Operation Manual

xxxx::xxxx:xxxx:xxxx:xxxx
2. Open de geïntegreerde webserver van HP door het IP-adres (IPv4) in te voeren op de
adresregel van uw webbrowser. Gebruik voor IPv6 het protocol dat door de webbrowser is
vastgesteld voor het invoeren van IPv6-adressen.
3. Klik op het tabblad Netwerk voor informatie over het netwerk. U kunt naar behoeven instellingen
wijzigen.
Het wachtwoord van het apparaat instellen of wijzigen
Gebruik de geïntegreerde webserver van HP om een wachtwoord in te stellen of om een bestaand
wachtwoord voor een apparaat in een netwerk te wijzigen.
1. Voer het IP-adres van het apparaat in de adresregel van een webbrowser in. Klik op het tabblad
Netwerk en klik vervolgens op de koppeling Beveilig..
OPMERKING: Als er eerder een wachtwoord is ingesteld, krijgt u het verzoek dit wachtwoord
in te voeren. Typ het wachtwoord en klik op de knop Toepassen.
2. Typ het nieuwe wachtwoord in het vak Nieuw wachtwoord en het vak Controleer het
wachtwoord.
3. Klik onder aan het venster op de knop Toepassen om het wachtwoord op te slaan.
IPv4 TCP/IP-parameters handmatig configureren via het bedieningspaneel
Met de menu's van het bedieningspaneel kunt u handmatig een IPv4-adres, subnetmasker en
standaardgateway instellen.
1. Raak de knop Instellingen
aan.
2. Ga naar het menu Netwerkinstellingen en raak dit aan.
3. Raak het menu TCP/IP-config. aan en raak vervolgens de knop Handmatig aan.
4. Gebruik het numerieke toetsenbord om het IP-adres in te voeren en raak de knop OK aan. Raak
de knop Ja aan om te bevestigen.
5. Gebruik het numerieke toetsenbord om het subnetmasker in te voeren en raak de knop OK aan.
Raak de knop Ja aan om te bevestigen.
6. Gebruik het numerieke toetsenbord om de standaardgateway in te voeren en raak de knop OK
aan. Raak de knop Ja aan om te bevestigen.
Instellingen verbindingssnelheid en duplexwerking
OPMERKING: Deze informatie geldt alleen voor ethernetnetwerken, niet voor draadloze netwerken.
De linksnelheid en communicatiemodus van de afdrukserver moeten overeenkomen met die van de
netwerkhub. Voor de meeste situaties laat u de printer in de automatische modus staan. Als u
onjuiste instellingen opgeeft voor de koppelingssnelheid en duplex, kan het apparaat mogelijk niet
meer communiceren met andere netwerkapparaten. Als u wijzigingen moet aanbrengen, doet u dat
via het bedieningspaneel van het apparaat.
OPMERKING: De instelling moet overeenkomen met de instelling van het netwerkproduct dat wordt
aangesloten (een netwerkhub, switch, gateway, router of computer).
NLWW Aansluiten op een netwerk 57