Operation Manual

Instellingen voor het ontvangen van faxen
Fax doorsturen instellen
U kunt uw product zodanig instellen dat een inkomende fax naar een ander faxnummer wordt
doorgestuurd. Als de fax op uw product wordt ontvangen, wordt deze in het geheugen opgeslagen.
Vervolgens wordt het opgegeven faxnummer gekozen en wordt de fax verzonden. Als de fax als
gevolg van een fout niet kan worden verzonden (omdat het nummer bijvoorbeeld in gesprek is) en het
opnieuw kiezen is mislukt, wordt de fax afgedrukt.
Als er te weinig geheugen beschikbaar is tijdens het ontvangen van een fax, wordt de faxontvangst
gestopt en worden uitsluitend de pagina's of delen van pagina's doorgestuurd die al in het geheugen
zijn opgeslagen.
Als de functie Fax doorsturen wordt gebruikt, moeten de faxen worden ontvangen op het product (in
plaats van op de computer). De antwoordmodus moet zijn ingesteld op Automatisch.
1. Raak in het beginscherm de knop Fax aan.
2. Raak de knop Faxmenu aan.
3. Raak de knop Ontvangstopties aan.
4. Raak de knop Fax doorsturen en vervolgens de knop Aan aan.
5. Gebruik het toetsenblok om het nummer voor het doorsturen van faxen in te voeren en raak
vervolgens de knop OK aan.
De antwoordmodus instellen
Afhankelijk van de situatie stelt u de antwoordmodus van het apparaat in op Automatisch, TAM, Fax/
Tel of Handmatig. De fabrieksinstelling is Automatisch.
Automatisch: Inkomende oproepen worden beantwoord na een opgegeven aantal belsignalen of
nadat speciale faxtonen zijn herkend.
TAM: Het apparaat beantwoordt de oproep niet automatisch. In plaats daarvan wacht het op het
faxsignaal.
Fax/Tel: het apparaat beantwoordt inkomende oproepen onmiddellijk. Als het apparaat het
faxsignaal detecteert, verwerkt het de oproep als een fax. Als het apparaat geen faxsignaal
detecteert, laat het een belsignaal horen, zodat u de inkomende spraakoproep kunt
beantwoorden.
Handmatig: Het apparaat beantwoordt oproepen nooit. U moet zelf de ontvangst van een fax
starten door de knop Faxen starten op het bedieningspaneel aan te raken of door een telefoon
op te nemen die op de desbetreffende lijn is aangesloten en 1-2-3 te kiezen.
Voer de volgende stappen uit om de modus voor beantwoorden te wijzigen:
1. Raak in het beginscherm de knop Instellingen
aan.
2. Raak het menu Faxinstellingen aan.
3. Raak het menu Basisinstell. aan.
4. Ga naar de knop Antwoordmodus en raak deze aan. Raak vervolgens de gewenste optie aan.
NLWW Faxinstellingen configureren 137