Operation Manual

Uitgestelde verzending van een fax plannen
Via het bedieningspaneel van het product kunt u instellen dat een fax op een later tijdstip naar een of
meerdere personen wordt verzonden. Wanneer deze procedure is voltooid, scant het product het
document in het geheugen en keert het weer terug naar de stand Klaar.
OPMERKING: wanneer de fax niet op het geplande tijdstip kan worden verzonden, wordt dit
aangegeven in het faxfoutenrapport (indien deze optie is ingeschakeld) of in het
faxactiviteitenlogboek. De verzending wordt mogelijk niet uitgevoerd als de faxoproep niet wordt
beantwoord of als een bezetsignaal de kiespogingen heeft gestopt.
Wanneer is ingesteld dat een fax op een later tijdstip moet worden verzonden, maar deze moet
worden aangepast, verstuurt u de extra informatie als een nieuwe faxtaak. Alle faxen die zijn gepland
voor verzending naar hetzelfde faxnummer op hetzelfde moment, worden als individuele faxen
afgeleverd.
1. Plaats het document in de documentinvoer.
2. Raak in het beginscherm de knop Fax aan.
3. Raak de knop Faxmenu aan.
4. Raak de knop Verzendopties aan.
5. Raak de knop Fax later verz. aan.
6. Gebruik het toetsenblok om in te voeren op
welk tijdstip de fax moet worden verzonden.
Raak de knop OK aan.
7. Gebruik het toetsenblok om in te voeren op
welke datum de fax moet worden verzonden.
Raak de knop OK aan.
8. Voer het faxnummer in met het toetsenblok.
Raak de knop OK aan. Het apparaat scant
het document en bewaart het bestand tot aan
het opgegeven tijdstip in het geheugen.
152 Hoofdstuk 11 Fax NLWW