raak deze aan. Raak de pijlknoppen aan om door de opties te bladeren en raak vervolgens een optie aan om deze te selecteren. 4. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten.
3. Reinig de scannerglasplaat en de witte, plastic achtergrondplaat met een zachte doek of een spons die is bevochtigd met een nietschurende glasreiniger. VOORZICHTIG: Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, benzeen, ammoniak, ethanol of tetrachloorkoolstof op het product; deze stoffen kunnen het product beschadigen. Laat de glasplaat of de plaat niet rechtstreeks met vloeistoffen in aanraking komen. Deze kunnen onder de glasplaat terechtkomen en het product beschadigen. 4.
Aangepaste kopieerinstellingen opgeven Als u de kopieerinstellingen wijzigt op het bedieningspaneel, blijven de gewijzigde instellingen na het voltooien van de taak nog ongeveer twee minuten actief voordat het apparaat weer terugkeert naar de standaardinstellingen. Om direct terug te keren naar de standaardinstellingen, raakt u in het beginscherm de knop Annuleren aan. Van rand tot rand afdrukken of kopiëren Het product kan niet volledig van rand tot rand afdrukken.
De standaardinstellingen herstellen 1. Raak in het beginscherm de knop Kopie aan. 2. Raak de knop Instellingen... aan, blader vervolgens naar de knop Standaardwaarden en raak deze aan.
Foto's kopiëren OPMERKING: Kopieer foto's via de scannerglasplaat en niet via de documentinvoer. NLWW 1. Plaats de foto met de afbeelding omlaag in de linkerbovenhoek van de scannerglasplaat en sluit de scannerklep. 2. Raak in het beginscherm de knop Kopie aan. 3. Raak de knop Instellingen... en vervolgens de knop Optimaliseren aan. 4. Raak de knop Afbeelding aan. 5. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten.
Originelen met verschillende formaten combineren Gebruik de scannerglasplaat om originelen met verschillende formaten te combineren. OPMERKING: U kunt de documentinvoer alleen gebruiken voor kopieertaken met originelen van verschillende grootte als de pagina's één afmeting met elkaar gemeen hebben. U kunt bijvoorbeeld pagina's met de formaten Letter en Legal combineren omdat ze allebei dezelfde breedte hebben.
Handmatig dubbelzijdig (duplex) kopiëren 1. Plaats de eerste pagina van het document op de glasplaat van de scanner of in de documentinvoer. 2. Raak in het beginscherm de knop Kopie aan. 3. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten. 4. Haal de afdruk uit de uitvoerbak en plaats de pagina met de bedrukte zijde naar beneden in lade 1 zonder de afdrukrichting te wijzigen.
5. Plaats de volgende pagina van het document op de glasplaat van de scanner of in de documentinvoer. 6. Raak in het beginscherm de knop Kopie aan. 7. Raak de knop Zwart of Kleur aan om het kopiëren te starten. 8. Herhaal deze stappen totdat het kopiëren is voltooid.
10 Scannen NLWW ● Scanfuncties gebruiken ● Scaninstellingen ● Een foto scannen 115
Scanfuncties gebruiken Scanmethoden U kunt op de volgende manieren scannen. ● Scannen naar een USB-flashstation via het bedieningspaneel van het apparaat. ● Scannen vanaf de computer met HP Scan-software. ● Scannen vanuit software die compatibel is met TWAIN of WIA (Windows Imaging Application) OPMERKING: Installeer het programma Readiris vanaf de software-cd als u meer wilt weten over tekstherkenningssoftware en deze software wilt gebruiken.
Scannen vanuit een TWAIN-compatibel programma Over het algemeen is een softwareprogramma compatibel met TWAIN als het opdrachten heeft als Ophalen, Bestand ophalen, Scannen, Nieuw object importeren, Invoegen vanuit of Scanner. Als u niet zeker weet of een programma compatibel is of als u de naam van de opdracht niet kent, raadpleeg dan de Help of de documentatie van de software. Wanneer u vanuit een TWAIN-compatibel programma scant, wordt het softwareprogramma HP Scan mogelijk automatisch gestart.
Scaninstellingen Resolutie en kleur van de scanner Als de kwaliteit niet aan uw verwachtingen voldoet wanneer u een gescande afbeelding afdrukt, hebt u in de software voor de scanner mogelijk een verkeerde instelling voor de resolutie of de kleuren geselecteerd.
Richtlijnen voor de resolutie en de kleuren De volgende tabel geeft een overzicht van de aanbevolen resolutie- en kleurinstellingen voor verschillende scantaken. OPMERKING: De standaardresolutie is 200 ppi.
1. Zet het product uit met de aan-uitschakelaar en haal het netsnoer uit het stopcontact. 2. Open het deksel van de scanner. 3. Reinig de scannerglasplaat en de witte, plastic achtergrondplaat met een zachte doek of een spons die is bevochtigd met een nietschurende glasreiniger. VOORZICHTIG: Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, wasbenzine, ammoniak, ethanol of tetrachloorkoolstof op het product; deze stoffen kunnen het product beschadigen.
Een foto scannen NLWW 1. Plaats de foto met de afbeelding omlaag in de linkerbovenhoek van de scannerglasplaat en sluit de scannerklep. 2. Plaats het USB-flashstation in de USB-poort aan de voorzijde van het apparaat. 3. Raak in het beginscherm de knop Scan aan. 4. Raak de knop Scan naar USB-station aan. Op het bedieningspaneel wordt een overzicht van de scaninstellingen weergegeven. Raak dit scherm aan om instellingen aan te passen. 5.
122 Hoofdstuk 10 Scannen NLWW
11 Fax NLWW ● Fax instellen ● Het telefoonboek gebruiken ● Faxinstellingen configureren ● Fax gebruiken ● Faxproblemen oplossen ● Informatie over regelgeving en garanties 123
Fax instellen De hardware installeren en aansluiten Fax aansluiten op een telefoonlijn ▲ Sluit het telefoonsnoer aan op de lijnaansluiting in de muur. op het apparaat en op de telefoonaansluiting Het product is een analoog apparaat. U wordt aanbevolen het product op een vaste analoge telefoonlijn aan te sluiten. OPMERKING: In bepaalde landen/regio's is mogelijk een adapter vereist voor gebruik van het meegeleverde telefoonsnoer.
3. NLWW Verwijder het plastic gedeelte uit de poort "telefoon" (de poort is gemarkeerd met een pictogram van een telefoon).
4. Als u een interne of externe modem op een computer wilt aansluiten, sluit u het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting ( ) van het apparaat. Sluit het andere uiteinde van het telefoonsnoer aan op de lijnaansluiting van de modem. OPMERKING: Enkele computers hebben een tweede "lijn" poort om op een bepaalde lijn aan te sluiten. Als u twee "line"-poorten hebt, moet u de documentatie bij uw modem raadplegen om te controleren of u de juite "line"-poort gebruikt. 5.
6. Als u een antwoordapparaat wilt aansluiten, sluit u een telefoonsnoer aan op de telefoonpoort van het vorige apparaat. Sluit het andere uiteinde van het telefoonsnoer aan op de lijnaansluiting van het antwoordapparaat. 7. Als u een telefoon wilt aansluiten, sluit u een telefoonsnoer aan op de telefoonpoort van het vorige apparaat. Sluit het andere uiteinde van het telefoonsnoer aan op de lijnaansluiting van de telefoon. 8.
De stand-alone-fax instellen 1. Haal het product uit de doos en sluit het aan. 2. Raak in het beginscherm de knop Instellingen 3. Raak het menu Faxinstellingen aan. 4. Raak de knop Hulpprog. Faxinstellingen aan. 5. Volg de aanwijzingen op het scherm en selecteer het juiste antwoord op elke vraag. aan. OPMERKING: Het maximumaantal tekens voor het faxnummer is 20. OPMERKING: Het maximumaantal tekens voor de kopregel van de fax is 25.
Speciale tekens gebruiken in faxkopteksten Wanneer u het bedieningspaneel gebruikt om uw naam in te voeren in de kopregel of een naam op te geven voor een sneltoets, snelkiescode of groepkiescode, raakt u de knop 123 aan om een toetsenblok met speciale tekens te openen. De wizard Faxinstellingen van HP gebruiken Als u de fax nog niet volledig hebt ingesteld toen u de software installeerde, kunt u dit proces altijd met de wizard Faxinstellingen van HP voltooien. NLWW 1.
Het telefoonboek gebruiken U kunt faxnummers die u regelmatig gebruikt (maximaal 120 vermeldingen) opslaan als individuele faxnummers of als een groep faxnummers. Het bedieningspaneel gebruiken om een faxtelefoonboek te maken en te bewerken 1. Raak in het beginscherm de knop Fax aan. 2. Raak de knop Faxmenu aan. 3. Raak de knop Tel.-boekinst. aan. 4. Raak de knop Indiv. instellingen aan om een snelkiesnummer te maken. 5. Raak een niet-toegewezen nummer in de lijst aan. 6.
● Microsoft Outlook Express ● Een telefoonboek dat eerder is geëxporteerd uit de ToolboxFX-software van een ander HPapparaat. Telefoonboekvermeldingen verwijderen U kunt alle in het apparaat geprogrammeerde telefoonboekvermeldingen verwijderen. VOORZICHTIG: Verwijderde telefoonboekvermeldingen kunnen niet worden hersteld. 1. Raak in het beginscherm de knop Fax aan. 2. Raak de knop Faxmenu aan. 3. Raak de knop Tel.-boekinst. aan. 4. Raak de knop Verm. verw. aan. Of raak de knop Alle vermeld. verw.
Snelkiesnummers verwijderen 1. Raak in het beginscherm de knop Fax aan. 2. Raak de knop Faxmenu aan. 3. Raak de knop Tel.-boekinst. aan. 4. Raak de knop Verm. verw. aan. Of raak de knop Alle vermeld. verw. aan om alle vermeldingen te verwijderen. 5. Raak de vermelding aan die u wilt verwijderen. Groepskiescodes beheren Groepskiescodes maken en bewerken 1. Maak een individuele vermelding voor elk faxnummer dat u in die groep wilt opnemen. a. Raak in het beginscherm de knop Fax aan. b.
Faxinstellingen configureren Instellingen voor het verzenden van faxen Speciale kiessymbolen en opties instellen U kunt pauzes invoeren in faxnummers die u invoert. Pauzes zijn vaak vereist wanneer u een internationaal nummer kiest of wanneer u verbinding maakt met een buitenlijn. Speciaal symbool Knop Beschrijving Kiespauze De knop Opnieuw kiezen/pauze bevindt zich op het toetsenblok van het bedieningspaneel. Hiermee kunt u een faxnummer invoeren.
3. Raak het menu Geav. instell. aan. 4. Ga naar de knop Kiestoon detecteren aan raak deze aan. Raak vervolgens de knop Aan aan. Toonkiezen of pulskiezen instellen Met deze procedure kunt u het product instellen op toonkiezen of pulskiezen. De fabrieksinstelling is Toon. Wijzig deze instelling niet, tenzij u weet dat uw telefoonlijn geen gebruik maakt van toonkiezen. OPMERKING: pulskiezen is niet in alle landen/regio's beschikbaar. 1. Raak in het beginscherm de knop Instellingen aan. 2.
De optie Opnieuw kiezen bij communicatiefout instellen Als deze optie is ingeschakeld, wordt het nummer automatisch opnieuw gekozen als er een communicatiefout optreedt. De fabrieksinstelling voor de optie Opnieuw kiezen bij communicatiefout is Aan. 1. Raak in het beginscherm de knop Instellingen 2. Raak het menu Faxinstellingen aan. 3. Raak het menu Geav. instell. aan. 4. Ga naar de knop Opn. kiez. bij comm.fout aan raak deze aan. Raak vervolgens de knop Aan aan. aan.
3. Raak het menu Geav. instell. aan. 4. Raak de knop Faxresolutie en vervolgens een van de opties aan. Sjablonen voor voorbladen Er zijn verschillende voorbladsjablonen voor zakelijke en persoonlijke faxberichten beschikbaar in het softwareprogramma PC-fax verzenden. OPMERKING: U kunt voorbladsjablonen niet aanpassen, maar u kunt de velden in het sjabloon wel bewerken.
Instellingen voor het ontvangen van faxen Fax doorsturen instellen U kunt uw product zodanig instellen dat een inkomende fax naar een ander faxnummer wordt doorgestuurd. Als de fax op uw product wordt ontvangen, wordt deze in het geheugen opgeslagen. Vervolgens wordt het opgegeven faxnummer gekozen en wordt de fax verzonden. Als de fax als gevolg van een fout niet kan worden verzonden (omdat het nummer bijvoorbeeld in gesprek is) en het opnieuw kiezen is mislukt, wordt de fax afgedrukt.
Faxnummers blokkeren of deblokkeren Als u geen faxen wilt ontvangen van bepaalde personen of bedrijven, kunt u via het bedieningspaneel maximaal 30 faxnummers blokkeren. Wanneer u een faxnummer blokkeert en een fax naar u wordt verstuurd vanaf een geblokkeerd nummer, wordt op het bedieningspaneel aangegeven dat het nummer is geblokkeerd. De fax wordt niet afgedrukt en niet in het geheugen opgeslagen.
Soort telefoonlijn Aanbevolen instelling aantal belsignalen Gedeelde lijn (ontvangt zowel faxen als telefoongesprekken) met alleen één aangesloten telefoon Vijf keer rinkelen of vaker. Gedeelde lijn (ontvangt zowel faxen als telefoongesprekken) met een aangesloten antwoordapparaat of voicemail Twee beltonen meer dan het antwoordapparaat of de voicemail. Voer de volgende stappen uit om het aantal belsignalen in te stellen. aan. 1. Raak in het beginscherm de knop Instellingen 2.
3. Raak het menu Basisinstell. aan. 4. Raak de knop Aparte beltoon en vervolgens de gewenste optie aan. Inkomende faxen automatisch verkleinen Als de optie Aanpassen aan pagina is ingeschakeld, worden lange faxen automatisch tot maximaal 75% verkleind, zodat de informatie op papier van standaardformaat past (de fax wordt bijvoorbeeld verkleind van Legal- naar Letter-formaat). Als de optie Aanpassen aan pagina is uitgeschakeld, worden lange faxen met volledig formaat afgedrukt op meerdere pagina's.
3. Raak het menu Vol.-instellingen aan. 4. Raak de volume-instelling aan die u wilt wijzigen en raak een van de opties aan. Herhaal deze stap voor alle volume-instellingen. Het stempelen van ontvangen faxen instellen De informatie over de afzender wordt boven aan elke ontvangen fax afgedrukt. U kunt ook uw eigen kopregel op inkomende faxen afdrukken, zodat u kunt zien op welke datum en tijd de fax is ontvangen. De fabrieksinstelling voor het stempelen van ontvangen faxen is Uit.
4. Raak de knop Ontvangst afroepen aan. 5. Gebruik het toetsenblok om het nummer in te voeren van het apparaat waarvan u faxen wilt opvragen en raak vervolgens de knop OK aan. Het product belt naar het andere faxapparaat en vraagt de fax op.
Fax gebruiken Faxsoftware Ondersteunde faxprogramma's Het pc-faxprogramma dat bij dit product wordt geleverd, is het enige pc-faxprogramma dat met het product werkt. Wanneer u een eerder geïnstalleerd pc-faxprogramma wilt blijven gebruiken, dient u de modem te gebruiken die al op de computer is aangesloten. Deze software werkt niet via de modem van het apparaat. Een fax annuleren U kunt een fax waarvan het nummer wordt gekozen of een fax die wordt ontvangen of verzonden, annuleren.
1. Raak in het beginscherm de knop Instellingen aan. 2. Raak het menu Service aan. 3. Raak het menu Faxservice aan. 4. Raak de knop Opgesl. faxen wissen aan. Fax gebruiken op een DSL-, PBX- of ISDN-systeem HP producten zijn speciaal bedoeld voor traditionele analoge telefoonlijnen. Ze zijn niet bedoeld voor DSL-, PBX- of ISDN-lijnen, of VoIP-services, maar met de juiste instellingen en apparatuur werken ze hier wel mee.
ISDN Het product is een analoog apparaat dat niet compatibel is met alle digitale telefoonomgevingen. Er zijn mogelijk digitaal-analoogfilters of -omzetters nodig om de faxfunctionaliteit te kunnen gebruiken. Wanneer zich faxproblemen voordoen in een ISDN-omgeving, kan het nodig zijn de ISDN-provider om hulp te vragen. HP garandeert geen compatibiliteit van het apparaat met digitale IDSNomgevingen of digitaal-analoogomzetters.
Bij stroomuitval blijft de inhoud van het faxgeheugen behouden Het flashgeheugen beschermt tegen gegevensverlies in geval van stroomuitval. Op andere faxapparaten worden faxpagina's opgeslagen in het normale RAM-geheugen of in het kortetermijnRAM-geheugen. In het normale RAM-geheugen gaan gegevens direct verloren wanneer de stroom uitvalt. In het kortetermijn-RAM-geheugen gaan de gegevens ongeveer 60 minuten na een stroomuitval verloren.
Faxen vanuit de documentinvoer 1. Plaats de originelen met de bedrukte zijde naar boven in de documentinvoer. OPMERKING: De capaciteit van de documentinvoer is maximaal 35 vellen afdrukmateriaal van 75 g/m2. VOORZICHTIG: Gebruik geen originelen met correctietape, correctievloeistof, paperclips of nietjes om schade aan het product te voorkomen. Plaats ook geen foto's en kleine of dunne originelen in de documentinvoer. 2. Schuif de papiergeleiders goed tegen het papier aan. 3.
Snelkiescodes en groepskiescodes gebruiken 1. Plaats het document in de documentinvoer of op de glasplaat van de scanner. 2. Raak in het beginscherm de knop Fax aan. 3. Raak het pictogram voor het faxtelefoonboek aan op het toetsenblok. 4. Raak de gewenste naam van de individuele vermelding of groepsvermelding aan. 5. Raak de knop Faxen starten aan.
Een fax verzenden vanuit de software Dit gedeelte bevat algemene instructies voor het verzenden van faxen met behulp van de software die bij het apparaat is geleverd. Alle andere onderwerpen die van toepassing zijn op de software, worden beschreven in de Help bij het programma. Deze kunt u openen via het menu Help in het programma.
Een fax verzenden via een op de faxlijn aangesloten telefoon Het kan voorkomen dat u een faxnummer wilt kiezen vanaf een toestel dat op dezelfde lijn is aangesloten als het product. Dit is bijvoorbeeld het geval als u een fax verstuurt naar een persoon van wie het apparaat op handmatig ontvangen is ingesteld. U kunt dan eerst bellen om te laten weten dat de fax er aankomt. OPMERKING: Het toestel moet op de telefoonaansluiting ( ) van het apparaat zijn aangesloten. 1.
Een fax verzenden met bevestiging U kunt het apparaat zo instellen dat u wordt gevraagd om een faxnummer voor de tweede keer in te voeren om te bevestigen dat u de fax naar het juiste nummer verzendt. NLWW 1. Raak in het beginscherm de knop Instellingen 2. Raak het menu Faxinstellingen aan. 3. Raak het menu Geav. instell. aan. 4. Ga naar de knop Faxnummer bevestigen, raak deze aan en raak vervolgens de knop Aan aan. 5. Verzend de fax. aan.
Uitgestelde verzending van een fax plannen Via het bedieningspaneel van het product kunt u instellen dat een fax op een later tijdstip naar een of meerdere personen wordt verzonden. Wanneer deze procedure is voltooid, scant het product het document in het geheugen en keert het weer terug naar de stand Klaar. OPMERKING: wanneer de fax niet op het geplande tijdstip kan worden verzonden, wordt dit aangegeven in het faxfoutenrapport (indien deze optie is ingeschakeld) of in het faxactiviteitenlogboek.
Gebruik van toegangscodes, creditcards of telefoonkaarten Wanneer u toegangscodes, creditcards of telefoonkaarten wilt gebruiken, dient u handmatig te kiezen zodat u pauzes en kiescodes kunt invoeren. Faxen internationaal versturen Wanneer u een fax naar een internationale bestemming wilt versturen, kiest u handmatig zodat u pauzes en internationale toegangsnummers kunt invoeren.
De functie Fax opnieuw afdrukken toestaan inschakelen aan. 1. Raak in het beginscherm de knop Instellingen 2. Raak het menu Faxinstellingen aan. 3. Raak het menu Geav. instell. aan. 4. Ga naar de knop Fax opnieuw afdrukken toestaan, raak deze aan en raak vervolgens de knop Aan aan. Faxen opnieuw 1. Raak in het beginscherm de knop Fax aan. 2. Raak de knop Faxmenu aan. 3. Raak de knop Ontvangstopties aan. 4. Raak de knop Faxen opn. afdr. aan. 5.
Faxproblemen oplossen Controlelijst voor het oplossen van problemen met faxen ● Er zijn diverse oplossingen mogelijk. Probeer na elke aanbevolen oplossing opnieuw te faxen om te controleren of het probleem is opgelost. ● Voor de beste resultaten tijdens het oplossen van faxproblemen, controleert u of de lijn van het apparaat rechtstreeks op de telefoonaansluiting aan de muur is aangesloten. Koppel alle andere apparaten die op het apparaat zijn aangesloten los. 1.
4. Kies de koppeling die bij het door u gebruikte besturingssysteem hoort. 5. Ga naar het firmwaregedeelte van de tabel. ◦ Wanneer de versie in de lijst overeenkomt met de configuratiepagina, hebt u de meest recente versie. ◦ Wanneer de versies verschillen, downloadt u de firmware-upgrade en werkt u de firmware op het apparaat bij door de instructies op het scherm te volgen. OPMERKING: Het apparaat moet zijn aangesloten op een computer met toegang tot internet om de firmware te kunnen bijwerken. ◦ 4.
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Communicatiefout. Er is een fout opgetreden in de faxcommunicatie tussen het product en de afzender of ontvanger. Laat het product opnieuw proberen de fax te verzenden. Haal het telefoonsnoer van het product uit de wandcontactdoos, sluit een telefoon aan en controleer of u kunt bellen. Sluit het telefoonsnoer van het product aan op de aansluiting van een andere telefoonlijn.
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Faxnummer bezet. Het faxnummer waarnaar u de fax probeert te verzenden, is in gesprek. De verzending van de fax is geannuleerd. Bel de ontvanger en controleer of zijn of haar faxapparaat aan staat en gereed is. Verz. geannul. Controleer of u het juiste faxnummer belt. Controleer of de optie Opnemen als bezet is ingeschakeld. Open het menu Service en raak de knop Faxservice aan. Raak de knop Faxtest uitvoeren aan.
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Faxontvangstfout. Er is een fout opgetreden tijdens het ontvangen van een fax. Verzoek de afzender om de fax opnieuw te verzenden. Probeer een fax naar de afzender of naar een ander faxtoestel te verzenden. Controleer of er een kiestoon op de telefoonlijn is door de knop Faxen starten aan te raken. Controleer of het telefoonsnoer goed is aangesloten door het los te koppelen en weer aan te sluiten.
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Faxopslag is vol. Tijdens het verzenden van de fax is het geheugen vol geraakt. Een faxtaak kan alleen correct worden uitgevoerd als alle pagina's van de fax zich in het geheugen bevinden. Alleen de pagina's waarvoor plaats was in het geheugen, zijn verzonden. Annuleer de huidige taak. Schakel het apparaat uit en weer in. Probeer de taak opnieuw te verzenden. Er is geen antwoord van het faxnummer waarnaar u wilt verzenden.
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Geen antwoord. De pogingen om een faxnummer opnieuw te kiezen zijn mislukt of de optie Opn. kiezen bij gn antw. is uitgeschakeld. Bel de ontvanger en controleer of zijn of haar faxapparaat aan staat en gereed is. Verz. geannul. Controleer of u het juiste faxnummer belt. Controleer of de optie voor opnieuw kiezen is ingeschakeld. Ontkoppel het telefoonsnoer van het product en van de wandcontactdoos en sluit het weer aan.
Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Geen kiestoon. Het product heeft geen kiestoon gedetecteerd. Controleer of er een kiestoon op de telefoonlijn is door de knop Faxen starten aan te raken. Ontkoppel het telefoonsnoer van het product en van de wandcontactdoos en sluit het weer aan. Controleer of u het telefoonsnoer gebruikt dat bij het product is geleverd. Haal het telefoonsnoer van het product uit de wandcontactdoos, sluit een telefoon aan en controleer of u kunt bellen.
Problemen oplossen met faxcodes en traceerrapporten Faxfoutcodes bekijken en interpreteren Gebruik de faxfoutcodes uit het faxactiviteitenlogbestand om problemen met de faxfunctie van het apparaat op te lossen. Codenummer Beschrijving 232 Deze fout kan een van de volgende oorzaken hebben: ● Er is een communicatiefout opgetreden tussen de twee apparaten. ● Mogelijk heeft de gebruiker van het externe apparaat op de knop Stop gedrukt.
Codenummer Beschrijving 344-348 Deze fout kan een van de volgende oorzaken hebben: ● Het externe faxapparaat heeft niet gereageerd op een faxopdracht van het lokale apparaat doordat de verbinding werd onderbroken. ● Mogelijk heeft de gebruiker van het externe apparaat op de knop Stop gedrukt. ● In zeldzame gevallen kan onderlinge incompatibiliteit van de twee apparaten ertoe leiden dat het externe apparaat de oproep simpelweg beëindigt.
● Lijst met ongewenste faxen ● Factuurrapport (wanneer factuurcodes zijn ingeschakeld) ● Configuratierapport ● Gebruikspagina 1. Raak in het beginscherm de knop Fax aan. 2. Raak de knop Faxmenu aan. 3. Raak de knop Faxrapporten aan. 4. Raak de knop Alle faxrapporten afdr. aan. Afzonderlijke faxrapporten afdrukken NLWW 1. Raak in het beginscherm de knop Fax aan. 2. Raak de knop Faxmenu aan. 3. Raak de knop Faxrapporten aan. 4. Ga naar het rapport dat u wilt afdrukken.
Het faxfoutenrapport instellen Een faxfoutenrapport is een kort rapport met de melding dat zich een fout heeft voorgedaan bij een faxtaak. U kunt dit rapport na de volgende gebeurtenissen laten afdrukken: ● Elke faxfout (standaardfabrieksinstelling) ● Faxverzendfout ● Faxontvangstfout ● Nooit OPMERKING: Met deze optie weet u niet dat een fax niet goed is verzonden, tenzij u een faxactiviteitenlogboek afdrukt. 1. Raak in het beginscherm de knop Fax aan. 2. Raak de knop Faxmenu aan. 3.
Foutcorrectiemodus van de fax instellen Gewoonlijk worden de signalen van de telefoonlijn tijdens het verzenden of ontvangen van een fax gecontroleerd. Wanneer er tijdens de verzending een fout optreedt en de foutcorrectie-instelling Aan is, kan u worden gevraagd een deel van de fax opnieuw te verzenden. De fabrieksinstelling voor foutcorrectie is Aan. Schakel deze optie alleen uit als u problemen hebt met het verzenden of ontvangen van een fax en u de fouten tijdens de overdracht wilt accepteren.
De faxsnelheid wijzigen De instelling voor de faxsnelheid is het modemprotocol dat het product voor de verzending van faxen gebruikt. Dit protocol is de wereldwijde standaard op het gebied van full-duplex-modems voor het verzenden en ontvangen van gegevens via telefoonlijnen met 33.600 bps (bits per seconde). De fabrieksinstelling voor faxsnelheid is Snel (V.34). Wijzig de V.34-instelling alleen als er problemen optreden bij het verzenden of ontvangen van een fax via een bepaald apparaat.
Problemen oplossen met het verzenden van faxen ● Er wordt een foutbericht weergegeven op het bedieningspaneel ● Op het bedieningspaneel wordt het bericht Klaar weergegeven en de fax wordt niet verzonden ● Op het bedieningspaneel wordt het bericht "Pagina 1 wordt opgeslagen" weergegeven en de fax wordt daarna niet verwerkt ● Faxen worden ontvangen, maar kunnen niet worden verzonden ● De faxfuncties op het bedieningspaneel kunnen niet worden gebruikt ● Er kunnen geen snelkiesnummers worden gebruikt
OPMERKING: lager. ● Als u de optie Foutcorrectie uitschakelt, is de kwaliteit van de fax mogelijk Neem contact op met HP als de fout zich blijft voordoen. Raadpleeg www.hp.com/support/ CM1410series of de ondersteuningsbrochure in de verpakking van het apparaat. Geen kiestoon. ● Controleer of het telefoonsnoer op de juiste aansluiting op het apparaat is aangesloten. ● Controleer of het telefoonsnoer van het apparaat rechtstreeks op de telefoonaansluiting aan de muur is aangesloten.
Het bericht Geen antwoord. wordt weergegeven ● Probeer de fax opnieuw te verzenden. ● Bel de ontvanger om te controleren of het faxapparaat aanstaat en gereed is voor ontvangst. ● Controleer of u het juiste faxnummer belt. ● Haal het telefoonsnoer van het product uit de wandcontactdoos, sluit een telefoon aan en controleer of u kunt bellen. ● Sluit het telefoonsnoer van het product aan op de aansluiting van een andere telefoonlijn.
● c. Open het menu Faxservice. d. Selecteer het item Opgesl. faxen wissen. Splits een grote faxtaak op in kleinere gedeelten en fax deze afzonderlijk. Scannerfout ● Controleer of het papier aan de afmetingspecificaties voldoet. Het apparaat ondersteunt geen faxpagina's die langer zijn dan 381 mm . ● Druk de tekst af of maak hiervan een kopie op Letter-, A4-, of Legal-formaat en verzend de fax opnieuw.
3. Gebruik het bedieningspaneel of de wizard Faxinstellingen van HP om de tijd, datum en kopregel van de fax in te stellen. a. Raak in het beginscherm de knop Instellingen b. Open het menu Faxinstellingen. c. Open het menu Basisinstell.. d. Open het menu Faxkop. e. Selecteer de juiste instellingen. aan. 4. Controleer of de hoorns van alle andere toestellen op de lijn ook op de haak liggen. 5.
● d. Open het menu Toegangsnummer. e. Selecteer de instelling Aan. Wijs aan alle vermeldingen in de groep een snelkiesnummer toe. a. Open een niet-gebruikt snelkiesnummer. b. Voer het faxnummer voor het snelkiesnummer in. c. Raak de knop OK aan om het snelkiesnummer op te slaan. U ontvangt een opgenomen foutbericht van de telefoonmaatschappij wanneer u probeert een fax te verzenden ● Controleer of u het juiste faxnummer hebt gedraaid en of de telefoondienst niet is geblokkeerd.
● Er is een fax ontvangen, maar deze kan niet worden afgedrukt ● De afzender ontvangt een bezettoon ● Geen belsignaal ● Er kunnen geen faxen worden verzonden of ontvangen via een PBX-lijn De fax reageert niet De fax heeft een eigen telefoonlijn ● Stel via het bedieningspaneel de optie Antwoordmodus in op Automatisch. a. Raak in het beginscherm de knop Instellingen b. Open het menu Faxinstellingen. c. Open het menu Basisinstell.. d. Open het menu Antwoordmodus. e.
gedetecteerd, genereert het apparaat een beltoon om u te informeren dat u de telefoon moet opnemen. a. Raak in het beginscherm de knop Instellingen b. Open het menu Faxinstellingen. c. Open het menu Basisinstell.. d. Open het menu Antwoordmodus. e. Selecteer de instelling Fax/Tel. aan. Er is een telefoon op het apparaat aangesloten Stel de optie Antwoordmodus in op Automatisch. 1. Raak in het beginscherm de knop Instellingen 2. Open het menu Faxinstellingen. 3. Open het menu Basisinstell..
d. Open het menu Antwoordmodus. e. Selecteer de instelling Handmatig. OPMERKING: U dient aanwezig te zijn om faxen te kunnen ontvangen. Het apparaat is verbonden met een DSL-telefoondienst ● Controleer de installatie en functies. Bij een DSL-modem is een filter met hoge frequentiedoorgang vereist voor de telefoonverbinding met het apparaat. Neem contact op met uw DSL-serviceprovider voor een filter of koop een filter. ● Controleer of het filter is aangesloten.
● Controleer de telefoonlijn door een faxtest uit te voeren vanaf het bedieningspaneel. ● Neem contact op met HP als de fout zich blijft voordoen. Raadpleeg www.hp.com/support/ CM1410series of de ondersteuningsbrochure in de verpakking van het apparaat. Het bericht Communicatiefout. wordt weergegeven ● Vraag de afzender de fax meteen of op een later tijdstip opnieuw te verzenden wanneer de lijn is verbeterd.
Het bericht Faxopslag is vol. wordt weergegeven ● Schakel het product uit en weer in. ● Druk alle faxberichten af en vraag de afzender om de fax opnieuw te verzenden. ● Vraag de afzender een grote faxtaak op te splitsen in kleinere gedeelten en deze afzonderlijk te faxen. ● De resolutie van het faxapparaat waarmee wordt verzonden, mag niet zijn ingesteld op Foto of Zeer fijn. ● a. Raak in het beginscherm de knop Instellingen b. Open het menu Faxinstellingen. c. Open het menu Geav. instell..
d. Open het menu Antwoordmodus. e. Selecteer de instelling die overeenkomt met de apparaatinstelling. Stel de optie Antwoordmodus in op Fax/Tel om faxen automatisch te ontvangen. De instelling Fax/Tel detecteert automatisch of de inkomende transmissie een fax of een telefoongesprek is en leidt de oproep naar het bewuste apparaat.
● Stel de instelling Faxsnelheid hoger in. . a. Open het menu Instellingen b. Open het menu Faxinstellingen. c. Open het menu Geav. instell.. d. Open het menu Faxsnelheid. e. Selecteer de juiste instelling. ● Splits een grote faxtaak op in kleinere gedeelten en fax deze afzonderlijk. ● Stel de faxinstellingen op het bedieningspaneel in op een lagere resolutie. . a. Open het menu Instellingen b. Open het menu Faxinstellingen. c. Open het menu Geav. instell.. d.
De fax wordt afgekapt of wordt op twee pagina's afgedrukt ● Configureer de instelling Standaardpapierformaat. Faxberichten worden op één formaat papier afgedrukt op basis van de instellingen voor Standaardpapierformaat. a. Open het menu Instellingen b. Open het menu Systeeminstellingen. c. Open het menu Papierinstell.. d. Open het menu Standaardpapierformaat. e. Selecteer de juiste instelling. . ● Stel de papiersoort en het papierformaat voor de lade in die wordt gebruikt voor faxberichten.
Informatie over regelgeving en garanties Raadpleeg Aanvullende verklaringen voor telecomproducten (faxapparatuur) op pagina 290 voor informatie over regelgeving en garanties.
184 Hoofdstuk 11 Fax NLWW
12 Het product beheren en onderhouden NLWW ● Informatiepagina’s afdrukken ● De HP ToolboxFX-software gebruiken ● De geïntegreerde webserver van HP gebruiken ● HP Web Jetadmin-software gebruiken ● Functies voor productbeveiliging ● Energiezuinige instellingen ● Benodigdheden en accessoires beheren ● Het product reinigen ● Productupdates 185
Informatiepagina’s afdrukken Informatiepagina's bevinden zich in het geheugen van het product. Met behulp van deze pagina's kunt u problemen met het product onderzoeken en oplossen. OPMERKING: Als de taal op het product tijdens de installatie niet goed is ingesteld, kunt u de taal handmatig instellen zodat de informatiepagina's in een van de ondersteunde talen worden afgedrukt.
NLWW Menuoptie Beschrijving Diagnosepagina Diagnostische informatie over de kalibratie- en kleurkwaliteit afdrukken Kwaliteitspagina afdr. Een pagina voor hulp bij problemen met de afdrukkwaliteit afdrukken 1. Raak in het beginscherm de knop Instellingen 2. Raak de knop Rapporten aan. 3. Ga naar het rapport dat u wilt afdrukken. aan.
De HP ToolboxFX-software gebruiken HP ToolboxFX is een programma dat u voor de volgende taken kunt gebruiken: ● De productstatus controleren. ● De instellingen van het product configureren. ● Informatie over probleemoplossingen bekijken. U kunt HP ToolboxFX gebruiken als het product rechtstreeks is aangesloten op de computer of als de printer is aangesloten op het netwerk. HP ToolboxFX kan alleen worden gebruikt als de software op de aanbevolen wijze is geïnstalleerd.
Logbestand Het logbestand is een tabel waarin alle gebeurtenissen van het apparaat worden vastgelegd. Het bevat codes die overeenkomen met de foutberichten die op het bedieningspaneel van het apparaat worden weergegeven. Het getal in de kolom Aantal pagina's geeft het totale aantal pagina's aan dat op het product was afgedrukt op het moment dat de fout zich voordeed.
Fax Gebruik het tabblad Fax van HP ToolboxFX om faxtaken uit te voeren vanaf uw computer. Het tabblad Fax bevat koppelingen naar de volgende pagina's: ● Faxontvangst. Hier kunt u de faxontvangstmodus instellen. ● Faxtelefoonboek. Hier kunt u telefoonboekvermeldingen op het product toevoegen, bewerken of verwijderen. ● Faxverzendlog. Hier kunt u alle recente faxen bekijken die vanaf het product zijn verzonden. ● Faxontvangstlog.
● Als u snelkiescodes wilt verplaatsen, kunt u het item selecteren en op Verplaatsen klikken of kunt u Verplaatsen selecteren en vervolgens het item opgeven in het dialoogvenster. Selecteer Volgende lege rij of geef het nummer op van de rij waar u het item naartoe wilt verplaatsen. OPMERKING: Als u een rij opgeeft die al bezet is, wordt het bestaande item overschreven door het nieuwe item.
Faxverzendlog In het faxverzendlog van HP ToolboxFX worden alle onlangs verzonden faxen vermeld met informatie zoals de verzenddatum en -tijd, het taaknummer, het faxnummer, het aantal pagina's en de resultaten. Klik op een willekeurige kolomkop in het faxverzendlog om de gegevens in deze kolom opnieuw te sorteren in oplopende of aflopende volgorde. In de kolom Resultaten wordt de status van de fax weergegeven.
Systeeminstellingen Het tabblad HP ToolboxFX Systeeminstellingen bevat koppelingen naar de volgende hoofdpagina's: ● Apparaatgegevens. Hier vindt u informatie over het product, zoals de beschrijving van het product en een contactpersoon. ● Papierinstell. Hier wijzigt u de papierverwerkingsinstellingen van het product, zoals het standaardpapierformaat en de standaardpapiersoort. ● Afdrukkwaliteit. Hier wijzigt u de afdrukkwaliteitsinstellingen van het product. ● Afdrukdichtheid.
Papierinstellingen Met deze opties kunt u de standaardinstellingen configureren. De volgende opties zijn beschikbaar voor het verwerken van afdruktaken wanneer het papier op is: ● Selecteer Wacht tot papier is geplaatst. ● Selecteer Annuleren in de vervolgkeuzelijst Actie na papier op om de afdruktaak te annuleren. In het veld Tijd na papier op wordt opgegeven hoe lang het product wacht alvorens uw selecties uit te voeren. U kunt de tijd instellen tussen 0 en 3600 seconden.
Systeeminstellingen Gebruik de HP ToolboxFX opties voor systeeminstellingen van voor het configureren van algemene instellingen voor kopiëren, faxen, scannen en afdrukken, zoals storingsherstel en automatisch doorgaan. OPMERKING: De wijzigingen worden van kracht wanneer u op Toepassen klikt. Afroepen apparaat U kunt polling van HP ToolboxFX uitschakelen om het netwerkverkeer te verminderen. OPMERKING: De wijzigingen worden van kracht wanneer u op Toepassen klikt.
PCL5 Gebruik deze opties om de instellingen bij het gebruik van de PCL-afdrukpersonality te configureren. OPMERKING: De wijzigingen treden pas in werking nadat u op Toepassen hebt geklikt. PostScript Gebruik deze optie als u de PostScript-afdrukpersonality gebruikt. Als de optie PostScript-fout afdrukken is ingeschakeld, zal de PostScript-foutpagina automatisch worden afgedrukt als zich PostScript-fouten voordoen. OPMERKING: De wijzigingen treden pas in werking nadat u op Toepassen hebt geklikt.
De geïntegreerde webserver van HP gebruiken Dit product beschikt over een geïntegreerde webserver, die toegang geeft tot informatie over producten netwerkactiviteiten. Een webserver biedt een omgeving waarin webprogramma's kunnen worden uitgevoerd, vergelijkbaar met de omgeving die door een besturingssysteem (zoals Windows) wordt geboden en waarin programma's op uw computer kunnen worden uitgevoerd.
OPMERKING: Als u de netwerkinstellingen van de geïntegreerde webserver wijzigt, wordt bepaalde software of worden bepaalde functies uitgeschakeld.
HP Web Jetadmin-software gebruiken HP Web Jetadmin is een op het web gebaseerde software-oplossing voor het op afstand installeren en bewaken van op het netwerk aangesloten randapparatuur en voor het oplossen van problemen daarmee. Het beheer is proactief zodat netwerkbeheerders de mogelijkheid hebben problemen op te lossen voordat de gebruiker daarmee wordt geconfronteerd. Download deze uitgebreide beheersoftware gratis van www.hp.com/go/webjetadmin.
Energiezuinige instellingen PowerSave-modi Met de aanpasbare functie Sluimermodus wordt het stroomverbruik beperkt wanneer het apparaat langere tijd niet actief is geweest. U kunt instellen na hoeveel tijd het apparaat de sluimermodus inschakelt. OPMERKING: Deze modus heeft geen invloed op de opwarmtijd van het product. Slaapstand instellen 1. Raak in het beginscherm de knop Instellingen aan. 2. Raak de knop Systeeminstellingen aan. 3. Raak de knop Slaapstand na aan. 4.
Benodigdheden en accessoires beheren Afdrukken wanneer een cartridge het einde van de geschatte levensduur heeft bereikt Berichten over benodigdheden Op het bedieningspaneel en op computers waarop de apparaatsoftware volledig is geïnstalleerd, worden berichten weergegeven met betrekking tot de benodigdheden. Wanneer de apparaatsoftware niet volledig is geïnstalleerd, ontvangt u mogelijk niet alle berichten over benodigdheden.
4. Raak de knop Zwarte printcassette of Kleurenprintcass aan. 5. Selecteer een van de volgende opties: ● Selecteer de optie Doorgaan als u wilt dat het apparaat u waarschuwt wanneer een printcartridge vrijwel leeg is, maar wel doorgaat met afdrukken. ● Selecteer de optie Stoppen/Vervangen als u wilt instellen dat het apparaat stopt met afdrukken (ook het afdrukken van faxen) tot u de printcartridge hebt vervangen.
In de volgende gevallen hebt u mogelijk te maken met een niet-originele printcartridge: ● Op de statuspagina voor benodigdheden wordt aangegeven dat er een onderdeel van een andere fabrikant dan HP of een gebruikt onderdeel is geïnstalleerd. ● U ondervindt een groot aantal problemen bij het gebruik van de printcartridge. ● De cartridge ziet er anders uit dan gebruikelijk (de verpakking is bijvoorbeeld anders dan die van HP).
1. Open de voorste klep. 2. Trek de lade met de printcartridges naar voren. 3. Pak de hendels van de oude printcartridge vast en trek de cartridge er recht uit.
4. Haal de nieuwe printcartridge uit de verpakking. 5. Schud de printcartridge licht heen en weer, zodat de toner gelijkmatig in de cartridge wordt verdeeld. 6. Verwijder de oranje plastiek bescherming van de onderkant van de nieuwe printcartridge.
7. Raak de afbeeldingsdrum onderaan de printcartridge niet aan. Vingerafdrukken op de afbeeldingsdrum kunnen problemen geven met de afdrukkwaliteit. 8. Plaats de nieuwe printcartridge in het product. 9. Trek aan de strook aan de linkerzijde van de printcartridge om de verpakkingstape volledig te verwijderen. Gooi de verpakkingstape weg.
10. Sluit de lade met de printcartridges. 11. Sluit de voorklep. 12. Plaats de oude printcartridge en het oranje plastic beschermkapje in de verpakking van de nieuwe printcartridge. Volg de recyclinginstructies uit de verpakking op.
Het product reinigen De papierbaan reinigen Tijdens het afdrukproces kunnen zich papier, tonerresten en stofdeeltjes ophopen in het product. Dit kan na verloop van tijd problemen geven met de afdrukkwaliteit, bijvoorbeeld in de vorm van tonervlekken of vegen. Dit product beschikt over een reinigingsmodus waarmee dergelijke problemen kunnen worden opgelost en voorkomen. De papierbaan reinigen vanaf het bedieningspaneel 1. Raak in het beginscherm de knop Instellingen aan. 2. Raak het menu Service aan. 3.
3. Reinig de scannerglasplaat en de witte, plastic achtergrondplaat met een zachte doek of een spons die is bevochtigd met een niet-schurende glasreiniger. VOORZICHTIG: Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, wasbenzine, ammoniak, ethanol of tetrachloorkoolstof op het product; deze stoffen kunnen het product beschadigen. Laat de glasplaat of de plaat niet rechtstreeks met vloeistoffen in aanraking komen. Deze kunnen onder de glasplaat terechtkomen en het product beschadigen. 4.
2. Gebruik een vochtige, pluisvrije doek om de beide oppakrollen en het scheidingskussen schoon te vegen. 3. Sluit de klep van de documentinvoer. Het aanraakscherm reinigen Reinig het aanraakscherm om vingerafdrukken of stof te verwijderen. Veeg het aanraakscherm voorzichtig af met een schone, pluisvrije doek die met water is bevochtigd. VOORZICHTIG: Gebruik alleen water. Oplosmiddelen en reinigingsmiddelen kunnen het aanraakscherm beschadigen. Giet of spuit geen water direct op het aanraakscherm.
Productupdates Software- en firmwareupdates en installatieinstructies voor dit product zijn beschikbaar via www.hp.com/support/CM1410series. Klik op Downloads en stuurprogramma's, klik op het besturingssysteem en selecteer de download voor het product.
212 Hoofdstuk 12 Het product beheren en onderhouden NLWW
13 Problemen oplossen NLWW ● Zelfhulp ● Controlelijst voor het oplossen van problemen ● Factoren die de prestaties van het product beïnvloeden ● De fabrieksinstellingen herstellen ● Berichten op het bedieningspaneel interpreteren ● Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast ● De afdrukkwaliteit verbeteren ● Het apparaat drukt niet of langzaam af ● Problemen met direct afdrukken via USB oplossen ● Verbindingsproblemen oplossen ● Problemen met draadloze netwerken oplossen ● Proble
Zelfhulp Naast de informatie in deze handleiding is er nog meer handige informatie beschikbaar. HP Help & Learn Center Het HP Help & Learn Center en andere documentatie kunt u vinden op de cd-rom die bij het apparaat is geleverd of in de programmamap van HP op uw computer. Het HP Help & Learn Center is een hulpprogramma voor eenvoudige toegang tot apparaatinformatie, onlineproductondersteuning van HP, hulp bij het oplossen van problemen en overheids- en veiligheidsinformatie.
Controlelijst voor het oplossen van problemen Voer de volgende stappen uit wanneer u een probleem met het product probeert op te lossen.
Stap 4: Test de kopieerfunctie 1. Plaats de configuratiepagina in de documentinvoer en maak een kopie. Als het papier niet soepel door de documentinvoer wordt gevoerd, moet u de invoerrollen en het scheidingskussen mogelijk schoonmaken. Zorg ervoor dat het papier voldoet aan de specificaties voor dit apparaat. 2. Plaats de configuratiepagina op de glasplaat en maak een kopie. 3. Als de afdrukkwaliteit van de gekopieerde pagina's onvoldoende is, reinigt u de glasplaat en de glasstrook.
Factoren die de prestaties van het product beïnvloeden De hoeveelheid tijd die nodig is om een taak af te drukken, is van verschillende factoren afhankelijk: ● Het softwareprogramma dat u gebruikt en de instellingen daarvan ● Het gebruik van speciaal papier (zoals transparanten, zwaar papier of papier van aangepast formaat) ● Verwerkingstijd en downloadtijd van het product ● De complexiteit en de grootte van afbeeldingen ● De snelheid van de gebruikte computer ● De USB- of netwerkverbinding ● O
Berichten op het bedieningspaneel interpreteren Soorten berichten op het bedieningspaneel Er worden tijdelijk signaal- en waarschuwingsberichten weergegeven. Mogelijk moet u deze bevestigen door de knop OK aan te raken om verder te kunnen gaan, of moet u de knop Annuleren aanraken om de taak te annuleren. Bij bepaalde waarschuwingen wordt de taak mogelijk niet volledig uitgevoerd of is de afdrukkwaliteit niet goed.
Tabel 13-1 Berichten op het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie 50.x Fuserfout Er is een interne hardwarefout opgetreden in het product. 1. Schakel het product uit met de hoofdschakelaar, wacht minimaal 30 seconden. 2. Als u een spanningsbeveiliging gebruikt, koppelt u deze los. Sluit het product rechtstreeks aan op het stopcontact. 3. Schakel het product in en wacht totdat het is geïnitialiseerd.
Tabel 13-1 Berichten op het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Aan pagina aanp. Alleen flatbed De kopieerfunctie verkleinen/vergroten ("Aanpassen aan pagina") is enkel van toepassing op kopieën die werden gemaakt vanaf de flatbedscanner. Gebruik de flatbed of selecteer een andere vergroten/verkleinen-instelling. ADF-deur is open. De klep van de documentinvoer is open of een sensor is defect. Zorg dat de klep van de documentinvoer gesloten is.
Tabel 13-1 Berichten op het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Cyaan op verkeerde plaats De printcartridge is in de verkeerde sleuf geplaatst. Zorg ervoor dat alle printcartridges in de juiste sleuf zijn geplaatst. De printcartridges worden van voor naar achter in de volgende volgorde geïnstalleerd: zwart, cyaan, magenta en geel.
Tabel 13-1 Berichten op het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Faxnummer bezet. Het faxnummer waarnaar u de fax probeert te verzenden, is in gesprek. De verzending van de fax is geannuleerd. Bel de ontvanger en controleer of zijn of haar faxapparaat aan staat en gereed is. Verz. geannul. Controleer of u het juiste faxnummer belt. Controleer of de optie Opnemen als bezet is ingeschakeld. Open het menu Service en raak de knop Faxservice aan.
Tabel 13-1 Berichten op het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Faxopslag is vol. Er is onvoldoende geheugen voor het opslaan van inkomende faxen beschikbaar. Wanneer u gebruikmaakt van de functie Privé ontvangen, dient u alle ontvangen faxen af te drukken om geheugen vrij te maken. Faxontvangst geannuleerd. Indien er nog meer geheugen nodig is, wist u faxen uit het geheugen. Open het menu Service. Selecteer in het menu Faxservice de optie Opgesl.
Tabel 13-1 Berichten op het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Geen antwoord. Er is geen antwoord van het faxnummer waarnaar u wilt verzenden. Het product probeert na enkele minuten opnieuw te kiezen. Laat het product opnieuw proberen de fax te verzenden. Opn. kiezen. Bel de ontvanger en controleer of zijn of haar faxapparaat aan staat en gereed is. Controleer of u het juiste faxnummer belt.
Tabel 13-1 Berichten op het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Geen fax Het product heeft de inkomende oproep beantwoord, maar heeft niet vastgesteld dat de oproep afkomstig was van een faxtoestel. Laat het product opnieuw proberen de fax te ontvangen. Open het menu Service en raak de knop Faxservice aan. Raak de knop Faxtest uitvoeren aan.
Tabel 13-1 Berichten op het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Magenta op verkeerde plaats De printcartridge is in de verkeerde sleuf geplaatst. Zorg ervoor dat alle printcartridges in de juiste sleuf zijn geplaatst. De printcartridges worden van voor naar achter in de volgende volgorde geïnstalleerd: zwart, cyaan, magenta en geel.
Tabel 13-1 Berichten op het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Printercommunicatiefout Er is een fout (communicatie-time-out) opgetreden bij de motor van het product. Schakel het product uit met de hoofdschakelaar, wacht minimaal 30 seconden, schakel het product weer in en wacht tot het product is geïnitialiseerd. Als u een spanningsbeveiliging gebruikt, koppelt u deze los. Sluit het product rechtstreeks aan op het stopcontact.
Tabel 13-1 Berichten op het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Storing in doc.invoer. Verhelpen en weer laden. Een vel papier is vastgelopen in de lade van de documentinvoer. Verwijder het vastgelopen papier. Neem contact op met HP als de fout zich blijft voordoen. Raadpleeg www.hp.com/ support/CM1410series of de ondersteuningsbrochure in de verpakking van het apparaat. Te weinig geheugen. Druk op OK. Het geheugen van het product is bijna vol.
Tabel 13-1 Berichten op het bedieningspaneel (vervolg) Bedieningspaneelbericht Omschrijving Aanbevolen actie Verzendfout fax Er is een fout opgetreden tijdens het verzenden van een fax. Verzend de fax opnieuw. Probeer naar een ander faxnummer te faxen. Controleer of het telefoonsnoer goed is aangesloten door het los te koppelen en weer aan te sluiten. Controleer of u het telefoonsnoer gebruikt dat bij het product is geleverd. Open het menu Service en raak de knop Faxservice aan.
Papier wordt niet goed ingevoerd of loopt vast ● Het apparaat pakt geen papier op ● Het apparaat pakt meerdere vellen papier op. ● Papierstoringen voorkomen ● Storingen verhelpen Het apparaat pakt geen papier op Als het apparaat geen papier uit de lade pakt, kunt u het volgende proberen. 1. Open het apparaat en verwijder eventuele vastgelopen vellen papier. 2. Plaats papier met het juiste formaat in de lade. 3. Zorg ervoor dat de papiergeleiders in de lade zijn afgestemd op het papierformaat.
5. Zorg ervoor dat de papiergeleiders in de lade zijn afgestemd op het papierformaat. Schuif de geleiders tegen de stapel papier aan zonder het papier te buigen. 6. Plaats de lade goed in het apparaat. 7. Gebruik de handmatige invoer wanneer u afdrukt op zwaar of geperforeerd papier, of papier met reliëf en voer de vellen een voor een in.
Storingslocaties Papierstoringen kunnen zich op de volgende plaatsen voordoen: 1 2 3 4 1 Documentinvoer 2 Uitvoerbak 3 Lade 1 4 Achterklep Na de papierstoring kan er losse toner in het product achterblijven. Na het afdrukken van enkele vellen is dit gewoonlijk vanzelf opgelost. Papierstoringen in de documentinvoer verhelpen 1. Schakel het product uit.
2. Open de klep van de documentinvoer. 3. Til het invoermechanisme omhoog en trek het vastgelopen papier voorzichtig los. 4. Sluit de klep van de documentinvoer.
Vastgelopen papier uit de uitvoerlade verwijderen VOORZICHTIG: Gebruik geen scherpe objecten, zoals een pincet of een buigtang, om storingen te verhelpen. Schade die is veroorzaakt door scherpe voorwerpen wordt niet door de garantie gedekt. Als u vastgelopen papier wilt verwijderen, trekt u het vastgelopen papier recht uit het apparaat. Wanneer u het vastgelopen papier onder een hoek uit het apparaat probeert te trekken, kan het apparaat beschadigd raken.
3. Open de achterklep. VOORZICHTIG: De fuser, die zich aan de achterzijde van het apparaat bevindt, is heet. Wacht totdat de fuser is afgekoeld voordat u doorgaat. 4. Pak het papier met beide handen beet en trek het voorzichtig uit het apparaat. 5. Plaats de papierlade weer in het apparaat.
6. Sluit de achterste uitvoerklep. 7. Druk een reinigingspagina af om overtollige toner uit de papierbaan te verwijderen. a. Raak in het beginscherm de knop Instellingen aan. b. Raak het menu Service aan. c. Raak de knop Reinigingspagina aan. d. Laad gewoon papier of A4-papier wanneer dit wordt gevraagd. e. Raak de knop OK aan om het reinigen te starten. Een pagina wordt langzaam door het product gevoerd. Gooi de pagina weg nadat de procedure is voltooid.
1. Pak het papier met beide handen beet en trek het voorzichtig uit het apparaat.
De afdrukkwaliteit verbeteren Wanneer u zich aan deze richtlijnen houdt, kunt u de meeste problemen met de afdrukkwaliteit voorkomen. ● Gebruik de juiste instelling voor de papiersoort in de printerdriver.
5. Selecteer een soort in de vervolgkeuzelijst Soort afdrukmateriaal. 6. Klik op de knop Afdrukken. De kleurinstellingen aanpassen in de printerdriver Het kleurthema van een afdruktaak wijzigen 1. Kies Afdrukken in het menu Bestand van het softwareprogramma. 2. Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren. 3. Klik op het tabblad Kleur. 4. Selecteer een kleurthema in de vervolgkeuzelijst Kleurthema's.
3. Klik op het tabblad Kleur. 4. Klik op de instelling Automatisch of Handmatig. ● De instelling Automatisch: selecteer deze instelling voor de meeste afdruktaken in kleur. ● De instelling Handmatig: selecteer deze instelling om de kleurinstellingen onafhankelijk van andere instellingen aan te passen. OPMERKING: Het handmatig aanpassen van kleurinstellingen kan van invloed zijn op de afdrukken. HP adviseert dat deze instellingen alleen worden gewijzigd door grafische deskundigen. 5.
● Gebruik papier dat is ontworpen voor laserprinters. Gebruik geen papier dat alleen is geschikt is voor inkjetprinters. ● Gebruik geen papier met een te ruw oppervlak. Gladder papier zorgt over het algemeen voor een beter afdrukresultaat. Een reinigingspagina afdrukken Druk een reinigingspagina af om stof en overtollige toner uit de papierbaan te verwijderen wanneer zich een van de volgende problemen voordoet: ● Er bevinden zich tonervlekken op de afgedrukte pagina's.
Wanneer u hebt vastgesteld dat een printcartridge vervangen moet worden, druk dan de statuspagina van de benodigdheden af om het onderdeelnummer voor de bijbehorende originele printcartridge van HP te achterhalen. Soort printcartridge Procedure voor het oplossen van het probleem Nagevulde of gereviseerde printcartridge Het gebruik van benodigdheden die niet door HP zijn vervaardigd, nieuw of gereviseerd, wordt niet aanbevolen door Hewlett-Packard Company.
Gebied Printcartridge 1 Geel 2 Cyaan 3 Zwart 4 Magenta ● Als er in slechts één groep stippen en strepen voorkomen, dient u de printcartridge te vervangen die bij deze groep hoort. ● Als er in meerdere groepen stippen voorkomen, dient u een reinigingspagina af te drukken. Als het probleem aanhoudt, controleert u of de stippen altijd dezelfde kleur hebben (bijvoorbeeld of er in alle vijf gekleurde banen magentastippen worden weergegeven).
3. Controleer het oppervlak van de groene afbeeldingsdrum aan de onderkant van de printcartridge. VOORZICHTIG: Raak de groene rol (afbeeldingsdrum) aan de onderkant van de cartridge niet aan. Vingerafdrukken op de afbeeldingsdrum kunnen problemen geven met de afdrukkwaliteit. 4. Vervang de printcartridge wanneer er zich krassen, vingerafdrukken of andere beschadigingen op de afbeeldingsdrum bevinden. 5.
HP PCL 6-driver HP UPD PS-driver HP UPD PCL 5 ● Wordt meegeleverd als de standaarddriver. Deze driver wordt automatisch geïnstalleerd, tenzij u een andere driver selecteert.
1. Zet het product uit met de aan-uitschakelaar en haal het netsnoer uit het stopcontact. 2. Open het deksel van de scanner. 3. Reinig de scannerglasplaat en de witte, plastic achtergrondplaat met een zachte doek of een spons die is bevochtigd met een niet-schurende glasreiniger. VOORZICHTIG: Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, wasbenzine, ammoniak, ethanol of tetrachloorkoolstof op het product; deze stoffen kunnen het product beschadigen.
3. Zorg ervoor dat alle kabels juist zijn aangesloten. Als het apparaat op een netwerk is aangesloten, controleert u het volgende: ◦ Controleer het lampje naast de netwerkverbinding op het apparaat. Als het netwerk actief is, brandt het lampje groen. ◦ Zorg ervoor dat u een netwerkkabel gebruikt voor de netwerkaansluiting in plaats van een telefoonsnoer. ◦ Zorg ervoor dat de netwerkrouter, -hub of -switch is ingeschakeld en dat het netwerk juist functioneert. 4.
Problemen met direct afdrukken via USB oplossen ● Het menu USB-flashdrive wordt niet geopend wanneer u het USB-accessoire plaatst ● Het bestand wordt niet afgedrukt vanaf het USB-opslagaccessoire ● Het bestand dat u wilt afdrukken, wordt niet in het menu USB-flashdrive weergegeven. Het menu USB-flashdrive wordt niet geopend wanneer u het USBaccessoire plaatst 1. Mogelijk ondersteunt het apparaat het USB-opslagaccessoire of het bestandssysteem niet.
Het bestand dat u wilt afdrukken, wordt niet in het menu USB-flashdrive weergegeven. 1. U probeert mogelijk een bestandstype af te drukken dat niet door de functie voor afdrukken via USB wordt ondersteund. Het apparaat ondersteunt PDF- en JPEG-bestanden. 2. Mogelijk zitten er te veel bestanden in één enkele map van het USB-opslagaccessoire. Verminder het aantal bestanden in de map door bestanden naar submappen te verplaatsen. 3.
3. Controleer aan de achterzijde van het apparaat of er twee lampjes branden bij de netwerkpoortaansluiting: oranje geeft activiteit aan, groen de koppelingsstatus. 4. Als het probleem hiermee niet is verholpen, probeert u een andere kabel of poort op de hub. De computer maakt gebruik van een onjuist IP-adres voor dit apparaat 1. Ga naar de printereigenschappen en klik op het tabblad Poorten. Controleer of het IP-adres van het apparaat klopt.
Problemen met draadloze netwerken oplossen ● Controlelijst draadloze verbinding ● Op het bedieningspaneel wordt het volgende bericht weergegeven: De draadloze functie van dit product is uitgeschakeld.
Op het bedieningspaneel wordt het volgende bericht weergegeven: De draadloze functie van dit product is uitgeschakeld. 1. Raak de knop Menu Draadloos aan. 2. Raak de knop Draadloos aan/uit en vervolgens de knop Aan aan. Er kan niet worden afgedrukt met het apparaat na het voltooien van de draadloze configuratie 1. Controleer of het apparaat ingeschakeld en gereed is. 2. Controleer of u verbonden bent met het juiste draadloos netwerk. 3. Controleer of het draadloos netwerk goed werkt. 4. 5. a.
Er kunnen geen computers meer worden aangesloten op het draadloos apparaat 1. Controleer of de andere computers zich binnen het draadloos bereik bevinden en dat er geen obstakels zijn die het signaal blokkeren. Voor de meeste netwerken ligt het draadloos bereik op maximaal 30 m van het draadloos toegangspunt. 2. Controleer of het apparaat ingeschakeld en gereed is. 3. Schakel firewalls van derden uit op uw computer. 4. Controleer of het draadloos netwerk goed werkt. 5. 6. a.
Het draadloos netwerk functioneert niet 1. Om te controleren of de verbinding met het netwerk is verbroken, dient u andere apparaten op het netwerk aan te sluiten. 2. Test de netwerkcommunicatie door een ping-opdracht uit te voeren op het netwerk. 3. a. Open een opdrachtregel op uw computer. In Windows: klik op Start, klik op Uitvoeren en typ vervolgens cmd. b. Typ ping, gevolgd door de naam van uw draadloze netwerk (SSID). c.
Problemen met de productsoftware Probleem Oplossing Er wordt geen driver voor het product weergegeven in de map Printers. ● Start de computer opnieuw op om het spoolerproces opnieuw te starten. Als er een storing is ontstaan tijdens het spoolerproces, worden er geen printerdrivers weergegeven in de map Printers. ● Installeer de productsoftware opnieuw. OPMERKING: Sluit alle geopende toepassingen.
Veelvoorkomende Mac-problemen oplossen ● De printerdriver wordt niet in de lijst met printers en faxapparaten weergegeven ● De apparaatnaam wordt niet weergegeven in de lijst met printers en faxapparaten. ● De printerdriver zorgt er niet automatisch voor dat het geselecteerde apparaat wordt weergegeven in de lijst met printers en faxapparaten.
Er is geen afdruktaak verzonden naar het apparaat van uw keuze 1. Open de afdrukwachtrij en start de afdruktaak opnieuw. 2. Een ander apparaat met een vergelijkbare naam heeft de afdruktaak mogelijk ontvangen. Druk een configuratiepagina af om de productnaam te controleren. Controleer of de naam op de configuratiepagina overeenkomt met de apparaatnaam in de lijst met printers en faxapparaten.
258 Hoofdstuk 13 Problemen oplossen NLWW
A NLWW Benodigdheden en accessoires ● Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen ● Onderdeelnummers 259
Onderdelen, accessoires en benodigdheden bestellen Benodigdheden en papier bestellen www.hp.com/go/suresupply Originele onderdelen of accessoires van HP bestellen www.hp.com/buy/parts Bestellen via service- of ondersteuningsproviders Neem contact op met een erkend service- of ondersteuningspunt van HP. Onderdeelnummers De volgende lijst met accessoires was actueel ten tijde van deze druk. Bestelinformatie en beschikbaarheid van de accessoires kan veranderen tijdens de levensduur van het product.
B NLWW Service en ondersteuning ● Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard ● De Premium Protection Warranty van HP: Beperkte-garantieverklaring voor de LaserJetprintcartridge ● Op de printcartridge opgeslagen gegevens ● Licentieovereenkomst voor eindgebruikers ● OpenSSL ● Klantondersteuning ● Het product opnieuw verpakken 261
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard HP PRODUCT DUUR VAN DE BEPERKTE GARANTIE HP LaserJet Pro CM1410 Color MFP Series Eén jaar na aanschafdatum HP garandeert u, de eindgebruiker en klant, dat de HP-hardware en -accessoires vanaf de datum van aankoop voor de duur van bovengenoemde garantieperiode vrij zullen zijn van materiaal- en constructiefouten.
ONRECHTMATIGE DAAD OF ANDERSZINS. Sommige landen/regio's, staten of provincies staan beperking van een geïmpliceerde garantie niet toe, waardoor de bovenstaande beperking of uitsluiting misschien niet op u van toepassing is. VOOR ZOVER WETTELIJK TOEGESTAAN, ZIJN DE VOORWAARDEN IN DEZE GARANTIEVERKLARING EEN AANVULLING OP DE GELDENDE WETTELIJKE RECHTEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DE VERKOOP VAN DIT PRODUCT AAN U.
De Premium Protection Warranty van HP: Beperktegarantieverklaring voor de LaserJet-printcartridge HP garandeert dat dit HP-product geen materiaal- en productiefouten bevat.
Op de printcartridge opgeslagen gegevens De printcartridges van HP die in dit apparaat worden gebruikt, bevatten een geheugenchip die de werking van het apparaat ondersteunt.
Licentieovereenkomst voor eindgebruikers LEES DIT DOCUMENT AANDACHTIG DOOR VOORDAT U DIT SOFTWAREPRODUCT IN GEBRUIK NEEMT: Deze licentieovereenkomst voor eindgebruikers (“LVE”)is een contract tussen (a) u (een persoon of de organisatie die u vertegenwoordigt) en (b) Hewlett-Packard Company (“HP”) die van toepassing is op uw gebruik van het softwareproduct (“de Software”).
In geval van een tegenstrijdigheid tussen deze LVE en zulke andere voorwaarden, zijn de andere voorwaarden van toepassing. 4. OVERDRACHT. a. Overdracht aan derden. De aanvankelijke eindgebruiker van de HP Software mag de HP Software eenmalig overdragen aan een andere eindgebruiker. Elke overdracht zal alle onderdelen, media, Gebruikersdocumentatie, deze LVE en, indien van toepassing, het Certificaat van echtheid omvatten. De overdracht mag geen indirecte overdracht zijn, zoals een consignatie.
Software beperken, waaronder beperkingen met betrekking tot de verspreiding van nucleaire, chemische of biologische wapens. 11. VOORBEHOUD VAN RECHTEN. Alle rechten die niet uitdrukkelijk aan u zijn verleend in deze LVE, blijven voorbehouden aan HP en haar leveranciers. (c) 2007 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Herz.
OpenSSL Dit apparaat bevat software die door het OpenSSL Project is ontwikkeld voor gebruik in de OpenSSL Toolkit (http://www.openssl.org/) DEZE SOFTWARE WORDT DOOR HET OpenSSL PROJECT GELEVERD IN DE HUIDIGE STAAT EN ELKE WAARBORG, EXPLICIET OF IMPLICIET, INCLUSIEF, ZONDER BEPERKING, WAARBORGEN VAN VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, WORDT AFGEWEZEN.
Klantondersteuning Telefonische ondersteuning voor uw land/regio Telefoonnummers voor land/regio vindt u op de folder in de doos van het product of op www.hp.com/support/. Zorg dat u de productnaam, het serienummer, de aankoopdatum en een probleemomschrijving bij de hand hebt. 24-uurs ondersteuning via internet www.hp.com/support/CM1410series ondersteuning voor de producten die u op een Macintoshcomputer gebruikt www.hp.com/go/macosx Download hulpprogramma's, drivers en digitale informatie www.hp.
Het product opnieuw verpakken Als HP Klantenondersteuning vaststelt dat uw product moet worden geretourneerd naar HP voor reparatie, volg dan deze stappen om het product opnieuw te verpakken voordat u het product verzendt. VOORZICHTIG: Schade tijdens het vervoer als gevolg van onjuiste verpakking komt voor verantwoordelijkheid van de klant. 1. Verwijder de printcartridges en bewaar deze. VOORZICHTIG: Het is erg belangrijk dat u de printcartridges verwijdert voordat u het apparaat verzendt.
272 Bijlage B Service en ondersteuning NLWW
C NLWW Productspecificaties ● Afmetingen en gewicht ● Stroomverbruik, stroomvoorzieningsspecificaties en geluidsuitstoot ● Omgevingsspecificaties 273
Afmetingen en gewicht Tabel C-1 Fysieke specificaties Product Hoogte Diepte Breedte Gewicht HP LaserJet Pro CM1415 413 mm 472 mm 442 mm 22,6 kg Stroomverbruik, stroomvoorzieningsspecificaties en geluidsuitstoot Raadpleeg www.hp.com/support/CM1410series voor recente informatie. VOORZICHTIG: De stroomvereisten zijn gebaseerd op het land/de regio waar het product wordt verkocht. Verander niets aan de ingestelde spanning.
Omgevingsspecificaties Tabel C-2 Omgevingsspecificaties1 Temperatuur Relatieve luchtvochtigheid Aanbevolen Tijdens bedrijf Opslag 15° tot 32,5°C 15° tot 32,5°C –20° tot 40°C (59° tot 90,5°F) (59° tot 90,5°F) (–4° tot 104°F) 20 tot 70% 10 tot 80% 95% of lager Hoogte 1 NLWW 0 tot 3048 m Waarden onder voorbehoud van wijzigingen.
276 Bijlage C Productspecificaties NLWW
D NLWW Informatie over wettelijke voorschriften ● FCC-voorschriften ● Milieuvriendelijke producten ● Verklaring van conformiteit ● Verklaring van conformiteit (draadloze modellen) ● Veiligheidsverklaringen ● Aanvullende verklaringen voor telecomproducten (faxapparatuur) ● Aanvullende voorschriften voor draadloze producten 277
FCC-voorschriften Deze apparatuur is getest en in overeenstemming bevonden met de beperkingen voor een elektronisch apparaat van Klasse B, conform Deel 15 van de FCC-voorschriften. De limieten moeten in een woonomgeving een redelijke bescherming bieden tegen storing. Deze apparatuur produceert en gebruikt energie in het radiofrequentiegebied en kan deze uitstralen. Als dit apparaat niet volgens de instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt, kan dit leiden tot ernstige storing van de radiocommunicatie.
Aanvullende informatie over beeldbewerkingsproducten die gekwalificeerd zijn voor ENERGY STAR kunt u vinden op: www.hp.com/go/energystar Papierverbruik De functie voor handmatig dubbelzijdig afdrukken en de mogelijkheid voor n-per-vel afdrukken (meerdere pagina's op één vel afdrukken) van dit product kunnen het papierverbruik, en daardoor de belasting van natuurlijke hulpbronnen, verminderen.
Inleveren van meerdere items (meer dan één cartridge) 1. Verpak elke HP LaserJet-printcartridge in de originele doos en zak. 2. Bind de dozen aan elkaar met touw of tape. Het pakket mag maximaal 31 kilo wegen. 3. Gebruik één vooruitbetaald verzendingsetiket. OF 1. Als u een geschikte doos hebt, kunt u die gebruiken of vraag een gratis speciale doos aan op www.hp.com/recycle (kan maximaal 31 kilo aan HP LaserJet-printercartridges bevatten). U kunt ook bellen naar 1-800-340-2445. 2.
Dit HP-product bevat een batterij waarvoor mogelijk speciale verwerking vereist is aan het eind van de gebruiksduur. De volgende batterijen worden door Hewlett-Packard meegeleverd of zitten in de producten van HP: HP LaserJet Pro CM1410 Color MFP-serie Soort Carbon monofluoride lithium Gewicht 0,8 g Locatie Op formatterkaart Door de gebruiker te verwijderen Nee Voor recyclinginformatie kunt u naar www.hp.
Meer informatie Meer informatie over onderwerpen met betrekking tot het milieu: ● Milieuprofielblad voor dit product en andere verwante producten van HP ● Inzet van HP voor het milieu ● Het milieubeheersysteem van HP ● Het retournerings- en recycleprogramma van HP voor verbruikte producten ● Material Safety Data Sheets (chemiekaarten) Ga naar www.hp.com/go/environment of www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment.
Verklaring van conformiteit Verklaring van conformiteit volgens ISO/IEC 17050-1 en EN 17050-1 Naam fabrikant: Hewlett-Packard Company Adres fabrikant: 11311 Chinden Boulevard DoC#: BOISB-0603-05-rel.1.0 Boise, Idaho 83714-1021, V.S.
Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschriften. Gebruik ervan is alleen toegestaan op de volgende voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken, en (2) dit apparaat moet enige ontvangen storing accepteren, waaronder storing die een ongewenste werking kan veroorzaken. 1. Het product is getest in een normale configuratie met een Hewlett-Packard PC-systeem. 2. Voor wettelijke doeleinden is aan dit product een wettelijk modelnummer toegewezen.
Verklaring van conformiteit (draadloze modellen) Verklaring van conformiteit volgens ISO/IEC 17050-1 en EN 17050-1 Naam fabrikant: Hewlett-Packard Company Adres fabrikant: 11311 Chinden Boulevard DoC#: BOISB-0603-06-rel.1.0 Boise, Idaho 83714-1021, V.S.
Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschriften. Gebruik ervan is alleen toegestaan op de volgende voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken, en (2) dit apparaat moet enige ontvangen storing accepteren, waaronder storing die een ongewenste werking kan veroorzaken. 1. Het product is getest in een normale configuratie met een Hewlett-Packard PC-systeem. 2. Voor wettelijke doeleinden is aan dit product een wettelijk modelnummer toegewezen.
Veiligheidsverklaringen Laserverklaring Het Center for Devices and Radiological Health (CDRH) van de Amerikaanse Food and Drug Administration heeft een aantal voorschriften ingevoerd voor laserproducten die zijn gefabriceerd na 1 augustus 1976. Het opvolgen van deze voorschriften is verplicht voor producten die worden verkocht binnen de VS.
EMC-verklaring (Korea) Laserverklaring voor Finland Luokan 1 laserlaite Klass 1 Laser Apparat HP LaserJet CM1415fn, CM1415fnw, laserkirjoitin on käyttäjän kannalta turvallinen luokan 1 laserlaite. Normaalissa käytössä kirjoittimen suojakotelointi estää lasersäteen pääsyn laitteen ulkopuolelle. Laitteen turvallisuusluokka on määritetty standardin EN 60825-1 (2007) mukaisesti.
Tabel met chemicaliën (China) Verklaring over de beperking van gevaarlijke stoffen statement (Turkije) Türkiye Cumhuriyeti: EEE Yönetmeliğine Uygundur NLWW Veiligheidsverklaringen 289
Aanvullende verklaringen voor telecomproducten (faxapparatuur) EU-verklaring voor telecom Dit product is bedoeld voor aansluiting op het analoge PSTN (publiek geschakelde telefoonnetwerk) van landen/regio’s in de EER (Europese Economische Ruimte). Het product voldoet aan de vereisten van de Europese R&TTE-richtlijn 1999/5/EC (Annex II) en is dienovereenkomstig voorzien van de CE-conformiteitsmarkering. Zie de conformiteitsverklaring van de fabrikant elders in deze handleiding voor meer bijzonderheden.
An FCC-compliant telephone cord and modular plug is provided with this equipment. This equipment is designed to be connected to the telephone network or premises wiring using a compatible modular jack, which is Part 68 compliant. This equipment cannot be used on telephone company-provided coin service. Connection to Party Line Service is subject to state tariffs.
Notice: The Ringer Equivalence Number (REN) assigned to each terminal device provides an indication of the maximum number of terminals allowed to be connected to a telephone interface. The termination on an interface may consist of any combination of devices subject only to the requirement that the sum of the Ringer Equivalence Number of all the devices does not exceed five (5.0).
Aanvullende voorschriften voor draadloze producten FCC-voorschriften—Verenigde Staten Exposure to radio frequency radiation VOORZICHTIG: The radiated output power of this device is far below the FCC radio frequency exposure limits. Nevertheless, the device shall be used in such a manner that the potential for human contact during normal operation is minimized.
Kennisgeving voor gebruik in Frankrijk For 2.4 GHz Wireless LAN operation of this product certain restrictions apply: This equipment may be used indoor for the entire 2400-2483.5 MHz frequency band (channels 1-13). For outdoor use, only 2400-2454 MHz frequency band (channels 1-9) may be used. For the latest requirements, see www.arcep.fr. L'utilisation de cet equipement (2.
Index A aangepaste afdrukinstellingen (Windows) 72 aangepast papierformaat, instellingen Macintosh 41 Aanpassen aan pagina, instelling, fax 140 aanraakscherm, reinigen 210 aansluiten op een draadloos netwerk 51 aantal exemplaren, wijzigen 102 accessoires bestellen 260 onderdeelnummers 260 Accessoires bestellen 259 ad-hocnetwerk, draadloos beschrijving 55 configureren 56 afdrukdichtheid, instellingen 194 Afdrukinstellingen, tabblad, HP ToolboxFX 195 afdrukken instellingen (Mac) 41 instellingen (Windows) 71
bestellen benodigdheden en accessoires 260 onderdeelnummers voor 260 besturingssystemen, netwerken 48 besturingssystemen, ondersteund 28, 36 bewaren omgevingsspecificaties 275 bezetsignalen, opties voor nummerherhaling 134 briefpapier afdrukken (Windows) 83 brochures maken (Windows) 92 buitenlijn pauzes, invoegen 133 buitenlijnen kiesvoorvoegsels 133 C Canadese DOCvoorschriften 287 cartridges garantie 264 niet van HP 202 onderdeelnummers 260 opslag 202 recyclen 203, 279 status, weergeven met HP ToolboxFX 18
doorsturen 137 fabrieksinstellingen herstellen 217 factuurcodes 136 foutcorrectie 167 foutrapport, afdrukken 166 geheugen, verwijderen uit 143 instellingen voor nummerherhaling 134 kiestoondetectieinstellingen 133 kiesvoorvoegsels 133 kiezen, toon of puls 134 nummer bevestigen 151 ontvangen faxen stempelen 141 ontvangen niet mogelijk 174 ontvangen via extra toestel 127 ontvangen wanneer u faxtonen hoort 154 ontvangstlogboek 192 ophalen 141 opnieuw afdrukken 140 opnieuw afdrukken vanuit het geheugen 153 pauz
geluidsspecificaties 274 gewicht 274 glasplaat, reinigen 107, 119, 208 grafiekpapier, afdrukken 13 grijswaarden afdrukken (Windows) 83 grijswaarden scannen 119 groepskiescodes bewerken 132 maken 132 verwijderen 132 H help afdrukopties (Windows) 71 Help, bedieningspaneel 10 Help (tabblad), HP ToolboxFX 192 herhaalde fouten, problemen oplossen 244 herstellen, fabrieksinstellingen 217 HP Easy Color gebruiken 99 uitschakelen 99 HP fraudelijn 202 HP-klantondersteuning 270 HP Scan (Windows) 116 HP ToolboxFX Afdru
kwaliteit afdrukinstellingen (Macintosh) 41 instellingen HP ToolboxFX 194 kopieerinstellingen 106 kwikvrij product 280 L laatste pagina op ander papier afdrukken (Windows) 88 lade standaardpapierformaat 68 laden instellingen 194 locatie 5 selecteren (Windows) 76 storingen, verhelpen 234 licentie, software 266 licht faxcontrast 135 lichtheid kopieercontrast 108 liggend, afdrukstand selecteren, Windows 80 Linux 33 Linux-software 33 logbestand 189 logboeken, fax alles afdrukken 164 fouten 166 M Mac driverinste
overeenstemmen, kleuren overlapping 97 100 P pagina's per vel afdrukken (Windows) 78 selecteren (Windows) 78 paginaformaten schaal van documenten aanpassen (Windows) 90 papier aangepast formaat, Macintoshinstellingen 41 afdrukken op voorbedrukt briefpapier of voorbedrukte formulieren (Windows) 83 eerste en laatste pagina, ander papier gebruiken 88 eerste pagina 42 instellingen HP ToolboxFX 194 instellingen voor automatisch verkleinen van faxen 140 kopieerinstellingen 109 omslagbladen, ander papier gebruik
reinigen aanraakscherm 210 glasplaat 107, 119, 208 papierbaan 208, 241 resolutie fax 135 scannen 118 S scannen annuleren 117 foto's 121 grijswaarden 119 kleur 118 methoden 116 met Mac-software 46 OCR-software 117 resolutie 118 TWAIN-compatibele software 116 via HP Scan (Windows) 116 WIA-compatibele software 116 zwart-wit 119 scanner glasplaat reinigen 107, 119, 208, 245 schalen van documenten kopiëren 105 Windows 90 serienummer, locatie 7 service opnieuw verpakken van product 271 Service, menu 18 Services,
telefoontoestellen, downstream faxen verzenden via 150 telefoontoestellen, extra faxen verzenden via 150 telefoontoestellen, extra aansluiten 127 temperatuurspecificaties omgeving 275 tip iii tonercartridges.
© 2010 Hewlett-Packard Development Company, L.P. www.hp.